Vrije onderneming liét instrument
om te komen tot grotere welvaart
Grondige voorbereiding
RTC vraagt enige tijd
Contant geld
op het juiste
moment
De Twentsche Bank
Geen medezeggenschap in de
medebeslissend
zin van
Philips: „staat in de staat?"
Minister KorthalsIn Nederland
geen behoefte aan ander statuut
Regering procedeert tegen EGKS
Opgericht 1 maart 1860
Woensdag 29 maart 1961
Vierde blad no. 30317
Ir. Otten in laatste rede bij Philips
(Van onze financiële medewerker)
„De vrije onderneming is naar mijn diepste overtuiging ook nu nog
hèt instrument om tot grotere welvaart te komen, wanneer wij deze
welvaart ruim zien en daarin naast de materiële ook de geestelijke
waarden opnemen." Dit zei vandaag in Eindhoven ten overstaan
van een zeer druk bezochte jaarlijkse algemene vergadering van
aandeelhouders van het Philips-concern ir. P. F. S. Otten in een
rede, die hij in verband met zijn ontslagaanvrage wegens het bereiken
van de 65-jarige leeftijd voor de laatste maal uitspraak als president
van de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken. Het onderwerp van zijn
toespraak was „Onze industriële filosofie". Spr. voelde zich allereerst
verantwoordelijk voor vier groeperingen van mensen, t.w. werknemers,
kapitaalverschaffers, leveranciers en partners, en afnemers. Hij noemde
het de taak en de verantwoordelijkheid om midden in het krachtveld
der verschillende groeperingen staande, ieder der belangen te beharti
gen „zodanig dat voor de totaliteit sprake is van een optimum en van
harmonie".
De arbeidende mens
De heer Otten nam zijn gehoor mee
terug naar het einde van de tweede
wereldoorlog, toen men voor de opgave
stond gezamenlijk het concern weer op
te bouwen en waarbij één van de eerste
en belangrijkste problemen was: „De
arbeidende mens". Dit resulteerde in
het opnemen in de statuten van een
passage waardoor het algemene beleid
steeds weer moet worden getoetst aan
het voornemen, te zorgen voor een blij
vende nuttige werkgelegenheid, voor een
werkelijke continuïteit van de onderne
ming.
Hoewel hjj toegaf dat het gemakke
lijk is zoiets neer te schrijven en dat
ernaar te leven en te handelen echter
iets geheel anders is, meende ir. Otten
terugziende op de naoorlogse jaren
te mogen zeggen „dat de leiding van ons
concern door het betrachten van voort
varendheid en voorzichtigheid erin is
geslaagd uiteraard mede dank zij een
gunstige conjunctuur een hoge mate
van continuïteit in de werkgelegenheid
te brengen".
Dat deze continuïteit niet een zaak is
van de bedrijfsleiding alleen, is duide
lijk. Zo zijn o.a. van belang: een werk
klimaat waarvan een stimulerende wer
king uitgaat op de mens in zijn werk,
alsmede voor de uitvoering van de richt
lijnen en beslissingen de voortdurende
zorg voor een goede informatie.
Onderling vertrouwen
De vraag besprekende, hoe het komt
dat men hier te lande in de zeventig
Advertentie
loe
aar is
her?
De horloger is vakman
hij kan de kwaliteit van
een horloge beoordelen.
Daarom verkopen zovéél
horlogers zo graag Prisma!
jaar van het bestaan van de onderne
ming nooit een echte staking heeft ge
kend, merkte de heer Otten op dat het
niet het loon of salaris of de sociale
voorzieningen alléén zijn, die dit kunnen
verklaren: „veeleer zijn het de gezonde
verhoudingen, waarnaar in alle geledin
gen voortdurend en oprecht gestreefd
wordt". Tot het laatste draagt ook bij
het regelmatige overleg met de verte
genwoordigers van het personeel en van
de vakorganisaties. Hierbij worden in
openhartige besprekingen beider belan
gen gediend, waarbij men zich bewust
is „dat vertrouwen een kostbaar iets is,
dat men niet kopen kan".
