LINNEN en ongewone kleuren
Houdt bulldozer en dragline ver van natuurschoon
KOKEN
EEN TWEE-MINUTEN MYSTERIE UIT HEI
ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HER10X
ZATERDAG 29 JULI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
KIJKJES IN DE NATUUR
WONDEREN DER NATUUR
Heeft U een speurneus
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
EERWAARDIG IS HET. hoewel
door een kleine en vaak niet
aanwijsbare oorzaak, een herin
nering by ons sterk kan gaan leven.
Een melodietje van een draaiorgel op
een gracht kan ons terugvoeren naar
een straattoneeltje uit lang vervlogen
dagen, het opsnuiven van de geur van
hooi. midden in de winter op een
boerderij, veegt even de sfeer van een
zomerdag langs ons heen. En kan een
stadsbeeld onder een bepaalde belich
ting niet een herinnering aan vroeger
bij ons wakker maken? Iets derge
lijks ondervond ik onlangs bij het le
zen van een boekje, dat niet zo lang
geleden is verschenen en dat mij op
wonderlijke wijze verplaatste naar de
dagen, toen ik als 12-jarlge jongen
mijn eerste kleine zwerftochten maak
te in het domein van de levende na
tuur.
Hoewelkleine tochten? In die
tijd liepen wij op een vakantie
dag van 's morgens 8 uur vrijwel
zonder onderbreking, tot we des avonds
doodmoe in ons bed duikelden. Als ik
dat nu vertel aan jongelui, kijken
ze me met hoog opgetrokken wenk
brauwen aan. Lopen? Een hele dag?
Kom nou, wie doet zoiets nu nog!
Daar heb je toch een bromfiets voor
of je neemt de bus. Ik probeer ze dan
maar niet duidelijk te maken, dat je
op zo'n vliegfiets overal langs kart
en geen gelegenheid hebt, iets van de
omgeving in je op te nemen.
Het waren hoofdzakelijk tochten
langs de Vecht en door de moerassige
veenlanden en plassen aan weerskan
ten van deze Utrechtse rivier. Als ik
eraan terugdenk, ben ik ervan over
tuigd dat op die zwerfdagen dat merk
waardige contact tot stand kwam met
de levende natuur. De natuur leer je
niet kennen door de ruitjes van een
auto of een bus. Je moet wandelen
en zwerven en langs de wegbermen
grasduinen. En Je moet geen haast
hebben. In die dagen dus tippelden
wij en we hadden de tijd en zo, spe
lenderwijs, pikten wij een heleboel op
van wat de vrijwel overal nog onge
repte natuur ons bood. Nog, als ik de
oude Verkadealbums overlees, komt die
Jeugdsfeer bij mij terug.
Kregen wij dan ergens aan een
veenplas een bootje te pakken, dan was
het feest pas goed begonnen. Dat on
bezorgde roeien op een plas, hier eens
kijken en daar eens luisteren, dat aan
geen tijd gebonden pionieren en mod
deren langs de rietkragen, aan dat al
les denk ik nog met genoegen terug.
De toegang tot dat waterland met z'n
wilde groei van elze- en braamstruiken
illllllllllllilllllllllllUllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllin'
tloor
Sjouke van der Zee
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
op de trillende veenbodem was toen
tertijd nog volkomen vrij. Je zag er wel
eens een visser in een bootje of een
man, die zijn zware baggernet uit het
water zeulde en leegstortte in een mod
derpraam, maar dat was dan alles. Om
ons kabbelde het water en boven ons
was de zomerlucht met of zonder wit
te wolken, maar altijd wel met een
bewegende vliegbeeld van een vogel.
Een kapmeeuwtje, een reiger of een rij
snelwiekende eenden.
Het was daar, dat ik voor het eerst
in mijn leven, het nest vond van
een watervogel, het met geknak
te plantenstengels overhuifde nest van
een waterhoen. Ik weet nog, wat een
merkwaardige indruk de aanraking
van de warme, gave eieren op mij
maakte. Ik geloof haast, dat ik het
een plechtig moment vond in die'stil
le omgeving bij dat zacht bewegende
riet.
