DR. P. C. VAN ARKEL OVERLEDEN Ambtenarengerecht: over drie weken uitspraak in zaak - Van der Putten Mej. D. C. E. Yoltniaih oud-directrice van de Leidse K weekschool overleden PASEN CHALET D' VIJFF VLIEGHEN WARMOND Standpunten nog eens uiteengezet EEN LEVEN IN DIENST VAN HET VOORB. ONDERWIJS Russische nota is even onjuist als misleidend Opgericht 1 maart 1860 Woensdag 29 maart 1961 Tweede blad no. 30311 Een leven in dienst van het onderwijs Ruim dertig jaar directeur, later rector van Christelijk Lyceum te Leiden Op verzoek van de familie maken wij er eerst heden melding: van, dat zondag avond na een ongesteldheid van slechts enkele weken in zün woning in de ouderdom van 68 jaar is overleden dr. PC- van Arkel, oud-rector van het Christelijk Lyceum te Leiden, aan welke onderwijsinrichting hij ruim dertig jaar zijn voortreffelijke krachten heeft ge geven. Dr. Van Arkel, een algemeen geacht en om zijn inzicht in onderwijszaken en jeugdproblemen zeer gewaardeerd per soon. werd 2 april 1892 te Haarlem geboren. Na zijn h.b.s.-tijd, legde hij in 1911 het staatsexamen B af, waarna hij aan de Gem. Universiteit te Amsterdam een studie in de wis- en natuurkunde volgde. In 1915 deed hij zijn kandidaats examen, waarna op 7 november 1917 met gunstig gevolg het doctoraal examen werd afgelegd. Uitgerust met deze wetenschappelijke gaven aanvaardde hij in 1915 een leraarsfunctie aan de Chr. H.B.S. te Amsterdam, waar hij kwam te werken onder leiding van dr. W. J. Kolkert, wiens naam ook thans nog in de wereld van het christelijk middelbaar onderwijs met ere wordt genoemd. Vier jaar later 1 september 1918 volgde zijn benoeming tot leraar aan het Geref. Gymnasium, later omgezet in een Christelijk Lyceum, te Arnhem. Tijdens zijn Arnhemse tijd (31 mei 1922) promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit te Utrecht tot doctor in de wis- en na tuurkunde op een proefschrift, getiteld Bijdrage tot de toepassing der waar-' schijnlijkheidstheorie in de natuurkunde bij Omstein". ,20 STUKS F1.' op ieders//p! BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Shirley Amelia, dr van F. G. Nelles en E. H. van Houten, Barbara Annette, dr v. A. Vriend en W. Vermeer, Jacoba Johanna Corina, dr van G. Wagemaker en A. Zirk- zee. Jacobus Johannes GijsbertU6, zn van A. L. Hoogweg en M. C. M. van Meurs, Al berta Maria, dr van A. C. Posthumus en E. W. Duquesnoy, Kitty Jeannette, dr van L. J. Huner en C. Oudshoorn, Adriaan Al- bert, zn van W. F. Tuithof de Moed en A. Dekker, Johannes Hendrik, zn van H. Guldemeester en M. Korsuize, Paulina Jo- sefina, dr van F. J. Rewljk en J. B. Was senaar, Gerardina Annie, dr van N. D. Pas- schler en G. de Bruin. GETROUWD F. H. Bouter en N. de Kruis. OVERLEDEN A. Marks, 78 Jaar, man; C. A. van der Hout, 11 Jaar, zoon; S. Tegelaar, 66 Jaar, wed. van P. P. Ober. Officiële publikaties Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter openbare kennis, dat de gemeente-secretarie en de bureaus der ge meentelijke diensten en bedrijven, behou dens het hierna vermelde, op vrijdag 31 maart en op zaterdag 1 april a.s. de ge hele dag voor het publiek gesloten zullen zijn. Op vrijdag 31 maart a.s. zal het Stedelijk Museum „de Lakenhal" geopend zijn van 13.00-16.00 uur. Op zaterdag 1 april a.s. zal het bureau van de Burgerlijke Stand voor het doen van aangiften van geboorten en overlijden geopend zijn van 9.00-10.00 uur. Het ge meentelijk Badhuis en het Stedelijk Mu seum „de Lakenhal" zullen op die dag ge opend zijn als op andere zaterdagen. AFSLUITING VOOR