Omstreden punt
Of het voorgaande niet leidt tot me
dezeggenschap óók in het algemeen be
drijfsbeleid? Ir. Otten memoreerde, dat
medezeggenschap een omstreden punt
is. Ilij liet de aanwezigen evenwel niet
in het ongewisse, door te verklaren niet
te geloven in medezeggenschap in de zin
van medebeslissen en deze in strijd te
achten met het wezen van het vrije
ondernemerschap. De leiding kan de
verantwoordelijkheid onmogelijk delen.
De besluitkracht en de besluitvaardig
heid zouden eronder lijden („tot schade
van alle bij de onderneming betrokke
nen"). Naar de mening van de heer
Otten klinkt in het verlangen naar me
dezeggenschap, voorzover deze nog in
de zin van mede-beslissen aan de orde
wordt gesteld, „iets door van histo
risch ook wel begrijpelijke angst en
gebrek aan vertrouwen in de onderne
mer". Hij was overigens wel een over
tuigd voorstander van voorlichting naar
binnen en naar buiten en van het hier
boven reeds vermelde overleg met ver
tegenwoordigers van de werknemers en
hun organisaties.
Groepsbelangen
Wat de groep kapitaalverschaffers be
treft, wegen ook haar belangen zwaar.
Men heeft intussen niet alleen in de
financiële sfeer de belangen van de
aandeelhouders behartigd, maar er is
ook getracht anderszins de betekenis
van de aandeelhouder te onderstrepen.
In dit laatste verband wees ir. Otten
op het stimuleren van het bezoek aan
de jaarvergadering, terwijl daarnaast
volle aandacht is besteed aan de voor
lichting in het algemeen en aan de
jaarlijkse en tussentijdse verslaggeving
n het bijzonder. Op deze weg zal wor
den voortgegaan. Hij constateerde
voorts nog dat voor de plaats die het
kapitaal in de onderneming inneemt
„ook bij ons personeel en zijn vertegen
woordigers o.a. door eigen deelneming
- een juister begrip ontstaan is".
Wat de derde categorie aangaat, is
men zich ervan bewust dat continuiteit
in de zakelijke relaties met de partners
en leveranciers van groot belang is voor
het concern, en ook voor hen de in
schakeling van andere bedrijven bij de
uitvoering van de plannen spreidt en
bevordert de welvaart, zo wordt ge
meend. „De keuze bij iedere activiteit
tussen: zelf maken, kopen en samen
werking, heeft dan ook onze voortduren
de aandacht".
Aangaande de belangen van de af
nemers en de gebruikers van de produk-
ten en diensten zei de heer Otten, dat
deze mede worden gewaarborgd door de
vrije concurrentie op een vrije markt.
De dienende economische functie ten
opzichte van de samenleving wordt tot
uiting gebracht in kwaliteit en betrouw
baarheid, in service en in het opvangen
van latente behoeften.
Vertrouwen
In zijn slotwoord dankte de aftreden
de president voor het genoten vertrou
wen. Het overgeven van zijn functie
■DE ONTBREKENDE POST g
In zijn laatste toespraak als
president van Philips heeft ir.
P. F. S. Otten eraan herinnerd
al eens eerder te hebben opge-
5 merkt dat op de balans van het
u concern aan de debetzijde één
B post ontbreekt en wel de aller- S
B belangrijkste. Dat is: de mens, H
die in een voortreffelijke team- B
geest, waar ter wereld ook, in
onze onderneming werkt".
Zolang deze geest de boven-
toon blijft voeren, zal het Phi-
lips goed blijven gaan, zo voeg-
de de heer Otten hieraan toe.
aan ir. F. J. Philips verrichtte hij met
een gerust hart. Hij gaf toe dat het
de onderneming, vooral sinds de laat
ste oorlog, zeer goed is gegaan en dat
men zich kon koesteren in de stralen
„van een ons welgezinde conjunctuur",
maar ook als er donkere wolken zou
den opdoemen „zijn mijn opvolgers en
de nieuwe generatie zonder twijfel in
staat gezamenlijk de moeilijkheden het
hoofd te bieden".
E.E.G. BITTER VOOR ONZE
SUIKERINDUSTRIE
(Van onze Amsterdamse correspondent)
„Het heeft er alle schijn van dat de
E.E.G. voor de Nederlandse suikerindus
trie grote moeilijkheden zal brengen.
De tendens bestaat namelijk om de prij
zen zo te stellen dat ook minder gun
stig gelegen streken tot suikerproduktie
kunnen komen. Dat zal betekenen dat
de suikerprijs in Europa hoger zal wor
den dan deze in de goedkoopst produ
cerende landen nu al is".
