Enrico Mattei is voor reuzen der
olie-industrie een spelbreker
WOORD
VAN
BEZINNING
CRISIS IN DE OLIE-INDUSTRIE (IV)
Selfmade manex-verzetsheldnationalist
staatskapitalisten koper van Russische olie
ENI gaf ontwikkeling van Italië
flinke injectie
Mascotte: een hond
met zes poten
Zaterdag 11 februari 1961
Een hele middag was ze ermee
bezig, mijn dochter, met het
cadeautje voor een jarig vrien
dinnetje. Eigenhandig heeft ze
het gemaakt, geknipt, geverfd,
gelijmd en ingeplakt, met de
tong uit de mond. U kent dat
wel, als kinderen intensief er
gens mee bezig zijn. Het was wat
kinderlijk en primitief uitgeval
len, misschien, maar het was
echt iets van haar zelf gewor
den. Triomfantelijk stapte ze er
de volgende morgen mee naar
school toe's Middags is ze
'stilletjes thuisgekomen, ze at
niet veel en ze zei niet veel, één
zinnetje maar, dat de hele si
tuatie voor ons duidelijk maak
te: „Het kind wilde het niet
hebben!"
Weken, misschien maanden
was hij ermee bezig, de eigenaar
van het barre stuk Palestijnse
grond: hij zuiverde het van ste
nen, hy spitte het om, legde be
vloeiingswerken aan, bracht ter
bescherming een doornhaag en
een uitzichttoren aan en plantte
toen de edelste wijnstokken,
die er waren. Zelfs hakte hij
nog de wijnperskuip uit de rots
grond. „Wat was er nog aan
mijn wijngaard te doen, dat ik
er niet aan gedaan heb?" Hij
heeft er alles aangedaan, wat hij
kon, het is iets van hemzelf ge
worden. Wanneer het werk vol
tooid is en hij met recht goede
vrucht kan verwachten, ver-
trouwt hij zijn hele rijkdom toe
aan pachters. Wat een eer om
waardig gekeurd te worden zo'n
best stuk grond te mogen on
derhouden en er de vruchten van
te mogen plukkenMaar ze
némen het niet, ze willen liever
zelf de baas zijn. Komen na de
oogst de knechten van de land
eigenaar om de pachtsom, om
een deel van de opbrengst, dan
worden die uitgejouwd en ver
jaagd. De eigen zoon, de erfge
naam, wordt buiten de muur
gegooid en gedood.
Kleine teleurstellingen kun
nen een kind harden tegen
moeilijkheden, die het later zal
tegenkomen. Grote tegenslagen
kunnen ons soms keihard ma
ken. Maar als de teleurstellin
gen en de tegenslagen éven te
veel worden dan gooien wij het
bijltje erbij neer, maken we ru
zie, vragen we echtscheiding,
sturen we bommenwerpers én
geven we anderen de schuld.
Zes dagen was Hij ermee
bezig. „Wat was er nog aan de
wereld te doen, dat Ik er niet
aan gedaan heb?" Hij heeft er
Zichzelf, Hij heeft er Zijn ziel
ingelegd. Toen was deze wereld
een paradijs en in Zijn ogen
zeer goed en Hij schonk het uit
Zijn volheid weg aan de mens
om het te bewaren en te bewer
ken. Wat een eer om zo'n ver
antwoordelijkheid waardig ge
keurd te worden!
Als ook Hem de teleurstelling
niet bespaard wordt, wordt Hij
gehard, gestaald" in.... Zijn
liefde. Hij blijft geven: regen en
zon in eeuwigdurende regel
maat, altijd weer nieuwe oogst,
altijd weer nieuwe liefde, altijd
weer nieuw leven, altijd weer
nieuwe verantwoordelijkheid, al
tijd weer nieuwe kansen én
neemt dan bovendien nog de
schuld op éigen schouders. Dat
is het verschil!
C. R. H. Ter Haar Romeny
Luchtmachtpredikant
Valkenburg Z.-H.)
schappij A.G.I.P. Maar omdat hij
geen behoorlijke prijs voor A.G.I.P.'s
machinepark kon krijgen, begon hij
tegen de orders van de regering
in op de smeekbedes van jonge
geologen in te gaan en in de Po-
vlakte naar olie te boren. Hij vond
aardgas.
