Spoleto: belangrijkste festival van Italië Van randbrand en filmsla Het schikken van bloemen ONS WEKELIJKS FOTO-praatje ZATERDAG 29 JULI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Succesvolle wereldpremière van Robbins' ballet „Events" ONS MENU VAN DE WEEK beauty products (Van onze Romeinse correspondent) Een dag na het Holland-festival eindigde te Spoleto het „festival der twee werelden". Het succes is zo mogelijk nog groter geweest dan in de drie voorafgaande jaren en „Spoleto" is nu ongetwijfeld het belangrijkste festival van Italië en misschien wel van Europa. Voor wie het niet heeft meegemaakt, is het moeilijk zich voor te stellen hoe een stadje, dat zeker niet meer dan 50.000 inwoners heeft, eruit ziet wan neer, zoalu op de laatste dag het geval was, er 30.000 gasten aanwezig zyn. Natuurlijk ziet slechts een deel daarvan iets van het festival. Op die laatste dag was er om twaalf uur een buitengewoon goed en zeer gevarieerd concert van kamermuziek in het theater Caio Melisso, datdriehonderd zitplaatsen heeft, ook al perst men er bij zulke gelegenheden 500 muziekliefhebbers in, van wie velen moeten staan. 's Middags was er in de grote schouwburg (1200 zitplaatsen, die door bijgezette stoelen en staanplaatsen worden vermeerderd tot 1500) de laat ste voorstelling van de balletten van Jerome Robbins en 's avonds de laat ste van „Salomé". In de kleine schouwburg gingen te gelijkertijd twee slotvoorstellingen van de „Albumbladen", een gemengd pro gramma van „sketches", spirituals, „Lieder", kleine balletten en kamer muziek. Alles was natuurlijk meer dan uit verkocht, maar stellig hebben vele dui zenden festivalgasten zich tevreden moeten stellen met een bezoek aan de kerken, musea en verdere monumen ten van het stadje, dat rijk is aan tempels en theaters uit de Romeinse keizertijd en waar men de oudste, nog gaaf bewaarde christelijke kerken van Italië, kerken uit de vierde eeuw, kan vinden. Zulk een laatste dag, met al te veel bezoekers uit Rome en Florence, is na tuurlijk niet ideaal. Spoleto is aan trekkelijker wanneer er juist genoeg gasten zijn om de beide theaters te vullen en ze waren gevuld bij alle 126 manifestaties van dit unieke festival. Wie na het dagelijkse „cocktailcon cert" en twee theatervoorstellingen, om twaalf uur 's nachts vond dat hij nog niet genoeg cultuur „tot zich had ge nomen", kon altijd nog terecht in de „experimentele bioscoop", waar iedere dag een ander programma ging van niet-commerciële Amerikaanse films, films dus van het soort als „Shadows", „Weddings and babies", „Pull my dai sy". Juist in dat programma van de ex perimentele cinematografie lezen wij een zin, die op sommige, maar natuur lijk lang niet alle, manifestaties van dit festival slaat: „Het „gebeuren" is niet anders dan een stuk roestig ijzer- draad waaraan de bloemen van een feestelijke guirlande kunnen worden opgehangen Dit is wel een typische Spoleto-uit- spraak, want Spoleto is voor een groot deel een festival van „jongeren", van frisse, nieuwe talenten. Zeker, Samuel Barber, wiens opera „Vanessa" het festival opende, kan men moeilijk Jong noemen en Strauss' „Salomé" is ook niet gisteren geschreven. Maar in zul ke gevallen zijn dan toch de uitvoe renden doorgaans jong. De Herodes in „Salomé" was een Amerikaanse neger, George Shirley, misschien 25 Jaar oud, maar toch, en terecht, reeds bekend ook buiten zijn vaderland; en de dirigent, Thomas Schippers, die tot de allergrootsten moet worden gerekend (hij is zowel