WILL VAN ZOELEN spoRtief PORtRGt Suggestie Nieuw groot weerstandsvermogen van de diverse effectenbeurzen Hij heeft het zelf bewezen Weer gunstige oordelen over de Nederlandse economie ZATERDAG 29 APRIL 1961 Tafeltennisser kijkt terug op lange succesvolle loopbaan „Met veel spelen kan je een heel eind komen" .Ik heb nog nooit zo genoeg lijk gespeeld als in Scylla". Wanneer zoiets gezegd wordt door een man als Will van Zoelen, dan mag men dat in de Leidse tafeltennisvereni ging beslist als een groot com pliment opvatten. Will van Zoelen is immers niet de eerste de beste in de tafeltenniswereld. Het heeft destijds ook nogal wat opzien gebaard, dat Jiij Sparta verliet om de gelederen van Scylla te gaan versterken. „Er was echter geen sprake van ongenoegen", vertelde Will ons zelf. „Ik wilde alleen de touwtjes wat laten vieren. Bij Sparta stonden genoeg talentvolle spelers te dringen om mijn plaats in te nemen en daar ik naar Noordwijk ver huisde, gaf ik er de voorkeur aan in de Leidse vereniging te gaan spelen". Van dat „touwtjes vieren" is overigens nie* zo heel veel te recht gekomen, want met Will van Zoelen in hun midden wa ren de Leidenaars oppermach tig in de overgangsklasse en nog datzelfde jaar het was 1954 promoveerde het eerste team naar de hoofdklasse. Daarin heeft het zich door de jaren heen gehandhaafd, al heet dat nu ereklasse. Vanzelfsprekend heeft Will van Zoelen dat niet alleen gekund. In die jaren heeft hij voorname lijk gespeeld naast Hans van der Voort, Otto Verkerk, Lex Karamoy en de Alphenaar Piet van der Laken. Ook dit seizoen 1boksen zij zich er weer aardig doorheen. „Toch merk ik, dat ik iets afzak", merkte Will van Zoelen op. „Ik word ook een jaartje ouder. Ik hen nu al 43 en waarschijnlijk de oudste speler, die nog in de ereklasse uitkomt". „Waar speelt Scylla eigenlijk?". Er trok een schaduw over zijn scherp getekend, smal gezicht. „Aan het Rapenburg. Nummer 52. Het gebouw heeft iets weg van een stokoud universiteitsgebouw. Het dateert waarschijnlijk uit de zestiende of zeventiende eeuw. Het water druipt van de muren. En het tocht er verschrikkelijk. Zet het er maar in, mijn zegen heb je. Het kan geen kwaad. Al is het alleen maar, opdat men zich reali seert, dat het daar niet goed gaat. Daar kan niets worden gedaan. En het hoofd van de school laat dan nog weten: dit is verboden en dat is ook verboden. Op het laatst kan je alleen nog maar zeggen: Ja maar, meneer, wat mag er nu eigenlijk wel Gebrek aan ballen Wanneer men de carrière van iemand onder de loep neemt, moet men toch ergens beginnen. Bij een sportman heeft het weinig zin tot zijn prilste jeugd terug te gaan. Laten we daarom niet verder terug gaan dan de oorlogsjaren. Toen ta feltenniste Will van Zoelen als een zeer veelbelovende jongere bij de vereniging „Animo" in de eerste- klasse van de afdeling Amsterdam. Nu ja, tafeltennissen„In die tijd speelden wij met gerepareerde ballen", herinnerde hij zich lachend. Overigens heeft dat niet zo bar lang geduurd, want na enke le jaartjes ging datzelfde „Animo" heel rustig ter ziele. Niet wegens gebrek aan animo. Gewoon geen ballenDie balletjes moesten uit het buitenland komen. Door de oorlog stond de invoer vanzelfspre kend stil. Wat er was, werd zolang mogeliik gebruikt. Was een balletje stuk, dan kon men met aceton heel veel doen, maar op het laatst waren er geen balletjes meerEn zo die er nog waren, dan was er geen aceton. „Jammer eigenlijk. We waren toen net kampioen van de afdeling en landskampioen geworden", mij merde Will nog na. Na de oorlog duurde hèt niet lang of de gerenommeerde spelers von den elkaar weer: Cor du Buv, Henk Clausen en de gebroeders Danner. In een gesprek met Will van Zoe len over het verleden kan het niet anders of men komt de naam van Cor du Buv