ONS MENU Fort Pannerden molshoop aan - een nutteloze Rijn en Waal De blouse en de rok KOKEN MAÏZENA D U RYEA EEN TWEE-MINUIEN MYSTERIE UIT HET ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERLOK ZATERDAG 15 APRIL WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Heeft U een speurneus? WONDEREN DER NATUUR Mooi werk in de Ov ir-Betuwe (II en slot) Spiegeltje, spiegeltje aan de tvand VAN DE WEEK MET JOKE maakt Uw groenten zo le\ker. Dokter Hompink wilde juist zijn tanden zetten in een welgevulde room soes, toen het gerinkel van de telefoon de weldadige stilte in zijn zitkamer verstoorde. De vertrouwde stem van inspecteur Herlok deed het gelaat van de dok ter betrekken. „Maak je gereed dok! Moord in de Nachtegaallaan, num mer 623. t Schijnt zelfmoord te zijn, maar tja.... het slachtoffer is een schatrijke Japanner; enfin, we moeten het eens bekijken daar. Tot zo!" Dokter Hompink legde met een zucht de hoorn op de haak en stopte, terwijl hij zijn jas en tas bij elkaar zocht, nog snel de roomsoes achter zijn kiezen. Tien minuten later stonden inspecteur Herlok, Harjans en dokter Hom pink in het studeervertrek van de heer Matsumoto, wiens stoffelijk over schot nog in een grote stoel aan het bureau gezeten was. Het dienstmeisje had hen voorgesteld aan de huishoudster van de on gelukkige, de weduwe Maljaars. De arme vrouw bleek zeer onder de indruk van het gebeurde. Bij elk woord dat ze zei stroomden de tranen haar over over de wangen, zodat haar zakdoek weldra in een miniatuur dweil ver anderd was. Terwijl dokter Hompink het slachtoffer onderzocht en inspecteur Har jans de weduwe trachtte te kalmeren, wendde Herlok zich tot het dienst meisje. „Vertelt u eens, heeft u vandaag misschien iets vreemd opgemerkt in het gedrag van de heer Matsumoto, was hij soms nerveus, geprikkeld.." .Mijnheer was vandaag net als altijd, heel gewoon, vanmorgen zong hij nog onder de douche, hij was in "n wat goeie bui...." Inmiddels was dokter Hompink gereed gekomen met zijn onderzoek. ,,'n Blauwzuurvergiftiging", mompelde hij, ,,'t flesje staat nog op zijn bureau, hij zal 't wel in zijn thee gedaan hebben". Mevrouw Maljaars was wat tot rust gekomen, zodat ze zij het hortend en stotend haar relaas kon doen. „Ik was de hele middag in zijn werkkamer en heb wat zitten breien; mijnheer zat een boek te lezen, dat juist vanmorgen uit Japan was ge komen. Om half vier bracht Antje het meisje de thee binnen. Tegen vijven vroeg hij om een tweede kopje thee hij deed toen wel vreemd, misschien had het boek hem wat weemoedig gemaakt. Ik schonk het voor hem in, maar morste wat op het bureau. Vlug haalde ik toen een doekje uit de keuken en toen ik terugkwam., toen was hij dood!" De weduwe barstte weer in tranen uit. „En....d.... dat flesje stond vóór hem.." De huilbui maakte het mevrouw Maljaars onmogelijk om verder te spreken. „Juist ja", inspecteur Herlok knikte nadenkend. „En vertelt u me nog eens juffrouw Antje, toen u de thee binnenbracht, zag u toen ook of dit flesje al op het bureau stond?" „Nee, dat zag ik niet, ik heb het theeblad aan mevrouw gegeven, mijn heer zat te lezen, ik was maar even binnen...." .Mevrouw Maljaars, heeft mijnheer Matsumoto nog iets bijzonders gezegd vanmiddag, wat u opgevallen is?" „Nee", snikte de weduwe, „hij heeft de hele middag zitten lezen, het boek was bijna uit toen ik hem zijn tweede kopje gaf „Ik hoop van harte, dat dat tweede kopje thee u goed gesmaakt zal hebben, mevrouw Maljaars! Harjans, ik zou zo zeggen VRAAG: WAT BEDOELDE INSPECTEUR HERLOK MET DIT LAATSTE GEZEGDE? •pjoomjpz 3AVnp3AV 3p 3pj33J366nS 'uajjaz 3j J33U jnnzAvnejq afsajj }3q iooq 'uhz uazaj -a6 saeui6ed 3[3^u3 sjipsjs ^3oq }3q uba }bp 'pjfqq 6uiU35J3i 3p iljq 'JpJOiVL. U3Z3[36 U3JOA JEBU U3J3}qDB uba ^soq SUEcib{ U33 }Bp 'J3HI JBBq^lljq }sj/a. 