UIT DE KINDERKAMER VAN DE BRUINE KIKVORS
PtKON
IN KAMER EN TUIN
Een Zoeklicht
NOVELLE IN BEELDEN
V
V8
ttisso
ZATERDAG 6 MEI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Kijkjes in de Natuur
door
Sjouke van der Zee
M'
v OP DE BOEKENMARKT
0na amall'dmhoekje
VOLOP BLOEMEN
lk mjjn belofte Inlos, u een
aantal bijzonderheden te Tertel
len over de ontwikkeling van de
kikvors, wil ik gaarne enige vragen
beantwoorden. Over zwarte merels met
witte veren in vleugels of staart, heb
ik reeds enige keren geschreven. Het is
een verschijnsel, dat, zU het met grote
tussenpozen, telkens weer opduikt, nu
eens bjj merels, dan weer bij zwalu
wen, mussen e.d. Met kruising van vo
gelsoorten of met degeneratie heeft
het niets te maken; het wordt be
schouwd als een tijdelijke storing in
de aanvoer van pigment of kleurstof,
een storing, die ook weer kan over
gaan, b.v. na een rulperlode. De oor
zaken zijn moeilijker op te sporen. Wel
heeft men opgemerkt, dat een verwon
ding ermee in verband kan staan, ook
heeft men bij kooivogels (merels!) die
dus onder gewijzigde omstandigheden
leven, kleurverandering geconstateerd.
Het is een vraagstuk, waarmee de we
tenschap blijkbaar nog niet in 't reine
is. Dat is ze ook niet met het probleem,
waarover vraag no. 2 handelt, n.l. de
vernieling, door de mussen aangericht
aan gele krokus, gele primula, doroni-
cum, zelfs aan de gele hazelaarkatjes.
Eerlijk gezegd, begint het geval me
dwars te zitten. Bjj mjj laten ze zelfs
de roze longkruidbloemen niet met
rust, pikken ze in de jonge spruiten
van allerlei planten, die nauwelijks bo
ven de aarde uitkomen, maar bU
vrienden en kennissen raken ze geen
plant, geen bloem aan! Zouden dan
toch zjj geljjk krjjgen, die al dat mus-
segepik en getrek toeschrijven aan
„baldadigheid", dus op de manier van
eksters en kraaien, die aartsslopers, die
niets met rust kunnen laten? Sinds
enige dagen hebben wjj het kippegaas
om de planten verwijderd. Geen mus
raakt meer een plant aan! Ra ra?
kopjes of kikkervisjes of kikkerlarven
en hoe ze in 't land nog meer mogen
heten.
Intussen ben ik nog eens gaan kij
ken naar de plek, waar ik m'n eerste
vondst had gedaan, dus het drinkgat
in die weide, want lk wilde toch wel
eens zien, wat er van die duizenden en
duizenden eitjes-in-gelei was gewor
den. Welnu, op dezelfde plek, waar ik
het kikkersril had gevonden, lag nu
een wriemelende hoop van zwarte, tril
lende larfjes, genietend van de zonne
warmte. Onmiddellijk viel me op, dat
deze koudwaterdiertjes veel minder
waren gegroeid dan die van m'n bin-
alleen een beetje rustiger. Dat deze
larfjes zich zo goed kunnen vasthou
den aan een glad oppervlak, komt
doordat zij een paar zuignapjes heb
ben met kliertjes, die een kleefstof af
scheiden. Moeder natuur heeft dus in
vele opzichten voor deze peuters goed
gezorgd.
bliksemsnel opereren met hun naar
buiten klappende en iets kleverige
tong.
Ik heb nu maar aangenomen, dat
de lezers of lezeressen zich al net zo
geïnteresseerd met dit slootgoedje wil
len bezighouden als schrijver dezes dat
doet!
Best mogelijk, dat zij deze liefheb
berij liever aan hun kinderen overla
ten. Als zij er dan een wakend oogje
op willen houden, is het ook goed. Mis
schien zelfs nog beter.
Veel interessants moet ik jammer
genoeg onvermeld laten, maar de zo
mer is nog lang, wie weet, hoe de kik
vors toch nog eens ten tonele komt.
