ALBERT IN EENACTER: PRATEN OVER TONEEL INDELIJK EEN VAKSCHOOL OOR HET FRANSE CHANSON Liedje van de regen HET GETUIGSCHRIFT NAAR DE FILM Probeer eens een aardappelzak RIS-KRAS E PAS EN E AMERIKANEN BOUWEN „LOL-CULTUUR" OP NIEUWE AMERIKAANSE MODE NDIA is men met de kinder en nog een stapje verder gegaan indere oosterse landen. Volgens jhtvan de Indiase nieuwsdienst langs zelfs zes nog ongeboren l uitgehuwelijkt. De ouders van tderen hebben zich laten leiden voorspellingen van de astrolo- hun kind een jongetje of een lou zijn. Deze drie trouwpartijen in overigens tot de 10.000 kin- flijken die op de derde dag na wn in een bepaald gebied van erden gesloten. Dit tijdstip wordt Itig geacht voor trouwpartijen, iveer tweehonderd baby-bruidjes jdegommen en naar het platform gereden, waar de „huwelijksvol len" geschiedden. Op de achter- jon men het hullen van de hon- baby's horen, aldus het bericht Indiase nieuwsdienst. |NG MOLE, bijgenaamd Miff, een grote jazzmusici, is na een lang- Mekte overleden. Mole was trom- tn begon zijn muzikale loopbaan [begin der twintiger jaren, maar pr over naar de klassieke mu- jj speelde in de dertiger en veer- Srtn met het NBC-symfonie-or- ■er Toscanini. Weer later keerde tg tot de jazz. Hij is 63 jaar ge- DR WIE het interesseert volgen kele statische gegevens van het Hue ministerie van Defensie over en gewichten van de gemiddelde soldaat van vandaaggewicht lengte 1,73% m., borstwijdte ,En vraag ons niet, of de Duitse van twintig jaar geleden nu "if langer, zwaarder of lichter was. Een van de liedjes waarmee Albert Winninghoff uit Al phen het amateursconcours te Gouda heeft gewonnen, was Regen", op de melodie van ..Greenfields". De tekst, van Albert zelf. luidt: Overal regen, alles is nat, 't heeft maar één voordeel: niemand hoeft in bad. Alles wordt gewassen, niets blijft er droog, alleen maar plassen en 'n grote regenboog. Eén vieze, grote, natte boel, naar gevoel. Ik loop in de regen, 'k voel me zo alleen. Héwat is dat nou waar gaat dat meisje heen? ik heb een parapluutje en zijzij heeft er geen. Samen in de regen, dus niet meer alleen. Eén vieze, grote, natte boel, en toch een fijn gevoel. Overal regen, heerlijk is dat. 'k Heb in geen weken zo'n goeie dag gehad. Voor mij is de wereld gevuld met zonneschijn, terwijl er voor anderen alleen regen zal zijn. fijn met z'n tweeën onder moeders paraplu en.wat nu? (En tcrwyl Albert op het Goudse podium de laatste regel uitgalmde, liet hij een paraplu naar voren zakken, waarop met grote letters op het scherm stond geschilderd: NIET STOREN.) Plaats van handeling: de „partiekamer", zoiets als een kantine-in- het-klein, op de tweede verdieping van een damesmodehuis in Alphen aan den Rijn. Décor: uitzicht op de Oude Rijn met de provinciale brug die meer dan eens met één „been" van de grond moet, de mas sieve kerk in de Julianastraat en twee kale plekken grond die om bebouwing schreeuwen. In de hoofdrol: een achttienjarige h.b.s.'er met één grote hobby: zichzelf niet te zijn of zichzelf zoveel moge lijk te zijn, wie zal het zeggen? „Ik ben van plan van toneel mijn beroep te maken. Maar sommige lui zeggen dat ik in cabaret beter ben. Mocht dat zo zijn, dan doe ik dat natuurlijk, maar het was mijn bedoe ling naar de Toneelacademie in Maastricht te gaan." Albert Winninghoff. die onlangs gesprek in de miniatuur-kantine van de modistes begint met een kwinkslag„We onbedreigd winnaar is geworden j^ien beginnen met een kopje koffie in van een streekconcours voor ama- te schenken. Ik weet niet, of u het risico t lI- wilt nemen, want ik heb ze zelf gezet". teurs in de schouwburg Concordia We wet€n hoe oud Albert is. Als Je te Gouda, windt er geen doekjes hem zo ziet, geef je hem ook achttien om Net als nana in de mode? O Jaar- Maar zodra