talloze malen tegen. Aanvankelijk speelden zij samen in die concentratie van sterke sDe- lers: het Amsterdamse A.M.V.J. Cor ging echter al spoedig terug naar ziin oude vereniging Sparta, maar Will van Zoelen bleef in de hoofdstad met Henk Clausen. Thijs Valkema, de gebroeders Danner (beiden arts) e.a. in de hoofdklasse spelen. Demonstraties Maar dat wil niet zeggen, dat hij Cor du Buy uit het oog verloor. Integendeel, met de landskampioen gaf Will van Zoelen overal in Ne derland tot in de kleinste gaten toe demonstraties. Het tafelten nis was toen in een snelle opmars. „En het leuke is, dat tafeltennis een van de weinige sporten is, waarin geen verschil gemaakt wordt tussen amateur en prof. Zie je kans betaald te worden voor je spel? Heel goed, de nationale of in ternationale bond zal je geen duimbreed in de weg leggen. Er werd dus wel wat aan die demon stratiepartijen verdiend. Internationaal zijn er twee heel snrekende voorbeelden te geven: de Hongaren Barna en Szabados, die na de oorlog naar Engeland zijn uitgeweken. Barna is praktisch mil jonair geworden in de tafeltennis sport. En Szabados bezit een van de grootste tafeltenniszalen ter we reld. Die staat in Melbourne. Men kan daarin wel honderd tafels vin den". Trouwens, Cor du Buy heeft ook in de sport verder zijn brood ver diend. Hij kwam in een zaak van sportartikelen. „De samenwerking tussen ons werd steeds beter en duurde dan ook niet lang of ik werd eveneens in de firma opgenomen", aldus Will van Zoelen. Naar Sparta In 1947 degradeerde het eerste team van A.M.V.J. naar de over gangsklasse. De „concentratie van sterke spelers" was wat uiteen ge vallen. „Ik elf kwam toen juist wat meer naar voren. Ik werd voor se lecties en dergelijke uitgekozen. Men vroeg mij of ik ook in Sparta wilde komen. Dat heb ik gedaan. In prettig overleg met A.M.V.J. overigens, waar iedereen van oor deel was dat het voor de ontwikke ling van mijn spel inderdaad beter was als ik naar Sparta ging. Neen, het ging echt in den gemoede". Dus speelden Cor en Will ook sa men in één vereniging. Ze stonden alleen nog maar tegenover elkaar bij de Nederlandse kampioenschap pen. Daardoor is Will er nooit in geslaagd de titel te behalen. Cor was te sterk. Wel is Will vele malen dubbel- en mixedkampioen geweest, maar nooit in het enkelspel. En toen hij in 1952 in Den Bosch ein delijk op weg leek naar de zo vurig begeerde titel, liet hij de winst op het allerlaatste ogenblik toch nog glippen. Slechts éénmaal heeft hij Cor du Buy kunnen slaan in een finale, maar dat was tijdens de ma- rathonwedstryiden om de N.T.C.C.- cup. In één opzicht heeft Will zijn „eeuwige" rivaal echter de loef af gestoken. Zevenmaal heeft hij deel genomen aan de wereldkampioen schappen. Eenmaal is het hem ge lukt door te dringen tot de laatste zestien. Dat was in 1950 te Wenen. Totnutoe heeft geen Nederlander hem dit nagedaanZelfs de in middels naar Australië geëmi greerde Cor du Buy niet. Wel bereikte hij de laatste acht in het dubbelspel. In 1953 te Boeka rest. „Uitgeschakeld door de Hon garen Koczian en Sido", zeggen de notities in de agenda van Van Zoe len. En dat is bepaald geen schan de! Zuur debuut We wilden nog meer weten. „Van de eerste maal af, dat ik aan de wereldkampioenschappen meedeed tot 1955 toe heb ik vrijwel onafgebroken in het Nederlandse team gespeeld". Dat komt dan neer op ongeveer 55 landenwedstrijden, de wereldkampioenschappen niet meegerekend. Dat lange optreden in ons natio nale team is wel erg zuur begonnen. De allereerste maal, dat Will van Zoelen daarin mocht optreden was tegen Hongaren. „Ik was de eerste, die achter de tafel kwam te staan tegen.Fe- renc Sido! Het inspelen ging nog, maar toen het eenmaal ernst was, bracht ik er niet veel van terecht. Ik was hypernerveus. Sido