Dit bezorgde geluid liet de directeur
van de Centrale Suikermaatschappy mr.
E. J. Waller gisteren horen tijdens een
lunch ter gelegenheid van de komende
suikertentoonstelling te Amsterdam. De
heer Waller doelde op de suikercultuur
in Calabrië en Beieren en het streven
van de Duitse en Italiaanse regeringen
om deze cultuur aldaar te stimuleren.
Indien de produktie zal toevallen aan
de goedkoopst producerende landen, zo
als in het verdrag van Rome is vast
gelegd, zal de toekomst er voor de riet
suikerbelangen, de raffinaderij en de
suikerverwerkende industrie nog wel re
delijk uitzien. De gevolgen die nu ech
ter dreigen, zullen bestaan uit nog meer
suikerbietenverbouw in Nederland, Bel
gië en Frankrijk en dus nog grotere
overschotten en nog grotere dumping,
aldus mr. Waller.
WEER MEER DEVIEZEN
Nog altijd blijven deviezen naar de
Nederlandsche Bank vloeien. Dit blijkt
volgens de weekstaat per 27 maart J.I.,
uit de stijging van de voorraad devie
zen met f 39 min. Omzettingen in goud
hebben niet plaatsgevonden. De totale
goud- en deviezenvoorraad steeg van
f 5919 min tot f 5958 min. Het goud
bleef onveranderd op f 5227 min.
%ilvertentle
Het bedrijf ivil a-politiek blijven
(Van onze financiële medewerker)
Aan het slot van zyn vandaag in de aandeelhoudersvergadering uitgesproken
jaarrede heeft de aftredende president van Philips' Gloeilampenfabrieken, ir. P.
F. S. Otten, de verhouding van het concern tot de gehele Nederlandse gemeenschap
ter sprake gebracht. Hij memoreerde, dat volgens sommigen Philips „to groot (is)
geworden," waarmee wordt bedoeld, dat het concern met zjjn hoofdzetel in het
kleine Nederland een staat zou zijn geworden in een staat.
Wanneer men spreekt over „te groot of te machtig" dan, aldus de heer Otten,
klinkt daarin haast een verwijt alsof wjj er ons eigenlijk voor zouden moeten
schamen, dat we zo sterk zijn gegroeid. „Zij die zó spreken of denken beseffen
niet voldoende dat de wereld, de gehele vrye wereld wel te verstaan, ons werk
terrein is en zal moeten blijven".
Voor het verkeer en voor de commu
nicatie, vervolgde hij, gelden grenzen en
afstanden al lang niet meer. Ook in het
economische vak zullen zij hoe langer
hoe minder belemmeringen vormen. De
verwezenlijking van de „optimale markt"
zo bracht hij nog eens in herinnering
zal alleen al in belangrijke mate kun
nen bijdragen tot de zo gewenste ver
hoging van het levenspeil in alle be
trokken landen. Wat die „staat in de
staat" betreft, geloofde ir. Otten dat
regeringen en overheidsinstanties zij
het in een ander vlak uit ervaring
zullen kunnen onderschrijven wat een
Eindhovense burgemeester na de laatste
wereldoorlog eens heeft opgemerkt, nl.
„dat men bij Philips bijzonder goed
weet dat dit bedrijf (ter plaatse) bin
nen de grenzen van de gerpeente Eind
hoven ligt en niet omgekeerd en dat
men daarnaar leeft en handelt".
„Dat neemt niet weg", zo voegde de
heer Otten hieraan toe, „dat wij ons
natuurlijk wél het recht voorbehouden
onze stem te laten horen, wanneer wij
menen dat het bedrijfsbelang in het
gedrang komt" Het bedrijf is a-politiek,
maar dat houdt zijns inziens tevens in
dat de regeringen ook de ondernemer
in zijn conceptie en in zijn beleid, de
nodige vrijheid moeten laten. „Het be
tekent ook de noodzaak tot het scheppen
van een industrieel klimaat hetwelk een
Spanningen in Jordanië
In Amman, de hoofdstad van Jorda
nië, is gisteren bekendgemaakt, dat vijf
hoofdofficieren van het Jordaanse le
ger met pensioen zijn gezonden. Hiertoe
behoren generaal-majoor Akkasjel Za-
ben, voorzitter van de staatsveiligheids-
raad, die in 1957 leden van een samen
zwering tot omverwerping van de rege
ring berechtte, en brigade-generaal Moe
staf aKhasawneh, een oud-lid van de
Veiligheidsraad.
