KEN UW KUNSTENAARS DERU/IUTfBALLON Jail P. Strijbos, de trekvogel en A. B. Wigman, de stand vogel ZATERDAG 11 MAART WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Twee voortrekkers van de natuur journalistiek 70 jaar Beiden hebben het enthousiasme van de jeugd behouden h HOE WERKT HET? r^iSTl \lech-vdijk (Van In het afgelopen jaar kwamen in Nederland niet minder dan 179 werken op het gebied van biologie, plant- en dierkunde van de persen. Zelfs wanneer men de 84 titels aftrekt, welke in het bijzonder voor het onderwijs bestemd zijn, blijft er een respectabel lijstje boeken over, dat erop wijst, dat er in ons land een nog steeds toenemende belangstelling bestaat voor de kennis der natuur. Dat verschijnsel is in niet geringe mate te dan ken aan degenen, die een halve eeuw geleden, in een periode waarin men vooral oog had voor de wonderen der techniek, opnieuw aandacht vroegen voor die andere wonderwereld waarop men nim mer uitgekeken raakt: die van leven en groeien, van planten en dieren. Om dat te bereiken waren er echter mensen nodig, die in een ook voor eenvoudige lezers begrijpelijke trant konden schrijven, die de kunst onze reportage-redacteur) verstonden hun liefde voor de natuur op anderen over te brengen. Twee van die pioniers worden de volgende week zeventig jaar, Jan P. Strijbos op 14, zijn collega A. B. Wigman op 15 maart. Deze twee bekende schrijvers van populaire handboeken en duizenden dagblad- en tijdschriftartikelen, graag gehoorde sprekers ook op de bijeenkomsten van volksuniversiteiten en andere instellingen en ver enigingen op het gebied van de volksontwikkeling, zijn niet alleen leeftijdgenoten, maar tevens vrien den en elkanders medewerker. Hoewel zij zich in principe tot hetzelfde publiek richten, is elke con currentiezucht hen vreemd en dat geldt trouwens ook voor hun verhouding tot andere, jongere schrijvers en sprekers in het genre van de gepopu lariseerde biologie. Verschillen en overeenkomsten Er zijn overigens verschillen in ac tiviteit en belangstelling. Hun liefde voor vogels hebben zij ge meen, maar Jan P. Strijbos is vooral een trekvogel, die elk jaar uitvliegt naar verre gewesten om daar zijn stof op te doen; A. B. Wigman daarentegen is een standvogel de vergelijking is van mevrouw Wigman die zich ver knocht voelt aan de Veluwe. Een punt van overeenkomst is echter weer, dat zij beiden van hun liefhebberij gelei delijk hun werk hebben gemaakt, zo geleidelijk dat eigenlijk moeilijk te zeggen valt op welk moment hun hobby de plaats van hun oorspronkelijk be roep ging innemen. Wat ze eveneens gemeen hebben, is het voorrecht reeds op de lagere school een leermeester getroffen te hebben, die hun opmerkzaamheid voor de na tuur scherpte. Voor Jan P. Strijbos was dat meester Van Sevenhuijsen van de lagere school in het Haarlemse „keizerrijk", de tegenwooridge gedemp te Voldersgracht. Meester Van Seven huijsen ging elke week met zijn klas een middag wandelen, gaf Esperanto JAN P. STRIJBOS tijdens de eerste reis van de wal- visvaarder „Willem Barentsz." en liet zijn school meedoen aan een jaarlijkse internationale tekenwed strijd met een tentoonstelling in Parijs als hoogtepunt. Aart Wigman trof het zo mogelijk nog beter: die kreeg les van zijn vader, die hoofd van de open bare school van Lunteren en een groot natuurminnaar was. De oude heer Wigman stond bekend als een voor treffelijk imker en liefhebberde met het veredelen van fruitbomen. Andere loopbaan Maar Jan Strijbos, wiens vader meubelmaker was en aan de Haarlemse Kunstnij verheids- school les gaf in meubeltekenen en kunstgeschiedenis, ging eerst het meu belvak in (een paar werkstukken in zijn landelijke Heemsteedse woning ge tuigen nog van zijn handvaardigheid), gaf een half jaar les aan de Academie voor Beeldende Kunst in Den Haag en werkte toen op enige architecten bureaus, zoals dat van de bekende ont werper van landhuizen A. P. Smits, en vestigde zich tenslotte zelf als bouwkundige en architect. Zij hebben ze goed gekend, vooral dank zij de Natuurhistorische Vereni