aan het New York Philharmonic als aan de Metropolitan Opera verbonden en heeft in de Milanese Scala zo goed als in het Bolshoi te Moskou lauweren geoogst) is nog geen dertig. Natuurlijk kunnen wjj niet ingaan op alles wat het overrjjke programma tc bieden had. Maar een uitzondering moeten wij maken voor het ballet. In 1958, toen Menotti voor het eerst zijn festival organiseerde, vormde de vice- dlrecteur van het „New York City Ballet", Jerome Robbins, een eigen groep, de „Ballets U.S.A." met het doel op te treden in Spoleto. Behalve balletten, die tot het reper toire van het „New York City Ballet", behoren kwam hij met een wereldpre mière voor Spoleto: „New York Ex port: Opus Jazz". Het werd een ovel- weldigend succes. In 1959 verraste hij ons met een groot ballet in vijf episoden, „Moves" zonder een noot muziek of begeleiding, van welke aard ook. In 1960 liet Rob bins verstek gaan, om de eenvoudige reden, dat hij langzaam werkt en hoogstens een ballet per jaar maakt. Maar dit jaar was Robbins weer pre sent en Spoleto kreeg een derde we reldpremière van hem: „Events". Dit is een heel bijzonder ballet. Het pro gramma, dat zeven keer werd her haald (en natuurlijk steeds voor een meer dan uitverkocht huis) gaf een uitstekend overzicht van Robbins' ont wikkelingsgang. We kregen „In terplay" uil 1945, „The cage" uit 1951, „Moves" uit 1959 en tenslotte „Events". En het is een stijgende lijn. Het programma geeft bij wijze van toelichting op „Events" deze korte op merking: „Een ballet dat handelt over gebeurtenissen, pogingen en herne mingen". Verder wordt alleen vermeld, dat de muziek werd gecomponeerd door Ro bert Prince, die ook „Opus Jazz" op zijn naam heeft staan (en ook dit maal gaat het om jazzmuziek) en dat Ben Shahn, een der belangrijkste fi guratieve schilders van Amerika, de decors heeft ontworpen. „Events" Is een ballet van onze tijd, van de jeugd van onze tijd, een jeugd die uitbundig het leven liefheeft, naar leeft onder de gestage bedreiging van oorlog en vernietiging. Een verhalend ballet is het niet, eer een aanduidend. I)e grote vraagstukken van onze tijd komen er in naar voren. Eerst zien we een aantal jonge men sen, die hun jeugd vieren, tegen een achtergrond van wolkenkrabbers en ver van de natuur toch wel gelukkig Een scène uit „Events" van Jerome Robbins: de rassenhaat. zijn in hun wereldje van „blue Jeans", „jukeboxes" en „rock 'n roll". Maar in het tweede tafreel voelen wij een dreiging. De onbezorgde we reld van het begin is door een wazig floers verduisterd en de bewegingen der dansers hebben iets zoekends en weifelends gekregen. Nu komt een jonge neger, John Jo nes, op het toneel en uit de hoogte da len twee heel grote koppen neer, een blanke en een zwarte. En we zien de rassenhaat: de blanke jongens en meisjes die de neger uitjouwen en wil len weren uit hun kring, tot zij hem tenslotte aanvaarden als een soort nar, een kerel die met zijn vreemde dans passen en zijn soepel bewegen de an deren verstrooiing mag geven, maar die gevaar loopt te worden gelyncht als hij belangstelling toont voor blanke vrouwen. Geleidelijk raakt de blanke wereld onder zijn bekoring en neemt het rit me en de onsymmetrische bewegingen van de zwarte over. Maar plotseling ontlaadt zich de woede van de te lang getergde neger, die allen bedreigt, stoelen over het toneel smijt en een oerkracht ontwikkelt waarvoor allen terugschrikken. Maar weldra komen de blanken terug en nu wordt de neger gepaaid en gevleid. Als sportkampioen