DAME NELLIE MELBA, Een Zoeklicht f bent u ook in overtreding? F ZANGERES VAN WERELDNAAM 100 JAAR GELEDEN GEBOREN Krant met gouden letters speciaal voor haar gedrukt V OP DE BOEKENMARKT) Zaterdag 13 mei 1961 De Russische garde-officieren jubelden, maar de Italianen keerden haar de rug toe Madame Mathilde Marchesi, zang lerares met internationale reputa tie, vloog, toen Helen een zang- proef aflegde, eensklaps de kamer van haar man binnen en jubelde: „Eindelijk heb ik een ster ont dekt!" Enige tijd nadien debuteer de deze ster onder haar toneel naam Madame Melba in „Rigolet- to" in het Brusselse Théatre de la Monnaie. Haar succes was voor een débutante weergaloos groot. S het U bekend, dat verreweg I het grootste deel van het Ne- derlandse volk in overtreding is van art. 450 van het Wetboek van Strafrecht? Ik wist wel, dat ons volk lang niet vlekkeloos is, maar dat er zoveel overtreders rondlopen, was mij niet bekend. Iedere Neder lander wordt wel geacht de wet te kennen, maar met uitzondering van de juristen leeft ons volk in grote onkunde. Dat art. 450 las ik in een boekje, dat mij onlangs werd toegezonden door de V.O V.I.B. (de Nederl. Or ganisatie Voor Internationale Bij stand). In dat boekje staat ook maar dat maakt de zaak er niet beter op dat andere volken in overtreding zijn, wel niet van arti- WOORD VAN BEZINNING volking) is donker, pik-zwart ge kleurd. In het eerste deel is de gemid delde levensduur van de mens 70 jaar, in het andere 35 jaar. In het licht gekleurde deel verdient ieder een gemiddeld f4.000 per jaar en krijgt aan voedsel 3.000 kalorieën per dag; in het andere deel is het f400 en 1800 kalorieën. Van de westelijke volken sterven 2 van de 100 levend geboren kinderen, maar van de oostelijke 15. Geen wonder ook, want in 't westen is er één arts op 1.000 inwoners en in het oosten vende volgt, gestraft met hechte- nisstraf van ten hoogste drie maan den of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden". En in „de universele verklaring van de rechten van de mens lezen wij: „Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin". Maar in het boekje staan niet alleen wetsartikelen. Er staat ook een kernachtig woord van Koningin Juliana in; „Wie je nodig heeft, dat is je naaste!" En een uitspraak van minister Luns, in de Tweede Ka mer gedaan: ,De situatie is on houdbaar vanuit moreel, christelijk, politiek en economisch opzicht. De situatie verergert, doordat de wel vaart van de minderheid elk jaar Melba in het dagelijks leven. (Bijzondere medewerking) H-aar geboorteplaats was Rich mond, een voorstadje van MeT bourne. Haar geboortedatum 19 mei 1861. Haar geboortenaam Helen Porter Mitchell. Later noemde zij zich Nellie Melba. En als „Melba" oogstte zij meer roem dan de meeste operazan geressen vóór en na haar. Ziji werd een culturele parel aan de kroon van haar geliefde vaderland Australië. Zij is nu al dertig jaar dood, maar haar naam en roem leven voort in de we reld van zang en muziek. Nellie Melba was gezegend met een begenadigde stem. Hierdoor was zy in staat om zich in te zingen in de harten van tientallen miljoenen men sen. Australië en haar landgenoten liet zij steeds delen in haar triomfen, want zij was in hart en nieren een Australische Zo begon zij NELLIE MELBA'S levensgeschie denis is het relaas van de strijd van een vrouw tegen de wereld. Haar strijd begon kort nadat haar huwelijk met Charles Armstrong zoon van een Iers edelman, zelf direc teur van een suikerfabriek in Queens land een échec was gebleken. Zij wist toen haar (welgestelde) vader te bewegen om met haar en haar zoontje George naar Londen te gaan. Daar hoopte zij erkenning te vinden voor haar zangtalent. Het trio reisde naar de Engelse hoofdstad, doch het bezoek werd een grote teleurstelling. De te rugreis scheen onvermijdelijk. Melba's zelfvertrouwen was echter niet ge schokt. „Ik wil naar Parijs", zei