Tegen alle economische en politie
ke pressie der grote Amerikaanse olie
maatschappijen in (hij liet zijn putten
door partisanen bewaken kreeg
A.G.I.P. een staatsmonopolie in de Po-
vlakte. Later werd E.N.I. gevormd,
Mattel's opmars was begonnen.
Dat hij zich niet makkelijk laat
stuiten, heeft hij in Cremona laten
zien. De stad verzette zich tegen het
leggen van een buizennet voor de dis
tributie van het aardgas. Mattei liet
midden in de nacht zijn arbeiders en
partisanen buisgeulen dwars door de
stad graven, 's Ochtends maakte hij
zijn excuses bij de burgemeester voor
deze „vergissing" en bood aan onmid
dellijk het werk stop te zetten. De
burgemeester smeekte hem op de knie
ën de geulen weer dicht te gooien.
Met de gasbuizen erin uiteraard
Mattei's opmars
Vandaag proberen de grote olie
maatschappijen Mattei's opmars in het
buitenland te stuiten. Soms lukt dat,
soms niet. Mattei heeft concessies ge
kregen met zijn nieuwe formule, fifty-
fifty winstverdeling tussen staat en
maatschappij, met dien verstande dat
het gastland voor 50 procent in de
exploitatiemaatschappij participeert,
zodat het in feite 70-75 procent van
de winst krijgt.
Een veelbelovende concessie voor de
kust van Koeweit werd hem echter
door Koninklijke Shell door de neus
geboord, „omdat", zo zegt Mattei, „de
Britse resident druk uitoefende op de
sjeik van Koeweit". Maar hij noteert
met innig genoegen dat ook de mach
tige Koninklijke in dat contract voor
het eerst een participatie-clausule
heeft moeten opnemen.
De grote maatschappijen, die van
daag oprecht bang zijn voor Mattei
(niet wegens de omvang van zijn ope
raties, maar wel wegens <ïfe preceden
ten die hij schept en de spaken die
hij tussen hun commerciële wielen
steekt) hebben Mattei tot hun vij
and gemaakt toen na verdere natio
nalisatie van de Perzische olie-indus
trie het internationale olie-consortium
werd gevormd. Mattei vroeg voor Italië
groot verbruiker van Perzische
olie een aandeel van 2 procent in
het consortium. Het werd hem hoog
hartig geweigerd. Waarom ook niet?
Iedereen wilde wel procenten in dat
consortium.
„Inderdaad", zegt Mattei nu, „maar
ze hebben het net de verkeerde gewei
gerd". Het heeft er alle schijn van:
deze dynamische autodidact is hard,
vasthoudend, vurig Italiaans nationa
list, een tikje verbitterd over het feit
dat „Italië altijd als een geit is uit
gezogen". HU is omringd door een
kring van onvoorwaardelijk getrou
wen uit het Italiaanse verzet en door
een groep tomatesap drinkende jonge
economen en Ingenieurs die hjj in
spireert met méér dan zomaar een
hoog slalarls.
Niet alleen voor geld
„Er zijn dingen in het leven", zo zei
Mattei mij, „die men niet alleen voor
het geld doet". En inderdaad, zelfs zijn
ergste vijanden geven toe, dat de man
strikt eerlijk is, voor geen bedrag te
koop. Deze industriële Cromwell is een
puritein, die karig leeft van de op
brengst van zijn klein fabriekje en
zijn hele 'E.N.I.-salaris weggeeft aan
een weeshuis in zyn geboorteplaats.
Zyn enige luxe is zijn vis-weekeind.
Tegenover zjjn getrouwen en be
wonderaars staat een legioen van
doodsvijanden, dat hem met niet altijd
even frisse middelen de benen heeft
willen breken. Steeds weer hebben zich
coalities gevormd: monopolistische Ita
liaanse industriëlen die liever parle
mentsleden huurden om tariefmuren
op te richten dan hun bedrijven te
moderniseren, schreeuwden moord en
brand tegen Mattei's doorkruisen van
het „particulier initiatief".
De rechtervleugel van zijn eigen
christen-democratische party, bepaal
de kringen in het Vaticaan, Europese
kolenbelangen, de Standard Oil voer
den politieke, diplomatieke en pers
campagnes tegen hem.
In de tyd dat Clare Booth Luce
nog Amerikaans ambassadrice was,
maakte het Time-Life-concern van
haar echtgenoot hem wekelyks zwart.
