DESTRATVSFEERBAILON LIEFHEBBENDE VROUW BIEDT HAAR MAN TE KOOP AAN Veere wenst schadevergoeding om economische weerslag op te vangen ZATERDAG 25 MAART WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Frangois Billetdoux analyseert opnieuw huwelijksverhoudingen HOE WERKT HET? Nieuwe haven voor Arnemuider vissers Vissers met bijzonder karakter en blijven het beeld van de bedoe ning op straat beheersen. De strakke regels, die deze dorpsgemeenschap zich zelf stelde, bleven gehandhaafd. Er is geen inwoner van Arnemuiden, die op zondag zal vissen. Op zondag gaat men in het zwart naar de kerk. Alleen aan het begin en het einde van de kerk dienst zijn zondags de straten niet leeg. Maar in de nacht van zondag op maandag, te weten een kwartier na middernacht is het of het dorp opnieuw ontwaakt. De vissers trekken per fiets en per bromfiets naar hun schepen. De vloot vaart uit op zoek naar een nieuwe oogst, die de zee zal geven. Alles als vroeger Alles is er nog van vroeger in dit dorp: de werfjes, waarin vroeger tijden de scheepjes werden ge bouwd, maar die nu zijn overge schakeld op de bouw van jachten. De visgeur veroorzaakt door de vismeel- fabriek. De vissers. De eigenaar van de vismeelfabriek heeft intussen over weggaan gedachct. Hij heeft en dat is typerend voor het van thuishaven tot thuishaven zwervend lot van de vissers over wogen hen te volgen en elders een drijvende vismeelfabriek te bouwen. Als hij dat doet zal hy echter onge twijfeld iE Arnemuiden zelf blijven wonen. Alles is er nog, maar langzaam maar zeker gaat zich nu toch een verandering voltrekken, waaraan het dorp ivil meedoen. In de laatste gemeenteraadsvergadering is een „recreatie-plan" besproken een plan, dat als het wordt uitgevoerd, er toe zal leiden dat Arnemuiden zich zal moeten aanpassen bij de ontwikkeling van het Veersemeer tot een ivatersportgebied van al lure. Die verandering zal dan hoogstwaarschijnlijk ook zijn weerslag vinden in de gemeen schap van de vissers, die dan voor het toerisme zal moeten open staan. De dames Marijs en Meulemeester (een van de ruim 1200 Meulemeesters) wonen in Arnemuiden en denken er niet over te gaan verhuizen naar Colijnsplaat. ,,De mannen komen wel op de brommers naar huis toe". Opgetogen is men in Jonathans nieuwe kosthuis over zijn energie, kracht, gedrag en humeur. De wat trieste en bedrukte artiest van vroeger is nu een doortastende vrolijke en goedlachse herenboer geworden die zich dan ook onmisbaar wist te maken. Rebecca die daarentegen van ge haaid zakenvrouw tot meelijwekkend zielepootje is afgezakt, ziet onder het geestdriftig relaas van Jonathans nieuwe huisgenoten haar hoop in rook vervliegen. Maar wanneer de baas ein delijk zelf thuis komt, hakt hij ook deze knoop tot aller tevredenheid door: zijn vroegere gade zal haar intrek on der hun dak nemen! Op die basis (of: onder dat dak) gaat het ge zelschap een nieuw leven tegemoet waarover ons nadere informaties ech ter ontbreken. Ziedaar het verhaal en de hande ling van „Le comportement des époux Bredburry" (De gedragingen van de echtelieden Bredburry) die Frangois Billetdoux in zijn nieuwe toneelstuk behandeld heeft. Hy heeft de stof, zo verzekert Billetdoux, uit de (Ameri kaanse) werkelijkheid gegrepen via een avondblad dat hem op een dag berichtte dat een dame voor dertigdui zend dollars haar echtvriend te koop had aangeboden. Zijn eerste opwelling was toen dat die prijs gepeperd mocht heten en daarna hield hij zich bezig met de mogelijke drijfveren van dat onalle daagse initiatief. Van dat onderzoek brengt hij in dit toneelstuk dus verslag uit en zijn conclusie luidt: (a) dat Rebecca door liefde werd gedreven, (b) dat factoren van economische orde vermoedelijk de voornaamste regels bepalen van de morele ge dragingen, ook binnen het huwelijk, in de wereld van onze