ging waarvan zij beiden lid waren en waarvan inzonderheid dr. Jac. P. Thijsse een der gevierde sprekers en auteurs was. „Hij heeft ons biologisch leren denken", zegt Strijbos erkente lijk. Schrijven Intussen hielden de heren Strijbos en Wigman de vergaarde kennis niet voor zichzelf. Al spoedig verschenen hun eerste artikelen in gespecialiseer- De heer en mevrouw Strijbos gereed voor een nieuwe tocht. Ook Wigman kon niet onmiddellijk zijn eigen aard volgen. De familie ver huisde naar Wageningen, waar Wig mans vader een drukkerij en uitgeverij had geërfd. Dat betekende dat de jon ge Wigman na zijn hbs-tijd verslag gever werd voor het door dat bedrijf uitgegeven nieuwsblad. Beiden gaven echter hun liefhebbe rij niet op, integendeel. Elk vrij uur, alle weekeinden werden daaraan be steed en trokken zij er met de bota niseertrommel en determineeratlas op uit. Richtte Strijbos zich uiteraard in het begin vooral op de duinen, Wig man ontdekte de veelzijdigheid van Wageningen in natuurhistorisch op zicht, dat immers op de overgang ligt van verscheidene landschapstypen. En bovendien: de Landbouwschool toen nog geen hogeschool bezat een bi bliotheek, waarin meer te vinden was dan het bekende handboek van Hei- mans en Thijsse, de Verkade-albums en het befaamde standaardwerk van Brehm. De Landbouwschool had tevens een preparateur in dienst en omdat er toen nog geen jacht- en schietver- boden bestonden, had Wigman daar alle gelegenheid zijn nieuwsgierigheid te bevredigen. Zowel Strijbos als Wigman spreekt nu nog steeds met groot ontzag over die twee grote voortrekkers op natuur historisch terrein: Heimans en Thijsse. de bladen als „De Levende Natuur", „Natura", „Buiten" en „Eigen Haard". Zij zorgden ook zelf voor foto's, met behulp van zelf gemaakte camera's. De naam van A. B. Wigman kreeg meer bekendheid toen hij in 1916 dr. Jac. P. Thijsse als vaste-rubriekschrij- ver bij „De Telegraaf" opvolgde. Elke week leverde Wigman een artikel over het natuurleven tot 1923 toen de re dactie de wens te kennen gaf deze kroniek afwisselend door Wigman. die uiteraard op de Veluwe was gespeciali seerd, en door een auteur, die meer op het duingebied georiënteerd was te laten verzorgen. Dat werd toen Strij bos en zo hebben beide natuurliefheb bers elkaar jarenlang week in, week uit in deze dagbladrubriek afgewisseld. Doch ook op de boekenmarkt ont moetten zij elkaar telkens weer. Wig man publiceerde in 1916 „Vogelleven in Nederland" met foto's van P. L. Steenhuizen, die met Tepe de eerste vogelfotograaf van Nederland was. Strijbos bleek de titel van zijn eerste ling vergeten, maar Wigman wist zich te herinneren dat toen hij „Langs een zame paden" in het licht zond, zijn collega met „Waar de stilte spreekt" present was. Zij werkten samen aan het vier-delige werk „Een jaar natuur leven", met De Stoppelaar als mede auteur. Verre reizen Ian P. Strijbos heeft het eerst van zijn liefhebberijen volledig zijn werk gemaakt. Dat was in de crisis jaren toen in de bouwerij de klad kwam. Voortaan trok hij er, vaak ver gezeld door zijn vrouw, de lieve lange zomer op uit, naar de Camarque in Zuid-Frankrijk, naar Spanje, naar IJsland en Spitsbergen, naar dt Bal kan en Zuid-Afrika, naar de Zuidpool. Het geld, dat 's zomers werd verreisd ook al logeerde hij zoveel mogelijk in zijn eigen tent en deed hij veel per fiets, moest 's winters weer worden terugverdiend. Dat betekende schrij ven: een of twee boeken, reeksen tijd schriftartikelen en bijdragen voor dag bladen. Het wilde ook zeggen: lezingen houden van Vaals tot Den Helder en van Roodeschool tot Cadzand. En het was de kunst ook dat zo goedkoop mo gelijk te doen. Op z'n zware Harley- Davidson reed Jan P. Strijbos van Heemstede naar Grijpskerk of Groen- lo en weer terug in het holst van de nacht om een paar tientjes te verdie nen. Tegenwoordig doet hij het wat comfortabeler met een autootje, vooral ook omdat hij zijn projectie-apparaat mee moet nemen om zijn zelfgemaakte dia's en films te vertonen. Voor een lezing in Julianadorp bij Den Helder draait