Laat ik echter tot slot nog dit advies
geven: zijn de dikkopjes eenmaal
kikkers geworden, laat ze dan
weer naar een sloot terugbrengen. Ze
hebben hun dienst bij onze jeugd ge
daan en kunnen nu beter hun eigen
weg gaan. Als hun weg nu maar over
rozen wil gaan, misschien dat ze dan
na ongeveer 4 jaren weer voor nieuw
kikkerdril kunnen zorgen. Dan staat
er tegen die tijd ook wel weer een
nieuwe generatie kinderen klaar, die
met hetzelfde enthousiasme aan een
kikkerkweek wil beginnen. Deze lief
hebberij bljjft onverwoestbaar, zolang
er kikkers zijn in onze Nederlandse
sloten!
aar nu dan toch ons kikkerdril,
dat al sinds weken geen dril
meer is. maar een hoeveelheid
zwarte en vrij rondzwemmende dik-
Rogier van Aerde. „Fraude". De
Fontein, Utrecht. z.j.
Van Rogier van Aerde herinner ik
mij een goede levensgeschiedenis van
Verlalne. Een dergelijk leven te be
schrijven is geen eenvoudige zaak en
vereist een subtiel Inzicht in het men
selijk wezen, vooral als het gaat om
een zo gecompliceerde figuur als die
van de grote Franse dichter.
Vervuld van de beste verwachtingen
heb ik mij dan ook verdiept in deze
roman van Rogier van Aerde. Te zeg
gen dat ik teleurgesteld ben, is wat
te sterk. Dat lk de roman „Fraude"
niet met bevrediging heb kunnen uit
lezen, vindt zijn oorzaak m.i. hierin,
dat de schrijver uit de rails van zijn
onderwerp gelopen is. De opzet van het
boek is zeer goed. De Jongere broer
Karei van de bankier Arnold van
Weerd, vindt na diens dood, die even
goed zelfmoord als een ongeluk kan
zijn, in de bank, die zij samen beheerd
hebben, een chaos van fraude en te
korten. Het blijkt dat Arnold tezamen
met de boekhouder enorme sommen
verduisterd en vervolgens het ene gat
met het andere gestopt heeft. Als Ka-
rel over de eerste schrik heen is, neemt
hij het besluit een poging te doen te
redden wat er te redden valt, voor
lopig de zaak geheim te houden en te
zien hoe hij op den duur het bank
bedrijf weer enigermate gezond kan
maken. Een bijzonder interessant ge
geven dus.
Helaas laat de auteur deze kern van
zijn verhaal los en behalve enige niet
geheel aanvaardbare stunts, horen wy
niet genoeg over deze gang van zaken.
De schrijver schakelt over op het ge
weten van de Jonge bankdirecteur. Het
ls te begrijpen, dat de man met de mo
lensteen van al dat bedrog om zijn nek
geen gelukkig leven kan lijden en dat
zelfs zljtn huwelijk in het honderd
dreigt te lopen. Zodoende geraken wij
inplaats van in een boeiend financieel
avontuur, verzeild in een streng ka
tholiek huwelijksdrama, waarbij blijkt,
dat de fraudekwestie alleen maar een
aanloopje is geweest tot het schilderen
van huwelljksnarigheden, die mogelijk
enige weinig verlichte katholieken een
Instemmend knikken kunnen ontlok
ken, maar die voor de ontwikkelde en
vooral voor de niet katholieke lezers
toch onverteerbaar zyn. Men voelt
zich dan ook enigszins beetgenomen.
Ondanks zijn kennis van zaken in deze
gaat een niet katholieke lezer zich toch
afvragen wat voor vreemd soort van
geweten zo'n bankdirecteur er op na
moet houden, die ondanks het zwaard
van Damocles boven zijn hoofd, reek
sen kinderen op de wereld brengt. Het
einde is natuurlijk een arrestatie. Een
opluchting voor de man zelf, die zich
in zijn cel aan religieuze overpeinzin
gen kan overgeven. Maar die vrouw en
kinderschaar zitten er maar mee
Henk Romyn Meyer. „Het Kwar
tet". Arbeiderspers, Amsterdam
1960.
