Vrije onderneming liét instrument om te komen tot grotere welvaart Grondige voorbereiding RTC vraagt enige tijd Contant geld op het juiste moment De Twentsche Bank Geen medezeggenschap in de medebeslissend zin van Philips: „staat in de staat?" Minister KorthalsIn Nederland geen behoefte aan ander statuut Regering procedeert tegen EGKS Opgericht 1 maart 1860 Woensdag 29 maart 1961 Vierde blad no. 30317 Ir. Otten in laatste rede bij Philips (Van onze financiële medewerker) „De vrije onderneming is naar mijn diepste overtuiging ook nu nog hèt instrument om tot grotere welvaart te komen, wanneer wij deze welvaart ruim zien en daarin naast de materiële ook de geestelijke waarden opnemen." Dit zei vandaag in Eindhoven ten overstaan van een zeer druk bezochte jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van het Philips-concern ir. P. F. S. Otten in een rede, die hij in verband met zijn ontslagaanvrage wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd voor de laatste maal uitspraak als president van de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken. Het onderwerp van zijn toespraak was „Onze industriële filosofie". Spr. voelde zich allereerst verantwoordelijk voor vier groeperingen van mensen, t.w. werknemers, kapitaalverschaffers, leveranciers en partners, en afnemers. Hij noemde het de taak en de verantwoordelijkheid om midden in het krachtveld der verschillende groeperingen staande, ieder der belangen te beharti gen „zodanig dat voor de totaliteit sprake is van een optimum en van harmonie". De arbeidende mens De heer Otten nam zijn gehoor mee terug naar het einde van de tweede wereldoorlog, toen men voor de opgave stond gezamenlijk het concern weer op te bouwen en waarbij één van de eerste en belangrijkste problemen was: „De arbeidende mens". Dit resulteerde in het opnemen in de statuten van een passage waardoor het algemene beleid steeds weer moet worden getoetst aan het voornemen, te zorgen voor een blij vende nuttige werkgelegenheid, voor een werkelijke continuïteit van de onderne ming. Hoewel hjj toegaf dat het gemakke lijk is zoiets neer te schrijven en dat ernaar te leven en te handelen echter iets geheel anders is, meende ir. Otten terugziende op de naoorlogse jaren te mogen zeggen „dat de leiding van ons concern door het betrachten van voort varendheid en voorzichtigheid erin is geslaagd uiteraard mede dank zij een gunstige conjunctuur een hoge mate van continuïteit in de werkgelegenheid te brengen". Dat deze continuïteit niet een zaak is van de bedrijfsleiding alleen, is duide lijk. Zo zijn o.a. van belang: een werk klimaat waarvan een stimulerende wer king uitgaat op de mens in zijn werk, alsmede voor de uitvoering van de richt lijnen en beslissingen de voortdurende zorg voor een goede informatie. Onderling vertrouwen De vraag besprekende, hoe het komt dat men hier te lande in de zeventig Advertentie loe aar is her? De horloger is vakman hij kan de kwaliteit van een horloge beoordelen. Daarom verkopen zovéél horlogers zo graag Prisma! jaar van het bestaan van de onderne ming nooit een echte staking heeft ge kend, merkte de heer Otten op dat het niet het loon of salaris of de sociale voorzieningen alléén zijn, die dit kunnen verklaren: „veeleer zijn het de gezonde verhoudingen, waarnaar in alle geledin gen voortdurend en oprecht gestreefd wordt". Tot het laatste draagt ook bij het regelmatige overleg met de verte genwoordigers van het personeel en van de vakorganisaties. Hierbij worden in openhartige besprekingen beider belan gen gediend, waarbij men zich bewust is „dat vertrouwen een kostbaar iets is, dat men niet kopen kan". Omstreden punt Of het voorgaande niet leidt tot me dezeggenschap óók in het algemeen be