wordt hij op schouders in triomf ge dragen en tenslotte lijkt het of hij opgaat in de gemeenschap der blan ken. Een nieuw probleem wordt gesteld. De muziek krijgt een ernstig, religieus karakter. Een gestyliseerd kerkraam dient als verdere aanduiding. Door wiegende, deinende bewegingen wordt het gebed aangeduid en weldra bereikt men een climax, waarbij de mensenmenigte als 't ware een toren vormt, de hemel afzoekt, vragend en smekend. Grauwe figuren, steunend op stokken herinneren aan de mismaak- ten en blinden in de schilderijen van Breughel. Zij willen een wonder af- Het is helemaal niet nodig dat melk In de warme zomermaanden gauw zuur wordt, het gaat er alleen maar om ze direct na ontvangst met de no dige aandacht te behandelen. Dit wil zeggen dat losse melk meteen opge kookt moet worden, snel gekoeld (de melkkoker in een teiltje met stromend koud water zetten) en daarna op een koele donkere plaats bewaard moet worden. Melk gekookt in een dubbel wandige melkkoker (dus au bain ma rie) moet men na het koken over doen in een ander vaatwerk, daar de melk anders veel te lang warm blijft. Melkzuurbacteriën kunnen zich in zo'n lauwwarme omgeving snel vermenig vuldigen wat het zuur worden van de melk tot gevolg heeft. Flessemelk en ook melkprodukten moeten daarom ook op een koude en donkere plaats worden neergezet. Een koelkast is na tuurlijk ideaal, heeft men die niet, dan kan men de flensen naast elkaar in een emmer met koud water zetten en er een schone theedoek over han gen. De punten van de doek moeten in het water hangen, want een voch tige doek houdt de melk goed koel. ZONDAG: gevulde tomatenmandjes, kalfsfri candeau, prinse6sebonen, aard appelen, Bulgaarse yoghurt met vruchten. MAANDAG: koud vlees, gebakken aardappelen, sla, rijstebry. DINSDAG: ryst met paprika, uien en kaas, bloemkoolsla, kersen. WOENSDAG: gebakken lever, aardappelen, andij vie, open vruchtentaartjes. DONDERDAG: speklappen, snybonen op Oosten- rykse wyze, aardappelcroquetten, hangop met verse abrikozen. VRIJDAG: vissla of huzarensla, flensjes met pruimencompóte Onwetendheid, een tikje nonchalance, een dosis zorgeloosheid, het zijn alle factoren, die de toch al voor kleinigheden zo gevoelige 8 mm film minder ge slaagd maken dan hü zou kunnen zijn. Stofjes, krasjes en vingerafdrukken zijn veel sneller op het materiaal aanwezig dan men ze kan verwijderen. De fabrikanten van het lichtgevoelige 8 mm-bandje nemen alle mogelijke voorzorg maatregelen om de film volkomen gaaf af te leveren, verpakt in hermetisch afgesloten metalen doosjes. Geen spiertje licht is er bijgekomen, noch kan erbij. Op het moment dat de smalfilm zijn doosje met nieuwe film ontvangt, moet hij de zorg van de fabriek overnemen. Al te dikwyis echter gebeurt het, dat zo'n doosje opengemaakt wordt in de felle zon en men zonder enige be scherming tegen het felle licht te zoe ken de film in het toestel zet. Soms verloopt dat niet zo heel vlot en de beginstrook zoekt direct al enige ex pansie. De film gaat wat losser om de volle spoel zitten en de eerste vyf tot acht windingen krijgen een lichttoe voer, die alle scènes in het begin voor ziet van een vlammende rand. By zwart-witfilm vormt deze grillige lichtplekken, waarby het opgenomen beeld is verbleekt. By kleurenfilms schieten oranje-kleurige flitsen over het doek en is het alsof een middel zware brand tegelykertyd mee op de film is opgenomen. Een goede voorzorg tegen zulke onaangenaamheden is in de eerste plaats oih de film