En nu het merkwaardige. Het le
zen van dat bewuste boekje was
voldoende, om al deze jeugdin
drukken weer haarscherp in mijn her
innering terug te voeren. Dat boekje
draagt een wat wonderlijke naam. Het
heet ,,De Botshol" met als ondertitel:
„Een inventarisatie van de vogelwe
reld", door D. J. Wiggelaar en J.
Groot en sterk en sierlijk en prachtig gecamoufleerd
door zijn vrijwel witte pels voert de ijsbeer in het hoge,
koude noorden een onbedreigd bestaan. De barre tempe
ratuur die in deze streek heerst heeft evenmin vat op
hem als de gladheid van de ijsvlakte. Dieren die hier niet
geboren en getogen zijn, zouden zich, als ze door een
toeval in dat gebied terecht kwamen, nooit uit de voeten
kunnen maken in de letterlijke zin van de uitdrukking
omdat de natuur geen rekening kan houden met zulke
verplaatsingen, anders zou zij deze dieren stellig uitrusten
met een orgaan om uitglijden op het ijs te voorkomen 1
Zo'n orgaan, onontbeerlijk om op de been te blijven, heeft
de ijsbeer. In tegenstelling tot andere beren zijn zijn voet
zolen bezet met stugge haren, die tevens beletten, dat hij
aan het ijs zou vastvriezen, iets wat onvermijdelijk zou
zijn als hij zich lange tijd roerloos op dezelfde plek zou
ophouden, loerend op een prooi. Gedreven door een onge
neeslijke zwerflust en indachtig het gezegde dat veran
dering van spijs doet eten. legt hij soms grote afstanden
af om een vogeleiland te bezoeken Soms zwemt hij. dik
wijls ook laat hU zich voortdrijven op ijsschotsen. In het
eerste geval zwemmen de kleintjes dapper mee, waarbij
zij er nauwlettend zorg voor dragen achter de boeggolf te
blijven, zodat ze zo weinig mogelijk weerstand onder
vinden.
„Ja, inspecteur, komt U binnenneemt U plaatseh, zoJa".
Het nerveuze heerschap dat inspecteur Herlok een stoel aanbood was de
heer W. (Bill) van Spronsen, directeur van het reclamebureau van
Spronsen N.V.
„Ja, Inspecteur, de reden dat ik U hedenmorgen telefoneerde om hier
langs te komen is de volgende: een ellendige zaak, ziet Ueen
doortrapte schurkenstreekeen zeer minderwaardig
„Mijnheer Van Spronsen," onderbrak inspecteur Herlok, „vertelt U me
eens precies, wèt er voorgevallen is!"
„Ja, ja ik zal U zeggen, Inspecteurvandaag de negen-en-twintigste,
vier ik mijn veertigjarig jubileum in dit bedrijfer stonden enkele
feestelijkheden op het programmaom kort te gaan, vanmorgen om
negen uur werd ik feestelijk ontvangen in mijn kantoor, waar zich het
voltallige personeel had verzameld. Op mijn bureau prijkten vele geschen
ken, waaronder enkele van het personeel en andere van relatiesik
maakte de pakketten stuk voor stuk opener waren zéér welkome
ondertot ik me daar ineens een cadeau onthul, inspecteur, een
ingelijste fotowaarop mijn beeltenis te zien isschandelijk, schan
delijkmijn beeltenis en die van juffrouw Wientjes, mijn secretaresse
in een.... ehwel zéér compromitterende situatieinspecteur en
dó,t openbaarde zich in aanwezigheid van het voltallige personeelwelk
een blamage.... InspecteurI Denkt U eens in!"
De heer Bill van Spronsen zakte weg in zijn stoel. Zijn ogen rolden
vervaarlijk in het rond en dreigden elk ogenblik hun kassen uit te zullen
springen.
„Walgelijk, inderdaad!" uitte inspecteur Herlok bij het zien van het
bezwarende geschenk, „een wel zeer lage grap!"
„En bekijkt U de achterkant eens. inspecteur, daar staat nota bene
geschreven: Een tweede afdruk hebben wij voor uw vrouw klaarliggen,
meneer Van Spronsen! Wat zegt U me déarvan? Chantageinspec
teurU móet de fabrikant van dit portret zien te vinden!"