VERKEER Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter openbare kennis, dat de Van Hogendorpstraat, voorzover gelegen tussen de Gasstraat en de Marnixstraat, de Mar- nixstraat, voorzover gelegen tussen de Anna van Saksenstraat en de Willem de Zwijgerlaan, en de Willem de Zwijgerlaan. voorzover gelegen tussen de Falckstraat en de Marnixstraat. met ingang van heden voor de duur der bestratingswerkzaam heden aldaar zijn afgesloten voor het ver keer met alle voertuigen, rij- en trek dieren en vee in belde richtingen. Dr. P. C. VAN ARKEL In 1927 wachtte dr. Van Arkel een mooie promotie: hij werd benoemd tot directeur van de Leidse Chr. H.B.S. Op 26 april van dat jaar deed de nieuwe directeur zijn intrede in de toen even eens nieuwe H.B.S. aan de Kagerstraat. Een nieuwe periode, die van het leiding geven aan een zich sterk ontwikkelde richting van onderwijs in de Sleutelstad, (bij zijn afscheid in 1958 telde de school bijna 500 leerlingen) brak in het leven van dr. Van Arkel aan. In de loop van deze veertig jaren wer den mede onder zijn leiding honderden jongens en meisjes in de meest ontvan kelijke periode van hun leven gevormd. Aan meer dan duizend leerlingen kon hij na volbrachte studie het zo zeer be geerde diploma uitreiken. Sinds 1952 kende Leiden dr. Van Arkel, die al deze jaren met de jeugd jong is gebleven niet meer als directeur, doch als rector, toen in de na-oorlogse onderwijsvernieuwing ook „zijn" H.B.S. werd omgezet in een Lyceum. Een omzetting, die voor hem meer betekende dan alleen maar een naamsverandering. Het is ook aan deze vorm van onderwijs, dat hij, als man van de exacte wetenschap, zijn beste krach ten heeft gegeven. Toen dr. Van Arkel in Leiden arriveer de, werd op zijn verzoek boven de ingang van zijn kamer in de school de spreuk „God geeft geen linnen, maar vlas te spinnen" aangebracht. Een spreuk, welke hem was ingegeven door een gedachte, dat wie dagelijks met jongelui omgaat, beslissingen moet nemen over de toe komst van lyceïsten, hen moet bestraf fen, recht moet doen zonder het gezag van een leraar te kwetsen en ook ouders volledig over al of niet vorderen van hun kind inlicht, altijd moet bedenken, dat hem van Godswege vlas in handen is gegeven, dat voor het leven moet worden gesponnen. Vlas is teer, een kinderziel is teer en van deze gedachte bezield, heeft dr. Van Arkel tijdens zijn langdurige onderwijsperiode steeds gehandeld. Het typeert de man, die in het leven van zovele jongeren veel heeft betekend! Naast onderwijsman, toegerust met grote pedagogische kwaliteiten, heeft dr. Van Arkel ook steeds bijzondere interesse aan de dag gelegd voor al hetgeen er op het terrein van het maatschappelijk en kerkelijk erf plaats vond. Talrijke func ties, waarvan wij noemen president kerkvoogd van de Hervormde Gemeente te Oegstgeest, voorzitter van de Leidse Bioscoopcommissie en bestuurslid van de Anna Kliniek, heeft hij in de loop der jaren met grote trouw en ambitie ver vuld. In de brede kring zal zijn plotseling verscheiden dan ook diep worden be treurdDr. Van Arkel stelde zijn leven in dienst van het onderwijs, waar aan hij, tot aan zijn pensionering in 1958, niet minder dan 43 jaar zijn beste krachten heeft gegeven. De begrafenis heeft heden in alle stilte plaats gevonden. HOLLAND NEEMT LEIDSE ASSURATIE MAATSCHAPPIJ OVER. De N.V. Verzekering Maatschappij „Holland van 1859" te Dordrecht heeft een bod uitgebracht op de aandelen van de Leidse Assurantie Maatschappij N.V. Inmiddels hebben alle aandeelhouders van deze gelegenheid tot verkoop ge bruik gemaakt. De L.A.M. werd opgericht in 1948. Haar bruto premie-inkomen bedraagt rond f 165.000.