serveerde eerst en scoorde prompt vijf punten. Ik kon er niets tegen doen. Dat kwam voorname lijk door die verschrikkelijke „spin", die bij met zijn vingers aan de bal gaf. In Nederland was dat toen ook nog toegestaan, maar praktisch niemand maakte er gebruik van. Cor du Buy kreeg trouwens ook klop met net zoveel als hij maar wilde.In mijn daarop volgende service maakte ik zowaar één punt. Toen Sido weer en ik kreeg geen bal goed terug: 141. Bij mijn vol gende service produceerde ik weer een puntje, waarna Sido geen foutje maakte212.Ik stond er echt een beetje voor aap bij. In de twee de game ging het wel iets gunstiger, maar alleen omdat Ferenc Sido wat medelijden had!" Zweedse heksenketel Een van zijn aardige internatio nale ervaringen was een trip van veertien dagen door Denemarken en Zweden. Illlllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll w-v "x - „Ik ben een zeer verwoed lezer van het Leidsch Dagblad", vertelde Will van Zoelen ons. „Ik heb dus ook het uit gebreide stuk gelezen, die daar in stond over de sportweek welke dit jaar in de Sleutelstad in het kader van het 25-jarig bestaan van de Leidse Sport stichting wordt gehouden. Een ontegenzeggelijk lijvig program ma. Maar hoewel Scylla in de ereklasse speelt en Docos in de hoofdklasse, heb ik moeten con stateren, dat er totaal geen ruimte is vrijgemaakt voor het tafeltennis". „Laat ik dan de suggestie aan de hand mogen doen om het Nederlands team te laten uitkomen tegen de oud-inter nationals. Het zou iets uniek voor Nederland zijn. Men zou het beste tafeltennis te zien krij gen, dat in ons land mogelijk is." 1 Jl ■Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll „We waren met zijn vieren: Cor du Buy, Jan Scheffer, Wim Stoop en ik. Er was geen official bij. Hoogtepunt was de interland Dene markenNederland in een prach tige sporthal, die eigenlijk alleen voor badminton bestemd was. We wonnen met 81. Die ene wedstrijd verloor ik!" „Daarna gingen we door allerlei Zweedse stadjes toex-en. We hadden nogal moeite met de taal, want er waren niet zoveel personen te vin den, die Engels of Duits spraken. In de havènplaats Sundsvall moes ten we tegen het sterke Zweden aantreden. We kregen direct na aankomst een programma in de handen gedrukt, waarop alles van minuut tot minuut stond vermeld. We werden steeds maar bezigge houden. Zó erg, dat het niet leuk meer was. We moesten waterwer ken bezichtigen en weet ik wat meer. We hadden geen moment voor ons zelf. Het heeft ons heel wat moeite gekost om een uurtje vrijaf te krijgen". „Er werd gespeeld in een onge looflijke mooie sporthal. Een van de mooiste, die ik ooit gezien heb. Er was plaats voor vierduizend toe schouwers. Dagen tevoren was het uitverkocht. We hadden niet veel hoop op de uitslag. Nederland had en heeft nog nooit van Zweden kunnen winnen. Cor stelde het team samen. Ik was bepaald niet in vorm, maar toch gaf hij aan mij de voorkeur boven Jan Scheffer. Ik vond het zelf niet helemaal fair. Het was op een zon dagmiddag. Dat weet ik zo goed, omdat Co Hoogendoorn van de ra dio voortdurend contact had met Sundsvall om te weten, hoe de stand was. We begonnen hoopvol. We kwa men met 31 voor te staan. Cor won twee partijen, maar Wim Stoop was wat uit vorm. Hij kon zowat geen punt scoren. Met mij zelf ging het wonder boven wonder ook goed. Ik won eveneens twee partijen. Vier punten hadden we dus al. Maar de Zweden liepen die achterstand helemaal in: 4—4." „De laatste partij moest de be slissing brengen. Van Wim Stoop hing dus alles af, want hij moest nog een wedstrijd spelen. Het was een zenuwpartij. En al die tijd hing Hilversum maar ongeduldig aan de lijn. Het was een heksen ketel. De Zweden loeiden en gilden. Steeds als een rally door de Zweed met succes werd afgesloten