tijd. Echtverbintenissen werden sinds on heugelijke tijden wel meer op een grondslag van geld of andere belan gen gesloten, en die Amerikaanse da me verdiende respect uit hoofde van naar openhartigheid. De Bredburry's vormen in Billet doux psycho-analyse in de vorm van een blijspel inmiddels in genendele een mislukt of ook maar uitzonder lijk huwelijk. Beide echtelieden hiel den, gelijk in de twee laatste bedrij ven overduidelijk blykt, veel en zelfs hartstochtelijk van elkander, maar door „incompatibilité d'humeur", of wel lichtere temperamentsverschillen, konden ze alleen elkanders dagelijkse aanwezigheid minder goed meer ver dragen. „Waarom geef je me toch nooit vis te eten?" vraagt Jonathan bijvoor beeld op een dag aan zijn vrouw. „Omdat je me met die graten aan een kat doet denken", zo luidt haar antwoord. In die zone nu van kleine ergernissen zijn de conflictstoffen vooral gelegen waaraan hun huwe lijk ten gronde dreigt te gaan. zodat Rebecca in overleg en overeenstem ming haar man besluit tijdig in te grijpen volgens vermelde procedure, waardoor hun intiemere wederzijdse gevoelens gespaard blijken te kunnen worden. Tschin-Tschin In Tschin-Tschin. zijn eerste to neelstuk. had Billetdoux zich met een zeer verrassend resultaat ook al met die delicate materie der huwelijks verhoudingen beziggehouden. En in diezelfde geest van subtiliteit en bijna putireinse ironie en in overeenkom stige stijl waarvoor hy bij Paul Val- try (en Pascal) in de leer moet zijn geweest, behandelt hy hier een an der aspect van dit eeuwig branden de probleem. Slechts één doch fun damentele aanmerking zou ik wil len maken: 'tKomt me voor dat Bil letdoux zich in zijn medium heeft vergist, en dat zijn psychologisch briljante ontleding beter als essay dan als toneelstuk tot haar recht ware ge komen. (Van onze Parijse correspondent) Tijdens het ontbijt neemt het Amerikaanse echtpaar Mortimer in het ochtendblad kennis van een advertentie waarin een (goede) vriendin, Rebecca Bredburry, haar echtgenoot jonathan, kunstschilder van be roepte koop aanbiedt. Elsbeth kan het eigenlijk wel begrijpen, maar haar wederhelft, ofschoon zakenman van professie, acht die transactie moreel toch wel wat misplaatstzo niet aanvechtbaar. De politiecommissaris Coockle concludeert na een nauwgezette en quête evenwel, dat bij deze aanbieding en verhoopte transactie alle wet telijke bepalingen scrupuleus werden gerespecteerd, zodat hij besluit alleen bij de eigenlijke koop een oogje in het zeil te blijven houden. De echtgenoot jonathan, die als koopwaar fungeert, blijkt (bij po gingen van zijn vriend om hem tot weerstand op te hitsen), zich met deze handel-in een-blanke-slaaf trouwens helemaal verzoend te hebben en zijn vrouw heeft op het stuk van zakendoen bovendien van niemand meer iets te leren. De heer en mevrouw Bredburry bespreken in Billetdoux' toneel stuk hun wonderlijke transactie. Er kondigen zich heel wat aspirant koopsters aan ofschoon de prijs niet laag is, maar Rebecca stelt ook nog andere dan slechts financiële eisen. Ze wil dat haar man 'n goede ver zorging zal (blijven) krijgen. De eer ste kandidaten weten Rebecca onvol doende vertrouwen in te boezemen en daarom wordt besloten Jonathan bij opbod en publiek te verkopen. Tenslotte wordt een struise, gezon de jonge vrouw die even buiten de stad een boerderijtje dryft, de nieuwe eigenares van Jonathan. De politie-inspecteur die nog geen illegaal steekje heeft zien vallen, komt persoonlijk Jonathan op zijn atelier halen om hem naar zijan nieuwe kost huis en bezitster te leiden, en het af scheid voltrekt zich in een melancho lieke scène die zelfs niet zonder tra gische accenten is. Een jaar later Een jaar gaat vervolgens voorby waarin het voor Rebecca steeds moei lijker wordt om de eenzaamheid te verdragen, en aangemoedigd