hij zijn hand niet om: „Vlak naast de deur", vindt hij. '4mS& Op honk De tuin van de heer en mevrouw Wigman vormt een bloeiende oase op de Hoge Veluwe. Het schilder achtige huis werd ontworpen door architect Kropholler. (III) De meesten uwer zal de naam Zaalberg, zo hij geen begrip vormt, toch zeker bekend zijn. Reeds in de 19de eeuw woonde in Leiden een koperslager Zaalberg, wiens zoon Herman (geb. 1880) een geliefde bezigheid vond in tekenen en boetseren. Later bouwde hij zelf een draaischijf en turfoven, nam talrijke glazuurproeven en op 1 mei 1918 vestigde hij zich als zelfstandig pottenbakker. AB. Wigman kon door de oorlog de stem van zijn hart volgen. Zijn bedrijf werd bij het bom bardement van Wageningen in de sep temberdagen van 1944 zo ernstig be schadigd, dat de herbouw hem te zwaar viel. Een aanbieding om bij het Nationale Park „De Hoge Veluwe" in dienst te treden, waar eveneens veel moest worden opgebouwd, greep hij met beide handen aan. Zonder spijt nam hij afscheid van een taak, welke hem nimmer bevredigd had en die hij vrijwillig ook nooit gekozen zou heb ben. Als natuurhistorisch medewerker van de „Hoge Veluwe" vond hij echter zijn bestemming. Als samensteller van de jaarlijkse gids voor het Nationale Park, als spreker op tal van bijeen komsten zijn agenda is wat dat. betreft net zo vol als die van zijn jaargenoot over de bekoring van de „Hoge Veluwe" als leider van excur sies en gewoon als de deskundige, die met vele van de 500.000 wandelaars in dit natuurreservaat een ongedwon gen, maar zeer instructief praatje maakt, bouwt hij aan de goodwill van deze prachtige nationale instelling. Hij heeft er eveneens boeken over geschre ven, zoals hij al jarenlang de vaste medewerker is van de Arnhemsche Courant. Overdoen! Beide mannen ziet men hun zeven tig jaren niet aan. Ze zijn door hun liefhebberijen en hun werk jong en levenslustig gebleven. Strijbos is de meest veelzijdige en artistieke van de twee nij deed in zijn jonge jaren veel aan sport en richtte en passant de Haarlemse Athletiekvereniging op Wigman is meer het type van een degeiyue, bescheiden werker. Strijbos heeft in zjjn jonge jaren wel eens clown, acrobaat of kunstschilder wil len worden, reisde op zijn negenen zestigste samen m een belangrijk aandeel in de voorbe reidingen iieei't, iioe door Canada, de Verenigde Staten en Mexico. Wigman voelt zich het geluk kigst in zijn landhuisje temidden van zesduizend hectare Hoge Veluwe en een tenminste even grote houtvesterij van Staatsbosbeheer en kroondomein. Beiden kunnen bogen op een voor treffelijke staat van dienst als „na- tuurjournalist" en beiden ook zouden in een tweede bestaan weer betzelfde vak kiezen. En dat kan hun lezers in een eventueel „tweedebestaan" slechts verheugen. Meindert Zaalberg aan de draaischijf. De toen bijna 12-jarige Meindert H. Zaalberg ging dikwijls met zijn vader mee naar diens éénmanspotterij en zo was het pottendraaien hem van jongsaf vertrouwd en geliefd. Later volgde hij avondlessen in chemie, tekenen en boetseren, terwijl hij een studie maak te van oud aardewerk, in het bijzonder van oud-Chinees en Japans. In tal rijke musea van Europa maakte hy tekeningen. Tot heden is hy onafgebroken werk zaam geweest in de pottery, die thans 17 medewerkers heeft, van wie 5 draaiers die werken naar handgedraai- de ontwerpen van hemzelf. In 1958 was in het Stedelijk Museum te Am sterdam een tentoonstelling van zijn werk „Klei en Vuur" waarvan een Voor het radio-verkeer op lange afstand (intercontinentaal) werd tot voor kort ge bruik gemaakt van terugkaatsing tegen bepaalde lagen van de dampkring (iono - sfeer). Omdat de eigenschappen vqn deze lagen zich voortdurend wijzigen, is de echoballon gelanceerd, die regelmatig rondwentelend in een baan om de aarde/ een zekerder en betere reflector vormt' De echoballon is een aardsatelliet in de vorm van een grote ballon, waarmee radio-signalen worden teruggekaatst naar de aarde g oppervlak L In tegenstelling met een gewone luchtballon, dient de gasvulling bij de ruimteballon