'u3z3j u3))iz pBq 6Bppim 3[3q 3p fiq }Ep '3pJ33M3q SJBB.^Bpg a\nOJA3I/\] '33qï 3.fd05j 3p33A4 ;3q fiq poop [B o}Oinns?Bp^ J33q 3p sbav ^ojjsjq Jn3}03dsui su36[0^\ :pjooA\ïUY hooi veranderd; de Alpenmarmot heeft het zo vaak opge schud en omgekeerd en gekeurd, dat hij zich geen betere matrasvulling kan wensen. Hij maakt er een heerlijke legerstede van en houdt dan nog genoeg over om er ook de ingang van zijn huis mee dicht te stoppen. De winter slaap wordt in de diepste kamer doorgebracht. Intussen is de Alpenmarmot zo dik geworden, dat het woord vadsig meer van toepassing lijkt. Maar hij heeft geen voedsel voorraad aangelegd voor de winter en ondergaat nu een ingrijpende vermageringskuur. Als U hem in het voorjaar uit zijn hol ziet komen, schrikt U ongetwijfeld: hij is zo vermagerd, dat de omschrijving: uitgemergeld beslist niet ipisplaatst mag heten. Blijkbaar houdt de Alpenmarmot van uitersten. In de Alpen, in de buurt van de sneeuwgrens, woont de Alpenmarmot, een knaagdier, dat zich zó parmantig ge draagt, dat de bewoners van dit gebied hem vroeger voor een soort kabouter hielden, vooral omdat hij wijdbeens pleegt te lopen. Deze marmot, ook wel mormeldier ge noemd, graaf zijn hol zélf, meestal diep onder de grond, met een groot aantal nooduitgangen, 's Zomers kunnen we hem betrappen in de deuropening van zijn huis, waar hij als een boer, die zijn schaapjes op het droge heeft, op de uitkijk zit. De zomertijd is echter de drukste tijd voor de Alpenmarmot. Alvorens de zeer lange winterslaap aan te vangen, moet zijn bedje gereed zijn en daartoe ver zamelt hij gras, dat op een gunstige plek wordt uitge spreid en aan de zon blootgesteld. Na een tijdje Is het In dens kanaal. Men moet er langs, als men op weg naar Doornenburg het veer heeft verlaten. Een stukje van de hoekige gracht is nog over. Een stukje van de thans in dezelfde vorm ook, maar het is nauwelijks meer te zien. Hendrikus Derksen uit Doornenburg was bezig kunstmestkorrels over zijn weiland te strooien, bij het fort. Een heel vreemd bultig weiland, met een sterk verval van verscheidene meters, (Van onze correspondent) Gezien uit St.-Michlelsgestel: een kennelijk met verfrissende dranken geladen vaartuig, moest ijlings enkele streken naar bakboord koersen, want de gierpont ging op de krachtige stroom in het Pannerdens kanaal vlugger naar de overkant dan haar schipper aanvankelijk dacht. In de verte, over het fel blinkende water, een blauwachtig schemerende heuvel nabij het punt, waar we de splitsing Rijn- Waal weten. „Ja", zegt veerbaas Comelissen op onze vraag, „dat is het fort Pannerden. In de oorlog hebben ze er eenmaal mee geschoten en toen hebben ze maar gecapituleerdNee, militairen zijn er niet meer, wat moeten ze ook doen? Alleen de BB gebruikt het fort zo af en toe voor oefeningen" Geen roemruchte krijgsgeschiedenis dus van het fort Pannerden, voorzo ver we weten de verste naar het oos ten liggende vesting, eens een geduch te voorpost van onze vermaarde Wa terlinie. Een smalle weg op de kruin van een dijk voert er naar toe, zo smal, dat men bij tegenliggers onherroepelijk vast komt te zitten. Dan is het of voor de een of voor de ander: ach teruit! Maar verkeer is er niet want wie wil nu persé naar dat oude fort? Toch heeft het ons om de een of andere