„Gebied der 12 meren" Een Zoeklicht Kom er ACHT-er Unicum in Europa hoe lang nog VREEST SYMPTOMEN VAN DE MODERNE BESCHAVING WOOFD YAN BEZINNING OP DE BOEKENMARKT) Ware watersporters huiveren van benzinedampen en bermtoerisme Zaterdag 19 augustus 1961 IEDERE ketter heeft zyn letter. namelijk een letter uit de bijbel. Wonderlijk! De bijbel zo oud. zo uit elkaar gerafeld soms. en toch: ieder wil graag zijn opinie gedekt weten door een bijbelwoord. Het beroep op de bijbel gaat nog altijd door, meer dan een beroep op Goethe of op onze romanschrijver Vestdijk. Waarom? Omdat de bijbel over onze westerse beschaving is gegaan. De cultuur van zeg Tibet of Mongolië is niet zo intens met de bijbel in contact geweest als in Europa. Daarom onder ons dat veelvoudig beroep op de bijbel. Heeft de Koran van de Islam of het boek Mormon niet hetzelfde ge zag als heilig boek, waarbij toch duizenden zweren? Voor de chr. Kerk van welke for matie ook is de bijbel wezenlijk verschillend van de vele andere „heilige" boeken uit andere religies. Omdat in geen enkel ander boek dan de bijbel de boodschap staat: Jezus Christus is de verlosser der wereld. Vanuit deze centrale bood schap heeft de bijbel gezag. Jezus zelf is ons daarin voorgegaan. Voor Hem was de bijbel niet een boek om anderen vast te praten: helaas is dat genoeg toegepast in de loop van de tijden. Hij kende dat boek als het boek van zijn leven met God en de mensen. Het leefde in zyn hart zo zelfs dat zjjn laatste woorden aan het kruis bijbelse woorden waren. Dit is een dieper, goddelijker gezag dan het handig opereren met bijbelteksten. Is er dan geen tegenspraak tus sen de bijbelse woorden onderling? Het is niet moeilijk een rijtje op te noemen. In mijn boekenkast staat een boek uit 1621. gedrukt in Leiden en later ook vertaald uitgegeven. Het is van de hand van een toen malig Leids hoogleraar in de theo logie. de niet on vermaarde Johan nes Polyander. Hij heeft tientallen bijbelwoorden naast elkaar gezet, die twee aan twee elkaar lijken te gen te spreken. In dit en het volgende woord van bezinning wil ik proberen twee bij belse uitspraken te overdenken, die dwars tegen elkander in lijken te gaan, ze komen jammer genoeg niet voor in dat boek. Ik heb 't oog op twee woorden van Jezus zelf. Volgens Lukas 9 50 zegt Hij: wie niet tegen u is. is vóór u. En even verder in Lukas 11 23: wie met mij niet is. die is tegen mij Is het dus zo. dat Jezus iedereen accepteert in Zijn werkingssfeer, die zich niet pertinent tegen Hem en de Zijnen verzet? of moet ieder een precies in zijn voetstappen gaan? Is het Evangelie tolerant of Als klap op de vuurpijl is nu ge komen het plan van de Rijkswater staat de weg Beukers-Blauwe Hand door te trekken langs de oostelijke oever van de Beulaker ter vervanging van de weg Blauwe Hand-Steenwijk. Daarmee zal niet alleen deze oever ge heel vrij komen voor het bermtoerisme (En hoe? Want deze oever is geheel ondiep en zanderig), doch ook zal het noodzakelijk zijn de ingang tot de Beulaker te blokkeren met een brug. Dan zullen de zeiljachten, die daar nagenoeg allemaal ligplaatsen hebben aan het kanaal, steeds gedwongen zjjn met gestreken mast onder de brug door te gaan en ergens op de Beulaker op en af te tuigen. (Omdat dit gedeelte bijna altijd de lager wal is, is het een onmogelijkheid) Taak voor G. S. Volgens zijn laatste uitlatingen is burgemeester Volgers van Wanneper- veen een voorstander van een derge lijke plassenschap. dat coördinerend kan werken, ook met de watersport verenigingen. Hoe staan de andere ge meentebesturen er tegenover? Thans heet het, dat men wacht op een be slissing inzake de samenvoeging van gemeenten. Doch de tijd dringt! In de gegeven omstandigheden heb ben Gedeputeerde Staten een bijzon dere taak (zoals in Friesland) om lei ding te geven en drang uit te