drijfsbeleid? Ir. Otten memoreerde, dat medezeggenschap een omstreden punt is. Ilij liet de aanwezigen evenwel niet in het ongewisse, door te verklaren niet te geloven in medezeggenschap in de zin van medebeslissen en deze in strijd te achten met het wezen van het vrije ondernemerschap. De leiding kan de verantwoordelijkheid onmogelijk delen. De besluitkracht en de besluitvaardig heid zouden eronder lijden („tot schade van alle bij de onderneming betrokke nen"). Naar de mening van de heer Otten klinkt in het verlangen naar me dezeggenschap, voorzover deze nog in de zin van mede-beslissen aan de orde wordt gesteld, „iets door van histo risch ook wel begrijpelijke angst en gebrek aan vertrouwen in de onderne mer". Hij was overigens wel een over tuigd voorstander van voorlichting naar binnen en naar buiten en van het hier boven reeds vermelde overleg met ver tegenwoordigers van de werknemers en hun organisaties. Groepsbelangen Wat de groep kapitaalverschaffers be treft, wegen ook haar belangen zwaar. Men heeft intussen niet alleen in de financiële sfeer de belangen van de aandeelhouders behartigd, maar er is ook getracht anderszins de betekenis van de aandeelhouder te onderstrepen. In dit laatste verband wees ir. Otten op het stimuleren van het bezoek aan de jaarvergadering, terwijl daarnaast volle aandacht is besteed aan de voor lichting in het algemeen en aan de jaarlijkse en tussentijdse verslaggeving n het bijzonder. Op deze weg zal wor den voortgegaan. Hij constateerde voorts nog dat voor de plaats die het kapitaal in de onderneming inneemt „ook bij ons personeel en zijn vertegen woordigers o.a. door eigen deelneming - een juister begrip ontstaan is". Wat de derde categorie aangaat, is men zich ervan bewust dat continuiteit in de zakelijke relaties met de partners en leveranciers van groot belang is voor het concern, en ook voor hen de in schakeling van andere bedrijven bij de uitvoering van de plannen spreidt en bevordert de welvaart, zo wordt ge meend. „De keuze bij iedere activiteit tussen: zelf maken, kopen en samen werking, heeft dan ook onze voortduren de aandacht". Aangaande de belangen van de af nemers en de gebruikers van de produk- ten en diensten zei de heer Otten, dat deze mede worden gewaarborgd door de vrije concurrentie op een vrije markt. De dienende economische functie ten opzichte van de samenleving wordt tot uiting gebracht in kwaliteit en betrouw baarheid, in service en in het opvangen van latente behoeften. Vertrouwen In zijn slotwoord dankte de aftreden de president voor het genoten vertrou wen. Het overgeven van zijn functie ■DE ONTBREKENDE POST g In zijn laatste toespraak als president van Philips heeft ir. P. F. S. Otten eraan herinnerd al eens eerder te hebben opge- 5 merkt dat op de balans van het u concern aan de debetzijde één B post ontbreekt en wel de aller- S B belangrijkste. Dat is: de mens, H die in een voortreffelijke team- B geest, waar ter wereld ook, in onze onderneming werkt". Zolang deze geest de boven- toon blijft voeren, zal het Phi- lips goed blijven gaan, zo voeg- de de heer Otten hieraan toe. aan ir. F. J. Philips verrichtte hij met een gerust hart. Hij gaf toe dat het de onderneming, vooral sinds de laat ste oorlog, zeer goed is gegaan en dat men zich kon koesteren in de stralen „van een ons welgezinde conjunctuur", maar ook als er donkere wolken zou den opdoemen „zijn mijn opvolgers en de nieuwe generatie zonder twijfel in staat gezamenlijk de moeilijkheden het hoofd te bieden". E.E.G. BITTER VOOR ONZE SUIKERINDUSTRIE (Van onze Amsterdamse correspondent) „Het heeft er alle schijn van dat de E.E.G. voor de Nederlandse suikerindus trie grote moeilijkheden zal brengen. De tendens bestaat namelijk