Hy was een communistisch agent, een
Italiaanse De Gaulle, een fascist, een
socialist. Men stuurde privé-detectives
op hem af om bezwarend materiaal te
vinden.
Een staat in een staat
Mattei heeft zich met alle politieke
en commerciële middelen en met suc
ces verweerd. Hy steunt op de linker
vleugel van zyn eigen christen-demo
cratische party, maar kan als het
Mattei's droomde onderont
wikkelde gebieden van Italië op
gang brengen door met E.N.I.-
boortorens de aardgas- en olie
reserves van de Italiaanse bodem
aan te spreken.
moet ook de socialisten en soms de
communisten mobiliseren. Een Itali
aanse regering die hem zou durven
ontslaan, valt op hetzelfde moment.
Zeker is E.N.I. een staat in de staat.
Maar het is een kerngezonde en dat in
een staat waarvan dit niet in alle
opzichten gezegd kan worden! E.NX
heeft voor de Italiaanse economie ont
zaglijk veel gedaan en begint nu het
zuiden te ontwikkelen.
„Zolang er een miljoen werklozen
in Sicilië is, is myn taak niet afge
lopen", zegt Mattei. E.NJ. is een
staatsmaatschappy, maar maakt winst
en ademt een geïnspireerde dynamiek
waarby het apparaat van een grote
maatschappy soms een logge ambteiy-
ke bureaucratie schynt.
Mattei wil uit zijn persoonlijk suc
ces een persoonlijke filosofie peuren,
namelijk dat de olie-industrie als ener
giebron in de handen van de staat
hoort. Mattel's welslagen daarbij doet
de particuliere olie-ondernemers de
dampen aan. Misschien zal E.N.I. han
delbaarder worden naarmate het meer
olie gaat produceren. Het producenten-
belang zal dan zijn aanvankelijk ty
pische consumentenstandpunt (zoveel
mogelijk olie tegen zo laag mogelijke
prijs) gaan completeren. Maar zeker
is dat de olie-industrie ruimschoots ge
legenheid zal krijgen de aanvankelijke
onderschatting van deze nieuwe olie-
babj U berzieuk
Een frivool onderwerp? De list van de vasthoudendheid van forel-
lenhengelaar Mattei zijn ook de eigenschappen van olieman Mattei,
die de vermetelheid had een lijntje uit te gooien in het onomstreden
domein van Standaard Oil, Koninklijke Shell, Texaco en de andere
olie-giganten. ,,Hij vist In troebel water" zeggen die, „hij verlaagt de
benzineprijzen, hij heeft het fifty-fifty akkoord in Perzië doorbroken.
En het allerergste: hij koopt Russische olie". Bij het laatste kijken zij
U veelbetekenend aan, men moet dan van afgrijzen achterovervallen.
„Die man Mattei", zoals zij hem
noemen, blijft bedaard uitleggen, waar
om hij ten eerste de droge vlieg ver
kiest en waarom hij ten tweede de
internationale oliebelangen aan zijn
laars lapt, wanneer hij directeur
van E.N.I., de Italiaanse staatsolie
maatschappij voor zijn energie-ar
me land goedkope olie zoekt. Zijn ge
zicht is daarbij een studie waard: hij
praat zachtjes maar weloverwogen. Hij
heeft soms een snel gevoelig glimlach
je om de lippen, maar zijn donkere
ogen blijven waakzaam en hard.
Wat is de 54-jarige Mattei van
daag? Als baas van E.N.I. (Ente Na
zi onale Idrocarburi) leidt hij een olie
rijk dat twee miljard dollar waard is
en 65 dochtermaatschappyen omvat.
Het is gebouwd op het aardgasmono
polie in de Po-vlakte (dochtermaat
schappij A.G.I.P.) dat de Noorditali-
aanse economie voedt met goedkope
energie: 6 miljard kubieke meter me
thaangas per jaar.
Gasvondsten in Matera gaan nu het
onderontwikkelde zuiden een soortge
lijke injectie geven. A.G.I.P. verklaart
voor een deel het raadsel dat Italië
in de vyftiger jaren zyn nationale
inkomen heeft kunnen verdubbelen.
Dat is E.N.I.'s gas, nu E.N.I.'s olie.
Toeristen in Italië kennen de vuur-
spugende zwarte hond met zes poten,
mascotte van „Supercorte Maggiore,
la potenta benzina Italiana".