Deze pensionering is aanleiding ge
weest tot geruchten over tweedracht in
het land. De betrokken officieren waren
aanhangers van de Jordaanse minister
van Defensie, wiens aftreden maandag
bekend werd gemaakt.
Volgens berichten in de Libanese pers
hield dit aftreden verband met ontevre
denheid van de minister over de nieuwe
politiek van Koning Hoessein, waarin
tekenen van toenadering tot de Verenig
de Arabische Republiek zouden zijn te
bespeuren.
Zweedse opgravingen in
Nubië met succes bekroond
Bij opgravingen in Nubië door een
Zweedse wetenschappelijke expeditie, die
sedert het begin van dit jaar daar werk
zaam is, zijn meer dan honderd vond
sten gedaan. Men ontdekte o.a. een Nu-
bische begraafplaats van 1500 vóór
Christus, die ongeveer honderd graven
bevatte. De meeste waren lang geleden
geplunderd, doch uit vele graven kon
men nog een grote hoeveelheid sieraden,
aardewerk en andere voorwerpen ber
gen, die een indruk geven van de le
vensstandaard en de culturele ontwik
keling van de bevolking uit die tijd.
De 11 man sterke expeditie, onder lei
ding van de Zweedse archeoloog prof.
Torgny Save-Soderbergh heeft haar
werkterrein langs de oostelijke oever
van de Nijl in het gebied van Assoean.
Men probeert nog zoveel mogelijk uit
dit gebied te bergen voordat de aanleg
van de Assoeandam daar verdere werk
zaamheden onmogelijk maakt.
Japanse tweetrapsraket
Japanners hebben maandag met succes
een tweetrapsraket gelanceerd voor het
onderzoeken van de ionosfeer. De elf
meter lange raket, die ruim 1500 kg.
woog, was ontworpen door het Techno
logisch Instituut van de Universiteit van
Tokio. De lancering vond plaats opeen
eilandje in de baal van Mischikawa, in
het noordwesten van het land.
beleid gericht op continuïteit mogelijk
maakt.
Aangaande stemmen, die bepleiten dat
de staat zich financieel zou moeten in
teresseren in grote ondernemingen als
het Philips-bedryf, concludeerde ir. Ot
ten, dat hierdoor een soort medezeggen
schap zou worden gecreeërd, die het
bedrijf zyn zelfstandigheid en a-politiek
karakter zou ontnemen. „Wy zouden
een dergelijke ontwikkeling onjuist en
ongewenst achten, want ze druist in
tegen onze begrippen van het vrije, ver
antwoordelijke ondernemerschap".
iiiJSI
verantwoord en veilig verkregen
door een Persoonlijke Lening
Zelfs bij een goed vast inkomen is het nog lang niet altijd
gemakkelijk om voldoende geld opzij te leggen voor de
onverwachte of onverwacht hoge uitgaven die in ieder
huisgezin toch kunnen voorkomen.
Een „Persoonlijke Lening" bij
De Twentsche Bank biedt U de
mogelijkheid om over contant
geld te beschikken in bedragen
van f 500,- tot f 4.000,-. Daarbij
geldt de unieke regeling dat
bij overlijden alle nog niet
opeisbare aflossings-bedragen
worden kwijtgescholden. Bij al
onze kantoren zal men U gaarne
alle inlichtingen verstrekken
over Persoonlijke Leningen. U
kunt ook de P.L.-folder aan
vragen bij De Twentsche Bank
afdeling FN, Postbus 407,
Amsterdam.
165 kantoren
in Nederland
Verhouding met Suriname en Antillen
(Van onze parlementaire redacteur)
Reeds lang leeft in Suriname het
verlangen naar een wijziging van
het Statuut, dat de bepalingen
bevat voor de staatkundige ver
houdingen tussen Nederland, Suri
name en de Antillen. Officieel
heeft Suriname de zaak deze maand
aan de orde gesteld, waarna het
Rijkskabinet contact heeft gezocht
met de regering van de Antillen.