onverklaarbare reden geboeid dit nutteloze bolwerk, als een grote molshoop het omliggende land beheer send, dicht bij de plaats waar eens een soortgelijke „puist", maar dan in de vorm van een veelpuntige ster, de Rijn bewaakte: Sterreschans, veel ou der dan het fort, dat van 1889 is, en nu bebouwd met een groepje huizen. Toen de oude Rijn, nu verop naar het noordoosten, verzandde, werd van Sterreschans tot halverwege Huissen de nieuwe arm gegraven, het Panner- met enkele betonnen bunkers en een sleedoornstruik, maar ook mooi gras land, zich uitstrekkend van de Waal oever tot de voormalige anti-tank- gracht, op beste grond de vette Betuwse klei. Mooi speelterrein Daarachter, nog wat hoger, de pant serkoepels, onder een dikke laag roest, maar desondanks nog dreigend., nut teloos dreigend Een soldaat met een witte vlag op de fiets, zei Derksen, dat was in 1940 het einde van fort Pan nerden zonder slag of stoot De Duitsers waren er al lang aan weerskanten voorbij, het fort kwam later wel. En toen was zijn rol met een uitgespeeld. Nu spelen er soms jongens heerlijk in en om de verla ten bunkers, waaraan toch niets te vernielen valt. „Ik heb je wel gezegd", zei veer baas Comelissen, „een steenhoop, an ders niet. Ja, je 'ebt er wel een mooi uitzicht, Vijfenvijftig cent, omdat u met z'n tweeën bent, meneer. Londen, april 1961. De blouse en de rok ze zijn In de mode van nu, meer nog dan in de mode van altijd niet zomaar twee onafhankelijke kledingstukken. Ondanks hun mogelijke contrast in kleur en stof, horen ze by elkaar en zyn ze met elkaar in harmonie wat lijn en silhouet betreft. En tezamen, als één geheel, dienen ze uw figuur te flatteren. Tezamen ook werden ze ontworpen, tezamen vormen ze stijl zus of zo uit de huidige, bekoorlijke mode. Zie eens hoe de grote Paryse modevorsten zich blouse en rok als één geheel hebben gedacht en spiegel U aan hun voorbeeld, wanneer U straks by de oude rok (of tailleur) een nieuwe blouse of bij de overjarige blouse een nieuwe rok aanschaft. voorbeeld van Guy Laroche. Het be treft hier een 6impel doorknoopmodel met aangeknipte revers en opgenaai de zakken; een vestmodel dat niet be paald nieuw van allure is, maar zeker tot de comfortabele en bekoorlijke mo dellen voor alle leeftijden behoort. Het is extra bekoorlijk in de versie van Laroche, die het van marineblauwe zjjde maakte, als complement van een flesgroen wollen mantelpak. De truiblouse, ultralang voor zover het Nina Ricci betreft, is in zyn nieuwe versie een van de opvallend heden van de nieuwe mode. En niet alleen, omdat hij ultralang is, maar ook omdat hij gecompleteerd wordt met een klokkende baantjesrok (een model dat echter pas onder de heupen wijder wordt). Nina Ricci maakte van beide een bezienswaardigheid: de blou se heeft lange mouwen, is marine blauw en van zijden crepe, de rok is van vuurrode wollen stof en langs na den en zoom doorgestikt. Wolf geef jij de ham en het vlees even hier? Ook de peper en de aroma. Dat kan allemaal in het pannetje en dan goed omgeroerd. Ik zal de boter hammetjes aan beide kanten licht bruin bakken in de koekepan. Annemieke heeft al voor vijf bordjes gezorgd, op elk een warm sneetje ge schoven en nu jongens besmeren we ze met de vleesmassa en gaan we ze dan maar dadelijk proeven! Er zou nog een klein takje peterselie bovenop geprikt kunnen worden Hoogst modem zult u zijn met de bloesende blouse - die net onder de taille bloest en het middel dus ver bergt. A la Cardin (figuur 1) bij voorbeeld. Deze ontwerper laat de blouse mouwloos en rimpelt