Hans, Nol. Luuk en Jennie spelen
in een studentenorkest. Zij maken mu
ziek bij een barones: „tenminste haar
man is baron", zoals Nol mededeelt,
zy vormen een kwartet. Als zy niet
met hun instrumenten in de weer zyn
op ietwat zonderlinge wijze, dat dient
gezegd, drinken althans de mannen
als sponsen en slaan een taal uit, die
lang niet net is en als zodanig vrij ver
velend. Een van de heren 6tudeert me
dicijnen de hemel spare zyn toe
komstige patiënten. Ook wordt er heel
veel gedanst en gevryd, want het
meisje Jennie laat haar zon niet in
één tuintje schijnen.
Een verward en weinig interessant
verhaal, waarin iedereen de eeuwen
oude houding aanneemt van „het is
toch allemaal niks" en dat als droog
zand aan elkaar hangt.
Josephine van Gasteren. „Het
leven ls een picnic". Zwart
Beertje. Bruna Utrecht 1981.
Josephine van Gasteren, dochter van
de bekende toneelspeler Louis, houdt
van reizen. Haar interviews met in
ternationale beroemdheden in „De Te
legraaf" zyn verdlensteiyk. Dit is een
reisboekje waarin zy door Canada, de
V.8. en Mexico trekt, logeert aan het
Comomeer en tenslotte met Kerstmis
voor hulp in de huishouding speelt in
een Engels landhuis uit verveling.
By de aanvang van de reis schrikt
een mens een beetje als hy leest, dat
Josephine geen gerook in haar hut op
de Ryndam wil hebben en geen licht
na negen uur en dat 2y kans ziet een
mede-passagier, die er niet zo'n relnle-
vensysteem op na houdt, de hut uit te
werken. Men gaat zich dan afvragen
of men van het ene vegetarische res
taurant naar het anderetehuis voor
alleenreizende vrouwen gesleept zal
worden. Gelukkig valt dat erg mee.
Josephine van Gasteren heeft wel iets
origineels, al zyn haar avonturen en
haar commentaren weinig wereld
schokkend. Haar Nederlands ls niet
fraai.
CLARA EGGINK.
nenhuiskweek, die hadden kunnen
profiteren van kachelwarmte en zon
newarmte belde.
Mag lk hier nu meteen een waar
schuwing neerschrijvenzorgt u er
voor, dat de aquariumtemperatuur on
geveer constant biyft. De diertjes zyn
zeer gevoelig voor grote temperatuur
veranderingen, die ze zelden overleven.
Plaats kikkerlarven ook niet de hele
dag in de felle zon. Dus afschermen
met karton of gordyn.
Wat eten kikkerlarven? Wie ze aan
dachtig bekykt, ziet, dat de kleine
diertjes graag tegen het glas van fles
of aquarium „geplakt" zitten en wie
een vergrootglas gebruikt, ziet ze met
hun kleine mondje mummelen. Dat
mondje heeft een rand van fyne
puntjes en daarmee knaagt het de al
gen weg, die als een groene aanslag
de glaswand bedekken.
Algen zyn heel kleine plantjes, die
zich ook aan de waterplanten in ons
aquarium hechten. Wie zijn planten
dus goed schoon wil hebben, kan ze
het best eens te logeren geven aan
een stel knagende en raspende kikker-
larven. Maar ze eten nov meer. Het
zyn ook opruimers van allerlei afval
stoffen, die in iedere sloot achterbiy-
ven. Daarom trakteer lk ze ook op
een klein stukje rauw vlees, een paar
mm3, want we moeten oppassen voor
bederf, en aan dat vlees zitten ze dan
geschaard als gieren om een kadaver
at niet zit of hangt te raspen
en te mummelen, zwemt zeer
bedryvig rond met behulp van
de vry grote roeistaart, die van een
brede zoom is voorzien.