om de prij zen zo te stellen dat ook minder gun stig gelegen streken tot suikerproduktie kunnen komen. Dat zal betekenen dat de suikerprijs in Europa hoger zal wor den dan deze in de goedkoopst produ cerende landen nu al is". Dit bezorgde geluid liet de directeur van de Centrale Suikermaatschappy mr. E. J. Waller gisteren horen tijdens een lunch ter gelegenheid van de komende suikertentoonstelling te Amsterdam. De heer Waller doelde op de suikercultuur in Calabrië en Beieren en het streven van de Duitse en Italiaanse regeringen om deze cultuur aldaar te stimuleren. Indien de produktie zal toevallen aan de goedkoopst producerende landen, zo als in het verdrag van Rome is vast gelegd, zal de toekomst er voor de riet suikerbelangen, de raffinaderij en de suikerverwerkende industrie nog wel re delijk uitzien. De gevolgen die nu ech ter dreigen, zullen bestaan uit nog meer suikerbietenverbouw in Nederland, Bel gië en Frankrijk en dus nog grotere overschotten en nog grotere dumping, aldus mr. Waller. WEER MEER DEVIEZEN Nog altijd blijven deviezen naar de Nederlandsche Bank vloeien. Dit blijkt volgens de weekstaat per 27 maart J.I., uit de stijging van de voorraad devie zen met f 39 min. Omzettingen in goud hebben niet plaatsgevonden. De totale goud- en deviezenvoorraad steeg van f 5919 min tot f 5958 min. Het goud bleef onveranderd op f 5227 min. %ilvertentle Het bedrijf ivil a-politiek blijven (Van onze financiële medewerker) Aan het slot van zyn vandaag in de aandeelhoudersvergadering uitgesproken jaarrede heeft de aftredende president van Philips' Gloeilampenfabrieken, ir. P. F. S. Otten, de verhouding van het concern tot de gehele Nederlandse gemeenschap ter sprake gebracht. Hij memoreerde, dat volgens sommigen Philips „to groot (is) geworden," waarmee wordt bedoeld, dat het concern met zjjn hoofdzetel in het kleine Nederland een staat zou zijn geworden in een staat. Wanneer men spreekt over „te groot of te machtig" dan, aldus de heer Otten, klinkt daarin haast een verwijt alsof wjj er ons eigenlijk voor zouden moeten schamen, dat we zo sterk zijn gegroeid. „Zij die zó spreken of denken beseffen niet voldoende dat de wereld, de gehele vrye wereld wel te verstaan, ons werk terrein is en zal moeten blijven". Voor het verkeer en voor de commu nicatie, vervolgde hij, gelden grenzen en afstanden al lang niet meer. Ook in het economische vak zullen zij hoe langer hoe minder belemmeringen vormen. De verwezenlijking van de „optimale markt" zo bracht hij nog eens in herinnering zal alleen al in belangrijke mate kun nen bijdragen tot de zo gewenste ver hoging van het levenspeil in alle be trokken landen. Wat die „staat in de staat" betreft, geloofde ir. Otten dat regeringen en overheidsinstanties zij het in een ander vlak uit ervaring zullen kunnen onderschrijven wat een Eindhovense burgemeester na de laatste wereldoorlog eens heeft opgemerkt, nl. „dat men bij Philips bijzonder goed weet dat dit bedrijf (ter plaatse) bin nen de grenzen van de gerpeente Eind hoven ligt en niet omgekeerd en dat men daarnaar leeft en handelt". „Dat neemt niet weg", zo voegde de heer Otten hieraan toe, „dat wij ons natuurlijk wél het recht voorbehouden onze stem te laten horen, wanneer wij menen dat het bedrijfsbelang in het gedrang komt" Het bedrijf is a-politiek, maar dat houdt zijns inziens tevens in dat de regeringen ook de ondernemer in zijn conceptie en in zijn beleid, de nodige vrijheid moeten laten. „Het be tekent ook de noodzaak tot het scheppen van een industrieel klimaat hetwelk een Spanningen in Jordanië In Amman, de hoofdstad van Jorda nië, is gisteren bekendgemaakt, dat vijf hoofdofficieren van het Jordaanse le ger met pensioen zijn gezonden. Hiertoe behoren