Een goede klant? Koken met Joke EEN TWEE-MINUTEN MYSTERIE UIT HET ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERLOK ZATERDAG 11 MAART WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand EEN SLECHTE KOOPSTER Heeft U een speurneus ONS MENU VAN DE WEEK WONDEREN DER NATUUR Londen, maart 1961 De vogels zingen vroeg dit jaar, de bomen spruiten alsof ze geen tyd willen verliezen en de krokussen vinden het boven aarde zachter dan normaal. Het zal niet lang meer duren dus of U gaat in de stad voorjaar vieren, met andere woorden „iets nieuws kopen. Een rood jurkje „als ze het hebben", of dat doddige pakje, dat by X in de etalage ligtEn dan gebeurt misschien wat niet moest gebeuren, maar wat menigeen nog maar al te vaak overkomt: U koopt een jurkje, een pakje of wat dan ook, U neemt het mee naar huis of Iaat het bezorgen, U past het voor de linnenkastspiegel nogmaals aan enU bent er maar half tevreden mee, al tracht U uzelf misschien ook van het tegenovergestelde te overtuigen en klamt U zich, gelyk de drenkeling aan de strohalm, vast aan de echte of geveinsde waardering van de huisgenoten. Maar voordat U het lang in uw bezit heeft staat het U helemaal niet meer aan, of heeft U er vierkant het land aan. Voor misschien de zoveelste maal heeft U een slechte koop gedaan. En toch bent U boven de achttien, ja, misschien zelfs bent U wel een van die verstandige vrouwen, die hun ogen open hebben, het kaf van het koren weten te scheiden en over een zekere dosis praktische zin beschikken. Waarom dan gebeurt het elke keer weer zo niet U dan een ander? Waarom heeft bijna iedere vrouw wèl iets in haar garderobe, dat ze niet graag draagt, niet leuk vindt of eenvoudig niet uit kan staan ofschoon ze het toch klaar gekocht heeft en het geen naai- stersverknoeiseltjes is? Er zyn verschillende redenen voor, die samen of alleen catastrofaal kunnen zyn. Haast. Overhaast kopen is er een kopen tijdens het lunchuurtje, op de dag voor het feestje of de visite, 's- avonds net voor winkelsluitingstijd, of in de uitverkoop waar een ander het uit je hand gegraaid zou hebben als je niet meteen besloten had of., het niet had sjekocht. Maflkement in zelfkennis. Wie zich laat verleiden door een genre dat haar genre niet is, een jurk, die bij haar type hoort, een pakje, dat bij haar fi guur niet past, een deux-pièces die weinig nut heeft in het leven, dat zij leidt of een rok, die ze op zijn laatst tien jaar terug had kunnen dragen, kan nauwelijks vermijden dat ze slech te koopjes doet; ze is er zich op zijn best niet altijd van bewust totdat. iemand er haar attent op maakt. Kleur. Berouw komt ook voor wie een kleur kiest, die haar als kleur „Koop dan een kilo walnoten of een doos truffels voor haar, dokter!" Ze stonden voor een winkel die nog open was. Dokter Hompink bekeek argwanend de zeer sober gehouden etalage. Hij zuchtte diep, terwijl zijn ogen afdwaalden naar een langgerokte vrouw achter de toonbank. De vrouw was bezig geld te tellen, zy voelde dat ze bespied werd en ze keek op en wierp de dokter een stekelige blik toe, waarop ze haar man riep, die met snelle schreden naar de deur liep en de knip erop deed. „Uw laatste kans verkeken, dok," hernam inspecteur Herlok. „Nu zijn alle winkels definitief dicht. Heeft u er dan nog geen idee van wat u haar wilt geven?" De straatlantaarns brandden al en hier en daar werden de gordijnen voor de ramen geschoven, wat meestal