De EHJ.-groep wint wat olie in
Italië en exploreert in Perzië, Egypte,
Marokko, "Dinesië, Libië en de Soe
dan. In drie jaar tyd zal E.N.I. in
Perzië en Egypte ten minste 4 mil
joen ton olie jaariyks winnen. Maar
Italië heeft 18 miljoen per jaar nodig.
Omziend naar goedkope olie heeft
Mattei een contract met de Sovjet-
Unie afgesloten: 12 miljoen ton over
de komende vier jaar, tegen een prys
die vér onder die van de grote olie-
maatschappyen ligt.
Flinke dreumes
Mattei's olierijk omvat meer: raf-
finaderyen in binnen- en buitenland,
een tankervloot, 5000 km püpiyn, een
grote petrochemische fabriek in Raven
na. Maar ook dingen die minder met
olie te maken hebben: motels, elec-
tronische industrie, het begin van
kernenergiebedr y venmachinef abr ie -
ken.
Hoe groot E.N.I. ook al mag zijn,
vergeleken met de grote internationa
le olie-maatschappijen is hij nog maar
een dreumes. Maar het is een levens
krachtige, dynamisch en snelgroeiend,
bedrijf, vooral wanneer men bedenkt dat
het een staatsmaatschappij is. Want de
staat is zijn enige aandeelhouder en
president-directeur Mattei, die steeds
voor drie jaar wordt benoemd, is al
leen verantwoording schuldig aan de
Italiaanse ministerraad. Hetgeen geens
zins verhindert, dat E.N.I.'s eigen dag
blad „II Giorno" op een na de
grootste krant van Italië af en toe
de regering aanvalt.
Het is dus wel een eigenaardige
staatsmaatschappy. Hoe zijn Mattei
en E.N.I. zo gegroeid? De zoon van
een Italiaanse politieman is altyd een
byzondere jongen geweest. Op zyn
veertiende stond hij in een meubel
fabriek bedden te lakken, op zyn ne
gentiende was hij directeur, van een
leerlooierij, op zijn dertigste bezat hy
een chemisch fabriekje.
Op zyn 34-ste was hy onder de
schuilnaam „Monti" chef van „De
groene vlam", een verzetsorganisatie
van de christen-democraten. Monti
werd tweemaal door de Duitsers ge
arresteerd hy ontkwam steeds. De
laatste keer stond hij op het punt
gefusilleerd te worden, maar de Duit
sers wilden nog uit hem krijgen wie
de andere verzetchef „Marconi" was.
Zij verloren hun tyd, want Marconi
was ook Mattei.
Smeekbedes van jonge
geologen
Na de oorlog werd Mattei als re
geringscommissaris belast met de li
quidatie van Italië's staatsoliemaat-
Enrico Mattei gooit een lijntje
uit in wat eens het privé-viswater
van de grote oliemaatschappij
was. 4
(Van onze reisredacteur,
Milaan Een menselijke vloedgolf omspoelt de
man op wie ik wacht. „Dottori" en „ingeniori"
struikelen over hun voeten om hem de hand te
drukken, „carabinieri" maken een pad vrij tussen
een menigte die hem verzaligd aanstaart. Men
mompelt zijn naam, hij is de machtigste man van
Italië. Maar ik, die hem moet interviewen, kan
hem niet onderscheiden in het kluwen bewonde
raars dat hem omstuwt. Ik vraag het de beschei-
denste van het groepje. „Signor Enrico Mattei?"
W. L. Brugsma)
zegt die, „dat ben ik". De machtigste man van
Italië, de schrik van de internationale olie-wereld,
ziet eruit als een van zijn eigen medewerkers. Hij
pakt mij bij de arm en nu straalt de algemene
bewondering ook op mij af en duwt mij een lift
in. Vijf minuten later en vijftien verdiepingen
hoger zit ik met de meest omstreden man uit de
Westelijke economie achter een glas tomatesap en
twist met hem over de vraag of men forellen met
een natte of een droge kunstvlieg moet vangen...
De hond met de zes poten. De
voortreffelijke service-stations en
motels die Mattei langs de Itali
aanse wegen zette (en waar hij
zijn benzine-prijzenslag begon)
komen straks ook in het buiten
land. Met die van de Zwitser
Duttweiler gaan zij het gevecht
„aan de pomp" tegen de grote
maatschappijen aan.