de rechte rok aan de voorkant even ineen. Zijn stoffencombinatie: zijden mousseline voor de blouse, wollenstof voor de rok (die by een tailleur hoort), zyn kleu rencombinatie: roze voor de blouse en een ander roze voor de rok. De meer klassiek bloezende blouse van figuur 2 stamt uit de collectie van Jacques Heim. De blouse bloest hier boven een ceintuur, die de taille eng omgordt. Het moderne van deze blouse: de zeer grote zyden imprimé en de lange sjer pen, die de voortzetting zyn van een Lentetijd is schoonn\aaktyd! Dat geldt niet alleen voor onze huizen maar ook voor onszelf. Na die lange wintermaanden vraagt ons lichaam beslist om een schoonmaakbeurtje. Iederd ga een glas karnemelk of yo ghurt zal door zün darmzuiverende en stimulerende werking beslist wonderen doen. Daarnaast af en toe wat rauw kost, fruit, sterrekers op het brood; dat zyn de beste middelen tegen voor- jaarsmoeheid! ZONDAG: toost met sterrekers en radys; bief stuk, bloemkool, aardappelen; gevul de grapefruit. MAANDAG: bloemkoolsoep; kaasomelet; lof sla, gebakken aardappelen. DINSDAG: gehakt, spinazie, aardappelen; yo- ghurtvla. WOENSDAG: stamppot rauwe andyvie met spek; schuimomelet. DONDERDAG: gebakken lever, ryst, appelmoes; ca- ramelvla. VRIJDAG: rystcroquetten met kaas, garnalen of vlees, sla, rauw gebakken aardap pelen; vruchtengruwel. ZATERDAG: spaghetti rapide; fruit. VRUCHTENGRUWEL 250 gr appels en sinaasappelen, 1 li ter melk, 1 eierdooier, geraspte schil van één citroen of sinaasappel, 25 gr suiker. De vruchten snipperen, met de sui ker bestrooien en ten minste een uur op een koele plek wegzetten. Het ci troenrasp en de opgeklopte eierdooier door de melk roeren en de melk vlak voor het opdienen over de vruchten gieten. Men kan ook een halve dl room toevoegen. SPAGHETTI RAPIDE 150 gr dunne plakjes jonge kaas, 125 gr spaghetti, lVa dl melk, 1 ei, peper en zout. De spaghetti in stukken breken en gaar koken in zout water. Laten uit lekken. Een vuurvaste schotel bebote ren en de bodem beleggen met enkele plakjes jonge kaas, daarop een laag spaghetti verder afwisselend kaas en spaghetti om te eindigen met een laag spaghetti. Het ei kloppen met wat pe per en zout. Over de spaghetti gieten en laten stollen in een matig warme oven. fantasiekraag. De kleurencombinatie: roze en bruin in de imprimé en effen roze (shantung); voor de rok, die een tailleurrok is. Wie voor bloezend te kort of te rond is, kan up to date zyn met de korte blouse over de rok (figuur 3 een Van het tuniekmodel geeft Jacques Griffe een echt Griffe-se interpreta tie (figuur 5). Het model in kwestie is van gekleder allure dan het klas sieke marineblauwe mantelpak, waar het toebehoren by is. De blouse zelf is eveneens marineblauw en gemaakt van zyden mousseline, ongevoerde mousseline en dus: doorzichtig. Dit in tegenstelling tot Cardins mousseline creatie van de eerste schets, die, zo als het merendeel der mousseline-blou ses, gevoerd en niet doorzichtig is. Griffe's lichtelyk klokkende tuniek blouse heeft driekwart mouwen en een smalle biaiskraag. J.V. Kaardt LAATSTE modal Op tafel staat klaar: één eetlepel fyn gehakt, gebraden vlees; één eetle pel ham, een halve eetlepel marga rine, een halve eetlepel bloem, wat pe per en aroma en vyf sneetjes oud brood. Zo, nu aan de slag! Eerst de boter in een pannetje, Kok! Is het gesmol ten? Doe jy er nu de bloem by Jan en goed roeren hoor! Ik giet er beetje by beetje de melk by. Nu de ui en zo moet het vier minuten zachtjes koken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 21