Er wordt nu overleg gepleegd
over de wijze waarop en wanneer
de rondetafelconferentie over wijzi
gingen in het Statuut kan worden
gehouden. Er wordt naar gestreefd,
de zaak zo goed mogelijk voor te
bereiden om tot een behoorlijk
resultaat te komen.
In Suriname is zoals gemeld de
delegatie naar de rondetafelconferentie
reeds benoemd, omdat men hoopt dat
de conferentie al in mei aanstaande
kan worden gehouden. Minister Kort
hals heeft gisteren in de Eerste Kamer
echter meegedeeld, dat het tijdstip nog
niet vaststaat. Er wordt tussen de drie
partijen overleg over gepleegd. Een ron
detafelconferentie vereist behoor
lijke voorbereiding.
Het is volstrekt niet de bedoeling de
zaak op de !ange baan te schuiven. Van
Nederlandse kant wil men de grootst
mogelijke spoed betrachten. Er wordt
getracht een procedure op gang te
brengen, waardoor de zaken vlot kun
nen lopen als de rondetafelconferentie
tot stand komt.
TENTOONSTELLING OVER
WALVISSEN
TE AMSTERDAM
Men heeft het 15 meter lange skelet
van een walvis met de staart moeten
laten kwispelen om het nog juist in
een der zalen van het Zoölogisch Mu
seum in Amsterdam te kunnen opstel
len, waar tot begin december van dit
jaar een tentoonstelling over walvissen
wordt gehouden.
Alles wat verband houdt met deze
zoogdieren is tentoongesteld: de relatie
van de walvissen tot de rest van het
dierenrijk, de extreme soorten onder
deze reuzen van de wereldzeeën, het
voedsel dat zij tot zich nemen en de
vele „eindprodukten", waardoor de jacht,
op de walvis nog altyd druk beoefend
wordt. Er zijn overigens niet minder
dan negentig soorten walvissen, het
meest veelvuldig onder de dolfijnach-
tigen. De tentoonstelling is vandaag ge
opend door prof. dr. E. J. Slijper, voor
zitter van het curatorium walvisonder-
zoek T.N.O.
Beroep tegen aanbeveling Hoge Autoriteit
(Van onze Haagse correspondent)
De Nederlandse regering heeft besloten by het Hof van Justitie der Europese
Gemeenschappen beroep aan te tekenen tegen de aanbeveling, die de Hoge
Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op 1 maart j.l. heeft
vastgesteld.
Krachtens deze aanbeveling worden de lid-staten verplicht de tarieven en
vrachtprijzen voor het vervoer van kolen en staal te publiceren of tor kennis van
de Hoge Autoriteit to brengen, waarby aan een aantal nader aangeduide voor
waarden moet worden voldaan.
Deze aanbeveling is de jongste stap i Veeleer moet het streven naar vastge-
van de Hoge Autoriteit in een aan- stelde tarieven worden gezien als een
gelegenheid. _die reeds enige jaren aan onderdeel van een bepaalde vervoerpo-
de gang is. Een vorige beschikking van
de Hoge Autoriteit, die nog alleen op het
wegvervoer betrekking had, heeft geleid
tot een proces voor het Hof van de Euro
pese gemeenschappen .omdat de Neder
landse en de Italiaanse regering daar
tegen in beroep gingen. Vorig jaar op
15 juli heeft het Hof overeenkomstig
de eis van Nederland en Italië de be
schikking vernietigd.
Het voornaamste bezwaar, dat in het
verleden door Nederland tegen de be
moeiingen van de Hoge Autoriteit naar
voren is gebracht, had betrekking op de
eenzijdige nadruk, die daarin steeds
werd gelegd op de veronderstelde nood
zaak van het doen opstellen van gepu
bliceerde vervoerstarieven.
De noodzaak, zelfs de wenselijkheid.
litiek, die weliswaar in enkele andere
lid-staten van de EGKS aanhangers
vindt, doch voor Nederland uitermate
schadelijk zou zijn.
Hoewel de jongste aanbeveling van de
Hoge Autoriteit op onderdelen niet ge
heel duidelijk is, bevat zij toch naar
de mening van de Nederlandse regering
een aantal elementen, die slechts zouden
passen in een uitvoering van het
EGKS-verdrag, zoals deze naar Neder
landse zienswijze mede na de uit
spraak van het Hof van Justitie
zou moeten worden opgevat.