—. Bezoekt na uw tocht door de bollenvelden BAR-REST AURANT. Muziek: LUILA MAGYARI. MENU A LA CARTE Reserveringen: 0 1711855^^' Inbraak gebouw K. van K. DOOR JONGETJES VAN 10 JAAR Gistermiddag tussen een en twee uur is ingebroken in het gebouw van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland. Er werd een bedrag van f. 66 vermist, 's Avonds werden twee Leidse jongetjes van tien jaar door de politie verhoord. Zij bekenden de in braak te hebben gepleegd en het bedrag uit een lade van een schrijfbureau te hebben weggenomen. Van het gestolen geld is ruim f. 21 teruggevonden. Advertentie Zoekt U een GOUDEN ARMBAND voor f 70.en f 100. Of f 300 er f400.—. v. d. WATER, Haarlemmerstr. 207, heeft het. Grote keuze in alle prijzen. Egyptische collectie IN HET RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN In het Rijksmuseum van Oudheden hield dr. B. H. Strieker, conservator van het museum, gisteravond een lezing over „De Egyptische collectie in het Rijks museum van Oudheden". Spreker wees er om. op, dat het museum, opgericht in 1818, dateert uit de jaren na de Fran se revolutie, toen vele private verzame lingen overgingen in handen van de staat. Oprichter was de heer C. J. C. Reuvens, een jeugdig jurist, die de mu sea te Parijs had bezocht en daar ge ïnspireerd werd tot een carrière, die voortaan geheel aan de archaeologie ge wijd zou zijn. Reeds in de zeventiende en achttiende eeuw waren in Nederland stukken van Egyptische herkomst aan wezig. Er bestond een collectie Reynst te Amsterdam, die vroegtijdig uiteenging en aangekocht was van het Venetiaanse geslacht Vendramin. Te Leiden bevonden zich een mummie en enige kleinere stuk ken in het Kabinet van anatomie en ra riteiten, indertijd het oudste museum van onze stad. Zij waren de anatoom Van Heurn door een bevriend koopman vanuit Egypte toegezonden. Met dit wel zeer bescheiden bezit werd in 1818 aan gevangen, doch binnen 'weinige jaren verkreeg de Egyptische collectie van het museum de huidige omvang, toen, onder welwillende belangstelling van Koning Willem I, te Antwerpen en te Livorno een drietal grote particuliere verzame lingen kon worden aangekocht, in het bijzonder die van dAnastasi, een Arme niër, Zweeds consul te Alexandrië. Door de op Reuvens volgende directeuren Leemans en Pleyte werd de collectie, se dert 1920 in het huidige gebouw onder gebracht, nog uitgebreid. Een kleine groep bijzonder fraaie voor werpen werd in lichtbeeld getoond. Voor derde maal in vijf maanden Het Ambtenarengerecht te Am sterdam zal over drie weken uit spraak doen in de zaak-Van der Putten. Gisteren diende die affaire voor de derde maal in vijf maanden. Zoals gemeld, heeft de technisch- hoofdamhtenaar Van der Putten van het ministerie van Defensie te Bussum een klacht ingediend. Vol gens hem werd hij vorig jaar uit een controlerende technische func tie in Amsterdam verwijderd en in Nieuw-Millingen in een aanzienlijk minder belangrijke administratief technische functie te werk gesteld. Deze overplaatsing zou volgens het ministerie van Defensie gezien moeten worden in verband met een reorganisa tie van de Verbindingsdienst Civiele Automobielbedrijven. De heer Van der Putten zegt echter, dat deze reorgani satie er slechts toe diende om hem weg te werken, omdat bepaalde hoofd officieren van het ministerie hem een lastige dwarskijker vonden. Prof. mr. A. van Oven, hoogleraar aan de Leidse Universiteit, is benoemd tot lid van de examencommissie 1961 voor het notarisambt. Advertentie