oefenen! niet? onverdraagzaam of verdraag zaam jegens anderen? Wij willen liefst een ronduit „ja" of ..neen" horen, uitsprakaen waaraan je wat hebt. zo in het. kader van wit-zwart zonder tussenkleur. Bij gelegenheid van de laatste Duitse protestantse kerkdag was ook een cabaret, ge zond van humor over kerkelijke uitspraken, die zo voorzichtig wa ren gesteld. Het wordt ook gezegd van Nederlandse kerkelijke bood schappen en van de laatste pause lijke encycliek. Is Jezus ons op deze weg van het gulden midden al vóórgegaan? Is er eigenlijk geen draad aan vast te knopen? Blijken van een dergelijke verwarring wa ren er al in de kring van Jezus' eerste discipelen. Wij lezen daar. dat een van de leerlingen, Johannes bij Jezus komt met een verstoord gezicht. Want zij hadden iemand ontmoet, die hetzelfde werk als zij deden: boze geesten uitdrijven. Zij waren tegen de praktijken van deze man opgekomen, hadden het zelfs willen beletten. Waarom? Hij deed toch wat zij ook deden en dat was iets goeds. Waarom zaten ze hem dan dwars? Enkel en alleen omdat die man niet in hun groep wilde komen, niet samen met nen de Meester volgen. Die man deed het zowaar in Jezus' naam en wilde toch niet bin nen hun kring komen. Vreemd Ja, want, deze man is toch blijkbaar iemand, die door Jezus is beïnvloed. Anders zou hij dit werk niet doen in Jezus' naam. Heeft Jezus dan contacten gehad met mensen, die helemaal buiten de eigenlijke leer lingenkring leefden? Onmogelijk is dit niet. Wij stellen ons zo licht voor dat Jezus een sta tische figuur was. iemand die rechtlijnig dacht en nu eenmaal vastheild aan de gevormde, door hem zelf bijeengeroepen kring. Hier in dit gesprek is Jezus veeleer een dynamische figuur, dankbaar dat ook buitenstaaanders door zijn stem waren bereikt. En het is of wij in de toon van die Johannes hetzelfde horen wat nu nog van ons wordt gezegd: alleen wy hebben de waar heid. niet iemand die zich buiten onze kring houdt. Zij toen maken alarm over die buitenstaander, die vrijbuiterig te werk gaat. Want hoe kan dat: in Jezus' naam werken en zijn discipelkring links laten lig gen? Een goed kenner van de ge schiedenis der chr. Kerk heeft een boek geschreven over de stiefkin deren van het christendom, mensen die door de officiële kerk niet als Gods kinderen aanvaard werden, stiefkinderen die niet voor vol wer den aangezien. Is die eenzame man uit Lukas 9 al zo'n stiefkind? In hun taxatie inderdaad. Want zij taxeren hem als iemand die onge ordend, „getrennt marschierte" en dan kun je toch niet om „vereint" te „schlagen"? Het is een gezegde in de Duitse taal, zoveel als: apart optrekken en toch verenigd de slag toebrengen. Johannes en de zijnen zien daarin geen heil. Zo gaat dit verhaal actueel worden. Hier de kring van de vaste zekerheden daar een mens of kring, die buiten staat. Neem bijvoorbeeld de oude kerken met haar vaste liturgie, haar doordachte, dogmatische re gels en daarnaast de Pinkstergroe- pen met hun „ongeordende" voor gangers en hun enthousiaste dien sten zonder vaststaande liturgie. Ik weet; dit is wat geforceerd uitge drukt. Wanneer die pinkstergroe- pen honderd jaar oud zijn, dan nog bestaan, zal er toch enige orde en regel geweest zfjn. Maar de verwarring gaat intus sen door als men zegt van uit de geordende kring: hij of zij volgt niet met ons achter Jezus. Discipel schap van Jezus is niet het volgen samen in het gelid met anderen. Want ook die anderen kennen maar ten dele. En wanneer wij zul ke dissenten en aparte mensen be letten om iets goeds te doen in Jezus' naam, kan het wel zijn dat Christus over zulke mensen be schermende de hand leg: „Want wie niet tegen u. christenen is. is vóór u". Zijn werk gaat voort, al leen anders dan wij dachten. Er is een tegenstelling, antithese tussen Christus, het licht en de machten van de duisternis. Maar