Wesp als verstekeling Knoopsluitiiigeii KOKEN EEN TWEE-MiNUTEN MYSTERIE UIT HEI ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERLOK ZATERDAG 1 APRIL WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Spiegeltje, spiegeltje aan de ivand MAÏZENA DURYEA Heeft U een speurneus METfJfX JOKE in de nieuwe mode Kijkjes in de Natuur WONDEREN DER NATUUR maakt Uw groenten zo lekker. roeren tot ze zacht is. Nu doe je de suiker erbij en dan maar weer goed roeren. Kok, doe jij het? „Trek je jas aan, Har, er is weer werk aan de winkel!" Inspecteur Herlok legde de hoorn op de telefoonhaak. „Een diefstal by juwelier Zilverling, een kostbaar collier.... de verzekeringsmaatschappij wil, dat wy een onderzoek instellen." Een kwartier later stonden de inspecteurs Herlok en Harjans in de ruime marmeren hall van de juwelierszaak. Mijnheer Zilvering, een corpulent heerschap kwam hen hijgend, met snelle pasjes tegemoet. „O, eh.... juist ja, U komt om inlichtingen over die diefstal.... ja, een ellendige geschiedenis, heren, komt U even mee naar myn kantoor?!" Nadat Herlok en Harjans de brand hadden gestoken in een onwaar schijnlijk grote sigaar van de heer Zilverling, vertelde deze, hoe de diefstal gepleegd was. „Ongeveer drie kwartier voordat ik mijn zaak zou openen, werd er luid aan de voordeur gebeld. Ik vermoedde, dat het de post was en ging in mijn kamerjas naar beneden. Nauwelijks had ik de deur geopend of twee mannen stormden naar binnen, terwijl ik tegen de grond werd geworpen. De indringers dreigden mij met een revolver te zullen neerschieten, als ik om hulp zou roepen. Toen eisten ze van me, dat ik het kostbare diamanten collier, afkomstig uit de collectie Beauvaix uit de safe zou halen. Met de revolver in mijn rug dwongen ze my de trap op te gaan en de safe te openen. Heren, het was afschuwelyk, ik kón niet anders doen, dan het collier te voorschyn halen en aan deze boeven te overhandigen. De langste van de twee bekeek het sieraad vluchtig en wierp het toen de trap af, op de marmeren vloer! Heren, hoe wist hy, dat dit niet het echte collier was? Inderdaad haalde ik niet het originele uit de 6afe, maar een vrywel volmaakte imitatie van gewoon geslepen glas. Het echte bewaarde ik op een geheime plaats. Ze gaven me tien tellen om dit origineel tevoorschyn te halen. Heren, ik móest wel „Kunt U een omschryving geven van de dieven, mynheer Zilverling?" informeerde inspecteur Herlok. „Helaas maar een zeer vage. Het was nog erg schemerig, ziet Uboven dien waren de mannen gemaskerd en verdraaiden ze kennelyk hun stem men. De één was lang en mager met een beige regenjas en een alpinopet, de ander wat klein en gezet en wat die droegiets donkers, verder weet ik het werkeiyk niet. „Dat is héél jammer, ja," inspecteur Herlok dipte de as van zyn sigaar. „A propos, mynheer Zilverling, zou U er bezwaar tegen hebben, als ik U vraag my dat imitatie-collier eens te laten zien?" „Welnee, met alle plezier, inspecteur! Een ogenblikje graag Even later kwam de juwelier terug met een platte, zwarte doos. „Ongeloofiyk," zei Herlok toen hy het collier in ogenschouw nam. „Een knap stukje vakwerk, wat jy Har?" „Inderdaad ongeloofiyk" en Harjans knipoogde veelbetekenend. „Bent U die mening ook niet toegedaan, mynheer Zilverling?" Vraag: WAAROM TWIJFELDE INSPECTEUR HERLOK AAN DE WAARHEID VAN DE BEWERINGEN VAN DE JUWELIER? appuB[aq J30p\ ua.iain.iEui ap do ua uadjOM.a6 piaM uapauaq jeeu BuidaipiaA ajsiaa ap uba )aq uaoj 'ua>[Ojqa6.jB ua^qnjs Ja^az ra uaJEAV '}saaAva6 sbm. sb[6 uooMa6 pBEpjapui jarqoa -aijEjirai }aq sjy 'uaBfu^ aj pijEBjaqiin 6Ejpaqs6uij -a^azjaA a6oq ;aq 6uua^azjaA ap uba uio 'ufiz }saoui pjaauaasuaaö [Ejspip ap }Bp 'apjaapnpuoa ^opajq :pjooAV}UY king in je huis! Kennelyk had die oude woning een wespenmoer tot win terverblijf gediend. Ze had alleen maar wat reparatiewerkzaamheden be hoeven te doen, vandaar die snelle en voorspoedige aanwas van haar soort genoten. Uzult nu misschien willen weten, wat ik met