Mr. K. P. v. d. Mandele onderscheiden met zilveren Universiteitspenning President curator Universiteit legt zijn functie spoedig neer Nieuwe vertaling N. T. aangeboden Verdiensten op velerlei terrein Blijf „buitenlands" In verband met nieuw ingevoerde leeftijdsgrens voor curatoren Officiële publikaties Uitgave Kath. Bijbelstichting Sint Willibrord Opgericht 1 maart 1860 Donderdag 9 februari 1961 Tweede blad no. 30276 Na de oratie van de rector-magnificus van de Leidse Universiteit ter gelegenheid van de 386ste verjaardag van deze Academie, die gisteren in Leiden werd herdacht, werd de zilveren erepenning van deze Universiteit door de rector-magnificus, prof. mr. J. V. Rijpperda Wierdsma uitgereikt aan mr. dr. K. P. van der Mandele uit Rotterdam, de tegenwoordige voorzitter van de Leidse Universiteitsraad, die onlangs 80 jaar is geworden (inplaats van 70 jaar, zoals wij gisteren abusievelijk vermeldden). De Leidse Universiteit kent twee onderscheidingen: het eredoctoraat dat alleen voor bijzondere verdienstelijke wetenschappelijke arbeid wordt toegekend in zeer sporadische gevallen, en sinds enkele jaren ook de erepenning, die in het bijzonder voor arbeid in dienst van de wetenschap verleend wordt. Mr. Van der Mandele viel de eer te beurt, deze erepenning als zesde in ontvangst te nemen. Voortdurende zorgen Prof. Rijpperda Wierdsma noemde ln de toespraak tot mr. Van der Mandele vier hoofdmotieven voor deze onder scheiding. In de eerste plaats zijn werk zaamheden voor het Leidsch Universi- teits Fonds sinds 1918 slechts spora disch onderbroken door verplichte pe riodieke aftreding zijn bevordering van de oosterse studie, gepaard gaan de aan de tot standkoming en uitbouw van het Snouck Hurgronje Huis, zijn overeenkomstige stimulering van de Afrika-studies met het Afrika-instituut als centrum, zijn zorg voor de studen ten en zijn Rapenburg-politiek. Wat het Leidsch Universiteits Fonds betreft heeft mr. Van der Mandele zich onderscheiden door een voortdurende activiteit in een reeks van tientallen jaren. In 1918 reeds had hij zitting in het college van gecommitteerden, in 1940 werd hij daarvan voorzitter, en in 1957 werd hij voorzitter van de Univer siteitsraad, het hoogste bestuderende li chaam van het Leidsch Universiteits Fonds. Hij slaagde er onder meer door vele financiële acties, in, het kapitaal, dat bij de stichting in 1890 slechts ruim achtduizend gulden bedroeg, tot meer dan een miljoen op te voeren. Hij voer de bovendien een beleggingspolitiek in, die de baten van zijn inzamelingsacti viteiten meer dan veilig stelde. De studenten hebben steeds de bij zondere aandacht van de heer Van der Mandele gehad, hetgeen ondermeer on derschreven kan worden door de stu dentenroeivereniging Njord, door Miner va (dat ook in de herbouw van zijn capaciteiten profiteert), voor de VVSL (onder meer dankbaar voor zijn aan deel in de oplossing der restauratie problemen) en door vele andere orga nisaties, die door zijn steeds stille steun hun bloei wisten te stimuleren. Grote waardering sprak de rector magnificus voorts uit voor de „Rapen- burgpolitiek" van mr. Van der Man dele, waardoor zes panden aan het Ra penburg voor de Universiteit konden worden aangekocht. In een persoonlijk woord herinnerde prof. Rijpperda Wierdsma tenslotte aan de grote verbondenheid tussen mr. Van der Mandele, wijlen prof, Van Vollen hoven en wijlen prof. Van Eysinga, die zich beiden zeer zouden hebben ver heugd in de onderscheiding, welke mr. Van der Mandele gistermiddag ten deel viel. Na de uitreiking werd een receptie gehouden in de Burgerzaal van het Stadhuis. Expositie „Cives" in Academiegebouw De tentoonstelling beeldende kunst van .Cives", ingericht in de nieuwe vleugel van het Academie gebouw door het Leids Academisch Kunstcentrum, onderscheidt zich in hoge mate van die van twee jaar geleden, zowel door de opvallend grotere deelneming als door even eens veel grotere variabiliteit. Er waren ditmaal 178 stuks namens 135 inzenders binnengekomen, hetgeen neerkomt op meer dan tweemaal het