,,'t Is bar en boos!" zei inspecteur Herlok, „het lijkt me toe, dat één
van uw personeelsleden deze foto gemaakt heeft, weet U iemand die hier
voor in aanmerking zou komen, mijnheer Van Spronsen?"
„Welnee, ik zou niemand weten, bovendien hoe is het ter wereld moge
lijk, dat men die foto heeft künnen maken! Mijn kantoor is hermetisch
gesloten, geen ramen naar de gangzijde, geen open sleutelgatniets!"
„U heeft ook buiten uw bedrijf geen vijandenmogelijk bij de con
currentie, onder uw persoonlijke relatiesmisschien?"
„Wel zeker, inspecteur! Vanzelfsprekend heb ook ik mijn vijanden en
vrienden; als U hier mijn raam uitkijkt, ziet U het pand dat een concur
rent bewoont, die wel tot de eerste categorie gerekend mag worden....
maar deze foto is van huls-uit genomen! Inspecteur, het is me een
raadsel!"
„Ja, wonderlijkzei inspecteur Herlok nadenkend. „Apropos, is uw
secretaresse op de hoogte van dit compromitterend beeld??"
„Juffrouw Wientjes stond naast me, toen ik het pakket opende; zij was
eveneens zeer ontsteld en heeft meteen haar ontslag ingediend!"
„Heeft U ook een fotograaf in dienst, mijnheer Van Spronsen?"
'.Jazeker, een zeer sympathieke baas. zal nooit dergelijke smeerlapperijen
uithalen, daar ben ik van overtuigd!"
Als U er geen bezwaar tegen heeft, dan zou ik graag die man hier
willen hebben; ik heb zo'n idee, dat hij bij het zien van deze foto tot
dezelfde conclusie zal komen als ik: de fotograaf of-grafe van dit fraais
bevond zich...."
Vraag: VAN WAARUIT IS DE COMPROMITTERENDE FOTO
GENOMEN?
jpj32.}UOUi36 jajipt? BipuniftSA
j2 si puoxBjajtpv 3Q juajinq uea snp usjoa
uba }ip!I 'lBA PUOj6jooa 3p do ualiuedMnpeips
3p U3IZ30 'Jiz iuajjnouoo ap jbbav pued jaq ipJooMjuy
Veenman. Voor velen van u, lezers,
zal de naam Botshol geen betekenis
hebben, maar dat geldt ook voor de
namen van de plassen en veengebie
den, die u kunt vinden op een wat
gedetailleerde kaart van Zuid-Holland
en Utrecht. En daar liggen er nogal
wat! Ik geloof dat een ondernemen
de watervogel het best zou kunnen
klaar spelen „een plassenronde" te
vliegen met het Naardermeer als start
punt en dan met een grote boog over
de Brasem en de Kaag, dan naar het
zuiden en via de Reeuwijkse plassen
oostelijk van Gouda en de Nieuwkoop-
se plassen weer terug.
Tien tegen één dat onze reiziger dan
even zou neerstrijken op de Botshol,
dat kleine stukje veenplas in het noor
den van de provincie Utrecht, een
oude veenderij met vaarten en sloten,
struikgewas, moerassige stukken land,
door verlanding en afslag ontstaan,
en met een dichte begroeiing.
Flora en fauna van dit kleine ge
bied (ongeveer 345 ha) verschillen in
wezen natuurlijk niet van die der Loos-
drechtse of Reeuwijkse plassen, om
maar twee zeer bekende te noemen.
Immers, overal treft men ze aan, de
lisdodden en biezen, bleekrose valeri
aan en zwaargeurende moerasspirea,
kamperfoelie en karmijnkleurig wilgen
roosje.