die tegen stelling is niet precies in kaart te brengen. Gods wegen zijn van eigen aard en niet altijd en overal te ver eenzelvigen met de praktijk of visie van een groep christenen. Dit laat ste is zelfs genoemd een zonde te gen het derde gebod, de naam des Heren ijdel gebruiken om eigen la ding te dekken als zou die lading de enige zijn in 't scheepje onder Je zus' hoede. Aan een boom is geen blad aan het andere gelijk en toch worden ze soms gevoed door èèn stam. Wij, mensen hoeven het onder ling niet eens te zijn om toch sa men gevoed te worden door Hem, die het brood des levens is. J. de Wit, pred. herv. gem. te Leiden. S. Vestdijk. „De filosoof en de sluipmoordenaar. Njjgh en Van Ditmar. 's-Gravenhage 1961. Vestdijk en Voltaire de combina tie is lang niet gek. Toch geloof ik niet dat Vestdijk zich speciaal aangetrok ken heeft gevoeld lot de figuur van deze achttiende eeuwse Franse polemi cus toen hij het plan maakte om dit boek te schrijven. Ik heb een vermoe den. dat het de schrijver hoofdzakelijk te doen is geweest om de menselijke aspecten in verband met de nooit op geloste moord op Karei XII van Zwe den. Ik ben tot die conclusie geko men, omdat deze roman zo duidelijk in twee stukken uiteenvalt. Het eerste gedeelte, zo ongeveer tot bladzijde 143 is eerlijk gezegd tamelijk oninteressant, zelfs wat vervelend. Evenwel men kan er niet buiten, want het- is het exposé, de introductie van de figuren, die nodig zijn om de geschiedenis, waar het eigenlijk om gaat, haar volledige achtergronden te geven. De hele intrige zit gewikkeld om het feit, dat Voltaire bezig is aan zijn, als ik mij niet vergis, eerste boek ..Histoire de Charles XII", dat in 1731 verschenen is. Bij toeval ont- Kunt U de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt U elders in dit Bijvoegsel. moet Voltaire, of liever Arouet zoals Vestdijk hem bij zijn officiële naam noemt, de Franse kolonel Siquier, die onder Karei XII in Zweedse krijgs dienst is geweest en die er in de krin gen, waarin men over deze zaken spreekt, van beschuldigd wordt de ko ning doodgeschoten te hebben. De ont moeting met deze officier is natuur lijk koren op Voltaire's molen. Via hem maakt hij kennis met gravin Oxenstierna en haar broer Gustaaf. De eerste is van plan met Siquier te trouwen. Zoals ik reeds opmerkte is de inlei ding niet zeer boeiend. Maar dit slaat plotseling om bij het bezoek van Vol taire aan de schilder Holm, een ge heimzinnige figuur, die onder de in vloed van de Zweedse natuurkundige, filosoof en theoloog Swedenborg, hoogst merkwaardige portretten van vorsten en andere politieke personen geschil derd heeft. Het is jammer, dat Vest dijk dit thema niet verder uitge werkt heeft, hoewel dat voor de gang van zaken niet noodzakelijk is. Ver reweg het interessantste en boeiendste is het laatste gedeelte van het boek: het grote gesprek tussen de vier be trokken personen over de schuldvraag en de gevolgen van dien. Hierin heeft Vestdijk werkelijk de spanning we ten te brengen van een misdaadroman op psychologische grondslag. Daarom is het ook, dat ik op de ge dachte ben gekomen dat het Vestdijk te doen is geweest om dit curieuze con flict en eigenlijk niet om Voltaire. Stendhal. „Egotistische Herinne ringen". De Bezige By. Amster dam. 1961. Stendal (1783-1842) heeft in zijn autobiografische roman „La Vie de Henry Brulard" geschreven, dat hij zich troost met de gedachte, dat zijn werk omstreeks 1900 wel gelezen zal worden. Daar heeft hij wel zowat gelijk in gehad. De lezers van de twintigste eeuw zijn zich werkelijk voor hem gaan interesseren. Deze gang van zaken is niet zo verwonderlijk, als men bedenkt in welke tijd Stendhal geschreven heeft. Hij was een tijdgenoot van Bal zac, die beter paste in de Franse li teraire traditie, van de wat jongere, Hugo, Lamartine, De Vigny, De