door haar vriendin wil ze nu trachten Jona than weer terug te kopen. Ze bege ven zich tezamen naar de bescheiden farm waar ze door een half-imbeciele knecht en de nieuwe eigenares wor den ontvangen. instrumentenbord [>Jgl|§!l gondel buisframe (schokbreker) CH-Vülk camera patrijspoort batterijen schokbreker waarnemingen inde I hoogste lagen van de stratosfeer worden ballons opgelaten tot meer dan 30.000m. Een aantal van deze vluchten wordt met een bemande ballon volbracht. lüwwiwyiüJimy Onder de gondel bevindt zich een aluminiurnbuisframe dat bij een harde landing als schokbreker op treedt. Hierin bevinden zich de batterijen, die als ballast kunnen worden afgeworpen. De lucht in de gondel bestaat voor ca. 6% uit zuurstof, 20% helium en 20%stik stof. Het omhulsel van de ballon (J^mm dik plastic,435kg zwaar) heeft bij het opstijgen een lengte van 85 m Er wordt een weinig heliumgas in gebracht, dat bij het stijgen naar grote hoogte uitzet tot de ballon een omvang van 61 m heeft. Daar bij wordt een vermindering van het soortelijk gewicht van de verplaat ste lucht gecompenseerd door het toenemend volume van de ballon. Een teveel aan gas kan ontsnappen uit een drietal open sleuven aan de onderzijde. Onder de ballon hangt een grote parachute, waaraan dan weer de gondel hangt. De gondel bestaat uit een lucht dicht afgesloten aluminium cylinder waarin een druk heerst overeen komend met een druk op 7600 m hoogte. Deze lage druk is nodig om een te grote drukovergang te vermijden bij beschadiging. radio en bandrecorder I koelinstallatie luchtververser geheel uitge zette ballon parachute Een luchtverversingsinstallatie onder de gondel verwijdert vocht en koolzuur uit de lucht. Overdag, wanneer de gondel door de zon wordt verwarmd, werkt een koelinstallatie terwijl s'nacht de gondel binnen electrisch wordt verwarmd. Verschillende instrumenten verrichten de metingen, welke door een automatische camera elke vijf minuten door een opname van het instrumenten bord worden vastgelegd. De waarnemingen en ervaringen van de bemanning worden met radio en bandrecorder gerap porteerd. I (Van onze Vlissingse correspondent) De geschiedenis herhaalt zich in Arnemuiden. De vissers zullen een nieuwe thuishaven krijgen aan de Noordbevelandse kust, nu vol gend jaar het Veersegat zal zijn afgesloten en Veere onbereikbaar zal zijn geworden. Arnemuiden zelf was al onbereikbaar sinds eeuwen. Maar waar in de loop van die eeuwen de thuishaven van de beroem de vloot ook mocht zijn, de vissers van Arnemuiden woonden in Ar nemuiden en bleven er wonen. Op kosten van het Rijk bouwt men bij Colijnsplaat thans een nieuwe vissershaven voor hun vloot. Er zullen daar ook huizen worden ge bouwd, maar eigenlijk gelooft niemand, dat daar ook maar een recht geaarde Arnemuidenaar zal gaan wonen. En intussen zal over een twintigtal jaren eveneens de Oosterschelde zijn afgesloten. Ook de haven van Colijnsplaat zal dan niet meer in verbinding staan met de zee. Zal dan wéér een nieuwe thuishaven voor deze vissers moeten worden gevonden? Of zullen er dan geen Arnemuider vissers meer zijn, zoals wel wordt verondersteld? De tijd zal het leren. Maar de tijd heeft al geleerd, dat deze vissers een bijzonder karakter hebben, dat zij trouw zijn aan de kleine, eigen gemeenschap die zij in hun kleine dorp hebben opgebouwd, aan hun geboortegrond, ook al moeten zij zich vele opofferingen getroosten om bij hun ver wegliggende scheepjes te komen. Dat zij bovenal vast in de leer zijn. Het is die trouw aan de traditie, de gemeenschap en de kerk, die het oude Arnemuiden vissersdorp heeft doen blijven, hoewel de zee sinds eeuwen is teruggedrongen. Op de scheepswerf in Arnemuiden waar vroeger de vissersboten gebouwd werden, is men nu aan het omschakelen naar jachtbouw. Met kritische blik volgen de oude