generaal-majoor Akkasjel Za- ben, voorzitter van de staatsveiligheids- raad, die in 1957 leden van een samen zwering tot omverwerping van de rege ring berechtte, en brigade-generaal Moe staf aKhasawneh, een oud-lid van de Veiligheidsraad. Deze pensionering is aanleiding ge weest tot geruchten over tweedracht in het land. De betrokken officieren waren aanhangers van de Jordaanse minister van Defensie, wiens aftreden maandag bekend werd gemaakt. Volgens berichten in de Libanese pers hield dit aftreden verband met ontevre denheid van de minister over de nieuwe politiek van Koning Hoessein, waarin tekenen van toenadering tot de Verenig de Arabische Republiek zouden zijn te bespeuren. Zweedse opgravingen in Nubië met succes bekroond Bij opgravingen in Nubië door een Zweedse wetenschappelijke expeditie, die sedert het begin van dit jaar daar werk zaam is, zijn meer dan honderd vond sten gedaan. Men ontdekte o.a. een Nu- bische begraafplaats van 1500 vóór Christus, die ongeveer honderd graven bevatte. De meeste waren lang geleden geplunderd, doch uit vele graven kon men nog een grote hoeveelheid sieraden, aardewerk en andere voorwerpen ber gen, die een indruk geven van de le vensstandaard en de culturele ontwik keling van de bevolking uit die tijd. De 11 man sterke expeditie, onder lei ding van de Zweedse archeoloog prof. Torgny Save-Soderbergh heeft haar werkterrein langs de oostelijke oever van de Nijl in het gebied van Assoean. Men probeert nog zoveel mogelijk uit dit gebied te bergen voordat de aanleg van de Assoeandam daar verdere werk zaamheden onmogelijk maakt. Japanse tweetrapsraket Japanners hebben maandag met succes een tweetrapsraket gelanceerd voor het onderzoeken van de ionosfeer. De elf meter lange raket, die ruim 1500 kg. woog, was ontworpen door het Techno logisch Instituut van de Universiteit van Tokio. De lancering vond plaats opeen eilandje in de baal van Mischikawa, in het noordwesten van het land. beleid gericht op continuïteit mogelijk maakt. Aangaande stemmen, die bepleiten dat de staat zich financieel zou moeten in teresseren in grote ondernemingen als het Philips-bedryf, concludeerde ir. Ot ten, dat hierdoor een soort medezeggen schap zou worden gecreeërd, die het bedrijf zyn zelfstandigheid en a-politiek karakter zou ontnemen. „Wy zouden een dergelijke ontwikkeling onjuist en ongewenst achten, want ze druist in tegen onze begrippen van het vrije, ver antwoordelijke ondernemerschap". iiiJSI verantwoord en veilig verkregen door een Persoonlijke Lening Zelfs bij een goed vast inkomen is het nog lang niet altijd gemakkelijk om voldoende geld opzij te leggen voor de onverwachte of onverwacht hoge uitgaven die in ieder huisgezin toch kunnen voorkomen. Een „Persoonlijke Lening" bij De Twentsche Bank biedt U de mogelijkheid om over contant geld te beschikken in bedragen van f 500,- tot f 4.000,-. Daarbij geldt de unieke regeling dat bij overlijden alle nog niet opeisbare aflossings-bedragen worden kwijtgescholden. Bij al onze kantoren zal men U gaarne alle inlichtingen verstrekken over Persoonlijke Leningen. U kunt ook de P.L.-folder aan vragen bij De Twentsche Bank afdeling FN, Postbus 407, Amsterdam. 