KEN UW KUNSTENAARS
Majoor Bosshardt krijgt haar gebouw
op Amsterdamse Walletjes
WOORD
VAN
BEZINNING
DE VRIJE ZATERDAG
GEBROEDERS RAVELLI:
Goodwillcentrum
„Huiskamer van de buurt
VOOR velen is het vandaag
hun eerste vrije zaterdag.
Voor anderen, die er ook op
gehoopt hadden, is hij voorlopig nog
naar de toekomst verschoven. Maar
dat is slechts een kwestie van tyd.
Over enige maanden zal voor verre
weg de meeste Nederlanders de vrije
zaterdag wel een feit worden.
Ik weet niet, of wjj ons volk hier
mee geluk moeten wensen of niet.
De tijd zal het leren. Die vrije dag
kan een groot geestelijk goed be
tekenen, als men hem gebruikt voor
ontspanning, hobby's, gezinsleven,
studie, werk voor kerkelijke of
maatschappelijke organisaties. Maar
die dag wordt een plaag en een
last, wanneer men niet weet, hoe
men hem vullen moet. Onlangs
bracht ik een bezoek bij iemand,
die zijn eerste vrije zaterdag door-
voel van dankbaarheid wakker ge
worden! We zouden het op deze
eerste vrije zaterdag druk krijgen
met allerlei dingen, die wij de laat
ste jaren althans niet openlijk had
den kunnen doen: vlaggen uithan
gen, oranje te voorschijn halen, bo
ven water gekomen onderduikers de
hand drukken, plannen bespreken
voor de naaste toekomst, terwijl de
dominee's hun aandacht moesten
besteden aan de dankdiensten op de
volgende zondag. We hebben het
heerlijk druk gehad op deze eerste
vrye zaterdag.
was geweest, dat men daarbij niet
alleen aan de situatie van ons eigen
volk had gedacht, maar ook aan de
behoeften van de achtergebleven ge
bieden. We hebben genoeg fiducie
in ons volk om te vertrouwen, dat
verreweg het grootste deel van onze
arbeidende bevolking het er voor
over zou hebben één of meer uren
langer te werken, als dit de gebie
den, waar honger geleden wordt,
ten goede zou komen. Maar dan
dient er ook een plan opgesteld en
een visie gegeven te worden, die ons
volk aanspreekt.
Ons leven wordt rijker, naarmate
wij het in dienst stellen van God
en de naaste. Dat geldt echter ook
voor het geval, dat de vrije zaterdag
algemeen wordt ingevoerd.
Om slechts één voorbeeld te noe
men: het werk in kerkelijke en
bracht. Toen ik hem vroeg, hoe het
hem bevallen was, antwoordde hij
met één woord: „slecht". Het was
een regenachtige dag; hij had niet
kunnen vissen en tuinieren, en van
lezen en studeren hield hij niet. En
daarom had hij zich dodelijk ver
veeld en zijn vrouw in de weg ge
lopen.
De 5de mei 1945 viel op een zater
dag: het was onze eerste „vrije"
zaterdag. Op de 4de mei, 's avonds
om 8 uur, was door Radio Oranje
meegedeeld, dat de volgende mor
gen om 8 uur de wapenstilstand ge
sloten zou worden en hoewel nie
mand meer op straat mocht komen,
verbreidde het bericht zich als een
lopend vuurtje door onze stad. Wat
zijn we de volgende morgen, voor
zover wij tenminste die nacht nog
geslapen hebben, met een intens ge-
Wij waren vrij, vrij van zorg en
angst en druk, vrij om God te dan
ken en onze medemens onze be
langstelling te tonen.
God heeft gewild, dat wij als vrije
mensen op deze aarde zouden leven.
Daarom verloste Hij Zijn volk Israël
uit de slavernij van Egypte en voer
de het naar het land der belofte.
Daarom bevrijdde Hij ons door
het kruis en de opstanding van Je
zus Christus van de machten van
zonde en dood, opdat wij als blijde
en dankbare kinderen voor Zijn
aangezicht zouden wandelen.