vissersmannen de werkzaamheden van de bouwen. Zo lang er een houten schip gebouwd wordt en dan liefst in de vorm van hun vroegere schepen, is alles in orde. Maar wanneer de eigenaar van de werf er over begint te praten dat hij ijzeren schepen wil gaan bouwen, valt er een ijzige stilte. ,.Dat moet verkeerd gaan" brommen dan de oude vissermannen en verlaten mokkend het scheeps werfje. Vroeger belangrijke handelsplaats De eens zo roemrijke rede van Ar nemuiden, in de 16e eeuw be schreven als een bloeiend vissers dorp en belangrijke handelsplaats, maakte plaats voor vruchtbare pol ders: de polders van Nieuw- en St. Joostland, die in het begin van de 17e eeuw werden ingedijkt, de Oranjepol- de en de westelijke polders van Zuid- Beveland. Het verval, dat de regering van Mid delburg, onder wier rechtsgebied Ar nemuiden viel, in 1557 al had voor zien, maar niet heeft kunnen tegen houden. trad in. Het Stenen Hoofd gemaakt van de stenen van de muren van de kerk van Nieuwerkerk op Schouwen bedwong de stroom in het Slaak niet. Enkele jaren later konden grote schepen de haven al niet meer binnenkomen. De Florisbaai was de plaats, waar de grotere schepen in 1604 voor anker gingen. Er was een pad over de slik ken van deze baai naar Arnemuiden, maar de handel ging steeds achter uit. In de 17e eeuw konden kleine sche pen nog slechts in de haven van Ar nemuiden komen door een gegraven geul in de Lemmerplaat, die met veel moeite tot in de 19e eeuw werd open gehouden. Maar toen was ook deze strijd gestreden. De geul werd in 1818 voor de laatste maal uitgediept - men zoccht naar andere wegen. De afdamming van het Sloe voor de spoorlijn was in 1871 de doodsteek voor de haven, waarin dammen werden ge legd. De vissers van Arnemuiden von den aanlegplaatsen by de dam voor de spoorbaan, maar lang zouden zij daar niet kunnen blijven. Dat behoef de trouwens ook niet, want in 1868 was het graven van een kanaal naar de Middelburgse haven aanbesteed. Op 1 april 1873 werd dat kanaal feestelijk en plechtig geopend. Niettemin bleven de Arnemuidena- ren bij de spoordam met hun schepen. De omweg via de sluizen van Veere en de Middelburgse haven naar Arne muiden was hun te groot. Nog later verkozen zij bij Vlissingen het kanaal door Walcheren op te va ren en zo naar huis te gaan. Een toccht door het kanaal van acht kilo meter met onderweg drie sluizen en vier bruggen! Tenslotte is Veere thuishaven voor deze vissers geworden. Zij waren daar zo welkom, dat deze kleine stad nu schadevergoeding vraagt om de eco nomische terugslag als gevolg van hun vertrek te kunnen opvangen. Zulks on danks het feit, dat er in al de jaren, dat Veere thuishaven was, geen en kele visser uit Arnemuiden daar is gaan wonen. Zij bleven er wonen Ze bleven thuis, in Arnemuiden: het dorp met zyn smalle straatjes en zijn lage huisjes. Ze wonen daar nog allemaal rond de oude ha ven, die op geen enkele manier meer aan zyn vroegere glorie herinnert. Dat doet wel het uurwerk in de kerktoren: een uniek uurwerk, dat de tyd, de jaargetijden, de maangestal- ten, de tijdstippen van zons- en maansopkomst en- ondergang, en hoog en laagwater aangeeft. Of, zoals het in de opdracht aan zijn ontwerper, de Delftenaar Jan Direckz. Coop luid de: een uurwerk „waardoor de getij den van het water, mitsgaders de maan met hare brekende kwartieren aan de toren gewezen mogen wor den". Waar hun haven ook lag, de vis sers bleven wonen in Arnemui- muiden. En omdat zij aat de den bleef Arnemuiden vissersdorp. Bleef ook de zeer gesloten gemeen schap intact. Bleef het dialect be waard, dat nergens anders wordt ge sproken en door geen Nederlander na gesproken kan worden. De hoge, donkerblauwe truien, de donkerblauwe petten, de bescheiden klederdracht der vrouwen, zy bleven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 22