gepaard ging met hetzelfde nijdige gebaar waarmee ook die winkelier zijn zaak had afgesloten. Niemand wilde nu meer door vreemden aangesproken worden, of zelfs maar be keken. Alleen de café's en restaurants bleven lonken. „Ik zal niet eten vóór ik iets voor haar gekocht heb!" Herlok zei dat de dokter er beter aan zou doen morgen eens rustig rond te kijken in 'n warenhuis, en zijn assistent Harjans zei dat de enige oplossing een enveloppe met inhoud was. Moedeloos zwierven ze een tijdje door de binnenstad. Ze vlogen op iedere verlichte etalage af, als muggen op een lampion, en rammelden aan de deurknoppen van bloemenwinkels, want Hompink had plotseling besloten zyn huishoudster te verrassen met een overweldigende bos fresia's.. Maar zou juffrouw Grijzels, die vandaag jarig was, daarmee wel genoegen nemen? Zou zy de dokter niet ontgoocheld de taarten en de schemerlamp van vorig jaar in herinnering brengen? Het begon te regenen. „Ik kan niet met lege handen thuiskomen", zei Hompink wanhopig, „ik moet bloemen hebben, anders moet ik de nacht maar in een hotel doorbrengen, Nogmaals: zó kan ik niet naar huis". De regendruppels joegen hen een portiek binnen, en Harjans, die naar huis wilde, raadpleegde zijn zakboekje. „Niet ver hier vandaan is hotel Lom- mers, dokter. Logies plus onbijt: vijf gulden". „Onzin", sprak Herlok, „er is verderop een kerkhof, en bij de ingang staan altijd bloemen venters. Die pakken meestal laat in, misschien is er nog één op zijn standplaats". Hompink voelde er niets voor de regen te trotseren, zoals enkele voorbij gangers deden, die in elkaar gedoken als misvormde schimmen, door de plassen waadden. „Mocht er nog zo'n venter staan, dan krijgt u in elk geval overvloedig begoten bloemen", zei Herlok even later tot de dokter. „Kom, ik geloof dat we het ergste nu wel gehad hebben". Het was droog. Ze liepen in de richting van het kerkhof. „Regen zou alleen en in verhevigde mate op kerkhoven moeten vallen", zei Herlok, „ter vervanging van de vele onechte tranen die vergoten worden boven de doden". Ze sloegen een hoek om en zagen toen, tegen een achtergrond van grafstenen en kruisen, een bloemenkar staan. Hompink richtte zijn blik niet op de bloemen, maar op een paar hoog gehakte voeten, die toebehoorden aan een lichaam dat halverwege voor de kar lag uitgestrekt. Een vrouw van een jaar of veertig. Had de bloe- menventer haar aangereden? De man liet zich juist van zijn zadel glij den. Herlok gebood hem naderbij te komen. „Heeft u die dame geraakt?" „Nee, nee, ik kom net aanrijden, nét! Ik denk, wat ligt daar toch, en wil net afstappen om te kijken wat het is". „Waar komt u vandaan?" „Ik heb mijn standplaats vijfhonderd meter verderop, op het plein, weet u wel?" „Kent u die vrouw?" „Nee, nee, natuurlijk niet. Nooit gezien. U soms wel?" „De enige die hier vragen stelt, dat ben ik", zei Herlok bars. Hompink zei: „zy is dood, Herlok. Niet tengevolge van een aanryding. zy is al een uur of wat dood en ze is óf hier overleden ik kan de doodsoorzaak niet meteen vaststellen en een hele tyd blyven liggen, óf...." óf zy is elders overleden en daarna hier door iemand neergelegd", onderbrak Herlok. En zich andermaal tot de bloemenkoopman wendend: „In plaats van dit lijk had u beter de bloemetjes voor de huishoudster van de dokter buiten kunnen zetten, waarde heer!" Vraag: WAAROM KON INSPECTEUR HERLOK DE BLOEMENKOOP MAN LATEN ARRESTEREN? 