Het is een zegen, als wij nog
werken kunnen en ons dagelijks be
roep kunnen uitoefenen. Als echter
de toenemende produktiviteit het
mogelijk maakte de werkweek te
verkorten, mogen wij dat dankbaar
aanvaarden, hoewel het mij liever
maatschappelijke organisatie rust
dikwijls op de schouders van enkele
mensen, die daardoor overbelast
worden. De anderen hebben er geen
tijd voor of beweren er geen tijd
voor te hebben. Dat argument kun
nen zij straks niet meer aanvoeren.
We willen hiermee niet zeggen, dat
voor dit kerkelijk en sociaal werk
speciaal de zaterdag bestemd moet
worden. Dat zou een dwaze ver
toning worden. Als men echter op
de zaterdag zich kan wijden aan
ontspanning en gezinsleven, komt
er in de week tijd vry voor boven
genoemd werk.
Dan wordt de vrije zaterdag een
zegen voor ons volk.
D. J. VOSSERS
hervormd predikant
te Leiden
Hoewel de Potter«J Ravelli pas een
vijftiental jaren bestaat, zijn de va
zen, figuurtjes, en bakjes tot ver bui
ten Nederland bekend en gewild. Bijna
overal in winkels, bedrijven en
toonzalen staat dit aardewerk, op
vallend door de strakke lijn en de
coratie in sprekende kleurvlakken of
een krachtig zwart-wit.
De potterij bevindt zich in de ge
meente Valkenburg en heeft een
prachtig uitzicht, helemaal tot de dui
nen van Noordwijk. Bij de ingang
staat, hoog en kleurig, een tegelta
bleau in hout gevat. Hierop zijn de ge-
styleerde portretten aangebracht van
alle medewerkers en enkele produkten.
Het is geheel vrijstaand en geeft een
boeiende aanblik, mede door de felle
kleurschakeringen
De Ravelli's (het zijn twee broers)
zijn na de oorlog beroepshalve begon
nen met draaien en bakken, hoewel
alles nog in een experimenteel stadium
verkeerde. Zij hadden namelijk geen
enkele opleiding in dit vak, alleen
Jacob kende het zijdelings door zijn
studies voor tekenleraar. Door hard
werken heeft hij zich dit vak eigen ge
maakt en thans heeft hij de artistieke
leiding en Dick Ravelli de commer
ciële
De eerste opdracht was die voor een
tegelontwerp, gebakken bij een be
vriende steenfabrikant en die opdracht
bracht de bal aan het rollen. Zij bouw
den zelf een eigen oven en er werd een
draaischijf vervaardigd. De ervaring
moest hun alles leren en slechts na
talloze experimenten en mislukkingen
was de oven bruikbaar en werden goe
de zwarte en witte glazuur gevonden.
Naast de draaischijf worden ook vor
men gebruikt, waarmee geheel nieuwe
mogelijkheden waren geschapen. Toch
moeten de figuurtjes en bakjes uit de
vorm nog met de hand bijgewerkt wor
den om een eigen karakter te krijgen.
Het is dus semi-handwerk en draagt
over het algemeen een humoristisch
tintje.
Van begin af aan kocht men gaarne
Ravelli-aardewerk. Waarschijnlijk was,
naast de verrassende oorspronkelijk
heid van alle voorwerpen, de Italiaan
se klank van de naam een belangrijke
factor.
Wat van ver komt, is lekker wordt
vaak gezegd. Toch zijn de Ravelli's
zelfs in hun uiterlijk pur-sang Neder
landers en slechts een oud archief in
Amsterdam vermeldt dat daar lang ge
leden een Ravelli, afkomstig uit het
„Koninkrijk Napels" tot schoorsteen
veger was benoemd.