U hebt aan weerskanten van het
kopje wel de franjeachtige aanhang
sels gezien? Dat zyn uitwendige kieu
wen, waarmee ze ademhalen. Het zyn
dus allemaal kleine visjes, die de no
dige zuurstof uit het water moeten
halen. Daarom zyn ze beslist aan dat
water gebonden, maar dat biyft niet
zo, want deze visjes, deze larven, ma
ken in de loop van enige maanden
een volledige gedaanteverwisseling
door. Hun verbiyf in het water zou
den we een soort doorgangshuis kun
nen noemen, een overgang naar wat
ze uiteindeiyk moeten worden, n.l. or-
denteiyke kikkers.
Nu maak ik even een grote sprong.
Een sprong in de tyd. Eind mei of
omstreeks juni zult u bemerken, dat
uw dikkopjes al erg veranderd zyn.
Ze hebben achterpootjes gekregen, ook
de voorpootjes zyn al verschenen. De
uitwendige kieuwen waren al sinds
enige tyd verdwenen en vervangen
door inwendige. De grote en werkelyk
ingrüpende veranderingen in dat klei
ne lichaampje kunnen we aan de bui
tenkant natuuriyk niet waarnemen,
maar heel duideiyk zien we, dat grote
zwemstaart is „teruggelopen" tot een
armzalig staartelndje.
Onze dikkopjes. onze kikkerlarven,
biyken ongemerkt by het stadium van
de kikker te zyn aangeland.
Mag ik nu weer waarschuwen? In
dit stadium n.l. worden de kieuwen al
gauw vervangen door longen, dus door
„luchtzakken". Wie z'n pleegkinderen
nu in het diepe aquarium laat, zal ze
op een keer allemaal dood aantreffen
op de zandbodem van hun verbiyf.
Verdronken in hun eigen element! We
scheppen dus tijdig het water eruit tot
er een bodempje overbiyft, zetten het
aquarium schuin, zodat er een gedeelte
water en een gedeelte vochtig zand
ontstaat en laten de kleine springers
hun gang gaan. Natuuriyk altyd met
de glasplaat als bedekking, vooral nu
de kleintjes ondernemend worden en
het tegen de glaswand hogerop gaan
zoeken.
Op papier is gemakkelijk te adviseren: „Niet zo maar raak filmen", of: „Maak
van te voren een fllmplan". De lezer, die het er niet helemaal mee eens is,
mompelt misschien wat of haalt z'n schouders op over zoiets onnozels. Wanneer
het advies mondeling was gegeven, zou diezelfde lezer als beginnend smalfilm-
amateur waarschijnlijk losbranden met: „Wel ja, waarom ook niet? Met de vele
bagage voor m'n gezinnetje, plus de nodige en overbodige apparatuur, die ik moet
meenemen, ook nog een draaiboek of in ieder geval een hele bundel spiekpapier
tjes. Toe maar! Naast al die paperassen en geldsoorten, die je toch al nodig
hebt zeker ook nog eens even onderweg raadplegen of een marktscène wel of niet
gefilmd moet worden en of het standbeeld met zij-, tegen- of frontlicht opgeno
men moet worden. Of ik niks beters te doen heb!"
Maar dan zouden wy toch willen antwoorden: Niet zo hard van stapel lopen!
Wie een werkelijke film, een echt gave reisdocumentalre wil maken, doet dit tóch
wel. Maar de gewone amateur, die aan die speciale vorm van smalfllmen nog
niet toe is en er mogeiyk nooit aan toekomt, moet eigenlijk precies hetzelfde met
zijn flïmerij doen als met zijn reis zelf. Van te voren praat hij toch immers wèl
eens even met zijn reisgenoten, waarheen de reis zal zijn. Het reisdoel, de reis-
duur en dag-indeling, de kosten, de vertrektyden en ook de bezienswaardigheden
worden al naar het karakter van de vakantieganger meer of minder uitputtend
besproken. En ofschoon er altijd zjjn, die zeggen: we zullen wel zien waar we
terecht komen, is het grotere deel toch wel tot de overtuiging gekomen, dat de
ultstlppellng van plannen voor de toekomstige reis tot één van de genoegens
behoort, die aan elke vakantie zyn verbonden.
an nu af aan moeten we met het
zonlicht byzonder voorzichtig
zyn! Hoogstens een uurtje och
tendzon.