Musset. Deze „grands Romantiques" toch had den het na-Napoleontische Frankrijk meer te zeggen dan de individualist Henri Beyle, die overigens ook een bewonderaar van Napoleon was. Du Perron noemt deze bewondering die hij bepaald niet met zijn geliefde Stendhal deelde, een misverstand. In deze „Egotistische Herinneringen" heeft Stendhal de periode te boek gesteld van zijn leven in Parijs, te weten van 1821 tot 1830. De mémoires zijn zonder twijfel interessant voor wie be langstelling heeft voor het leven van deze grote schrijver en dat moeten ve le van zijn lezers zijn, want er zijn weinig auteurs bij wie werk en leven zo moeilijk te scheiden zijn. Mijn be zwaar tegen dit posthuum uitgegeven werk, dat hier in een uitstekende Ne derlandse vertaling verschenen is. gaat dan ook totaal niet uit naar het be faamde voortdurend met zichzelf be zig zijn, dat Stendhal telkens weer voor de voeten geworpen wordt. Wat mijn aandacht voortdurend afleidt, zijn de talloze namen en gebeurtenis sen in deze herinneringen, die mij weinig of niets zeggen. Het is dan ook geen wonder, dat dit boek met 122 bladzijden tekst voorzien is en te recht van 118 noten. Een vertaling in het Nederlands van speciaal dit ge schrift doet Stendhal geen recht we dervaren. CLARA EGGINK. Zo ziet het Giethoornse Boven- wiede er nu nog uit. Wat zal de toekomst brengen voor dit lieflijk landelijke gebied. Het zal n.l. ..recreatiever'' gemaakt worden De watersportliefhebbers, die er nu heerlijke rustige uren in door brengen. houden hun hart vast. over Belt- en Schutsloot zal het grote autotoerisme zeker bevorderen. Aan de andere zijde zijn de Dwarsgracht en de Wetering voor het autotoerisme toe gankelijk gemaakt. Steeds groter wordt de vraag naar recreatieruimte. Boven dien heerst in Nederland op het ogen blik een ware honger naar „oude be huizing". De Stille Belter, aan de oos telijke kant reeds afgesloten door de autoweg Beukers-Blauwe Hand. zal, indien het recreatieplan wordt goedge keurd. ook aan de noordelijke zijde een autoweg als begrenzing krijgen van Blauwe Hand naar Sint Jansklooster. Hij zal de bestaande weg vervangen. De oude weg zal gepromoveerd worden tot bungalowweg. In de toenmalige streekraad V.V.V. voor n.w.-Overijssel, waarin verschei dene burgemeesters uit die streek zit ting hadden, werd voorgesteld een stu die en een ontwerp te maken van een plassenschap. Als voorbeeld zouden het plassenschap van Loosdrecht en de Marrenkrite van Friesland kunnen dienen. In Loosdrecht heeft men te laat het teken aan de wand gezien. Daar viel voor het plassenschap vrijwel niets meer te redden. De .ziekte" was al te ver doorgevreten. De Friese Marren krite had een betere toekomst net als natuurmonumenten op de Beulaker. Doch Gedeputeerde Staten van Fries land hebben begrepen, dat ook zij een belangrijke taak in deze hadden. Na een uitgebreide studie deden zij een rapport verschijnen, waarin o.m. opge merkt wordt: „De totstandkoming van uitbrei dingsplannen. de aanleg van wegen en rijwielpaden, het baggeren van vaarwegen, de aankoop van gronden, het bouwrijp maken van terreinen enz. zijn bemoeiingen, die een nauw keurige afweging van belangen en onderzoek der mogelijkheden vergen, alvorens besluiten genomen kunnen worden". Toerisme niet weren Tevens hebben zij zich voor ogen ge steld. dat in het nationale plan „re creatie te water" (1956) gezegd wordt: „Nederland heeft de kans voor het Europese watertoerisme de rol te gaan vervullen, die de Alpenlanden zich voor de bergsport zagen toevallen". Met deze aanhaling willen wij doen uitkomen, dat het geenszins de bedoe ling is, het toerisme in deze streken te weren. Dit toerisme kan en mag niet tegengehouden worden, hoe de water sporters er ook tegen zijn. Er zijn an dere belangen, dan alleen die van de watersporters. Zij begrijpen dit vol