die slapende wespen koningin heb gedaan. Wel, ze zit nog rustig onder haar glas, waar onder ik een kartonnetje heb gescho ven, en nu kan ik haar op m'n ge mak bestuderen. Ik heb byv. opge merkt, dat ze zeer gevoelig is voor temperatuurswisselingen, die haar le vensbeweging duidelijk beinvloeden. Ze zit in elkaar gedoken, de kop inge trokken, de geknakte sprieten of voel horentjes onder het borststuk gelegd, het geelzwart geringde en symmetrisch getekende achterlijfje iets gekromd. Doodstil. Maar plaats ik haar in de zon, dan breekt de winterban. Er vaart een bijna onmerkbare trilling op en het achterlyf begint zachtjes te „pom pen". Een ademhalingsbeweging, want een insekt ademt niet door de mond, maar door fyne gaatjes, die in ryen aan weerskanten van het lichaam lig gen. Geef ik het dier nu een klein stukje appel, waarop een druppeltje honing is gevallen, dan verandert het beeld snel. Dan duurt het niet lang of de wesp zit hevig bewegend met haar kaken te „tanken", boven op de lek- kerny. Wespen hebben n.l. geen tong of slurfje, zoals de byen, maar zij be werken hun voedsel met hun sterke bijtende kaken: Ze zijn dan ook geen honingzoekers, zoals we dat van de yverige bijen kennen, ze verzamelen geen voorraad, want ze blijven geen winter over. Wat zy aan honing uit sommige planten (voornamelyk orchi deeën) halen, is voor onmiddellijk eigen gebruik bestemd, het broed krygt heel andere kost, die dus wel naar huis wordt gesleept. Iedereen kent de wespen wel boven en in de limonade glazen of in de nogakramen op de ker mis. En de eigenaren van vruchtbo men verwensen iedere zomer de ver nielers van hun beste fruit. Maar hebt u wel eens gezien, hoe wespen vliegen overvallen, ze doden met hun angel en ze door de lucht meevoeren naar hun woning? Dat is het echte larvenvoer, fyngekauwde vliegen en bijen. Het aantal wespensoorten in ons land is nogal groot, veel groter dan de oppervlakkige waarne mer weet. zy onderscheiden zich in de aard van hun voedsel, in de bouw hunner nesten, in de grootte van hun volken. Er zyn byv. vele „eenzaam" levende wespen, die een heel byzondere levenswyze hebben. Er is in myn om geving ook een heel grote wespensoort, de hoornaar, ook wel paardewesp en horzelwesp genoemd, ontzaglykc dieren, zeker wel 3 cm lang, met een nestbouw van soms wel 1 meter doorsnee! De hierby gevoegde tekening stelt zo'n hoornaarwesp voor in verschillen de standen en details. Maar om u van al dit vele te kunnen vertellen, daar voor is myn hoekje hier ontoereikend. aan een tak zyn bevestigd, ook wel aan een balk hangen in een schuur. Dat zogenaamde papier is afkomstig van het hout van 'nboom. De wes pen knagen met hun mondwerktuig kleine stukjes uit de bast en „Kauwen" die fyn, tot er die gryze of licht bruine substantie ontstaat, waarmee de raten en het omhulsel worden ge maakt. Ik zal u dus alleen nog meedelen, dat ik myn koningin weer in „de ijskast" bouwwerken kunnen afleveren. Vaak echter bouwen zij in de grond en ook wel tussen de balken van een plafond en dan onttrekken hun werkzaamhe den zich aan onze waarneming! Ik weet ook van iemand, die zo'n oud wespennest als curiositeit had opge hangen in zyn studeervertrek waar het in de volgende lente al weer een nieuw volk te herbergen, wel een volk in wording, maar dan toch een wes penfamilie. Geen aardige ontdek- Wat zal het nu eens worden? Weer wat voor de boterham? Vooruit dan maar! Vraag jy de cacaobus even, Dolf? Daar hebben we 3 eetlepels van nodig en dan nog één ons boter en één ons basterdsuiker of poeder suiker. Eerst een kom met heet water om spoelen en afdrogen. Wie zal het doen, jy Jan? Dan kan de boter erin en heb gezet, d.w.z. in een koude kamer. Daar kan ze terugkeren tot naar ge voelloosheid en verstyving. Ik heb dan rustig de tyd na te denken over harer majesteits toekomst. Onbegrypelyk is het, dat deze klei ne dieren, geleid door een ingescha pen bouwdrift, zulke wonderbaariyke IIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli1 