ze, „om madame Marchesi te raadple gen." „En. vader, als madame Mar chesi vindt, dat ik niet goed zing", voegde zij er aan toe, „ga ik terug naar Australië en wil ik trachten om daar gelukkig te zijn. Dat beloof ik U!" De heer Mitchell gaf, zy het met enige tegenzin, toestemming en zijn dochter vertrok naar Parijs. Madame Marchesi, de grootste le rares voor operazang uit die tijd, ont ving Helen Armstrong-Mitchell. Zy> zette zich aan de piano en verzocht Helen iets te zingen. Helen was do delijk nerveus. „Niet zo krijsen bij die hoge noten!" zei madame Mar chesi. Helen werd nog zenuwachtiger en ging bijna door de grond van schrik, toen madame Marchesi het vertrek uitsnelde. De lerares vloog de kamer van haar man binnen en ju belde: „Eindelijk heb ik een ster ont dekt!" Zij kwam opgetogen by He len terug en zei: „Als U zich aan mijn zorgen toevertrouwt en heel hard werkt, maak ik iets bijzonders van U!" Succes MADAME Marchesi had Helen's talent juist beoordeeld en hield woord. Zij besteedde veel aan dacht aan haar en in oktober 1887 debuteerde Helen als „Nellie Melba" in „Rigoletto" in het Brusselse Théatre de la Monnaie. De volgend dag waren de critici uitbundig in hun lof. Er is schreven zij een schitterende ster verschenen aan het opera-firma ment. Melba's stem noemden zij een openbaring van zuiverheid en techniek. Aanbiedingen voor engagementen stroomden binnen. Melba koos Lon den, waar zy in Covent Garden de rol van Lucia kreeg. Zij debuteerde in Londen in mei 1888. Het succes was heel klein. Melba ging terug naar Brussel, waar zij op nieuw triomfen oogstte in het Théatre de la Monnaie. Ongeveer een jaar la ter ging zij weer naar Londen om in Covent Garden op te treden in Gou nod's opera „Romeo en Juliet". Dit maal was het publiek opgetogen en toen het scherm viel, had Melba zich een blijvende plaats veroverd in de harten der Britse opera-minnaars. Zij behield die plaats tot haar laatste op treden in Londen in 1926. Na Londen volgde een reeks triom fen in Parijs, W#nen, St. Petersburg en Stockholm. De Russische garde officieren bejubelden haar en spreid den hun jassen uit op de sneeuw tus sen de schouwburgdeuren en Melba's koets. De Zweedse koning Oscar, in viteerde haar ten paleize. Hij begon het gesprek in het Italiaans. „Uwe Majesteit weet misschien niet", zei Melba, „dat ik een Australische ben?" »„Aha", repliceerde de vorst, „aha, wel nu, laat ons dan maar Australisch met elkaar spreken!". Italiaanse hindernis MELBA ontving ook een uitno diging om in Italië op te tre den. Vrienden wezen haar er op, dat dit een hachelijke onderne ming kon worden. Melba, moedig en vastberaden als immer, ging toch, Bij haar komst in Milaan waarschuwde men haar, dat de Italianen jaloers waren, omdat zij zoveel van hun land genoten overtroffen had. Er gingen geruchten, dat men zou trachten om haar te vergiftigen, te knoeien met de hotellift, haar met lawaai te be groeten en haar te molesteren, als zij 's avonds op straat kwam. Melba, wel wat nerveus, verscheen toch ten tone le. Zij zag, dat de meeste mensen haar de rug hadden toegekeerd en hoorden hen luid met elkaar praten. De kunstenares zong echter beter dan ooit tevoren en al vóór het einde der eerste acte van „Lucia di Lam- mermoor" klonk er een luid en vrij wel eenstemmig „Brava!" in de grote zaal van de Scala. Aan het slot ova ties en open doekjes. Melba had geze- genvierd. Zij had een moeilijk en veel eisend publiek veroverd. Toen zij in november 1893 een tournée maakte door de Verenigde Sta ten, vierde zij opnieuw triomfen. De pers schreef eenstemmig, dat zij een een miljoen gulden. In de oorlogsja ren gaf Melba ook zanglessen aan het Albert Street Conservatorium in Melbourne. Zij paste de methode-Mar- chesi toe. Haar leerlingen beschreven haar als een zeer menselijke lerares, die haar warme persoonlijkheid ten volle inzette om het beste uit de leer lingen te halen. Zij was wel een beetje autoritair, maar nooit uit de hoogte. Ziji kon dominerend en veeleisend zijn, maar haar lessen waren tóch prettig en ongedwongen. Toen zij ouder begon te worden, had Melba het haar welhaast obsede rende verlangen om een tweede Mel ba, een Australische opvolgster te ont dekken. Ook daarom liet zij een le gaat na van ongeveer f. 80.000.