Intussen ls elk kikkertje van een
zwemmende plantenknager een insek-
teneter geworden of wel een vleeseter.
Het is duideiyk, dat wy als verzorgers
dan ook een ommezwaai moeten ma
ken. We schryiven ln die tyd al juni
en dan kunnen we ln onze tuin reeds
op zoek gaan naar bladeren met plan-
teluizen. We behoeven maar een enkel
blaadje in het water- en landschapje
te leggen en af te wachten, tot het
eerste lllliputtertje zich van z'n eerste
levende proai meester maakt. Dafi-
nia's of „watervlooien" kunnen even
eens als voedsel dienen.
Zo'n miniatuurkikker gedraagt zich
daarby reeds als zyn volwassen ouders,
de bruine landkikkers, die al even
Kunstmest voor Kamerplanten 65°/o - 100 grs. 65 ets.
Zó ook met filmen: de korte inhoud
is het „reisdoel", de scènes zyn de
„reisduur" en „dagindeling", de mo
tieven, de bezienswaardigheden en toe
vallige ontmoetingen. En de kosten
tja. dat blyven de kosten.
En juist ter wille van die kosten is
het misschien ook nog wel de moeite
waard, net als by het reisplan zelf, een
leuk en kort filmplannetje eens door
te nemen zonder al te zwaardichtig te
doen. Natuuriyk worden er onderweg
toch weer extra scènes opgenomen en
misschien ook wel iets te veel, maar
dat is niet zo'n erg bezwaar. Achteraf
kan elke film gecorrigeerd worden op
zijn „teveel". Maar niet zo gemakke-
lijk op z'n vergeten scènes!
We kunnen hier geen origineel reis-
scenario voorU af gaan drukken. Want
zou U dat gaan gebruiken, dan is het
niet origineel meer. Een van de be
koorlijkheden van smalfilmen ls Juist
om zelf voor vondsten te zorgen. Maar
wanneer we eens een „klassiek" voor
beeld van een relsscenario gaven.
Daarby stellen we voorop, dat de be
ginnende amateur dit niet klakkeloos
over moet nemen. Ook niet moetover-
schryven om onderweg maar eens toe
te passen. De idee moet alleen voor
hem aanleiding zyn zelf iets te ver
zinnen. En misschien dat dan toch één
klein spiekpapiertje in de binnenkant
van zijn tas wordt geplakt, waarop de
minimale motleven en scènes alvast
kort staan aangegeven. Hy kan zo'n
«mmmmmmb
Er zyn niet alleen de bekende
compacte, zogenaamde markt-
fuchsia's of bellenplanten, doch
ook de klimmende soorten. Hier
voor moet men echter wel de
ruimte hebben. Er zyn enkele
bekende soorten, waarvan men
u nog wel Jonge planten kan
leveren; ze moeten by voorkeur
ln een lichte serre gekweekt
worden, ln een serre, die men in
de winter wel vorstvry kan hou
den, doch waar de planten het
toch ook vooral niet te warm
mogen hebben. Men moet zulke
jonge planten by ontvangst di
rect ln een ruime pot zetten,
want als ze eenmaal goed groei
en, hebben ze niet alleen veel
voedsel en water nodig, doch
kan men ze ook niet zo gemak-
keiyk meer verpotten.
Jonge planten dient men nu
te bestellen: ze kunnen direct
overgepot worden en gebruik er
dan de bekende bloemlstengrond
voor. Fuchsia's kunnen nogal
wat voedsel hebben, als men ze
dan ln de lichte serre zet, kun
nen de lange scheuten omhoog
klauteren ze zullen dan echter
wel gesteund moeten worden. In
de loop van de zomer kan men
volop bloemen van die klimmen
de soorten verwachten. Wel is
het zaak steeds de uitgebloeide
resten te verwyderen; ze vormen
gemakkeiyk zaad en daar heeft
men niets aan. Het put de plan
ten zelf dermate uit, dat ze niet
meer zouden groeien. Als fuch
sia's te warm of op de tocht
staan, zullen ze gauw last van
luis hetoben. In de zaadhandel
heeft men tegenwoordig goede
bestrijdingsmiddelen, doch men
kan het veel beter voorkomen en
het ls ook nuttig het blad regel
matig met lauw water te be
sproeien. Fuchsia's moeten veel
water hebben. Het is dus nuttig
de potgrond goed vochtig te hou
den. Als ze eenmaal flink door
groeien, zal men ze in voorjaar
en zomer ook wekeiyks een wei
nig opgeloste kamerplantenmest
moeten geven. Fuchsia's moet
men laat ln de herfst flink terug
snoeien. Men mag dan niet meer
bemesten en moet ze aan de
droge kant houden. Ze behoeven
voor de lente niet meer te groei
en: het is voldoende als ze maar
in leven blyven.