komen. doch juist daarom achten zy het van de grootste urgentie, dat in deze gebieden een plassenschap tot stand wordt gebracht. Thans gaat iedere instantie haar eigen gang. Tus sen de betrokken gemeentebesturen is weinig of geen overleg. Rijkswaterstaat en de Provinciale Waterstaat hebben hun eigen plannetjes. Het polderbe stuur kent zijn eigen specifieke belan gen. Natuurmonumenten gaat haar eigen stille (zegenrijke) gang. Prikkeldraad Men kan met vrij grote zekerheid voorspellen: als hier niet vroegtijdig iets tot stand wordt gebracht zal dit watersportgebied grondig bedorven worden. Natuurmonumenten zal haar terreinen met prikkeldraad moeten om geven. Speedboats (waar blijft het aan gekondigde snelheidsverbod?) zullende rust verstoren. De weldenkende water sporters zullen elders hun genoegen zoeken en de prachtige meeroevers ver trapt zien worden door een publiek, dat om andere geneugten hier gekomen is, dan natuuxt rust en watersport. (Van onze Zwolse correspondent) De watersporters van n.w.-Overijssel koesteren een hartstochtelijke liefde voor het watergebied, dat zij het „gebied van de twaalf meren" noemen. Het strekt zich uit van Blokzijl tot Giethoorn en van Zwart sluis tot vlak bij Meppel. Het is wellicht het mooiste watersportgebied van ons land. In ieder geval is het met zijn flora en fauna een unicum in Europa. Een groot deel van de watersporters komt uit Meppel en Steenwijk. Ook veel Zwollenaren en Twentenaren trekken er met de vakantie heen. Zij houden van de serene rust, die daar nog steeds bewaard wordt tussen de rietkragen en de „velden" met waterlelies. Doch de „beschaving" bedreigt ook dit gebied. 131 nconii crftli Qn Lui bermtoerisme vreet door als een 1 IlctJJ IVcIIl kwaadaardige ziekte Het zal steeds verder opdringen. Het heeft rechten, barriere ^nail VOrillCll zeker, maar een deel van de toeristen t* neemt rechten, die het niet bezit. Het Aan de westzijde heeft de Vereniging zal willen doordringen in dit wonder- tot Instandhouding van Natuurmonu- schone gebied De vereniging heeft inenten reeds een hecht bolwerk tegen reeds genoodzaakt gezien de ge- dit naderende gevaar opgeworpen. hate bordjes te plaatsenerboden Gelukkig heeft de vereniging er Toegang. Daarentegen heeft zy de wa- grote gebieden in haar bezit. De wa- tersporters een terreintje, compleet tersporter, die daar thans komt. toont grote eerbied voor de natuur en gaat zich niet aan vernielingen te buiten. Doch wat zal er gebeuren als de toe rist. vermomd als betrouwbaar water sporter, hier neerstrijkt met tenten, caravans, draagbare radio's, speedboats, rondvaartboten en andere welvaarts symptomen? Op zondag 2 juli, een dag van tropische hitte, zocht heel Neder land verfrissing langs en in het water. Ook het „gebied van de twaalf meren" bleek ontdekt te zijn. Honderden auto's stonden in de bermen geparkeerd. Nog groter was het aantal mensen, dat in het water verkoeling vond. Dit alles deerde de echte waterspor ter nog niet. Hij wist nog wel plaatsjes, die niet ontdekt waren. Maar even moet hij toch een benauwend toe komstbeeld gezien hebben. Want dit met een steigertje ter beschikking ge steld. Doch wat zal zij doen als het „grote toerisme" verder opdringt? Als punthakjes en suède schoenen water- orchideeen vertrappen? Als schette rende radioklanken de vogels het zwij gen opleggen en benzinedamp de wa terfauna doet verstikken? Is dit alles een overdreven toekomstbeeld? Afwegen belangen De gemeente Wanneperveen heeft onlangs een uitvoerig uitbreidingsplan ontworpen met kampeerterreinen en een bungalowdorp. Het is niet de be doeling dit plan te beoordelen of te veroordelen. Indien dit plan echter doorgaat is er een grote uitbreiding van de watersport te verwachten. Het doortrekken van de nieuwe autoweg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 13