165 kantoren in Nederland Verhouding met Suriname en Antillen (Van onze parlementaire redacteur) Reeds lang leeft in Suriname het verlangen naar een wijziging van het Statuut, dat de bepalingen bevat voor de staatkundige ver houdingen tussen Nederland, Suri name en de Antillen. Officieel heeft Suriname de zaak deze maand aan de orde gesteld, waarna het Rijkskabinet contact heeft gezocht met de regering van de Antillen. Er wordt nu overleg gepleegd over de wijze waarop en wanneer de rondetafelconferentie over wijzi gingen in het Statuut kan worden gehouden. Er wordt naar gestreefd, de zaak zo goed mogelijk voor te bereiden om tot een behoorlijk resultaat te komen. In Suriname is zoals gemeld de delegatie naar de rondetafelconferentie reeds benoemd, omdat men hoopt dat de conferentie al in mei aanstaande kan worden gehouden. Minister Kort hals heeft gisteren in de Eerste Kamer echter meegedeeld, dat het tijdstip nog niet vaststaat. Er wordt tussen de drie partijen overleg over gepleegd. Een ron detafelconferentie vereist behoor lijke voorbereiding. Het is volstrekt niet de bedoeling de zaak op de !ange baan te schuiven. Van Nederlandse kant wil men de grootst mogelijke spoed betrachten. Er wordt getracht een procedure op gang te brengen, waardoor de zaken vlot kun nen lopen als de rondetafelconferentie tot stand komt. TENTOONSTELLING OVER WALVISSEN TE AMSTERDAM Men heeft het 15 meter lange skelet van een walvis met de staart moeten laten kwispelen om het nog juist in een der zalen van het Zoölogisch Mu seum in Amsterdam te kunnen opstel len, waar tot begin december van dit jaar een tentoonstelling over walvissen wordt gehouden. Alles wat verband houdt met deze zoogdieren is tentoongesteld: de relatie van de walvissen tot de rest van het dierenrijk, de extreme soorten onder deze reuzen van de wereldzeeën, het voedsel dat zij tot zich nemen en de vele „eindprodukten", waardoor de jacht, op de walvis nog altyd druk beoefend wordt. Er zijn overigens niet minder dan negentig soorten walvissen, het meest veelvuldig onder de dolfijnach- tigen. De tentoonstelling is vandaag ge opend door prof. dr. E. J. Slijper, voor zitter van het curatorium walvisonder- zoek T.N.O. Beroep tegen aanbeveling Hoge Autoriteit (Van onze Haagse correspondent) De Nederlandse regering heeft besloten by het Hof van Justitie der Europese Gemeenschappen beroep aan te tekenen tegen de aanbeveling, die de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op 1 maart j.l. heeft vastgesteld. Krachtens deze aanbeveling worden de lid-staten verplicht de tarieven en vrachtprijzen voor het vervoer van kolen en staal te publiceren of tor kennis van de Hoge Autoriteit to brengen, waarby aan een aantal nader aangeduide voor waarden moet worden voldaan. Deze aanbeveling is de jongste stap i Veeleer moet het streven naar vastge- van de Hoge Autoriteit in een aan- stelde tarieven worden gezien als een gelegenheid. _die reeds enige jaren aan onderdeel van een bepaalde vervoerpo- de gang is. Een vorige beschikking van de Hoge Autoriteit, die nog alleen op het wegvervoer betrekking had, heeft geleid tot een proces voor het Hof van de Euro pese gemeenschappen .omdat de Neder landse en de Italiaanse regering daar tegen in beroep gingen. Vorig jaar op 15 juli heeft het Hof overeenkomstig de eis van Nederland en Italië de be schikking vernietigd. Het voornaamste bezwaar, dat in het verleden door Nederland tegen de be moeiingen van de Hoge Autoriteit naar voren is gebracht, had betrekking op de eenzijdige nadruk, die daarin steeds werd gelegd op de veronderstelde nood zaak van het doen opstellen van gepu bliceerde vervoerstarieven. De noodzaak, zelfs de wenselijkheid. litiek, die weliswaar in enkele andere lid-staten van de EGKS aanhangers vindt, doch voor Nederland uitermate schadelijk zou zijn. Hoewel de jongste aanbeveling van de Hoge Autoriteit op onderdelen niet ge heel duidelijk is, bevat zij toch naar de mening van de Nederlandse regering een aantal elementen, die slechts zouden passen in een uitvoering van het EGKS-verdrag, zoals deze naar Neder landse zienswijze mede na de uit spraak van het Hof van Justitie zou moeten worden opgevat. In het bijzonder gaat het hier om de nadere voorwaarden, waaraan bij publi- katie of