hU begint te spreken, om. tv et ais papa in de mode. „w Mhat je hem ouder H() hee(t Mn Uge nee, beslist niet, en zeker niet in doordringende stem en een Ietwat ouwe- de damesmode." hike manier van doen. Misschien komt dat ook, doordat hjj nu eenmaal niet kan Het wordt dus toneel of cabaret. "n beetje »I*Ienal „Aan het cabaretwerk heb ik heel ^atpn*Un "p"bl"'k ma" ult lwM weinig gedaan, een keer of vier maar. Nu ik toevallig dat concours gewon nen heb, wil ik er meer aan gaan doen". Toneel daarentegen: „Ze HU vertelt van zjUn toneelervaringen, hebben weieens gezegd: je hebt nooit die hU voornamelUk op school, de r.-k. anders_gedaan_dan toneelspelen. Een m. TONEELERVARINGEN Ik wil weten wat voor gezichten trek pnneer ge de loopbanen van de grote sterren Kt Franse chanson nagaat, dan blijkt, dat zij bal min of meer toevallig in het vak zijn ge- Yves Montand bij voorbeeld boekte zijn eer- kcessen in de Renaultfabrieken gedurende de Itijden, mede-arbeiders vormden zijn eerste fck. Georges Brassens werd met zijn gitaar bij Mn en zijn snor een nachtclub binnengesleept in eigen liedjes te zingen; en hij was van huis- Ichter. Edith Piaf leerde het vak als straat jes. Charles Trenet, wiens vader notaris was, zelf wat particuliere zang- en muzieklessen pi. Gilbert Bécaud begon als pianist, hij pe een degelijke opleiding aan het nationale conservatorium. En zo kunnen we deze reeks nog een hele tijd voortzetten om bij iedere geslaagde carrière te constateren, dat er sprake was van een gelukkige samenloop van omstandigheden of van een uitzon derlijk talent; nooit echter hebben de tegenwoor dige sterren van het chanson langs de in deze tijden toch zo normale weg van een vakoplei ding hun doel bereikt. Talent, aanleg, stem, natuurlijk moeten die allemaal aanwezig zijn. Uit gesproken persoonlijke begaafdheden worden voor ieder kunstvak vereist. Maar daarnaast dient ook het „metier" te worden geleerd. En die mogelijk heid was tot voor kort zelfs in Parijs afwezig! I U Pierre Barlatier, een bekend ventienjarig winkelmeisje draag met het •Hst en schrijver van een goed onvervalste en vette accent van de Pa- eter het Franse chanson, die sa- ryse Faubourg een vroeger succesnum- >»et Maurice Poggi, een man die mer van Mistinguet voor om ook als Men ais Minstlnguet en Josephi- tter onder zijn hoede heeft gehad, In deze leemte heeft voorzien door Bating van het Petit Colosseum, Ptft laboratorium voor en van het chanson. haar overtuiging uit te galmen dat er toch maar één Parijs is. Een gespierde slagersknecht zet daar na met veel en fors vocaal geweld ach ter een niettemin zeer sentimentele ro mance uit het repertoire van Tino Rossi. pgs hebben we het genoegen ge- p les en een leerlingenuitvoering Ipn bUwonen, en gezegd mag wor- nun streven even sympathiek picnfbaar geleek. «veer veertig Jongens en twintig F staan als leerling ingeschreven. nQ uit alle kringen en windstreken F] g. Winkelmeisjes, studenten, iHH|H wnleden, elektriciens, kantoorbe- P, een slager en een kelner. Som- pr P komen uit ParUs, anderen uit de pie, uit België en Zwitserland, en l^t de verre voormalige koloniën 1^5# v-,1 rJ^hRen, Indo-China of de Ivoor- ty HM heterogene gezelschap van Jon- jr7 m heeft met eigen handen een i zaaltje, of beter de ingang s I feestlokaal, hersteld en opge- v F en er een heel ordentehjk minia- heater van gemaakt. worden de leerlingen door Poggi voor het zelfge- voetlicht geroepen om vorde- - - tóa, te demonstreren. Een negerin zingt een liedje Yves Montand boekte zijn eerste dertig jaar geleden jo- successen in de fabriek gedurende In haar rokje van ba- 1 furore maakte. Een ze- de Schofttijden. En zo gaat het de hele avond door. Talen bU de vleet. En soms ook stemmen waarop heel wat bekende chansonniers en