- voor een Melba-Studiebeurs aan het Albert Street Conservatorium. Nog steeds is deze beurs van belang voor de muziek studie, maar naar Australische opvat ting was Melba's waardevolste legaat aan de na haar gekomen zangers en zangeressen, dat zy het fundament heeft gelegd van een grote Australische vocale traditie. Een tweede Melba vond zij niet, maar misschien zal de thans triomfen vierende Australische opera fenomeen was. En na haar tweede be zoek aan de Verenigde Staten schreef het New Yorkse dagblad „The Globe": „De Melba-rage, die zich van New York heeft meestergemaakt, zal steeds gelden als een der opmerkelijkste uitin gen van enthousiasme voor de kunst!". Terug in het vaderland VIJFTIEN jaren duurde het, al eer Melba «in 1902) terugkeerde in Australië. Alom had zij grote successen geboekt, maar hoe vroeg zij zich af zouden haar landgenoten haar ontvangen? Zodra zij voet aan wal had gezet, wist zij het antwoord, bourne zijn hoogtepunt bereikte. Haar treinreis naar het oosten des lands werd een ware zegetocht, die in Mel- bourn zijn hoogtepunt bereikte. Haar eerste Australische concert werd een overweldigend succes. Gehele nachten stonden de mensen te wachten in de hoop, een plaatsbewijs te bemachti gen. De prijs liep op tot f. 40.- «bij de huidige koopkracht circa f. 150.-). Natuurlijk bracht Melba ook een bezoek aan Lilydale (bij Melbourne), waar zij als kind had gespeeld. Daar bereidde men haar een onvergetelijk welkom. In de hoofdstraat stond een triomfboog. Een bereden escorte reed naast, voor en achter haar rijtuig, toen zij zich naar haar huis „Coombe Cot tage" begaf. De plaatselijke krant de „Lilydale Express" verscheen met een speciale editie: blauw papier en gouden letters! Een van Melba's hartewensen was het, met een eigen opera-gezelschap in haar vaderland op te treden. In Londen besprak zij dit plan met de in Australië wonende acteur James Cassius Williamson en met George Musgrove. Met deze beide adviseurs be zocht zij de centra van het Europese muziekleven om haar troep te vormen. In de zomer van 1911 ging zij met haar gezelschap (waartoe ook John McCormack behoorde) scheep. Twee seizoenen trad zij in Melbourne en Sydney op. Dit optreden maakte ge schiedenis in Australië en legde Mel ba beslist geen windeieren, al bedroe gen haar onkosten circa f. 40.000,- per week. Toen zij ouder was DE eerste wereldoorlog brak uit in de zomer van 1914. Melba was 53 jaar oud. Zij maakte Coombe Cottage tot haar „operatiebasis" en werkte harder dan ooit tevoren. Niet voor zichzelf echter, doch met het doel om geld bijeen te brengen voor het Rode Kruis. Haar concerten in Aus tralië, Canada en de Verenigde Sta ten leverden een batig saldo op van Helma WolfCatz. „Onder stroom". Contact Amsterdam 1961. Het is wonderlijk te constateren hoe Helma WolfCatz zich hoe langer hoe meer „los" schrijft. Zonder ook maar iets van haar mysterieuse vermogen te verliezen om twee dingen tegelijk te zeggen, te weten een realiteit en en sub-realiteit, weet de schrijfster steeds strakker omlynde figuren in haar ro mans te brengen. Ik vraag my weieens af of zij bij Hans Andersen in de leer is geweest. Neen, Helma Wolf-Catz ver telt zeker geen sprookjes in de kinder lijke zin van het woord, maar dat heeft Andersen ook niet gedaan. Ook ligt de zangeres Joan Sutherland la ter als de „Tweede Melba" een ere plaats krijgen in het Boek der Mu ziekgeschiedenis. De laatste jaren KORT na de ondertekening van de wapenstilstand van 1918 ver zocht koning George