door Sjouke van der Zee illlllllllll|i||IIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIII|lllllllllllllllll!lllllllllllllllllll!llllinilllllll!lll!l CHOCOLADEPASTA Londen, maart 1961. Van byzonder gewicht is de knoopsluiting dit seizoen; trouwens van belang zijn de sluitingen in het algemeen. U heeft het tot nu toe met een zichbare rits ge daan als er geen knopen aan te pas kwamen. Maar voortaan doet U het anders: met behulp van enveloppe- of wikkeleffecten bijvoorbeeld. U heeft tot nu toe uw knopen al tyd precies in het midden gezet, maar ook dat doet U voortaan- niet meer: de zy sluiting maakt furore. Weliswaar kunt U knopen dit seizoen nog keurig in het gelid op een rijtje zetten by voorkeur twee rytjes want vooral de klassieke dubbele knoopsluiting blijft in tel. Maar er zyn zoveel andere en meer modieuze mogelykheden. De ene knoop, die net onder de linkerschouder de enig zichtbare sluiting is van een brede overslag, is wel de allereenvoudigste. De knoop op die plaats wordt overigens vaak door een bijou vervangen en ook wel door een tere, maar niet minuscule corsage (een toefje roosjes, een tros druiven, een sliert orchideetjes, accacia of jasmijn). twee knopen, die het voorpand van een japonrok vasthou den voordat het in twee diepe plooien bescheiden uitwaaiert Diors idee voor een simpel, mouwloos japonnetje met bloezend lijfje. of: één enkele knoop onder de lin kerschouder op de brede overslag van een blinde zysluiting! waar langs een tros tere bloempjes afhangt. Volgens Pierre Cardin, die meerdere variaties op dit detail maakt, kunnen knoop en corsage beide zichtbaar zyn, indien de corsage althans niet zó groot is, dat de knoop net zo goed voor een verborgen haak en oogje plaats kan maken. J-V. Ik zal de cacao er beetje by beetje by doen, en als het een mooie, dikke pasta geworden is, dan kunnen we het overdoen in een jampotje. Vreemd als het moge klinken, het devies in dit modetydperk van blinde zysluitingen is „doe het met knopen", enplaats ze op niet conservatieve manier, zoals de grote Paryse mode- vorsten het doen, by voorbeeld: op een envelopperok (enveloppe- en wikkeleffecten boven en onder het middel zijn „het van je"!) la Dior: twee knopen zydelings links ter hoogte van de heup (figuur 1). laag op een tailleurjasje met brede overslag en korte revers, eveneens la Dior: vier knopen, twee aan twee, tus sen maag en heup (2). in twee-ryig gelid op een tailleux- jasje met zogenaamde dubbele knoop sluiting, maar zó dat een der bovenste geen knoopsgaten ontmoet, aangezien de kraagloze overslag tot onder de bo venste knoop is weggesneden (3). Serge Matta deed het zo. links op heuphoogte één solitaire knoop, die de enige sluiting is van de brede .schuine overslag van een ultra- lang mantelpak jasje (4)styi Nina Ricci. twee knopen voor een martingale, die aan de voorkant schuin op een rechte mantel met lange blinde slui ting is aangebracht. Ook dit is een idee van Nina Ricci, die, evenals alle an dere couturiers zeer veel nadruk legt op langsgestikte overslagen en zomen. één knoop, op het eind van een smal biesje een soort vereenvoudig de brandebourg die de enig zicht bare sluiting is van een mantelpak jasje met alweer! een langsge stikte, blinde zysluiting (6). De kleuters van de opossum zoals de N.-Amerikaanse buidelrat by voorkeur genoemd wordt houden er van op comfortabele wyze te reizen. En de ouders willen geen last van hen hebben, als zy op jacht gaan. Zó wordt het aan gename met het noodzakelyke verenigd: de staartjes van de jongen worden om moeders gebogen staart heen ge slagen, de jongen zelf klemmen zich aan haar vacht vast en voelen zich daar prettig by, terwyi de ouders zich met grote snelheid kunnen verplaatsen zonder telkens om te hoeven zien of de kleintjes het tempo by kunnen houden. Maar soms moeten er grote risico's genomen worden om aan voedsel te komen en dat stuit de aanwezigheid van een stel jongeren op de rug zonder twyfel op bezwaren. Ook