aantal van 1959. Thans zyn, na een strenge keuring der selecte Jury (be staande uit de heren mr. Mulder, mr. Van der Meulen en Tromp Meesters) 91 werken aanwezig afkomstig van 28 inzenders. (Twee jaar geleden 28 wer ken van 14 inzenders.) zy werden vervaardigd door vier hoog leraren (Van Bemmelen, Bouman, Ga lestin en Nagel), een lid van de weten schappelijke staf, een lid van het tech nisch administratief personeel, en 22 studenten, onder wie zes vrouwelijke. De tentoonstelling omvat schilderijen (veel olieverven), tekeningen, gouaches, aquarellen, talrijke kunstnyverheidpro- dukten, exclusieve foto's en marionet ten, alsmede grafiek van een Surinaams student dat door het perfecte gehalte opvalt. Trouwens: in het algemeen kan ge waagd worden van een voor amateurs hoog niveau. Het is daarby opvallend dat een groot aantal inzenders het volle licht doet schynen op de modernste richtingen in de beeldende kunst. Daar naast voelen anderen zich meer aange trokken tot verbeeldingen der zichtbare werkeiykheid. Byzonder te waarderen creativiteit en activiteit liggen aan deze omvang- ryke expositie, welke gistermorgen in het by zyn van vele academische auto riteiten, onder wie de rector-magnificus prof. mr. J. V. Rypperda Wierdsma, door prof. dr. R. F. Beerling geopend werd. ten grondslag. Een der organisatoren, mr. J. van der Meulen gaf een korte toelichting. Met vreugde hebben wy kennis ge nomen van de velerlei uiteenlopende kunstzinnige prestaties van „Cives" en van de grote animo en tevens gebleken deskundigheid, waarmee talrijke by de Academie betrokkenen zich daaraan wyden. De Civitas-gedachte biykt in esthe tisch opzicht in volle bloei te zyn! -•- 1. OVER DE GOEDE TOON EN GLADSTONE Als U in klein gezelschap een buitenlandse gast hebt die de Nederlandse taal niet machtig is, welke taal spreekt U dan onderling? Zoveel mogelijk zijn of hóAr taal. Tsja. Gemakkelijk gezegd.. Meestal zullen niet alle leden van het gezelschap die andere I taal kunnen spreken. Wat dan? Welnu, dan is het aardig als één Nederlander zo nu en dan een beetje „tolk" speelt voor de gast. Deze kan dan volgen wat er gezegd wordt, behoudt het prettige gevoel er bij te horen! Weet U wat ook inter nationaal als zeer hoffelijk gezien wordt? Als U een Gladstone presenteert! Want Gladstone is - met of zonder filter - de sigaret die iedereen voldoening schenkt. KING SIZE VOORNAAM EN AANGENAAM 20 STUKS F U De president curator van de Leidse Universiteit dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk heeft gisteren tijdens het senaatsdiner ter gelegen heid van de dies natalis van de Universiteit medegedeeld, dat hij zijn functie zal neerleggen. Dit is een gevolg van de invoering van de nieuwe wet op het wetenschappelijk onderwijs, waarin de leeftijdsgrens voor curatoren op 70 jaar is gesteld. De president curator heeft de Koningin verzocht hem ontslag te verlenen. Verwacht kan worden, dat dit ontslag verleend zal worden tegen het einde Van het kalenderjaar. De benoeming van een opvolger kan spoedig tegemoet worden gezien, zo voegde dr. De Vos van Steenwijk aan de bekendmaking van zijn aftreden toe. Deze opvolger maakt tot dusver geen deel uit van het college van curatoren. Krachtige leiding, uniek eerbetoon Dr. J. E. baron de Vos van Steenwyk heeft reeds vroeg contact gehad met de Leidse Universiteit. Hy studeerde hier van 1907 tot 1914 wis- en natuur- Hy werd benoemd tot voorzitter van de commissie van herstel der Universiteit, en in april 1946 tot president-curator. Daarnaast heeft hy in de loop der Jaren zeer vele functies in het openbare leven bekleed, op wyd uiteenlopende terreinen. Onder meer werd hy in 1955 lid van de Raad voor Zuiver Weten- schappelyk Onderzoek. In Leiden heeft baron de Vos van Steenwyk met krachtige hand leiding gegeven aan de Universitaire ontplooiing na de bevrijding. In deze zeer zorgelijke tijd, toen algemene moeilykheden van velerlei aard grote beperkingen opleg den aan een anderzyds zeer dringend noodzakelijke uitbouw van het weten schappelijk en het