chansonnières jaloers zouden kunnen zyn. Een paar onmiskenbare persoon lijkheden óók. Toekomstige sterren? Misschien. Maar wat hier in deze donkere pUpe- la. vlak bij de Place Pigalle, door twee particulieren voor het chanson wordt gedaan, gebeurt voor de schilderkunst, het toneel, de muziek en de film nu al tientallen jaren op bredere en officiële basis: deskundig onderwUs in de ele mentaire beginselen van de vakbeheer - sing. Stemvorniing. solfège, mimiek en ge schiedenis zün de voornaamste vakken die op het lesrooster van het Petit Colosseum zjjn geschreven en die door de leerlingen in hun vrye tijd met meeslepende geestdrift worden gevolgd. Een geestdrift die hier door deskundige handen wordt geleid in de richting van het doel: het Franse chanson als mo derne volkskunst in ere te houden èn te beschermen. Bjj voorbeeld tegen een al te vrijpostige overwoekering door Amerikaanse import. FRANK ONNEN jaar of vier geleden ben ik er serieus mee begonnen" Albert is een prater, hy schUnt pas te leven als hy praat. HO rijgt woorden en zinnen aan elkaar zoals een meisje kra len, gebaart met zUn handen, wUst tel kens met zUn vinger en trekt desge vraagd en ongevraagd gezichten. Het Bioscoopdirecteur Martin Ayres heeft de tieners weer tot zijn eta blissement toegelaten. Maar ze mo gen er alleen in met een door Ayres uit te reiken getuigschriften voor alle zekerheid is er een potige uitsmijter in dienst genomen. De vorige maand had Ayres zyn bio scoop in de Engelse plaats Stevenage voor tieners verboden gebied verklaard. De jongelui, die zo met hun probleempjes in de war zaten, schreeuwden en vloek ten de andere bezoekers weg als zy een spannende film zagen. Bovendien richt ten zy per week voor ongeveer 250 gul den schade aan. Ayres heeft nu besloten getuigschrif ten aan „wezens onder de 21 jaar" uit te reiken. Wie teveel herrie schopt, raakt zyn getuigschrift dat hy moet tonen om de bios binnen te kunnen direct kwijt. En bovendien Is daar George Shaf- fert, een oud-militair. Ayres zegt: ..George is in zUn hart een aardige vent, maar als er ook maar de minste moei lijkheden komen, zal hij als een don derslag bij heldere hemel optreden". Ayres ziet de toekomst met vertrou wen tegemoet. De man, die de termen „statuszoe- kers" en „afvalmakers' 'populair heeft gemaakt, heeft nu een nieuw woord gevonden: „lol-cultuur". De auteur Vance Packard, die het be roemde boek „De verborgen verleiders" heeft geschreven, gebruikte het in een lezing, die hy in Boston hield. Hy ver telde zyn gehoor, dat de Amerikanen gevaar lopen „een volk van gelukzoe kers te worden, die bezig zUn een lol- cultuur op te bouwen". Om zyn stelling te illustreren, ver meldde hy. dat het Amerikaanse volk „thans meer geld besteedt aan geïllu streerde kaarten met kerst- en andere groeten dan aan wetenschappelijk on derzoekingswerk op medisch gebied". „Wij geven bovendien driemaal zoveel uit aan kauwgom als aaft studiebeur zen", zo voegde hU er aan toe. Packard betoogde, dat de problemen, waarmee het huidige Amerika te ma ken heeft „niet in de eerste plaats van economische aard zUn, maar ons gehele welzyn, zowel materieel als geestelyk, betreffen". (pas nog gespeeld), „Het wederzijds hu welijksbedrog", „Christmas Carol", enzo voort. Het is een keer op school gebeurd, dat een dag voor de opvoering van een kort toneelstuk de hoofdrolspeler ziek werd. Albert moest toen Invallen. „In één dag moest ik die rol leren. Ik kreeg er vry van school voor en heb toen heerlyk uit geslapen". Tegen het verbod van de dokter in speelde hij mee in [ntigoneToen op het toneel een van zijn mede spelers hem een schokkende medede ling deed, viel Albert prompt flauw. „Later zeiden de mensen dat ze die scène nog nooit zo natuurlijk hadden zien spelen". Na deze al te natuurlijk