ter kennisbrenging van de prij zen en tarieven zou moeten worden vol- Relletjes in Irak: benzine te duur In Irak hebben zich ongeregeldhe den voorgedaan in verband met een vo rige week ingevoerde verhoging van de benzineprijs. De taxi-eigenaren zijn in verband hiermede drie dagen geleden in staking gegaan, terwijl het ongenoe gen over deze prijsverhoging zich verder uitte in het doorsnijden van banden en ingooien van ruiten van openbare autobussen, particuliere auto's en taxi's. De militaire gouverneur van Irak heeft thans voor de provincie Bagdad samenscholingen van meer dan zeven personen verboden, terwijl op het dra gen van wapens een verbod in ingesteld, een en ander gepaard met strenge straf fen. In een der wijken van de hoofd stad is een avondklok ingesteld, terwijl een brug over de rivier de Tigris, die de verbinding vormt tussen twee stadsde len, voor het verkeer gesloten is. Mili tairen staan klaar om te schieten op iedereen, die de voorschriften overtreedt. van dergelyke vervoertarieven voor de daan. gemeenschappelijke kolen- en staal- De regering ziet voor deze voorwaar- markt wordt door Nederland ontkend. den geen gronden in het EGKS-verdrag. Buitenlandse betrekkingen Een belangrijk punt zal zijn de ver zorging van de eigen buitenlandse be trekkingen door Suriname en de Antil len zelf. In verband met de lange tijd van voorbereiding voor een rondetafel conferentie had de VVD-er mr. Delprat de suggestie geopperd een tussentijdse regeling te treffen voor de eigen bui tenlandse betrekkingen, die dan nader hand zou moeten worden ingepast in het Statuut. Minister Korthals zag de RTC echter niet zover weg, dat een tussen tijdse regeling nog gewenst zou zijn, maar indien de wijziging van het Sta tuut langer uitblijft dan wordt ver wacht. dan is hy gaarne bereid een intenmregeling in overweging te nemen. De socialist mr. Cammelbeck verklaar de, dat de P.v.dA, tot elke wijziging van het Statuut bereid is en zelfs tot opheffing van het Statuut. Minister Korthals merkte op, dat er in Nederland geen sterke behoefte is aan wijziging van het Statuut. Het is duidelijk, dat dit in Suriname wél het geval is en dan is de Nederlandse regering volledig bereid tot een gesprek tussen de drie partners. Een dergelijk gesprek vereist echter behoorlijke voorbereiding. Teleurstelling De regering heeft nu besloten beroep aan te tekenen tegen de aanbeveling. Tevens heeft zy zich tot de Hoge Auto riteit gewend teneinde opheldering te verkrijgen ten aanzien van de punten in de aanbeveling, waarover onvoldoen de duidelijkheid bestaat. Als advocaat van de Nederlandse re gering zal optreden prof. mr. \V. L. Haardt, hoogleraar in het burgerlijk len. waarvoor niet het Statuut het be- procesrecht in Leiden. Agent is prof. I langrykste ;s, maar onderling vertrou- mr. W. Riphagen, raadadviseur van Bui- j wen en vriendschap, die volgens de mi- tenlandse Zaken. nister zeker aanwezig zijn. Het is zeer teleurstellend, dat de aan sluiting van Suriname en de Antillen by de EEG nog niet tot stand is ge komen. Het gaat om grote belangen voor Suriname en de Antillen, zei mi nister Korthals, terwijl het voor de EEG een kleine zaak is. Daarom te meer is het teleurstellend, dat Frank rijk en de andere landen de aanslui ting tegenhouden. De regering doet ech ter haar uiterste best voor een oplos sing. In de delegatie voor de onderhan delingen in de EEG zyn de Antillen vertegenwoordigd en dat zal ook het geval zijn als de besprekingen gaan over Suriname In het algemeen had de Kamer waar dering voor de wyze, waarop minister Korthals heeft bijgedragen tot het scheppen van nieuwe verhoudingen tus sen Nederland, Suriname en de Antil-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 13