O. KROMDIJK
speelse fantasie zo'n enkele keer de
vrije loop geven. Zonder het plakker-
tje met het filmstramien in de tas te
vergeten.
Hier volgt nu een schetsje ln ver
haalvorm over de film, die mynheer
Janse maakte van zyn reis naar de
Ardennen. Niet alle opnamen werden,
zoals U zult merken, in de Ardennen
gemaakt. Vooraf werd al een stukje
opgenomen, dat de inleiding vormde
en wel: Voor het reisbureau hangt een
plaat met de verlokkingen van de Bel
gische Ardennen. Het gezicht van myn
heer Jansen, klaarblljkehjk belangstel
lend, komt ln het beeld. Dan een lang
zaam nadrukkeiyk Ja-knikken hetgeen
de onmiskenbare Indruk geeft, dat heer
Jansen een besluit heeft genomen.
Daarna laat de film plotseling zien een
close-up dichtby-opname) van
een enveloppe, waaruit bankbiljetten
komen. Bankbiljetten, die de kleine
Greet Je Jansen met kenneiyke verba
zing bekbkt. Vreemd geld! Belgisch
geld. In haar hand komen een paar
ronde frankstukken. Ditzelfde handje
reikt die frankskes over aan de Ma
dame achter de toonbank van de eer
ste de beste Belgische patatesfrite-
kraam en ze ontvangt een tuitzakje
met frietjes. Het wykende beeld van
groter afstand geeft de omgeving aan:
we zyn in België. Langs de Maas wor
den enkele mooie panorama's genomen
en zelfs heeft mevrouw Jansen héél
even uit het portierraampje gefilmd.
(Tussen de camera en de stijl van het
geopende raampje heeft ze een sjaaltje
gestopt en het toestel styf tegen de
sponning gedrukt. Ze filmde met 32
beeldjes per seconde en vader reed niet
al te hard). Op de splitsing van de
weg werd even de wegwyzer genomen
met: La Roche en vanuit de afdaling
naar La Roche werden korte flitsen
gemaakt. Het hotelletje, het uitladen
van de bagage, het uitzicht uit het
raam werden niet vergeten. Vader is
toen nog even weggegaan en heeft een
forellen-visser opgenomen, de wegwer
kers met hun gebruinde body en de
sterke stroom langs de pyiers van de
brug Nog even wat hoge planten van
het vingerhoedskruid. En van onder-op
een impressie van enorme rotsblokken.
.Waren de „losse" stukken, die op
het spiekpapiertje stonden en die later
op andere plaatsen in de film ge
monteerd het heel goed deden. De
volgende ochtend begon met opnamen
van de grote wandelkaart op de motor
kap van het Opeltje, waar vader met
een grassprietje de route aangaf, die...
Neemt U ons niet kwalyk: de film
duurde veertien minuten. De hele in
houd kunnen we niet op de voet vol
gen, omdat ook onze zendtyd voor
vanavond byna verstreken is. Maar in
die veertien minuten liet mynheer Jan
sen een filmpje zien, dat niet alleen
interessant was voor hem en zyn huis
genoten, maar voor iedereen.
Geen „alsmaar" lachende gezichten
van: „hoe zitten we hier op dit ter
rasje", of „zie je wel hoe hoog wy
staanmaar een novelle In beelden.
En wat mynheer Jansen kan, kunt U
vast ook!
Advertenitie
Klimmende fuchsia
en gezonde planten met
Blpemen-mest kegeltjes