Naar ontwerp van Jacob Ravelli
worden in de potterij oneindig veel
verschillende dingen gemaakt, als uni
cum of in beperkt aantal. Dit brengt
wel mee, dat een eventuele nabestel
ling hoger in prijs kan komen te liggen,
doordat het model of de vorm opge
zocht moet worden en alles extra moei
te vergt. De variëteit der voorwerpen
is werkelijk verbluffend: vazen, bakjes,
gescheiden artistieke
en commerciële leiding
tegels, kopjes, figuurtjes op mens of
dier geïnspireerd, tegeltableaus, enzo
voorts. De artikelen met een zekere ge
bruikswaarde worden voortdurend ver
kocht, maar ook de vraag naar het
meer luxueuze blijft groot. In televi
siestukken kan men soms schaaltjes en
plastieken zien met het eigen Ravelli-
karakter!
andere voorwerpen van een speciale
kleisoort. Bij het aanmaken van de
specie verbaasde Ravelli zich over de
enorme hoeveelheden water, die nodig
waren om de klei soepel te krijgen.
Maar de vazen werden gedraaid en na
het glazuren en bakken, verzonden. Na
een tijdje uitte de opdrachtgever zijn
grote verbazing over het feit, dat de
voorwerpen de "n na de ander met een
scherpe knal explodeerden in zijn eta
lageruimte! Bij nader onderzoek bleek
dat in plaats van kwarts per ongeluk
gips was gebruikt. Dit verklaarde dus
ook de grote hoeveelheden water bij
het aanmaken!
Steeds werkt Jacob Ravelli aan
nieuwe ideeën voor glazuren en vorm
geving. Het volmaakt gladde en foutlo
ze dat sinds de eerste wereldoorlog
Jacob Ravelli in zijn atelier aan de arbeid.
Het vervaardigen van tegeltableaus
heeft Ravelli's voorkeur; o.a. het ta
bleau op Valkenburgs paardenmarkt
is van zijn hand, doch orders voor dit
werk komen vanzelfsprekend niet da
gelijks binnen.
De Jaarbeurs is iedere keer een ze
nuwslopende tijd en daarna komt de
uitvoering van de talrijke opdrachten.
Eens bestelde iemand enkele vazen en
werd gevraagd, maakt langzamerhand
plaats voor rijkere, warmere vormen,
ontworpen uit een vol levensgevoel.
Hiervan getuigen ook de ontwerpen
van Ravelli, met hun sterk-individua-
listische vormgeving. Steeds scheppend
en vernieuwend werkt de pottenbakker
aan vazen en plastieken, die een sie
raad zijn in elk interieur!
ANNE MALGRc.
Dank zij tv. uitzending Anders dan anderen
r (Van onze Amsterdamse correspondent)
Kent U haar nog? Op 19 februari 1959 verscheen ze op het televisiescherm,
een majoor van het Leger des Heils, als hoofdpersoon in Bert Garthoffs pro
gramma „Anders dan anderen". Op die avond leerde heel Nederland majoor A.
M. Bosshardt kennen en wat nog belangrijker was: ook het werk van het good
willcentrum van ,,'t Leger" op de walletjes van Amsterdam, waarvan majoor
Bosschardt de gangmaakster was en is.
En weet U het nog? Tijdens die televisie-uitzending stroomden er giften binnen
giften in geld en natura, spontane reacties van mensen uit alle delen van het
land, die wilden bijdragen aan de totstandkoming van een gebouw, waarin de
majoor met haar staf het zich steeds uitbreidende goodwillwerk zou kunnen
voortzetten.
Het is nu ruim twee jaar verder. Van de f. 200.000, die nodig zijn voor de aan
koop, restauratie en inrichting van het vroeg-17de eeuwse pand Oudezjjds-
Achterburgwal 45 zijn, met inbegrip van de subsidies voor het instandhouden
van dit monument, f. 170.000 bijeen. Nog f. 30.000 ontbreken, maar inmiddels zijn
j de werklieden in het aangekochte huis aan het werk gegaan. Zij zullen trachten
het gebouw voor het eind van het jaar op te leveren, zodat het kerstfeest in
j „eigen home" kan worden gevierd. Dan zullen daar de bijeenkomsten van de
j Vrouwenbond worden gehouden en krijgt de bejaardensociëteit een zaaltje,
evenals het jeugdwerk. En zelfs zal er gelegenheid zijn voor het opnemen van
vrouwen en meisjes, die in deze buurt zonder onderdak komen. Dat alles zal
tegen het eind van het jaar mogelijk zijn alsdie f. 30.000 er komen.