gespeelde scène werd haastig een pauze ingelast, maar even later zat Albert (op een stoelweer op de planken. EIGEN TEKSTEN Dan komt het concours te Gouda weer ter sprake. Albert droeg er een stukje van John O "Mill voor. zong een liedje van Pisuisse en twee liedjes waarvan hy- zelf de teksten had geschreven. HU bla dert in een stapel eigen composities om ons die teksten te laten zien en blUft praten. „Hele gekke opera gemaakt toen. Hé, dat is nu raar, o ja.. Uit die tek sten valt eigenlUk weinig op te maken, het is meero ja, hier zijn ze allebei het is meer de manier van brengen die het moet doen". „Ik zing eigenlijk niet. Ik geef de me lodie aan en dan draag ik het liedje ver der voor, terwyl de pianist de melodie speelt. Kunt u misschien myn pianist ook even noemen? Tom van de Hondel, ook Gouwenaar, heb ik veel aan te dan ken. Hy speelt voornamelyk klassiek, maar zo nu en dan doet hjj er ook een licht muziekje by". „Van de melodieën die ik zelf maak ik ben niet 'n heel goeie pianist en ook niet zo'n goeie componist denk ik later weieens: he, er zit iets gestolens bU". (Geen adempauze, als hU even wacht met verder vertellen, neuriet hU). MUSEUMSTUK „Ik mag graag werken. Hiervoor". HR wyst op de teksten. „Maar op school ben ik geen voorbeeld van Rver. De directeur zegt weieens: Ach ja, museumstukken moeten er ook zyn". Albert springt overeind. „Zal ik weer eens wat koffie inschenken? Ik ver waarloos mUn plichten als gastheer hele maal". En als wc hem vragen of hij voor een paar plaatjes wilt poseren, loopt Albert naar de spiegel. „Daar kan ik niet buiten", zegt hij. „Ik moet weten wat voor een gezicht ik trek. Wat, moet ik er met een lachend gezicht op? Nou, dat kan. Ik kan wel een half uur zitten lachen als het moet." De Amerikaanse jongelui bakken ze steeds bruiner. Nadat enkele maanden geleden berichten de ronde deden, als zouden de tieners en twens daar aan de overkant van 't water zich bij voorkeur in vodden hullen, druppelen nu nieuwe, ontstellende mededelingen in ons oor. Want, zo gaat het gerucht, heel jong Amerika werpt zich momenteel met woeste hartstocht op kleding, gemaakt van jute, jute ja. Wie dacht, dat deze voorbehouden bleek aan de aardappels, heeft zich lelijk vergist. De Volkskrant weet te melden, dat jute tot voor kort alleen werd verwerkt tot grove textiel voor aardappelzakken, tot grondweefsel voor tapUten, kleden en linoleum en tot iets veredels voor binnenvoering in kostuums en mantel pakjes. Uitgaande van deze laatste soort jute hebben Amerikaanse spinnerUen zich toegelegd op het vervaardigen van een reukloos, gebleekt en vooral soepel soort jute. Door het gebruik van specia le chemicaliën wordt de jutestof soepel als linnen gemaakt. Deze nieuwe mode-stof is op de markt gebracht in felle kleuren en de Ameri kaanse jongedames zU<n er gek op. Voor al ook de natuurlUke jute-kleur is een succesnummer. Voor hen, die niet kun nen slapen zonder het naadje van de kous te weten: jute ls afkomstig van een heestervormige plant, die vooral ln India wordt gekweekt. In het begin van de vorige eeuw voerden vooral de Engel sen het goedkope jute in Europa in. Naar te verwachten ls (alles wat uit Amerika komt is immers goed) zullen ook de Europese tieners en twens zich binnenkort bezig gaan houden met de mogelUkheden van jute als lUfsbekle- dlng. Omdat, voor zover we weten, Ne derlandse fabrikanten nog niet zijn be gonnen met het vervaardigen van Jute voor kleding, een goede raad: bewaar wat oude aardappelzakken en fabriek zelf wat. Kan niet schelen hoe het staat, als het maar gek is. lachen, wel een half uur als het moet maar zo kan het ook daar is toch niets vreemds aan? 1 maart 1860 Zaterdag 6 mei 1961 blad no. 30347

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 19