onderwijskundig ap paraat heeft hy niet geaarzeld, een beleid te voeren dat gericht was op een Dr. ir. P. C. Lindenbergh wederom naar Israël Dr. ir. P. C. Lindenibergh, directeur van de Leidse Duinwater Maatschappy, zal medio februari op uitnodiging van de voedsel en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, naar Israël ver trekken om de regering van advies te dienen over de uitvoering van werken voor de watervoorziening. Dr. Linden bergh werd ook in 1959 en 1960 naar Is raël uitgezonden. Hy zal ongeveer vier maanden in Israël veihly ven. BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Jacqueline Corinne, dr. van B. de Leeuw en J. de Kemp; Michel Jacobus Timo- theus. zn. van T. T. Visser en M. Sier; Maria Hendrika Geertruida, dr. van J. A. Kruijer en A. H. Tuin; WUhelmus Mar- tlnus Abraham, zn. van M. W. Brugman en J. p. A. Hoekstra; Pieter, zn. van C. van Dijk en G. van Duyn; Cornelia Ida Maria, dr. van C. G. van der Vlugt en D. H. M. Hogervorst; Ingeborg Johanna Theodora Maria, dr. van M. Lamers en J. D. Buizer; Willem Frederik Hendrik Simon, zn. van S. Stouten en H. de Bruin; Willem Rudolf, zn. van A. Brouwer en G. P. c. Koning; Rudolf Willem, zn. van A. Brouwer en G. P. C. Koning. GETROUWD R. E. de Rooij en L. A. Schuiling. OVERLEDEN P. Groeneveld, 8 dagen, zoon; S. Noest, 70 Jaar, man; S. Buitendijk, 91 Jaar, wed. van B. van der Nat; L. Abelman, 91 Jaar, man; A. C. de Jong, 77 Jaar, echtgen. van A. J. van Driesten; A. W. Hulsebosch, 77 Jaar, wed .van A. P. van Lunenburg. WACHT- EN STOPVERBOD VOOR DE HOGEWOERD. Burgemeester en Wethouders van Lel den brengen ter openbare kennis, dat zij bebben besloten een wachtverbod vast te 8tellen voor de Hogewoerd, voorzover ge legen tussen de Runstraat en de Water steeg aan de zijde der even huisnummers en voorzover gelegen tussen de Watersteeg en het Gangetje, aan de zyde der oneven huisnummers, alsmede een stopverbod voor de Hogewoerd, voorzover gelegen tus sen de Watersteeg en het Gangetje, aan de zijde der even hulsnummers. Afschriften van dit besluit zijn verzon den aan de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat ln Zuid-Holland, aan de door de minister van Verkeer en Wa terstaat aangewezen verenigingen, behar tiging van verkeersbelangen ten doel heb bende. en aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Historisch moment in Leiden In Leiden was het gisteren voor het leven der R.-K. Kerk een historisch moment. Tientallen journalisten, die daarvoor naar „Het Gulden Vlies" waren gekomen, kregen een nieuwe vertaling van het Nieuwe Testament aangeboden. Zondag wordt, met enige plechtigheid, aan Utrechts aartsbisschop, kardinaal Aifrink, de eerste officiële uitgave uitgereikt. Aan vertaling werd 14 jaar gewerkt Een arbeid van veertien jaar - kleine teams r.-katholieke bijbelge- leerden vertaalden het Nieuwe Tes tament uit de grondtekst, terwijl li teratoren en Neerlandici adviseerden - ligt aan deze uitgave ten grond slag. Het is een uitgave van de juist giste ren opgerichte Katholieke Bybelstich- ting Sint Willibrord. thans nog onderge bracht in Huize Duinzigt te Oegstgeest en een „dochteronderneming" van de St. Willibrordvereniging. Het waren de directeur van deze By- belstichting, mr. E. C. M. Baron van Tuyll van Serooskerken, en prof. dr. W. Grossouw uit Nijmegen, lid van het St - Hieronymus Werkgenootschap, die deze middag uitvoerif aandacht schonken aan deze verschyning. Het is nu 12% jaar geleden, dat de St - Willibrordvereniging werd opgericht met het doel: dienst aan de R.