Deur altijd open
Met het Nederlandse hoofdkwartier
van het Leger des Heils op de
kop van de Zeedijk zijn heils
officieren en -soldaten geen onbekende
verschijningen voor de bewoners van
„donker Amsterdam". Maar als men
het heeft over „de majoor" dan be
doelt men majoor Bosshardt, die jo
viale, jonge vrouw, die dag en nacht
klaarstaat om in materiële of geeste
lijke nood verkerende buurtgenoten te
helpen, die met de mensen spreekt in
de taal van hun milieu en die temid
den van de meisjes uit „het leven' 'een
huis bewoont aan de Oude Zijds Voor
burgwal, waarvan iedereen in de wijk
weet, dat de deur daar altijd openstaat.
Ze heeft pioniersarbeid verricht, deze
vrouw, waarvoor menige stoere vent
een stapje opzij zal gaan. Ruim twaalf
jaar geleden kreeg zij van de comman
dant de opdracht in Amsterdam een
goodwillcentrum op te bouwen. Zonder
onderdak, zonder geld. Het was een
haast bovenmenselijke opgave.
Op 8 oktober 1948 noteerde de ma
joor in haar dagboek: „Om 10 uur
vrijdagavond gingen donker Amster
dam in kapt. Werkman, lt. Booij, kapt.
Bosshardt. We verkochten 40 strijdkre
ten en hadden veel goede gesprekken".
Het staat er zo simpel, maar er was
moed voor nodig om een aanval te
doen op de wereld vijandige walletjes.
Hoe zouden de meisjes achter de ra
men, in de deuropeningen en in de
bars reageren? Zouden de caféhouders
de Heilsofficieren wel toelaten? Was er
tegenactie te verwachten van de pro
fiteurs. de louche nietsnutten, die de
buurt bij honderden telt?
Het zijn moeilijke jaren geweest, met
veel ups en downs. Maar majoor Boss
hardt spreekt nooit over de downs en
onder alle omstandigheden werkt zij
met de inzet van haar gehele persoon
lijkheid noest door aan de uitbreiding
van het goodwillwerk. Een van haar
levensregels is: ook deze mensen moe
ten worden geaccepteerd als medemen
sen; men kan de zonde haten, terwijl
men de zondaar om Christus* wil lief
heeft.
Talloze taken
In datzelfde jaar 1948 werd begonnen
met openluchtbijeenkomsten. De
eerste drie jaren van het bestaan
van het goodwillcentrum werd vrijwel
uitsluitend op straat gewerkt. Slechts
het spreekuur van de majoor had bin
nenshuis plaats, in een kamertje op
het hoofdkwartier.
Toen er behoefte kwam om de men
sen in groepen bijeen te hebben voor
clubwerk en dergelijke was een eigen
gebouw noodzakelijk. Dat gebouw is
gekomen in de vorm van het uit 1581
daterende huis „d'Leuwenburgh" aan
de O.Z. Voorburgwal 14, waar beneden
enkele kleine vertrekken zijn, waar de
administratie wordt verricht en zeer
bescheiden bijeenkomsten kunnen
worden gehouden. De bovenverdiepin
gen zijn in gebruik als woonruimte
voor de majoor en haar staf.