in te zet ten op een beschaduwde plaats. Zeg nooit: „er was geen plekje schaduw te bekennen, „want al bent u nog zo slank, toch geeft uzelf ook schaduw!" In de tweede plaats is er één uit zondering op de regel, dat u een film nooit met de handen mag aanraken. Want bij het inzetten van een smal film is het verstandiger om inplaats van het spoeltje by de metalen flen zen vast te houden duim en wys- vinger op de filmstrook te leggen, zo dat deze niet „uit de band" kan sprin- dwingen van de hemel en plotseling zakt alles ineen: de hemel is leeg ge bleken en in plaats van vertroosting daalt de atoomverschrikking neer. Als door DDT geraakte insecten sterft stuiptrekkend een ganse generatie en de wereld biyft als een puinhoop ach ter. Maar er zyn enkele overlevenden, die nieuwe pogingen doen, een nieuwe wereld willen bouwen. En zy slagen. Opnieuw zien wy wolkenkrabbers en zorgeloos vertier, tot de danspassen overgaan in marcheren en opnieuw twee groepen vyandlg tegenover el kaar staan. En nu daalt uit de lucht als een immense moker een vuist, ge wapend met nog afgryseiyker moord- middelen en opnieuw wordt alle leven vernietigd. Slechts vier personen, drie jongen en een Chinees meisje over leven de tweede ramp en zy staan daar wezenloos en staren elkaar en het publiek aan, verbaasd en verbysterd over wat zy hebben beleefd. Een yzingwekkend ballet, waarvan wy al leen maar mogen hopen, dat de profe tie niet zal worden bewaarheid. De schepping van een coreografisch genie. Speleto bood de gelegenheid twee der belangrykste scheppende kunstenaars in de dans, Robbins en Maurice Bé- jart, met elkaar te vergehjken. Van Béjart heeft ons vooral „Sacre du printemps" getroffen. Béjart heeft het folkloristisch voor-christelyk Rus sisch gebeuren, waar Strawinsky zich door liet inspireren, terzyde geschoven en ziet de „Sacre" als een geweldige vruchtbaarheidsritus, het zaad dat wordt toevertrouwd aan de schoot der Deze „Sacre", die stellig niet onder- Parfumerie Suringar doet voor het meesterwerk van Mas- lns sine, was danstechnisch misschien nog BRLESTRAAT 108 - LEIDEN belangryker dan „Events". TELEFOON 23401 ZATERDAG: volledige tomatensoep met kaas- croütons, fruit. GEVULDE TOMATENMANDJES 150 gr. belegen kaas, 1 grote appel, 1 augurk, 100 gr. ham of vleesresten en wat bieslook in kleine stukjes sny- den, met mayonaise aanmaken en met zout, paprikapoeder en mosterd op smaak afmaken. Vrij grote tomaten in de vorm van hengselmandjes uitsnijden, ze voor zichtig uithollen en licht zouten en dan de mandjes met de kaassla vullen. SNIJBONEN OP OOSTENRIJKSE WIJZE. 1 kg. snijbonen schoonmaken, snip peren en gaarkoken, 1 fyn gesnipper de ui in 20 gr. boter goudbruin frui ten, 20 gr. bloem toevoegen en er langzaam, onder goed roeren, 2 dl. bouillon by doen. De saus afmaken met 1 lepel azyn, dl. koffieroom, wat zou en peper en fyn gehakte pe terselie en dille en de snybonen nog even in deze saus nawarmen. Advertentie Verkrijgbaar bij: Voor het schikken van bloe men bestaat tegenwoordig veel belangstelling. Vrywel iedere huisvrouw heeft er plezier in en er zyn vele mogelijkheden om het te leren. Er worden tegen woordig in de stad ook de onze! zowel als op het plat teland lessen gegeven in het schikken en verzorgen van bloe men: de bloemwinkellers kun nen U er meer van vertellen. Het schikken van bloemen moet men als een gave beschouwen, doch het is wel aan te leren. Men zal U er vooral op wyzen hoe bloe men verzorgd moeten worden en welke hulpmiddelen