Maar nu het genoemde boekje, dat
met z'n ondertitel zo duidelijk
aard en strekking aangeeft. Het
is nl. geen natuurboek van het genre,
waarvan er de laatste jaren zovele zijn
verschenen. Het is en rapport, de
neerslag van wetenschappelijk onder
zoek, dat gedurende een tiental ja
ren is verricht en dat is gebaseerd
op een ontelbaar aantal waarnemingen,
door biologen, ornithologen en vele
anderen gedaan in alle Jaargetijden en
op alle uren van de dag. Het resultaat
van dit jarenlange onderzoek is neer
gelegd in een 75-tal bladzijden, waarin
met behulp van overzichten, grafieken
en fraaie foto's de voornaamste as
pecten worden behandeld van het vo
gelleven in het nog zo onbekende
natuurmonument. Want een natuur
monument mogen we de Botshol wer
kelijk noemen, dit gebied, voor de
Vechtstreek van even grote betekenis
als de Reeuwijkse plassen voor Gouda
en de Kaag en Brasemermeer voor
Leiden en omgeving. Het boekje mag
dan geen natuurbeschrijving geven in
de geijkte betekenis, toch kan ik me
voorstellen, dat natuurkenners en voor
al vogelvrienden er met belangstelling
Wanneer U eenmaal een twee- (of
drle)kleurenmodel in gedachten heeft
zeven moderne versies zijn hierbij
afgebeeld laat U dan in de winkel
alle kleuren tonen, die van eenzelfde
stof (linnen) voorradig zfjn, en maak
déér, voor de toonbank, uw aparte
kleurencombinatie. Als de Juiste tinten
voorradig zijn, valt U misschien voor
het flatteuze blauw, bruin en groen die
in de deux-pièces van onze eerste
schets werden gecombineerd. Zowel met
de lichtere tinten als met de meer ge
prononceerde kunt U een uitstekend
resultaat behalen. Een andere moderne
mogelijkheid uit vele is: tllleul voor de
rechte rok en de blouse, en blauw en
donkergroen voor de tussengezette ba
nen van deb louse.
In plaats van zwart, wit en bruin, het
flatteuze kleurentrlo uit voorbije mo
des, kiest U nu eens oranje, bloedrood
en bruin voor de banen van het jurkje
van figuur 2. Of, zo U wilt, lila, linde
bloesem en hemelsblauw, die een veel
zachter en zomerser eindresultaat ge
ven.
In plaats van rood-en-blauw of wit-
en-zwart, die klassiek en altijd goed
zijn, kiest U dit seizoen moesroze en
apricot voor de gebiesde, eenvoudige
deux-pièces van figuur 3. Tenzij U
meer voelt voor café au lalt en mauve.
Geen marineblauw met wit, doch het
„vloekend" opvallende tweetal llnde-
bloesemgroen en ijsblauw voor het mo
derne Jurkje van figuur 4. Het blauw
dient voor de blais langs halsopening
en armsgaten, als ook voor de smalle,
schuingenomen ceintuur. Overigens
doet hetzelfde model het eveneens uit
stekend in de minder blikvangende
kleuren bruin en blauw of roze en
reseda.
Lavendel (blauw) en erica (paars) voor
de blouse en de pantalon van model 5.
De zaklngangen en de manchetten van
i blouse zijn met het paars gebiesd.
Een andere mogelijkheid: mauve en
roze.
Houdt U ze gerust eens bij elkaar:
moesrood, donkerroze en koffie-met-
melk-bruln. Al is het alleen maar om
te zien. Ze doen het samen uitstekend
in het zesde model, een pakje met
plooirok, en mouwloze J>louse. Het don
kerroze dient voor de brede, platte bles
die èn het moesrode jasje èn de bruine
blouse siert. Een kleurentrlo van wat
jeugdiger allure: groen ivoor het pak
je'. staalblauw (voor de garnering) en
oranje (voor de blouse).
Tot slot een fraai tweetal: moesrood
en flesgroen. Ze geven een uitstekend
resultaat in het rechte lurkje met zjj-
sluiting dat in figuur 7 is weergegeven.
Of ziet U wellicht liever de moderne
kleuren lichtbruin en granaatrood ge
combineerd? Ook die doen het goed.
J.V.
Londen, juli 1961.