'u3ssoj 3» qftj j3h >p[d 3[[!'s 323P do rao '113113831 3) uoBaq }3q J90A uee)S36 je qftjsuusq snp jEEp 1J331J ftj_j 's; 6oojp uaraoqjoA Bou 'jbejs jeij u(iz dtmbe/a '3j[33p3BjBBJjs }3q }Ep qftjsBotnuo }3q SI •USpfpUBB U3HI0q SB/A J3U fiq sjb jubav 'booj UBUt 3q tpjOOAVJUy bevalt, doch die daarom haar kleur nog niet is „Zo gedistingeerd, dat grè ge denkt ze misschien, met voorby- zien van het feit dat gelaatstint ook. grège is. En dubbel grège lykt bij het bewuste kledingstuk. Of: „prachtig dat blauw, dat naar warm violet trekt", doch dat helaas thuis en buiten, ver van het licht in de winkelpaskamer, ineens koud en groenig blykt te zijn. Te gedecideerd. Zelfs het geluk met een kleine letter staat niet altijd aan de zyde van wie haar zinnen op iets speciaals heeft gezet een oranjerode mantel byvoorbeeld (by die diepblau we jurk!). Zelfs niet wanneer ze die oranjerode mantel metterdaad vindt, of ze er nu wel of niet meerdere win kels voor af is geweest. Want al is het niets minder dan „Het Geluk", dat die oranjerode mantel op haar winkel pad heeft gebracht, dan is het het zelfde Geluk, dat haar daarmee mis schien een kool heeft gestoofd. Ze wilde nu eenmaal een oranjerode mantel, en ze kocht hem. Maar waren er een heleboel voorradig geweest, dan had ze zich gerealiseerd dat de eerste leiyke schouders had, de tweede een onflat- teuze kraag, de derde een slechte coupe en een vierde een lelijk detail. En misschien had ze dan 'n tiende gevon den, die voor honderd procent goed was, en was ze thuis gekomen met een mantel inplaats van met een kleur. Prys. Het is verleidelijk te kyken naar kledingstukken, die te hoog ge- prysd zyn voor het beschikbare kleed geld. Verleidelyk maar fout. En fout ook is het iets te kopen, omdat het enkele tientjes of guldens goedkoper was dan u had gedacht. Beoordeel een kledingstuk allereerst als een kleding stuk en in 't bijzonder als een kleding stuk voor u. Zie het niet op de eerste plaats als een koopje, noch als iets dat een zeker snobbistisch aureool heeft, dank zy een „duur" etiket in de bin nenkant of een „waardevol" detail, zo als een bontkraag of een „gratis" by out je op de revers. Een oude lieveling. Wanneer u een maal een lievelingsjurk of pakje hebt gehad, zo'n dierbaar geval, waarvan u gewoon niet kon scheiden, dat u tot in het oneindige gedragen heeft en tenslotte met tranen in de poetslap penmand begraven heeft, probeer dan niet nog eens zo'n jurk of pakje te krygen. Het wordt tien tegen een een tegenvaller. Al lykt het nieuwe nog zoveel op het oude, de coupe is anders en voelt ander, de stof draagt niet zo goed en voelt niet zo goed, de kleur is niet dezelfde en u zult het nooit met dezelfde ogen bekijken als uw oude lie veling. U zult vergelijken en de verge lijking valt zodanig in het nadeel van de nieuweling uit, dat u er niet in ziet wat u er zonder zyn glorieuze voor ganger in gezien zou hebben. Koopfouten zijn niet altijd te ver mijden, behalve theoretisch dan. Hun enige voordeel is dat je er van leren kunt en dat eenzelfde fout in de toe komst vermeden kan worden. Maar beter is het natuurlijk zulk een dure les te voorkomen. De eerste vereisten daarvoor zyn: Het is de laatste mode (en de al lerlaatste, kersvers uit Parijs!), maar staat die laatste mode u wel? Wanneer u iets nieuws aan past, verlaat u dan nooit op een anders „dat staat u goed", zonder de waarheid daarvan daarvan zelf grondig te testen. a. Neem uw