Wat doet zo'n goodwillofficier? Zij
leidt de samenkomsten van kinderen
en volwassenen op zondag, zij bestuurt
de gezinsbond en de vele clubs, z
legt bezoeken af bij bejaarden, zieken
en gezinnen met moeilijkheden, zij or
ganiseert uitstapjes voor verschillende
groepen mensen, die daar anders nooit
aan toe zouden komen, zij verzamelt
en verspreidt kleding en voeding enz.
enz. Majoor Bosshardt ka ndat alles
niet alleen doen. Naast haar vaste me
dewerkster steunt zij op de hulp van
vele vrouwen, die buiten het dienst
verband van het Leger des Heils de
handen uit de mouwen steken.
En er is altijd wat te doen. Bejaar
den moeten worden begeleid naar het
tiekenhuis, er moeten boodschappen
Worden gedaan voor zieke huismoeders,
het A.O.W.-geld moet worden gehaald
voor oudjes, die aan huis zijn gebon
den. Ook de niet-heilsoldaat moet in
de gelegenheid worden gesteld om
daadwerkelijk mee te doen aan het
verbeteren van de samenleving, vindt
majoor Bosshardt.
Samenkomsten in kroegzaaltje
De zondagsbijeenkomsten? Deze
konden pas in oktober 1952 be
ginnen. In „d'Leuwenburgh" is er
geen ruimte voor, maar na lang zoe
ken heeft men een zaaltje gevonden
achter een café in de Oude Zijds Arm
steeg. dat vijf gulden huur voor een
zondagochtend kost. Een zaaltje, dat
in noodgevallen en voor bruiloften en
partijen wordt gebruikt, maar dat
meer weg heeft van een stal.
Ach, dat gebeurt wel eens, dat zon
dagsmorgens eerst even de feestversie
ring van de vorige dag moet worden
weggehaald^ dal dn.Sjfoer moefe worr
den gereinigd. Soms ook is de man, die
de sleutel bewaart, zoek en dan moet
de majoor de buurt afzoeken om te
zien, waar hij deze keer de nacht door
brengt. En het is wel eens voorgeko
men, dat men ergens voorzichtig een
deur moest intrappen om bij de sleu
tel te komen. Zo'n zondagochtendbij
eenkomst moet immers doorgang vin
den? In zo'n café staat men er ook
niet altijd bij stil, dat het Leger de
volgende dag het zaaltje nodig heeft.
Majoor Bosshardt vertelde ons: „we
maken wel eens mee. dat er zondags
morgens in een nis van het zaaltje een
man en een vrouw liggen te slapen.
Het is natuurlijk niet leuk voor ze om
verjaagd te worden. Ach, dan stel ik
wel eens voor. dat ze of onmiddelijk
verdwijnen o f doodstil blijven liggen
tot onze bijeenkomst is afgelopen. En
dan blijven ze wel eens liggen en dan
wordt het evangelie verkondigd met
die twee daar op de matras zonder dat
de aanwezigen iets in de gaten heb
ben
Tussen café en verdacht huis
Twaalf jaar goodwillcentrum. De
vrouwenclub telt inmiddels 120
leden, de jeugd heeft een fijne
drumband gevormd, waar de hele Wal-
letjesbuurt plezier in heeft. Voor die
clubbijeenkomsten is ruimte nodig,
evenals voor de activiteiten, die thans
nog noodgedwongen op bescheiden
schaal plaatshebben.
Majoor Bosshardt heeft ons vol trots
laten zien. waar die ruimte komt, die
de „huiskamer van de buurt" moet
worden. Ja, Bert Garthoff had ze ook
geroepen, want zonder die gedenk
waardige tv-uitzending was dit nooit
zover gekomen. De laatste jaren is het
aangekochte pand O.Z. Achterburgwal
45 als pakhuis in gebruik geweest,
maar nu wordt het onder toezicht van
Monumentenzorg weer zoveel mogelijk
teruggebracht in zijn oorspronkelijke
staat. Want in de 17de eeuw was dit
het woonhuis van de familie Van Ruy-
tenburgh. Kent u Willem van Ruy-
tenburgh? U hebt hem vast wel eens
gezien: hij staat op Rembrandt's
„Nachtwacht" naast kapitein Frans
Banning Cocq als luitenant in fonke
lend geel en wit goudborduursel, mar
tiaal met ruiterlaarzen en sporen. Voor
het als pakhuis in gebruik was, stond
het bekend als „Het Huis Ruyten-
burgh". Die naam wordt straks in ere
hersteld, zodat het goodwillcentrum
dan over twee „Burghen" zal beschik
ken.