daverde het applaus. Maar als Stoop iets goeds deed, kon je een speld horen vallen. We konden het niet meer aanzien, zo spannend was het. Helaas, Stoop verloor U mag het gerust weten, maar we hebben toen als grote knapen met zijn vieren een potje staan grienen, hoewel Nederland tegen Zweden nog nooit zo'n gunstig resultaat (5—4) bereikt had. Het was dé wedstrijd van Cor en mij". Afscheid In 1955 werd Will van Zoe len voor het laatst gekozen voor de wereldkampioenschappen te Utrecht. Men gaf aan hem de voorkeur boven krachten als Onnes, Schoofs en Gimbel. „Het verwonderde mij wel een beetje, want het jaar daarvoor had mijn spel al slijtage vlekjes ver toond. Maar goed, ik kreeg de kans om mijn internationale carrière af te sluiten en ik geloof, dat ik het goed heb gedaan. De laatste ont moeting, waaraan ik meedeed, was tegen Italië. Nederland won met 54, doordat ik in het laatste, zeer enerverende duel Molina versloeg". Dit tetekende dus het einde van de internationale loophaan van een speler, die van zichzelf heweert, dat hij geen talent had voor het tafeltennis „Het is een kwestie van vast heid. Dat krijg je door veel te spelen. Trainen, trainen, trai nen. Tot het oneindige. Het kan ook anders. Onnes bijvoorbeeld is een natuurtalent. Maar ik was helemaal geen talent. Het is echter gebleken, dat je door machtig veel te spelen een heel eind kan komen". Gevaar voor overwaardering der aandelen (Van onze financiële medewerker) Als er de laatste weken één ding is komeS vast te staan, dan is het wel dit, dat de effectenbeurzen over een ongekend weerstandsvermogen beschikken. De gebeur tenissen in Laos, Cuba en deze week in Algerije zijn op het internationale politieke vlak zeker niet te bagatelliseren en het daaruit voortvloeiende oorlogsgevaar zou in vroeger tijden weinig minder dan een krach hebben veroorzaakt. Ditmaal niets daarvan! Wel is het indexcijfer voor de industriële aandelen te New York van zijn hoogste stand (696.72) tot 672.66 gedaald en ging het algemeen indexcijfer op de Amster damse beurs van ca. 484 op 18 dezer tot 455.84 op 24 dezer terug, maar reeds dinsdag, toen de beslissing in Algerije nog niet was gevallen, veerde de Amster damse beurs weer op, waarop New York met een herstel van ca. 10 punten volgde, toen bleek, dat De Gaulle met bewonderenswaardige doortastendheid Frankrijk voor de zoveelste maal van de ondergang had gered. Zo zijn de effectenbeurzen tegen het midden van de week weer „tot de orde van de dag" overgegaan, wat in dit geval wil zeggen dat men weer oog kreeg voor de economische verschijnse len, welke als de normale bewegings factoren voor de fondsenhandel moeten worden beschouwd. Wat de Newyorkse beurs aangaat heeft de stijgende staalproduktie gedu rende vyf zes achtereenvolgende we ken, zomede de grotere produktie van automobielen blijkbaar nogal indruk gemaakt, terwijl voorts de cijfers van het eerste kwartaal 1961, hoewel me rendeels lager, zijn meegevallen en de hoop wekken dat het tweede trimester het einde van de recessie meer over tuigend zal aantonen. De door Kennedy voorgestelde belastingmaatregelen, wel ke een accrès van ca. 1 miljard dol lar voor de staatskas zullen opleveren, hebben de beurs blijkbaar niet veront rust, omdat tegelijkertijd een nagenoeg gelijk bedrag aan de schatkist zal wor den onttrokken voor de concessies, welke zullen worden gegeven ten behoeve van vernieuwing en modernisering van het Amerikaanse produktie-apparaat. Deze worden noodzakelijk geacht om de V.S. in staat te stellen de concurrentie op het gebied van prijs en kwaliteit, met name tegenover het buitenland te ver gemakkelijken, terwijl verdere voorstel len tot belastingherziening in het voor uitzicht zijn gesteld. Hoewel de Amerikaanse aandelen markt zich op een nooit gekend hoog