TIJDELIJK BEPERKTE VOORRAAD Multo banden kunstlederen omslag f 1.90 Dictaatvulling, 50 vel f 0.45 5 TAB-hladen f 0.25 HAARLEMMERSTRAAT 167—171 LEIDEN Zoals bekend is heeft de burgerambte naar Van der Putten zowel in het voormalig Nederlands-Indië als in. ons land malversaties bij de uitbestedingen van en het onderhoudswerk aan leger voertuigen aan het licht gebracht. Drie uur Tijdens deze derde zitting, die drie uur duurde, kregen beide partijen nog eens gelegenheid hun standpunten toe te lichten. Mej. mr. M. Wiggers deed dit namens het ministerie van Defen sie zeer uitvoerig waarbij zij vele docu menten produceerde, terwijl de raads man van de heer Van der Putten, mr. N. J. Geleynse, in het kort nog eens releveerde, waarom het naar zijn inzicht in deze zaak gaat. Ook de aanrandings scène in Oudewater, die bedoeld zou zijn om de heer Van der Putten te com promitteren. kwam nog uitvoerig ter sprake. MejWiggers deelde het Ambte narengerecht mede, dat na de beslis sing van de auditeur-militair, dat geen strafvervolging zal worden ingesteld te gen de beschuldigde militair, omdat van een strafbaar feit niets is gebleken, ook nog een intern onderzoek heeft plaats gevonden aan de hand van de proces- senverbaal over deze zaak. Hieruit is volgens mej. Wiggers gebleken, dat ook onder het burgerambtenarenkorps van het ministerie geen verdachte is te vin den en dat van enig plichtsverzuim of een strafbare handeling door een bur ger of militair gepleegd niets is geble ken. De heer Van der Putten bood ook het Ambtenarengerecht aan kennis te nemen van de band, waarop het telefoongesprek is vastgelegd, dat de heer Van der Putten met de Oudewa- terse dame, die het slachtoffer van de aanranding had moeten worden, voerde en waarbij zij zou hebben gezegd, dat een burger haar tot de aanrandings scène zou hebben aangezet. Het Ambte narengerecht ging op dit aanbod van de heer Van der Putten echter niet in. daarenboven ook de legeronderdelen controleren" voegde zij eraan toe. Alleen op papier „Geen sprake van" liet de heer Van der Putten weten. „Die reorganisatie be staat alleen op papier, maar de prak- tijk is anders. Er is niets veranderd". Mej. Wiggers vond het daarentegen mis leidend te steden, dat uitsluitend sprake is van een naamswijziging. „Voor de heer Van der Putten is geen organisa tie ter wereld vrij van smetten, als zij niet past in het straatje van zjjn betoog" aldus mej. Wggers. die ook herinnerde aan wat zij noemde de zgn. vervalsing van zjjn conduitestaat en andere inci denten uit het verleden. Over de zaak Oudewater gaf zij een volkomen andere lezing. De echtgenote van de Oudewaterse carrosseriebouwer zou zich vorig jaar tegenover sergeant Franssen (een medewerker van de heer Van der Putten) hebben beklaagd over de heer Van der Putten, die geregeld in haar administratie snuffelde. Toen zou de sergeant de vrouw hebben ge adviseerd bij een volgende gelegenheid de heer Van der Putten zulks te ver bieden. „En als hij het toch doet. gaat u schreeuwen. Dan komt het personeel wel", zou de sergeant hebben gezegd. De heer Van der Putten zou het volgens de redenering van de sergeant tegen over de vrouw zeker niet zo ver laten komen, omdat hij er anders voor zou kunnen worden aangezien de vrouw te willen aanranden. Geen aanwijzing Uitvoerig Gisteren is in „Huize Salland" te Colmschile' in de ouderdom van 86 jaar overleden onze oud-stadgenote, mej. D. C. E. Voltman, oud-directrice van de Leidse Kweekschool voor Voorbereidend Onderwijs, aan welke onderwiisinrichting zij ruim veertig jaar haar