men b(j het schikken gebruiken kan. De wyde vazen en schaaltjes, die men in feite nooit gebruikte, om dat de bloemen toch altyd al omvielen, kan men nu gerust te voorschyn halen. Het is heus niet nodig er een bos ligustrum- groen in te stoppen om de bloe men overeind te houden; U kunt er ook prikkers in zetten. Met een zulgertje kunnen ze op de bodem van de schaal vast gezet kunnen door het gaas gestoken worden en zullen netjes in de door U gewenste stand biyven staan. Bloemen moeten zo maar niet op „kaal" water gezet worden. worden en dan kan men de bloe men in elke gewenste stand schikken. Bovendien kan men in een wyde vaas een prop grof- mazlg kippegaas doen; dat gaat ook prima. De bloemstengels Ook nadat ze afgesneden zyn, hebben ze voedsel nodig en men dient dus chrysal in het water op te lossen. De zaadhandelaar en de bloemwinkelier kunnen U er wel aan helpen, per liter wa ter dient men één pakje op tf lossen. De levensduur van uw bloemen wordt er aanmerkeiyk door verlengd. Het water zal daardoor ook niet onaangenaam gaan geuren en de zuivere bloem- kleur blyft veel beter behouden; allemaal voordelen die U zich niet moet laten ontgaan. By het schikken van bloemen zal men U ook wyzen op de kleuren; welke by voorkeur wèl en welke liever niet met elkaar verwerki mogen worden. Men zal U ook leren hoe bloemen zonder stelen gebruikt kunnen worden. Als U rozen zonder stengels heeft, kun nen die in een drijfschaal gelegd worden. Afgevallen bloemen van knolbegonia's kunt U ook op die manier toepassen. U zult eens zien hoe aardig dat staat. G. KROMDIJK gen. Rol een lengte van ongeveer der tig centimeter voorzichtig van de spoel af. Dat is de aanloopstrook, die u ge bruikt om tussen filmvenster en aan- drukplaat te zetten en daarna in te voeren in de lege opwikkelspoel. Pas wanneer de film in de camera ligt en zoals by vele camera's ge beurt de filmteller-pal tegen de film aandrukt, kunt u de spoel met de „verse" film loslaten. Misschien vraagt u zich wel af zonder sarcastisch te willen worden waar u die derde hand vandaan moet halen om het hele karweitje vlot en veilig te laten verlopen. Maar daar is maar één antwoord op: U moet uw apparaat door enige oefening zo kun nen hanteren, dat twee handen ruim voldoende zyn! Een volgende tip by het inzetten: steek het losse eind van de film niet zó maar in de lege spoel, maar maak eerst een „muizentrapje". D.w.z. vcuw twee of driemaal achtereen een klein st-ukje scherp om. Door deze vouwen blijft de film gemakkelyk in de smalle spleet van de spoelkern haken. Vergeet u dit, dan moet u niet verbaasd zyn eens op een keer tot de ontdekking te komen, dat uw smalfilmcamera on danks drukken op de ontspanknop geen stukje film meer transporteert. Maakt u het toestel open, dan merkt u tot uw schrik dat het hele huis van het apparaat gevuld is« met slingers van film, langs en doorelkaar gestren geld in de wildste kronkelingen. Dat zyn dan beslist geen feestslingers, want de film is verknoeid! Zo'n wir war van film noemen we filmsla. En die filmsla ontstaat alleen, wanneer het einde te los in de opwikkelspoel is gestoken, waardoor de band van cellu loid zich niet op de spoel kan wikke len, maar een aartelgang door de ge hele camera aanvangt. Dit houdt pas op, wanneer de ruimte zo vol geperst zit met filmdraaisels, dat er niets meer by kan en het transportmechanisme geblokkeerd wordt. Het toestel heeft er niet van te ïyden, maar de film zoveel te meer. Denk dus aan het „muizentrapje". De