V Melba telegrafisch om naar Londen te komen ter opluistering van de vredesplechtig- heden. Enige tijd voordien had zij een hoge onderscheiding ontvangen, die haar het recht gaf zich „Dame" Nellie Melba te noemen. Toen dat telegram kwam, naderde zij reeds de zestig. De meeste zangeressen hebben zich dan reeds van het podium teruggetrokken of zijn bezig zich terug te trekken. Niet echter Melba. Zij verzette zich tegen ieder advies en iedere suggestie in die richting. Haar stem was nog steeds betoverend mooi. In de jaren twintig trad zy in een aantal Euro pese steden op. Zy zong toen nog bijna even mooi als voordien en trok overal volle zalen en altyd een enthousiast publiek. Tweemaal kwam zij nog met een operagezelschap in Australië en beide malen had zij veel succes. In 1924 nam zy afscheid van de opera tydens een gala-voorstelling van „La Bohème". Maar van harte geschiedde dit niet, want zy. herhaalde haar „af scheid" zo vaak, dat niemand in die dagen een „Melba-afscheid" nog au sérieux nam. Haar werkelijke Londen- se afscheidsvoorstelling vond plaats in 1926 in Covent Garden. Engeland's koning en koningin woonden de uit voering by. Er zyn toen grammofoon platen opgenomen, zodat wy nu nog kunnen genieten van Melba's volmaak te zang tydens die voorstelling. Toen kwam de dood HET jaar 1930 liep ten einde. Da me Nellie Melba bevond zich in Parys Daar viel zij ten prooi aan de ziekte, die voor haar dodelyk zou worden. Als steeds wanneer zy moeilykheden had of haar gezondheid te wensen overliet, verlangde zy naar haar vaderland. Daarom aanvaardde zy de lange reis naar Australië. Toen zy in Fremantle aankwam, bleek haar toestand verergerd te zyn. In janu ari 1931 moest zy zich laten opne men in het St. Vincentius Ziekenhuis in Sydney. Hoop op genezing con stateerden de artsen was er niet. En inderdaad blies Melba korte tyd later op 24 februari 1931, dus byna drie maanden vóór haar zeventigste verjaardag de laatste adem uit. Het was haar niet beschoren om de leeftyd der sterken te bereiken. De grote kunstenares Helen Porter Armstrong-Mitchell, die zich naar de stad Melbourne „Melba" had genoemd, werd begraven op het kerkhof van Lilydale dicht by haar geliefde Coombe Cottage. Melbourne's ..Liedertafel" zong by d ie gelegenheid het lied „The long day closes". Heel Australië rouwde om haar (Nivano - Nadruk verboden) moraal als men bepaald over een mo raal spreken moet by deze schrijfster veel dieper verborgen, want zy vlecht daar terloops een spoor van in haar dialogen. En toch is er een overeen komst. Een overeenkomst in realisme. Men zou er Andersen voor de aardig heid eens op na moeten slaan en eens zien hoe levend en echt zyn eigentydse mensen zyn ondanks hun bo venna tuur- ïyke ontmoetingen en ervaringen. Aan deze mensen van de oude verteller is een van de voornaamste figuren uit de roman „Onderstroom", Josef Joritzki, werkelijk verwant. Deze figuur, die zulk een invloed uitoefent op de levensloop van het onschuldig-gelukkige gezin van Herman Kroner, is een levend modern mens van deze tijd, een man,, die een fortuin weet op te bouwen en dat weer verliest door de oorlog. Hy overleeft de ellende van gevangenschap en vlucht en bouwt zich een nieuw bestaan als vertegenwoordiger van een schoe nenfabriek. Kan het prozaischer? En toch brengt deze Joritzki het veront rustende, het verstorende element in het alledaagse leven door iets buiten- natuurlyks in hem, dat de schrijfster hem zo natuurlykweg weet mee te ge ven, dat men er zelfs geen moment verwonderd over is. De onrust, die men romantiek pleegt te noemen wie draagt er geen sporen van in zich mee? Elly, Hermans vrouw, vindt hem in de brieven van een onbekende, die op zol der zijn blyven liggen. Herman zelf in zijn droom van de fabriek, die hy wil stichten. Alle figuren in „Onderstroom" bezitten deze eigenschap om met hun droom te kunnen leven en die