krachten heeft gegeven. Na een werkzaam en vruchtbaar leven in dienst van het Voorberei dend Onderwijs en na een uitermate trouwe ■plichtsvervulling, nam zij on der zeer grote belangstelling in juli 1936 afscheid van de Kweekschool aan het RapenburgMet haar ver dween in die tijd een figuur uit de kring van het Leidse Voorbereidend Onderwijs, die als opvolgster van wijlen de heer W. Haanstra, nieuwe roem voegde bij de reeds door deze pedagoog gevestigde Nadat mej. Voltman in 1895 het eind diploma van de Leidse Kweekschool had behaald, was het de toenmalige direc teur van de school, de heer Haanstra, de bekende pionier van het fröbelonder wijs in Nederland, die Dirkje Voltman onmiddellijk aan de school verbond. Als hoofd van de kleuterschool aan het Rapenburg, als lerares aan en direc trice van de Kweekschool en als direc trice van het bijbehorende internaat heeft zij talloze kleinen en groten in hoge mate aan zich verplicht. Van haar kan in de letterlijke en volle zin van het woord gezegd worden, dat zy dag en nacht voor de scholen arbeidde: ze heeft inderdaad haar leven aan de be langen van het kleuterschoolonderwijs gewijd. In gesprekken met oud-leerlingen wordt men telkens weer getroffen door de warmte, waarmede de verdiensten van de oud-directrice - ook lang na haar vertrek - worden geroemd en door het enthousiasme, dat van haar gezichten straalt, als zij oude herinneringen uit de originele lessen van mej. Voltman opha len. Niet allee in Leiden, maar uit het gehele land heeft zij grote sympathie voor de Kweekschool mogen ervaren en het is aan haar bekwaamheid, plichts opvatting en toewijding te danken ge- Een foto uit de tijd, dat mej. Voltman nog directrice van de kleuterschool was. weest, dat altjjd uit velerlei kringen per sonen bereid waren, de school, waaraan zij arbeidde, financieel en moreel te steunen, zodat deze vernieuwd en uitge breid kon worden. Het behoeft geen betoog, dat mej. Voltman, de rechterhand indertijd van de stichter der school, de geest van Haanstra in haar onderwijs heeft gelegd en dat diens pedagogische denkbeelden bij haar een grote plaats innamen. Daar naast nam zy steeds kennis van nieuwe re stromingen op het terrein van opvoe ding en methodiek. Het goede daarin verwerkte zij in haar opleiding in het belang van haar leerlingen. Maar het allerbelangrijkste in haar leven was de liefde, die aan haar ar beid zoveel wijding gaf. de liefde tot de kinderziel, die haar dikwijls noop te uiterst streng te zijn tegenover de aanstaande opvoedsters. Zij duld de geen leugen, geen oneerlijkheid in woord, houding of gebaar tegenover het kind. Wie niet zonder bedrog het kind kon naderen, achtte zij de ver heven taak van opvoedster niet waardig. In haar pedagogische lessen legde zij op dit allerbelangrijkste de nadruk en zij zelf was daarbij het voorbeeld van onkreukbare eerlijk heid. Een buitengewoon sterke vrouw, die een reusachtige taak heeft verricht, de leiding van een school met plm. 100 leerlingen, onder wie 40 internen, die de gehele dag haar zorg opeisten en die met al haar bezwaren te allen tijde bij haar mochten komen. Met ongekende energie en opgewektheid leidde zy daar bij nog tal van excursies in en buiten de stad om de meisjes zo veelzijdig en praktisch mogelijk te ontwikkelen. Hoe zeer haar werken werd gewaardeerd, moge blijken uit het feit, dat zij by haar 40-jarig jubileum (5 januari 1935) werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Sindsdien zyn vele jaren verlopen, doch nog steeds nam mej. Voltman in de harten van wie haar gekend