nonchalance van een smalfilmer komt vaak tot uiting by het opnieuw inzetten van een film zonder dat hy daarbij ook maar enige contróle op filmvenster en filmbaan uitoefent. Nu moet u niet verbaasd kyken en u af vragen, wat er dan toch wel met dat filmvenster en die filmbaan moet ge beuren. Denk dan maar even aan de vijand van alles wat klein is en ver groot moet worden: stof! Stof dringt overal door, ook in uw camera. Al vormt dit nu direct geen storende vlekken of grote beschadigin gen, by een smalfilmcamera, waarby de film toch nog met vrij grote snel heid door het toestel loopt (16 beeldjes per seconde!) betekent zo'n nietig, maar voof de tere emulsie van de film zeer hard stofje, een krasje. Veel stofjesveel krasjes. Voordat de film ontwikkeld is, lopen er dus fyne kabeltjes over de oppervlakte, die later bij de projectie zeer storend zyn. Uitstoffen die camera! Filmbaan er even uitnemen en na- kyken! Dat is heus geen heksentoer, veeleer een kwestie van er even aan denken Tenslotte nog iets over de onwetend heid (of misschien ook verkeerde zui nigheid) van een smalfilmer. Elke smalfilm die u koopt is een stuk langer dan op het doosje staat aangegeven. Die extra lengte is ervoor om te zorgen, dat geen delen van de film verloren gaan tydens het noodza- keiyke omdraaien van de film. Immers een 8-mm film moet tweemaal door het toestel gaan. Om nu het reeds opgenomen deel te beschermen tegen invallend licht, wordt er zowel aan het begin als aan het einde een extra stuk film toegevoegd. Misschien wekt dit, als we het zo schrijven, even de indruk alsof er een speciale aanloop- strook vervaardigd wordt, die later aan de „officiële" film wordt geplakt. Zo is het niet. De film wordt doodeenvoudig byna twee meter langer gemaakt. By het begin en einde heeft de smalfilmer dus een „wikkel" van byna een meter lengte om scènes die niet verloren mo gen gaan „in te pakken". Dat men nu eens een centimeter of dertig smokkelt om er wat extra opnamen op te gaan maken is begrypehjk. Er zyn echter smalfilmers, die van de eerste centi meter af tot de laatste toe beelden opnemen en zich daarna beklagen, dat verschillende scènes door de ontwikkel centrale zyn bedorven of afgesneden. Dat komt misschien voort uit onwe tendheid. Die eerste aanloopstrook is echt niet bedoeld om er onvervangba re beelden op vast te leggen. Wie dat toch doet, loopt kans ze verminkt terug te krijgen. De redenering: maar ik heb er voor betaald en de ontwikkel centrale heeft er maar voor te zorgen datenz., gaat niet op, omdat zeer duideiyk op ieder doosje de lengte van de geleverde film wordt aangege ven. En die lengte krijgt iedereen stel lig helemaal terug. Zelfs meer dan dat. Nee, geen gemopper over ten on rechte afgesneden stukken, maar de film gebruiken zoals het hoort. De film minstens acht seconden laten doorlo pen voordat u gaat filmen. En wan neer dan de meterteller van uw came ra vertelt, dat u 25 voet film (is 7V4 meter) volgeschoten hebt, dan opnieuw de camera laten lopen zonder iets op te nemen. Want dan kunnen de kost bare momenten goed ingekapseld wor den. Geen verkeerde zuinigheid be trachten I De filmische moraal van dit praatje? Wat meer lezen over uw smalfilm- hobby, wat minder nonchalance en een iets zorgvuldiger behandeling van materiaal en camera maken de voor deze kleinigheden zo gevoelige 8-mm film tot een dankbaar materiaal, dat meer presteert dat u ervan denkt te kunnen verwachten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 12