-K. Kerk bii het werk van kerstening en hereniging. Het was thans wijlen kardinaal De Jong, die in 1947 reeds opdracht gaf tot een nieuwe vertaling van de bybel. Met de a.s. boekenweek komt het resultaat daarvan op de markt, 784 pagina's tekst, formaat 19, 5 by 12, 5 cm. Om drie redenen voelde men in -k. kringen na de oorlog behoefte aan een nieuwe vertaling, ter ver vanging van de oude „Petrus Cani- sius-vertaling", t.w. de nieuwere exe getische inzichten, het verlangen naar een eigentijdse bijbel en het - door hiërarchie en geestelijkheid sterk gepropageerde - streven in rJc. De nieuwe vertaling van het Nieuwe Testament kring naar een intensiever bijbelge bruik. Duidelyk Nederlands, leesbaarheid, geen ongezonde apologetiek, geloof in het levend zyn van de H. Schrift, dat stond de vertalers voor ogen. De verklarende aantekeningen, noodzakelijk by een ver taling in de volkstaal, zyn verklarend, niet polemiserend. Men heeft zich laten leiden door do gedachte, dat ook ln niet- ge wyd e klassieke teksten voetnoten en verklaringen noodzakelyk zyn, daar ze voor de niet-insider niet zonder meer be- grijpeiyk zyn. Een gezamenlijke bijbel? „Moet er niet één gezamenlijke r.k.-reformatorische bijbel komen?" is een vraag, die binnen de jonge Stichting al aan de orde is geweest. Men is overtuigd van de mogelijk heid, maar niet geheel en al van de wenselijkheid. R.-K.- en reformato rische christenen hebben een eigen bijbeltaal, eigen benamingen etc. Men hoopt aan r.-k. zijde, dat de re formatorische bijbelvertalingen nog wat meer in overeenstemming ko men met het huidige spraakgebruik en dat er - er is al nauw contact met het Nederlands Bijbelgenootschap - zo steeds meer toenadering zal ko men. De meest in het oog springende ver andering in deze nieuwe vertaling be treft de inleidingen en aantekeningen, die in de Petrus Canisius-vertaling erg sober en eenvoudig waren gehouden en ln de vooroorlogse trant meer apologe tisch en moraliserend waren, dan exege tisch en theologisch. Beide, aantekenin gen en inleidingen, zyn in omvang veel uitgebreider dan die van de PC-tekst; bovendien - en dit is het belangrykste - is hun karakter anders dan in de vroe gere vertaling; ze zyn rechtstreeks ge richt op de bybeluitleg en de bybelse theologie. Zo zyn de grote bybelse be grippen iKoninkryk Gods, geloof, enz. enz.) by de desbetreffende passages uit eengezet; een register vergemakkelykt het vinden van deze „trefwoorden". Ook vertaling O.T. Nu deze omvangrijke arbeid is tot stand gekomen - men denkt ook aan de uitgave van een z.g. volkseditie - overweegt men zo spoedig mogelijk met de vertaling van het Oude Tes tament te beginnen. Hoewel de eer ste maatregelen hiertoe reeds zijn getroffen, zal het nog wel enkele jaren duren voordat ieze plannen geconcretiseerd kunnen worden. kunde en was nadien vyf jaren obser vator aan de Leidse Sterrewacht. Hy promoveerde in 1918. In 1919 werd hy leraar aan het Nederlands Lyceum te Den Haag, welke functie hy vervulde tot 1925 toen hy hoofd werd van de sectie wetenschappelijke contacten van het in Parijs gevestigde Instituut In ternational de Cooperation Intellectuel- le. Na zes jaar keerde hy naar Ne derland terug om gedurende twee jaar het secretariaat te bekleden van het Nationaal Crisis Comité. In 1933 werd baron de Vos van Steen wyk benoemd tot burgemeester van zyn geboortestad Zwolle, waar hy vier jaar de scepter zwaaide. In 1937 volgde zyn benoeming tot burgemeester van Haar lem, welk ambt hy vervulde tot 1941. Na de bevryding bezette baron de Vos van Steenwyk byna tien jaar de post van Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland. In 1945 hernieuwde baron de Vos van Steenwjjk zyn contact met Leiden. zo efficient mogelijk gebruik der beperk te mogelijkheden, ook waar dit voor velen bij de Universiteit betrokkenen vaak teleurstellingen moest wekken. Op 12 november 1958 besloot de aca demische senaat, dr. J. E. baron de Vos van Steenwyk het eredoctoraat in de rechten toe te kennen, een slechts spo radisch verleend eerbetoon, waarmee zyn grote bestuurskwaliteiten werden gehonoreerd. Honderdjarige in Oisterwijk Zondag a.s. viert de heer Hendrik de Jong in Oisterwyk zyn honderdste ver jaardag. De jarige woont sedert zyn ge boorte in Oisterwyk, waar hy schoen maker geweest is. Hy is zowel lichame- lyk als geestelyk nog volkomen gezond. Op zyn verjaardag zal ln hotel „Wapen van Oisterwyk" een receptie gehouden worden. Bovendien zal een Jeugdcarna valsstoet voor hem defileren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 3