niet om de no dige draagkracht 'te leveren, maar uitsluitend om het omhulsel zo groot mogelijk temaken. Dit om hulsel is gemaakt van zeer dun (13/l000mm) plastic waarover een laagje glanzend aluminium is aange bracht. automatisch loskoppelend! vulventiel Op deze hoogte en bij een snelheid van 25000 km/u. maakt de middel puntvliedende kfacht evenwicht met zwaartekracht zodat de ballon in zijn baan blijft en een kunstma tige satelliet vormt die in ruim twee uur om de aarde cirkelt. A. B. WIGMAN in een karakteristieke houding op „zijn" Hoge Veluwe Voor het lanceren wordt de ballon in een speciale cylinder opgevouwen en op een grote drietrapsraket geplaatst. Op een hoogte van 1600 km wordt de cylinder automatisch van db raket losgeschoten en wordt de ballon eruit gedrukt en op geblazen. Geheel gevuld meet de ballon ruim 30m in doorsnede. uitgezon echo den golf Het glanzend metaaloppervlak van de huid reflecteert (weerkaatst) radiogol ven, zodat verkeer over grote afstand mogelijk wordt. Ook televisie-signalen kunnen via de echoballon worden over gebracht, wat de mogeli jkheid schept programma's uit andere werelddelen direct uit te zenden prachtige catalogus is gemaakt: doch reeds vele malen werd in Nederland en elders zijn werk geëxposeerd en door musea aangekocht. Reeds zijn grootvader was koper slager uit volle overtuiging en met liefde voor zijn werk; zijn vader koos weliswaar een andere richting, maar ook dit met inzet van gehele persoon lijkheid. Na hem wijdt Meindert H. Zaalberg zich met hart en ziel aan het ambacht-, dat op bijzondere wijze dienstbaar is aan de gemeenschap: het brengen van levende schoonheid in de dode dingen, die men elke dag ge bruikt. Men moet leren houden van datgene, wat weliswaar reeds bezit is, maar pas door ontdekking van sfeer en karakter geliefd eigendom wordt. Al les móét een eigenkarakter hebben, wil het eerlijk en waarachtig zijn. Een karakter, bepaald door vorm, kleur, spanning van lijn (afhankelijk van de kleiplasticiteit), het glazuur en timbre van het oppervlak. Hoe pijnlijk doet het aan, wanneer machinaal ge perste schalen of vazen worden ge maakt onder het mom van „net echt" handwerk! Gelukkig zien vele fabri kanten in dat machinale produkten eveneens eigen vormen en eigen karak ter kunnen bezitten. Bij handgedraaid aardewerk echter kan men juist zo prachtig de grond stoffen en de vuurinwerking herken nen: alles is volkomen natuurlijk en daarmee zuiver en oprecht. En natuur is het, want de hand van de potten bakker werkt met klei uit de donkere aarde en vuur van turf of hout, dat eens in het zonlicht ontstond. Bij Zaalberg is de eerste vereiste bruikbaarheid, het praktische nut. Naast vereisten voor de praktijk is schoonheid zeer zeker ook een vereiste, zelfs een behoefte. De dingen in ons huis, die we mooi vinden en waarvan we houden, zijn bepalend voor ae sfeer en maken de woning tot een Thuis, waar we rust kunnen vinden en ge ven. De schoenheid noemt Zaalberg echter een toegift als de materialen op de juiste manier en met de nodige vakmanschap worden verwerkt. Hoe treffend is hierbij het gedicht van Aart van der Leeuw: „De pottenbak ker", dat hem zeer na aan het hart ligt om de fijnzinnige raakheid waar mee het de vreugde van het draaien tot uiting brengt. Die vreugde van het maken spreekt uit al zijn werk en voelt hij als een innerlijk rijke arbeid, waar bij in de pot iets van dit alles te beleven moet zijn. Twee van zijn zoons traden in de voetsporen van hun vader en groot vader: Herman, die zich geheel inzette voor Raku Yaki, expositieruimte van de potterij. en Gijb, juist teruggekeerd uit het buitenland, waar hy een oplei ding kreeg en werkzaam was. Sinds 1953 heeft de jongere broer van M.H. Zaalberg een potterij in Zuid- Afrika; deze richt zich echter vooral op de decorering van zijn aardewerk. Zo zetten de gebroeders Zaalberg ieder op een eigen, heel persoonlijke manier de traditie voort van één der oudste scheppende ambachten der mensheid. ANNE MALGRÉ.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 20