Het is nu nog een ruïne, maar de
tekening laat zien hoe straks die lang
gerekte benedenverdieping een fraai
zaaltje met podium wordt, waar de sa
menkomsten feestelijke gebeurtenissen
zullen zijn.
„Ruytenburgh" staat geklemd tussen
een café en een verdacht huis en
misschien meer nog dan thans gebeurt,
zal het in de toekomst voorkomen, dat
er dronken zeelui lallend binnenzwab-
beren en om koffie vragen. Dan zal de
majoor hun op niet mis te verstane
wijze duidelijk maken, dat ze ze eigen
lijk liever een pak slaag zou geven,
maar dan toch de koffie inschenken.
Dan zullen ze tenslotte toch stil wor
den, wanneer majoor Bosshardt gaat
spreken en het heeft over „deze won
derlijke uitgaanswereld, waarin zoveel
vertier is en toch zo ontzettend veel
eenzaamheid". En als ze weggaan zul
len ze de collectebus niet voorbijlopen,
want geld hebben ze genoeg
Dcg en nacht
Het goodwillcentrum van majoor
Bosshardt. het huis. waar de
deur altijd openstaat. De vijf
daagse werkweek zal hier nooit worden
ingevoerd. Daar brandt het licht tot
diep in de nacht, daar vinden ze een
gastvrij onthaal, de meisjes, die tot
wanhoop zijn gedreven, de afgetobde
vrouwen met hun zware zorgen, de
mannen, die door het leven knock-out
zijn geslagen en geen kans hebben
gezien weer overeind te komen.
Daar komt ook de post binnen.
Brieven als: „„Zeer geachte majoor
dame, gaarne een mantel en een sje-
pon en kouzen een paar
stukkies kleding, daar wij oude men
sen zijn en allebei niet goed kunnen
lopen en wij hebben staatspesoen",
de groete van mijn dochter en
dat ze vrij is gebleve, ze komt vrijdag
wel even bedanke mejoor voor de
goede rapporten", en onderge
tekende mankeert een fesoenlijke pan
talon. ik heb alleen een stukkende
En dan brengt de post gelukkig ook
af en toe een postwissel of een giro
strookje met bedragen, die de hoop
wettigen, dat de ontbrekende dertig
milieuvoor het nieuwe gebouw vóór het
eind van het jaar bijeen zullen zijn.
Overdag het lenigen van de mate
riële nood; 'savonds en 'snacht ligt
de nood dieper dan gaat het om de
nood van zondige harten. Dan zwer
men majoor Bosshardt en haar mede
werksters uit voor het brengen van de
blijde boodschap, die redt van alle zon
den. Daar zingen zij van, daar getui
gen zjj van. Zij houden de buurt voor,
dat er redding is voor iedereen. Voor
de vrouwen van het Oudekerksplein,
voor de vrouwen in de Trompettersteeg
en langs de grachten, voor de kroeg
en hun cliëntèle in de tientallen kroe
gen op de Zeedijk. Waar zij komen
wordt het stil en sommige vrouwen
sluiten hun „zaak" en komen buiten
staan luisteren naar de liederen, die
toch nog ergens in hun hart een ver
borgen snaar schijnen te raken:
„Ik heb een boodschap, een bood
schap van Jezus:
Verkoop niet uw ziel voor een luttel
genot.
Voorbij gaat de wereld, voorbij haar
vermaken,
En de eeuwigheid vindt u gescheiden
van God".
Majoor Boshardt: men kan
de zónde haten, terwijl men de
zondaar liefheeft