Behoort U tot degenen die linnen een van de mooiste zomerstoffen vinden en
het, wie weet waarom, toch maar weinig dragen? Laat U dan deze zomer eens
verleiden. Want niet alleen staat linnen altijd keurig en gedistingeerd (mits het
schoon en fris is), niet alleen is effen linnen een verademing na alle impri-
meetjes van de laatste modes, maar bovendien kunt U er in de geest van de
huidige mode uiterst aparte effecten mee bereiken. Door het met een weinig
linnen van andere, we zouden haast zeggen „niet bijpassende kleur" te com
bineren. U paart dus niet rood met blauw of wit met zwart dat is te klassiek,
nee, U voegt twee tinten bij elkaar, die U nooit bijeengebracht zou hebben en
waarvan U misschien a priori veronderstelt, dat ze zullen vloekentotdat U
ze samen verwerkt ziet en het resultaat ongewoon, maar zeer geslaagd blijkt te
zijn. Zulke kleuren bijvoorbeeld als grasgroen en ijsblauw ze gaan heus samen,
indien op de juiste wijze gecombineerd. De mode is tuk op soms vreemde, maar
in ieder geval niet afgezaagde kleurencombinaties en bewijst met het grootste
gemak, dat reseda en moesrood het samen best kunnen vinden, dat zelfs roze
en oranje samen kunnen gaan en dat er met een beetje smaak eindeloze com
binaties te maken zijn. De voorwaarden voor een geslaagd resultaat zijn a. een
geschikt tweekleurenmodel en b. hetzelfde weefsel voor de belde kleuren.
in zullen lezen. Al lezende zullen zh
zich verbazen over het grote aantal
bijzondere vogels, die er voorkomt en
er broedt of er in de trekperioden
wordt gesignaleerd. Ik noem maar
enkele namen als roerdomp en wouw-
aapje. het porseleinhoen. de purperrei
ger. de lepelaar, de kluut, zllverplevler
en goudplevier, dodaars (zie tekening)
kwartelkoning en vele andere.
Het boekje „De Botshol" is echter
meer dan een rapport. Het is
In al zijn bescheidenheid een
pleidooi! Het doet een beroep op de
overheid, zich het lot van dit In blo-
logisch opzicht /o rijke gebied toch
vooral aan te trekken. De tijd van de
misère met het beroemde Naardermeer
jcp 'qooj JM* n) "Hz flqjoos u*P 3trui
Amsterdam het bestemd had als vu 11-
nisopslagplaats!de gevaren van
ruilverkaveling en het kanalengraven
dwars door onse natuurgebieden zijn
nog lang niet afgewend. Die gevaren
blijven bestaan tot de overheid door
drongen is van de noodzaak, dat ons
al schaarser wordend natuurschoon
moet blijven behouden voor ons en
vooral voor wie na ons komen. Uit de
ze noodzaak is het boekje „De Bots
hol" ontstaan: een uitgave van de
stichting „Commissie voor de Vecht
en het oostelijk en westelijk piassen-
gebied".
Ik ben ervan overtuigd, dat dege
nen, wie de bescherming van de Ne
derlandse veenplassen ter harte gaat,
aan de activiteit van deze stichting een
voorbeeld kunnen nemen.
Houdt dragline en bulldozer verre
van uw natuurschoon!
aTROOPRUITJES
We zullen eens heerlijk gaan snoe
pen! Zien Jullie, wat er op die beker
met goudstroop staat? 4 kg. netto.
Het betekent, dat er 4 kg. stroop in
zit, dus 1 pond. We hebben maar
4 pond nodig en dan nog 4 ons bo
ter, 4 theelepel zout en 4 citroen.
Eens kijken, wat we eerst doen. Ja,
hoe moeten we nu precies de helft
van die beker stroop krijgen; die loopt
van boven wat wijder toe! Weet Je
wat, Dolf, zet maar een streepje, een
vingerdikte boven het midden. Doe
de stroop nu ln een steelpannetje;
tot dat streepje dus uitgieten.
Nu kan het op het vuur, de boter
en het zout erbjj en alles tot een
dikke stroop laten Inkoken. Wel
zachtjes bib ven roeren, Kokkie! Het
is klaar, als 1 druppel, ln een glas
koud water gedaan, hard wordt. Giet
de massa dan uit op een beboterd
blik of deksel en met ae halve citroen
nu wat plat drukken.
Ja, Jan. heb le het mesje al ge
haald? Snij er dan vlug nette, kleine
ruttJes in. Als het nu wat afgekoeld
ls. kun Je ze gemakkelijk ln stukjes
breken en dan.... ln de mond steken!