tyd wanneer u koopt Neem er zo mogehjk twee dagen voor, en de kans is groot dat u dan in het eerste uur van de eerste dag precies vindt wat u zoekt of wat u volop bevalt. b. Draag uw ja! meest flatteuze kleren wanneer u op nieuwe uit- bent. Ziet uw spiegelbeeld, gehuld in 'n aangepast nieuw toiletje er net zo aantrekkelyk, of leuker nog, uit dan in uw eigen kleiding, dan spreekt Ananas is een grote gele geschubde vrucht die behoorlijk zwaar (1-4 kg) kan worden en hier in ons land in kassen tot rypheid kan worden ge bracht. De vrucht kan in plakken worden gesneden maar aardiger is het om de top eraf te snyden, de onderkant by te snijden zodat zij goed kan staan en het vruchtvlees rondom los te snyden en er in z'n geheel uit te trekken. De ogen en het harde hart moeten dan uit het vruchtvlees worden gesneden en het geheel kan dan weer in plakken gesneden in het omhulsel worden ge daan. De top wordt er als versiering weer bovenop gezet. Ananas-mercedes is een ananassla van stukjes ananas en ander vers fruit vermengd met slagroom en be sprenkeld met wat kirsch. Deze sla wordt liefst ook weer in het omhulsel opgediend. dat voor zichzelf. Maar het omge keerde gaat natuurlijk ook op. c. Wees hard, keihard, en sla geen acht op wat de verkoopster u vertelt, be halve dan op dat u weten wilt om trent fabrikaat en eventuele garan ties. De verkooptechnische opmer king „mevrouw, het is de laatste mo de" heeft weinig nut, wanneer die laatste mode u niet staat ten bo vendien is die veronderstelde laatste mode niet zelden een of twee sei zoenen oud, of helemaal geen mode). Een verkoopster (een enkele uitge zonderd) probeert u iets te verkopen. Hoet het u staat, interesseert haar meestal „net iets voor u mevrouw" of „dat staat u uitstekend" bedoelt ze au fond niet anders dan „koop dit nu maar en kijk niet verder". Kijkt u wel verder, dan zal het volgende net zo goed „iets voor u" zyn en net zo „uitste kend staan" beter zelfs dan het voorgaande. Mocht u, na de zevende jurk te heb ben aangepast, nog niets gevonden hebben dat u bekoort, versaag dan niet nee, juist dan niet en houdt het by uw hardheid. Koop niet. Heb meer medelijden met uzelf dan met het verkoopstertje, dat zich misschien heel hulpvaardig uitslooft: voor haar bent u de slechte klant van één ogenblik, doch voor u is het „dan maar ge nomen" jurkje de slechte koop voor en kele jaren. En slechte klanten horen bij het beroep van verkoopster, een slechte koop maakt van u geen goede klant en van uw uitzet geen juweel. J.V. Dit voorjaarspakje van Bob Bug- nand is een oorspronkelijke crea tie, die velen zal flatteren, maar evenzovelen helemaal niet zal staan. Hetgeen niet wegneemt dat het een aantrekkelijk model is, dat extra flatteus kan zijn door de combinatie van marineblauwe wol en witte piqué. De grote of gemaande miereneter, een zoogdier dat voornameiyk in Midden en Zuid-Amerika voorkomt, heeft in het geheel geen tanden De taak van het gebit wordt vervuld door wryfplaten, die zich in de maag bevinden. De miereneter heeft een langgerekte kop, onbehaard, met kleine oren, een kleine mond en kleine ogen. Met die tandeloze mond alleen zou hy voor het verschalken van mieren en termieten zyn voornaamste voedsel niet veel kunnen uitrichten, maar de natuur heeft het gemis van een grote muil ruimschoots vergoed door hem een lange, kleverige, wormvormige tong mee te geven, waarmee hy de mieren maar voor het oplikken