koersniveau bevindt, de rendementen derhalve laag en de koers winstverhou dingen merendeels zeer hoog zijn, blijft de grondtoon in Wall Street vast, een omstandigheid, waarvoor de Europese beurzen nog altijd uitermate gevoelig zijn. Temeer is dit het geval omdat de Europese economie geen tekenen van inzinking toont, maar zich, zij het in wat vertraagd tempo, in opgaande ljjn blijft ontwikkelen. De Europese Com missie heeft als haar verwachting uit gesproken dat, ondanks de onzekerheid ten aanzien van de wereldconjunctuur en de revaluatie in West-Duitsland en Nederland, de economische expansie in de landen van de E.E.G. zal aanhouden, ook al zal de groei waarschijnlijk kleiner zijn dan die In 1960. Toen was ze 7 - voor 1961 wordt ze op 4)4 a 5)4 geraamd. Wat Nederland betreft wordt een voortduur van de binnenlandse spannin gen verwacht en een voortzetting van de restrictieve politiek van de regering, welke door de revaluatie wordt verge makkelijkt. Voor de verwachte stijging van de lonen met 5 en de belasting verlaging per 1 juli acht zij voldoende ruimte op de betalingsbalans aanwezig. Deze zienswijze klopt met het oordeel van de president van de Ned. Bank, die in zijn jaarverslag een vrij opti mistische beschouwing over de Neder landse economie heeft gegeven. De stijging van het nationaal inkomen is in het afgelopen jaar weer groter ge weest dan in 1959. Toen een vooruit gang van f. 36.3 miljard tot f. 38.7 miljard, dat is met 6.7 in het afge lopen jaar een toeneming tot f. 42.5 miljard, dat is met rond 10 Doordat de ontwikkeling van het verbruik bij de stijging van het nationaal inkomen is achtergebleven, ging de spaarquote van 22 tot 23)6 vooruit, zij het ook dat dit voornamelijk aan de kleinere overheidsuitgaven was te danken. In zoverre beschouwt de president die stijging dan ook als een tijdelijk verschijnsel, wat niet wegneemt dat de omvang van de particuliere bestedingen tot dusver geen verontrustende vormen heeft aangenomen. Het saldo van de betalingsbalans moge dan voor 1960 la ger zijn geweest dan dat van de beide voorgaande jaren (f 1.083 miljoen te gen f. 1.606 miljoen in 1959 en f 1.661 miljoen in 1958), het is nog altijd zo groot dat het een verdere vermindering, uit monetaire oogmerken wenselijk, kan verdragen. De ontwikkeling van de Nederlandse handelsbalans zal daartoe in het lopen de jaar zonder twijfel bijdragen. Terwijl in het eerste kwartaal van 1960 het in- voersaldo ruim f. 500 miljoen beliep, was dit in 1961 f. 823 miljoen, door dat de invoer in sterkere mate stijgt dan de uitvoer. Het grote knelpunt blijft voorlopig de schaarste aan goed perso neel, die voor een gewenste toeneming van de industriële produktie een bedrei ging vormt en de regering huiverig maakt voor een al te snelle invoering van de vijfdaagse werkweek. Ook deze week heeft het merendeel der jaarverslagen de aandelenmarkt in haar optimisme gesteund en het buiten land gelijk gegeven in de gunstige be oordeling van het Nederlandse bedrijfs leven en de daarop gebaseerde aanko pen op de Amsterdamse aandelenmarkt. In 1960 was het bedrag daarvan weer hoger dan in 1959 (1.055 miljoen tegen f. 830 miljoen), waardoor het bedrag voor de laatste drie jaar tot ruim f. 2,3 miljard is gestegen. Ook in 1960 was Amerika weer de voornaamste koper, als tweede gevolgd door Zwitserland. Hiertegenover stonden in het afgelo pen jaar Nederlandse aankopen van bui tenlandse fondsen tot een bedrag van 463 miljoen, doordat voor bijna f. )6 mil jard Duitse fondsen werden gekocht, wat wel meest obligaties zullen zijn geweest. Nog altijd blijft de belangstelling van de Nederlandse belegger voor deze waar den bestaan, ook al treedt langzamer hand een daling van de Duitse rente stand in. Toch maakt men van goede Duitse obligaties nog