als het voedsel alleen via kleine openingen bereikbaar is, ziet de opossum uit naar een manier om zyn passagiers Zeg, laten we nu aan de koffietafel zeggen, dat we vandaag geen boter op de boterham willen en dan zetten we opeens de pasta op tafel! Jaaaaaü! even kwyt te raken. Daarby staat voorop, dat ze zó onder gebracht moeten worden, dat ze niet weg kunnen lopen en vooral: dat ze niet aangevallen kunnen worden door vyanden. Welnu, ook voor dit probleem is een eenvoudige oplossing, helemaal in opossumstyi: de Jongen worden nameiyk netjes opgehangen aan een hoge tak, wederom met hun staartjes, zodat ze in alle opzichten veilig zyn gedurende de tijd, dat pa en ma zich van een moeliyke taak kwijten. Héél verre reizen maakt die opossum, die in een geplukte bananentros verzeild is geraakt en die zó, tegen wil en dank, verscheept wordt, als verstekeling, naar vreemde landen. De uitdrukking „playing possum", wat zoveel wil zeggen als: „doen alsof je dood bent", is ont leend aan het merkwaardige feit, dat de opossum zich by gevaar dood houdt. Halverwege de maand februari heeft het voorjaar plotseling zyn deu ren opengegooid en een streep gehaald door vorst en yspret, sneeuw en gladde wegen. En wy, verrast door het onverwachte einden van een even merkwaardige als kortstondige winter, kyken verbaasd in onze tuin rond, waar we tot de ontdekking komen, dat de toebereidselen tot die algehele ommekeer er al lang moeten zijn ge weest. Hoe konden anders de sneeuwklok jes, kant en klaar, het eerste byen- bezoek al ontvangen? En de winter- aconietjes, helder gele kommetjes bogen groengekraagde blaadjes, hoe zouden die nu reeds zo ver kunnen zyn? De hamamelis, de toverhazelaar, staat zonder blad weliswaar (maar wat hin dert dat) met zyn grillige, sterk geu rende bloemen in de zon en overal pieken onder het oude rottende blad, dat we terwille van de vogels hebben laten liggen, de groene, witte, rode groeipunten der bolgewassen omhoog. Nu, half februari, zit ik echter in een lastig parket. Als ik naar buiten kyk, als ik luister naar wat er aan vogelzang nu reeds valt waar te ne men, vind ik, dat ik over de voor jaarsvogels moet schryven, bijvoor beeld over de kieviten, die na een by zondere korte winterreis al weer in Friesland, in Overysel en op de wei landen by Amsterdam zyn terugge keerd, zoals my door verschillende le zers werd gemeld. Maar er is een voorjaarsbode, die voorrang heeft ver diend, dus moeten de lenteherauten van de weilanden maar even geduld hebben. Enige weken geleden nameiyk pre senteerde zich in myn huis een wintergast, die door een eerste schoonmaakhandeling, 't afnemen van vitrage, in de openbaarheid verscheen. Het was een wesp, niet een verdroogd exemplaar, nee, een levende wesp, die, opgestoten uit zyn winterrust, onder een omgekeerd glas geplaatst, in het licht der algemene belangstelling kwam te staan. Over deze overbiyver wilde ik het nu eens hebben, want het is niet onmogelijk, dat u, lezer, binnenkort ook eens zo'n levend in sekt in uw huis vindt. Het zal wel bekend zijn, dat alle wespen in de herfst sterven, uit gezonderd 'n klein aantal be vruchte wijfjes, die op een vorstvrye plaats het ongunstige jaargetyde door brengen, achter een rietmat, in de diepe spleet van boomschors, in een woning. Elk van deze overwinterende wyfjes is weer het begin van een nieuw volk, een nieuwe wespenkolonie waarvan dat eerste wijfje dan de ko ningin is, beter gezegd de moer, dus de stammoeder. Want zy is het, die met de nestbouw begint, zodra 't voor jaar definitief is gekomen. Zy is het, die de eerste eitjes legt, waaruit de jonge wespenlarven komen, door de moer verzorgd en opgekweekt. Ondertussen krygt het stamhuis een steeds grotere omvang en een al maar groeiende bevolking, die druk in de weer is met nestmateriaal aanslepen, het broed verzorgen, voedsel zoeken. U kent ongetwyfeld wel de byna bol vormige papieren bouwsels, die soms

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 21