als het ware te verrekenen in hun bestaan. Uitstekend zyn weer haar heel jonge mensen, die de atoombomdreiging zien zoals men in de Middeleeuwen een pestepedemie beschouwde en wier droom samenhangt met een modern Vie de Bohème. „Onderstroom" wie iets van de mens verstaat, wordt onherroepeiyk meegezogen en hy zal niet licht het ge voel en het geluid vergeten van deze uniek gecreëerde dubbellevens. In de pocketlawine is het langzamer hand moeiiyk schiften geworden. Het is daarom nuttig te letten op de naam van de reeksen en op het uitgevers merk. Wie goede boeken voor byna geen geld wil lezen, zal met nummers uit de Salamanderreeks (Querido) en met die van de Meulenhoffpockets (M) zelden bekocht uitkomen. Voegen wy daar nog aan toe de Ooievaars van Bakker'Daamen, dan kunnen wy een hele tyd voort zonder lang zoeken. Waarmee ik overigens niet zeggen wil, dat andere reeksen géén goede boeken zouden kunnen opleveren. Een willekeurige greep in de drie genoemde reeksen levert o.a. op: Louis Couperus. „Iskander. De roman van Alexander de Grote". iDit in de iets grotere Meulenhoff-Editie». Een formidabel kunstwerk, gebaseerd op de historie en geschreven met het diepe begrip van een antiek wezen, dat tot nog toe alleen Couperus getoond heeft. Albert Helman. „Zuid-West". (Sala mander). Een liefiyke emanatie van heimwee naar het geboorteland - Su riname. Annie Salomons. „Herinneringen uit den ouden Tyd. (Ooievaar' Herinne ringen, die tevens voortreffelyke ka raktertekeningen in zich bergen, aan beroemde en minder beroemde schry- vers. De beide verschenen delen thans in één band en met de goede foto's Maurice Gilliams. „Elias of het Ge vecht met de Nachtegalen". cM- pocket). „Wanneer Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelyk- heid ondersteboven als betoverde apen". Het doet deugd deze aanvang.' - zin weer onder ogen te krygen en te weten, dat deze uitzonderlyk fijne ro man van een kinderleven weer in de circulatie is. CLARA EGGINK. kelen van ons Nederlandse wetboek, maar wel van „de universele ver klaring van de rechten van de mens", welke verklaring door hun eigen regeringen mede ondertekend is. Welke volken dat zyn, zien wy op een kaartje, waarop vier wereld delen staan getekend (Australië kon er niet meer by). Van de linker benedenhoek naar de rechter-bo- venhoek van dat kaartje loopt een dikke streep. De ene driehoek, waarin Noord-Amerika en West- Europa liggen, is vrij licht ge kleurd; daar woont ongeveer één derde van de wereldbevolking. De andere driehoek met Zuid-Amerika, Oost-Europa, Azië en Afrika (met ongeveer tweederde der wereldbe- één op 15 tot 80.000 inwoners. In onze landen kan ongeveer 2% van de bevolking niet lezen of schrijven, maar ginds is het 80%. Van de 50 miljoen mensen, die jaarlyks sterven, komen er naar schatting 35 miljoen van honger om. Wat heeft art. 450 van het Wet boek van Strafrecht daarmee te maken? Daar staat: Hy die, getuige van he ogenblikkelyk levensgevaar, waarin een ander verkeert, nalaat dezen die hulp te verlenen of te verschaffen, die hy hem, zonder gevaar voor zichzelven af anderen redelykerwyze te kunnen duchten, verlenen of verschaffen kan, wordt, indien de dood van een hulpbehoe- Melba als Gretehenin „Faust". Sterker stygt dan de inkomens van de grote meerderheid". We lezen ook een woord van Jezus: „Voor waar, Ik zeg U: wat gy voor één van mijn geringste broeders hebt gedaan, dart; hebt ge voor My ge daan". Een groep Nederlanders meent, dat het niet langer verantwoord is te wachten op een grootscheepse hulpverlening der bevoorrechte re geringen. Zy richten een oproep aan het Nederlandse volk om mede te doen aan de actie „Daadwerke- ïyke Gerechtigheid", waarby ieder regelmatig 1% van zyn bruto in komen overschrijft op giro 645300 van de N.O.V.I.B. in Den Haag. D. J. Vossers. hervormd predikant te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 17