In het bijzonder gaat het hier om de
nadere voorwaarden, waaraan bij publi-
katie of ter kennisbrenging van de prij
zen en tarieven zou moeten worden vol-
Relletjes in Irak:
benzine te duur
In Irak hebben zich ongeregeldhe
den voorgedaan in verband met een vo
rige week ingevoerde verhoging van de
benzineprijs. De taxi-eigenaren zijn in
verband hiermede drie dagen geleden
in staking gegaan, terwijl het ongenoe
gen over deze prijsverhoging zich verder
uitte in het doorsnijden van banden
en ingooien van ruiten van openbare
autobussen, particuliere auto's en taxi's.
De militaire gouverneur van Irak
heeft thans voor de provincie Bagdad
samenscholingen van meer dan zeven
personen verboden, terwijl op het dra
gen van wapens een verbod in ingesteld,
een en ander gepaard met strenge straf
fen. In een der wijken van de hoofd
stad is een avondklok ingesteld, terwijl
een brug over de rivier de Tigris, die de
verbinding vormt tussen twee stadsde
len, voor het verkeer gesloten is. Mili
tairen staan klaar om te schieten op
iedereen, die de voorschriften overtreedt.
van dergelyke vervoertarieven voor de daan.
gemeenschappelijke kolen- en staal- De regering ziet voor deze voorwaar-
markt wordt door Nederland ontkend. den geen gronden in het EGKS-verdrag.
Buitenlandse betrekkingen
Een belangrijk punt zal zijn de ver
zorging van de eigen buitenlandse be
trekkingen door Suriname en de Antil
len zelf. In verband met de lange tijd
van voorbereiding voor een rondetafel
conferentie had de VVD-er mr. Delprat
de suggestie geopperd een tussentijdse
regeling te treffen voor de eigen bui
tenlandse betrekkingen, die dan nader
hand zou moeten worden ingepast in het
Statuut. Minister Korthals zag de RTC
echter niet zover weg, dat een tussen
tijdse regeling nog gewenst zou zijn,
maar indien de wijziging van het Sta
tuut langer uitblijft dan wordt ver
wacht. dan is hy gaarne bereid een
intenmregeling in overweging te nemen.
De socialist mr. Cammelbeck verklaar
de, dat de P.v.dA, tot elke wijziging
van het Statuut bereid is en zelfs tot
opheffing van het Statuut. Minister
Korthals merkte op, dat er in Nederland
geen sterke behoefte is aan wijziging
van het Statuut. Het is duidelijk, dat
dit in Suriname wél het geval is en
dan is de Nederlandse regering volledig
bereid tot een gesprek tussen de drie
partners. Een dergelijk gesprek vereist
echter behoorlijke voorbereiding.
Teleurstelling
De regering heeft nu besloten beroep
aan te tekenen tegen de aanbeveling.
Tevens heeft zy zich tot de Hoge Auto
riteit gewend teneinde opheldering te
verkrijgen ten aanzien van de punten
in de aanbeveling, waarover onvoldoen
de duidelijkheid bestaat.
Als advocaat van de Nederlandse re
gering zal optreden prof. mr. \V. L.
Haardt, hoogleraar in het burgerlijk len. waarvoor niet het Statuut het be-
procesrecht in Leiden. Agent is prof. I langrykste ;s, maar onderling vertrou-
mr. W. Riphagen, raadadviseur van Bui- j wen en vriendschap, die volgens de mi-
tenlandse Zaken. nister zeker aanwezig zijn.
Het is zeer teleurstellend, dat de aan
sluiting van Suriname en de Antillen
by de EEG nog niet tot stand is ge
komen. Het gaat om grote belangen
voor Suriname en de Antillen, zei mi
nister Korthals, terwijl het voor de
EEG een kleine zaak is. Daarom te
meer is het teleurstellend, dat Frank
rijk en de andere landen de aanslui
ting tegenhouden. De regering doet ech
ter haar uiterste best voor een oplos
sing. In de delegatie voor de onderhan
delingen in de EEG zyn de Antillen
vertegenwoordigd en dat zal ook het
geval zijn als de besprekingen gaan
over Suriname
In het algemeen had de Kamer waar
dering voor de wyze, waarop minister
Korthals heeft bijgedragen tot het
scheppen van nieuwe verhoudingen tus
sen Nederland, Suriname en de Antil-