heeft. Die tong kan wel 90 cm lang worden en dus diep doordringen in een mierenhoop. Als een natte vinger in de suikerpot, zó ongeveer functioneert de tong van de miereneter. Toch MAANDAG: aardappelkaaspudding, andyvie; rodgröd. DINSDAG: Pikante savooiekool (met ham, kaas uien en appel) aardappelen, kerrie saus; stoof peertjes. WOENSDAG: rookworst, snybonen met witte bo nen, aardappelpuree; kokosvla. DONDERDAG: eiergehakt, spinazie, pommes frites; yoghurt met geraspte appel. VRIJDAG: gebakken paling, veldsla, radjjs- en komkommersla, botersaus, ryst of kalfsvleesragout, gemengde sla, ryst; appeltaart. ZATERDAG: Pasqualino di Agnello; vruchtengru- wel. ZONDAG: Russische biefstuk (gehakte biefstuk met brood en yoghurt aangemaakt) raapstelen, aardappelen; ananas- mercedes. AARDAPPELKAASPUDDING 1 kg gare aardappelen zeven en één nacht laten staan. De volgende dag 100 gr boter met 3 eierdooiers schuimig roeren; de aardappelpuree, 50 gr mai- zena, 100 gr geraspte kaas, zout en noot erdoor mengen en tot slot de drie sty fgeslagen eiwitten er voorzichtig doorscheppen. Het deeg in een bebo terde, met paneermeel bestrooide war me puddingvorm doen en ongeveer 11/4 uur au bain marie zachtjes la ten koken. Dan het deksel eraf halen, even laten uitdampen, de kanten met een mes losmaken, de pudding op een verwarme schotel keren en met ge raspte kaas bestrooien. Sla en toma tensaus erby geven. PASQUALINO Dl AGNELLO Maak een smakelijk lamshachee met uitjes en eventueel knoflook. Kook de nodige spaghetti, spoel deze met ko kend water af en laat ze uitlekken. Spatel er per 200 gr spaghetti 150 gr belegen kaas met 'n weinig witte peper doorheen. Opdienen op grote platte schotel met lamshachee midden in de spaghetti. Wat gehakte peterselie erby geven. KOMIJNEBROODJES Dachten Jullie, dat we „konynen" broodjes gingen maken? Mis hoor! „Wie gaat er mee naar de kruidenier om 5 dungesneden plakken komyne- kaas te kopen? Hier zyn alvast 2 to maten, 2 hardgekookte eieren, een half brood, wat boter en iets zout. Dolf staat al met het broodmes klaar 5 sneetjes van het brood te snyden en ze dan met margarine te besmeren. Wat. doe jy, Kok? O ja, de tomaten in schyven snyden; strooi je er dan wat zout op? Iedereen is aan het snyden; Jan ook al zo druk bezig de eieren in plakjes te verdelen en er iets zout op te doen. En nu 5 bordjes! Goed zo; Annemieke, zet ze hier maar netjes neer. staat hy ook wel eens voor ondoordringbare, om zo te zeggen „ingeblikte" voedselvoorraden, namelyk hard ge worden termietenheuvels. Gelukkig beschikt de mieren eter aan beide voorpoten over een sterk ontwikkelde derde teen met een zeer krachtige nagel, die o.a. dienst kan doen als blikopener. Met die nagel kan hy zyn blikje ofwel termietenheuvel gemakkeiyk openbreken. De opvallend zwierige staart van de miereneter heeft verschillende functies. Een warme, tevens camouflerende deken waar mee hy zich bedekt voor het slapen gaan; een praktische parasol om overdag onder te zitten; èn een handige bezem om verspreide mieren by elkaar te vegen. Tydens de vaak lange tochten van mierenhoop tot mierenhoop voeren de miereneters hun kleintjes op de rug mee. Waar zyn de sneetjes, Dolf? Doe ze maar op de bordjes en bedek ze met een plakje komynekaaas. Kok, wil jy er dan, om en om. de ei- en tomaten- plakjes opleggen, als dakpannen over elkaar? En nu maar happen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 19