altijd ca 5 rendement, terwijl dit voor de Neder landse staatsobligaties e.d. niet meer Bezoek president van Oostenrijk Van 1619 mei De Rijksvoorlichtingsdienst deelt mede, dat voor het staatsbezoek, dat de president van Oostenrijk van 16 tot 19 mei aan H.M. de Koningin en Z.K.H. de Prins der Nederlanden zal brengen het vol gende programma is vastgesteld. dan 3 3/4 4 1/4 bedraagt. De reva luatie heeft zowel het Duit-se als het Nederlandse krediet versterkt, zodat de Duitse regering opnieuw maatregelen heeft genomen om de toevloed van bui tenlands kapitaal af te remmen en men een discontoverlaging blijft verwachten. De monetaire reserves zijn in Duits land reeds tot DM 32 Vs miljard geste gen. Zo blijven de factoren, die aan de opwaartse tendens van de Amsterdamse aandelenmarkt ten grondslag liggen, on verminderd bestaan. Uit het verslag van de N.B. is gebleken dat behalve door het voordelig saldo van het effecten verkeer met het buitenland, ook het binnenlandse aanbod van kapitaal is gestegen, zodat de bij de handelsban ken gedeponeerde gelden van f. 6.9 mil jard uit. 1959 tot f. 7.8 miljard uit. 1960 zijn toegenomen, waaronder de spaargelden van f. 494 miljoen tot f. 915 miljoen. Niettemin wijzen de te goeden bij de spaarbanken ook nog elke maand een belangrijke vooruitgang aan. Per 1 april jl. bedroegen deze tegoeden voor de particuliere spaarbanken f. 2.952 miljoen tegen f. 2.841 uit. 1960 en f. 2.505 miljoen uit. 1959. Het is duidelijk dat onder de hierbo ven genoemde omstandigheden het ge vaar voor een overwaïfrdering van de Nederlandse aandelen toeneemt. De president komt dinsdagmorgen 16 mei om 10.44 uur met de Nederlandse koninklijke trein op het station Staats spoor in Den Haag aan. Per calèches wordt naar het Huis ten Bosch'gereden in dit paleis zal de president van 16 tot 19 mei verblijf hou den alwaar kort na aankomst de hoofden der diplomatieke missies hun opwachting zullen maken. Na het noen maal zal Amsterdam bezoèht worden. De president zal een krans leggen bij het Nationaal Monument. De ontvangst door het gemeentebestuur van de hoofdstad vindt in het Stedelijk Museum plaats, dat tevens bezichtigd zal worden. Daar na begeeft men zich naar 't Rijksmuse um, waar enige der belangrijkste schil derijenzalen worden bezocht. Het bezoek van Amsterdam wordt besloten met een rondvaart door de grachten, 's Avonds vindt in de oranjezaal van het Huis ten Bosch een gala-diner plaats, waaraan ook de Prinsessen Beatrix en Irene zul len aanzitten. De morgen van de 17e mei is bestemd voor een bezoek aan Rotterdam. Na een bezoek aan de Euromast wordt naar de residentie gereden, waar de ministerraad in de Trèveszaal aan het Binnenhof het noenmaal zal aanbieden. De president heeft het voornemen 's middags in de Witte Sociëteit de Oos tenrijkse kolonie in Nederland te ont vangen. Het gemeentebestuur van Den Haag biedt 's avonds in de Kon. Schouwburg een voorstelling aan, die verzorgd zal worden door het Nederl. Ballet in sa menwerking met het Residentie-Orkest. Donderdag 18 mei zal de president via Edam naar Volendam rijden. Daar ligt het koninklijk jacht Piet Hein ge reed, dat de president naar Lelystad (O. Flevoland) zal brengen. In Lelystad zal een uiteenzetting van de Zuiderzeewer ken worden gegeven. Langs de in uit voering zijnde werken vaart de Piet Hein naar Muiden, vanwaar per auto naar Den Haag wordt gereden. In de ambas sade van Oostenrijk zal de president aan de koningin, de prins en de beide oudste prinsessen het contra-diner aanbieden. Vrijdagmorgen 19 mei keert de presi dent om half elf met de koninklijke trein van het station Staatsspoor naar zij land terug. De koningin en de prins zullen de president op het station uitgeleide doen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 23