hebben een grote plaats in. Dit is ook gebleken toen haar ter ge legenheid van haar tachtigste verjaar dag op 12 oktober 1954 in „haar" school een hartelijke huldiging werd bereid. Tij dens deze huldiging is wel duidelyk aan de dag getreden, dat op haar het ge zegde „Uit het oog, uit het hart", niet van toepassing was. Thans is aan dit werkzaam leven in dienst van het Voor bereidend Onderwijs een einde gekomen, doch de herinnering blijft van een vrouw, die haar leven in dienst stelde van een ander De crematie van'het stoffelijk over schot zal zaterdagochtend a.s. om tien uur te Dieren plaats vinden. Mej. Wiggers stelde ln haar uitvoe rige pleidooi in de eerste plaats, dat het bezwaarschrift van de heer Van der Putten zowel op formele als op zake lijke gronden niet ontvankelijk kan wor den verklaard. Formeel, omdat hij reeds beroep aantekende tegen zijn over plaatsing op het moment, dat deze nog niet schriftelijk was bevesigd. En zake lijk, omdat de overplaatsing uit het oog punt van dienstbelang noodzakelijk was. zy schetste de nieuwe opzet van de inspectie by het basiscommando, die in belangrijke mate verschilt van de oude procedure. De functie, waarop de heer Van der Putten aanspraak maakt, k;\n volgens mej. Wiggers uitsluitend door een militair worden vervuld, om dat het tot zyn (opvoedende) taak be hoort contact te onderhouden met de legeronderdelen. Er ontstond een Babylonische spraak verwarring, toen de voorzitter van het Ambtenarengerecht mr. A. Bosman mej. Wiggers vroeg een aantal technische termen te verduideiyken. Ook de heer Van der Putten mengde zich in deze een uur durende gedachtenuitwisseling over o.m. het verschil tussen de begrippen jm-inspectie" en „voorinspeotie", over 't onderscheid tussen reparatieopdrachten en basisetaf orders. „Wat de heer Van der Putten vroeger deed was controle uit oefenen by de particuliere bedryven. die legervoertuigen repareren", zei mej. Wiggers. „De nieuwe functionaris moet Aldus de lezing van mej. Wiggers, die mededeelde dat zij na de beslissing van de auditeur-militair by procureur-ge neraal mr. J. van Gilse inzage heeft ge vraagd van het betreffende dossier. Aan de hand van de processen-verbaal is ook op het ministerie van Defensie nog eens een diepgaand onderzoek in gesteld. Volgens mej. Wiggers zyn er geen aanwyzingen gevonden, dat een staffunctionaris, een burger of een mi litair, zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbare handeling. Mr. Geleynse wenste door het plaat sen van enkele kanttekeningen naar de kern van de zaak terug te keren: de overplaatsing van zyn cliënt. Die was niet nodig geweest, zo meende mr. Ge leynse, hetgeen z.i. trouwens reeds biykt uit het .getuigenis van kolonel Byloo van het basiscommando, die opmerkte dat de heer Van der Putten de nieuwe functie had kunnen vervullen „als hy maar een uniform zou hebben gedra gen". Nadat ook de heer Van der Putten nog enkele opmerkingen had gemaakt, bepaalde de voorzitter van het Ambte narengerecht de uitspraak over drie we ken. Deze mededeling klonk enigszins verrassend, omdat by partyen de in druk bestond, dat het Ambtenarenge recht een deskundigenonderzoek zou ge lasten. Moord Blonde Jopie voor de Hoge Raad (Van onze Haagse correspondent) De moord op een 40-jarige Utrechtse vrouw, bygenaamd Blonde Jopie, in haar woonboot je aan het Zandpad by de Vecht is gisteren voor de Hoge Raad in Den Haag in behandeling geweest. Op 22 december van het vorig jaar had het Amsterdamse Gerechtshof de dader, een 26-jarige Utrechtse chauffeur ver oordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar met aftrek en voorwaardeiyke terbeschikkingstelling van de regering. De man had, na een vechtparty in de woonboot, de vrouw by de keel gegre pen en gewurgd. De Haagse raadsman mr. H. A. Za- noli heeft gisteren in een voortreffelyk sluitend en goed gedocumenteerd plei dooi getracht aan te tonen, dat de be- wysvoering van het Amsterdamse Hof op verkeerde gronden is geschied. Hy vroeg vernietiging van het vonnis op twee cassatiemiddelen: verkeerde toe passing van de voorwaardelyke opzet en beroep op noodweerexces. De procureur-generaal by de Hoge Raad zal op 11 april aanstaande con cluderen. „Abstracta"-nieuw Deens bouwsysteem De Deense architect en uitvinder Poul Cardovius heeft gisteren zyn nieuwste uitvinding, het „Abstracta"-bouwsysteem in Amsterdam geïntroduceerd. Dit sy steem bestaat uit geprefabriceerde onder delen, waarby de sleutel gevormd wordt door een drie-, vier-, vyf- of zespotig verbindingsstuk, waaraan metalen bui zen en legplaten van alle afmetingen kunnen worden gekoppeld. Op deze manier kunnen in zeer korte tyd ver schillende instructies, die variëren van stellages voor winkels, boekenrekken en magazynen, tot zelfdragende skeletten in elkaar gezet worden. Het verbindings stuk verdwynt daarna geheel in de con structie. Vanwege de merkwaardige vorm is dit onderdeel reeds snel omgedoopt tot „Spoetnik". In Hotel Krasnapolsky in de hoofdstad kunnen belangstellenden dit systeem en de toepassingen daarvan tot en met zaterdag a.s. bezichtigen. Nederlands antwoord „De Nederlandse regering acht de in de Russische nota van 7 januari gegeven voorstelling van zaken als zou zij ten gevolge van buitenlandse druk hebben in gestemd met de opslag van kern wapens in Nederland even misleidend als onjuist". Op niet mis te verstane wUze heeft de Nederlandse regering dus geantwoord op de nota van de Sowjet-regering. De Nederlandse nota. waarin dit ant woord was vastgelegd, werd dezer da gen door onze ambassadeur te Moskou aan de Sowjetrussische regering over handigd. De nota vervolgt: „De Nederlandse regering moge de aandacht van de Russische regering ves tigen op het communiqué, hetwelk na afloop van de conferentie van rege- ringshoofde nvan de by de NAVO aan gesloten landen in december 1957 te Pa- rys werd uitgegeven. Daarin stond ver meld. dat de regeringsleiders eensge zind het besluit hadden genomen ter versterking van de defensieve kracht van de NAVO gebruik te maken van de meest recente ontwikkelingen op het ge bied van de bewapening. In verband daarmede had de conferentie besloten voorraden kernladingen aan te leggen, welke in geval van nood onmiddellyk voor de verdediging van het bondge nootschap beschikbaar zouden zyn Dit besluit werd genomen in de we tenschap, dat de Sowjet regering haar strydkrachten had voorzien van de mo dernste en meest vernietigende wapens. Deze omstandigheid is sindsdien meer malen door verklaringen van hoge Sow- jet-autoriteiten bevestigd. De door de Noordatlantische landen sinds 1957 ge troffen maatregelen vormen een logisch uitvloeisel van de overeengekomen ge- dragslyn, welke, geheel in overeen stemming met het uitsluitend defensieve karakter van het Noordatlantisch ver drag. gericht is op de verhoging van de beveiliging van de bondgenoten". „De Nederlandse regering moge er op wijzen, dat zij het soevereine recht heeft en de verantwoordelijkheid draagt, die maatregelen te treffen, welke zU in het belang van 's lands veiligheid en verdediging noodzakeiyk acht".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 3