IN DICKS JONGE LEVEN ZIT (ORGEL)MUZIEK Zoon kiest ander beroep dan pa voor Russisch meisje luxeliefde en geluk zangkunst Marian trouwt met Argentijn Les geven om zelf les te hunnen nemen ^Draad Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 4 februari 1961 Vierde blad no. 30272 Dick van Rijn uit Katwijk. Een wat ernstigeop het eerste gezicht zelfs wat indolente jongen van veertien jaar. Veer tien jaar, maar je zou hem ouder schatten. Dick van Rijn de reserve-organist van de Nieuwe Kerk in Katwijk aan Zee. Tweede kerstdag van het vorige jaar gaf hij er een concert. De muziekcritici waren enthousiast. Is Dick een wonderkind? Hij protesteert, lacht breeduit en lijkt dan veel jonger. „Het is mij best", zegt hij. Maar is hij dan een natuur talent? Volgens Wim van der Panne, zijn leraar en zelf leerling van Feike Asmahoogstwaarschijnlijk wel. De Russische meisjes zijn alleen geïnteresseerd in geld en rijke echt genoten. Deze conclusie trok men uit een grootscheepse enquête, welke door het blad Komsomol Pravda"het orgaan van de com munistische jeugdliga, op touw is gezet. Wat de jongens aangaat, de meesten dromen alleen maar van mooie vrouwen. Een 21-jarige studente beklaagde zich over de meisjes als volgt: „Zü willen knappe en rijke echtgenoten, zodat zij alles wat zü wensen kunnen kopen, en sommige jongens dromen alleen van mooie vrouwen". Een meisje, een teenager, dat tot de groep behoort, die „knappe en rijke echtgenoten wenst", heeft haar levens opvatting per brief meegedeeld. Zij schreef: „Het hoofddoel in mijn leven is geld. Geld is alles. Het betekent luxe, liefde en geluk. U veroordeelt jonge mensen, die niet werken, maar deze zouden eigenlijk benijd moeten worden, omdat zij hun leven weten te leven. Wij leven immers slechts eenmaal. Ik durf met u te wedden", vervolgde de briefschrijfster, „dat u deze brief niet wilt afdrukken". Maar wat het laatste betreft, kreeg zij ongelijk. Een 23-jarige timmerman uit Sta lingrad meende: „Sommige jonge man nen bewonderen de buitenlandse kostuums, de nietszeggende muziek en het dansen. Zij kleden zich op opval lende wijze, laten hun baard staan en hun haren groeien. Maar gelukkig zijn deze jonge mannen in de minderheid". Een meisje uit Leningrad wenst zich beter te kleden, bezoekt herhaaldelijk restaurants, gebruikt schoonheidsmidde len, is wereldwijs en wil zich aan de eisen van de tijd aanpassen. Eenvoud en bescheidenheid worden naar de ach tergrond gedrongen. Reden waarom dit meisje gerangschikt wordt onder die jonge mensen, die men als „negatief" beschouwt. (Eerste aflevering) Het kost de tijden moeite het snel le veranderen van de zeden bij te houden. Een voorbeeldje: in de tijd, dat de huidige twens nog tieners wa ren - en dat is nog niet zo heel lang geleden - was het heel verwerpelijk, Nederlandse liedjes te zingen. Een uitzondering werd gemaakt voor het aanheffen van gepaste verzen op nationale feestdagen. Maar vonden een Max van Praag of een Eddy Christiani toen algemene waarde ring bij de teenagers? Neen, dat was voor de oudjes. leder, die meende zichzelf te moe ten respecteren, zong Engelse of Amerikaanse liedjes. Als je een mooi accent had, leek het al heel wat, ook al wist je de woorden niet precies. Een enkele, meer snobistisch inge stelde tiener gooide er een chanson tegen aan, maar daar bleef het dan wel bij. Zingen was mooi, maar alsje blieft niet in het Nederlands. Dat, lieve lezers, is ingrijpend ver anderd. De teenagers van deze tijd schuwen het niet woorden uit hun moedertaal in de mond te nemen, als zij met wijd open gesperd bekje op een vaderlands podium staan. Er zijn blauwe diamanten, ene Peter met wat vriendjes, allerlei Brothers en Sisters en vele andere namen. Al lemaal heel jonge meisjes en jon gens, vaak met een gitaartje in de hand, die dromen van het inkomen van El. (Gij weet toch wie El is? Neen? El is Elvis Presley, een Ame rikaanse jongen, voor wie de militai re diensttijd niet te laat kwam. Bui tenlandse liedjes horen we ook nog wel, maar meestal bestaat er dan al een vertaalde tekst van, gezongen door Zus of zo. Een ding is cr echter niet veran derd bij de Nederlandse liedjes van toen en de vertaalde of oorspronke lijke teksten van nu: de meeste zijn niet om aan te horen. Dat het alle maal over de liefde gaat, daar is nog wel overheen te komen, maar al dat „hou van jou - blijf je trouw" ge zang is op den duur enerverend. Vol gende week moogt ge genieten van een complete roman-met-tragische- achtergrond, die per radio door een meisjesstem onze rustige kamer in- geslingerd werd. En misschien dui kelen we ook nog ergens een aardige tekst op. Een 27-jarige politie-agent uit Mos kou heeft zich beklaagd over de hou ding welke sommige jongens tegenover meisjes aannemen. „De jongens hebben een bepaalde manier om hun armen om een meisje heen te slaan", schreef hij. „Zij hangen als het ware op het meisje, alsof zij zelf nauwelijks op him eigen voeten kunnen staan. Het is verbazing wekkend, dat meisjes zoiets accepteren. Bovendien wordt er te veel gedronken, om kunstmatig een vrolijke stemming te kweken". Wanneer een minderjarig Neder lands meisje zich in Parijs verlooft met een Argentijn dan is dat een zaak, waarmee officiële instanties over het algemeen niets te maken hébben. Wanneer deze gelieven in dezelfde stad willen trouwen, ja dan wordt het wel een moeilijke kwestie. Er komt n.l. in dit laatste geval heel wat administratieve rompslomp aan te pas. Onvoorstelbaar groot is het aantal ambtelijke stukken, dat de verliefde jongeman en het verliefde meisje aan de ambtenaar van de burgerlijke stand in de Franse hoofdstuk moeten kunnen overleg gen alvorens in de echt te worden verbonden. FEEST BIJ HET BALLET Marian Sarstadt en Geronime Ar mando Salovicz weten daar alles van. Zij zijn geruime tijd bezig geweest met het verkrijgen van de vereiste papieren, maar hopen nu zeer binnenkort, waar schijnlijk in de komende week, in het huwelijksbootje te stappen. Over gebrek aan belangstelling zal het tweetal be slist niet te klagen hebben, want zowel Marian als Armando maken deel uit van het wereldberoemde ballet van de Markies van Cuevas, dat op het ogen blik voorstellingen geeft in Parijs. Alle leden van het selecte balletgezelschap zijn al voor de plechtigheid uitgeno digd. TALENTVOL DANSERESJE Marian is negentien jaar en komt uit Amsterdam, waar zij soliste was bij het Scapino-ballet. Ruim een half jaar geleden stapte dit talentvolle danseresje in de trein naar Parijs om zich in het zware balletvak verder te bekwamen. Een groot deel van de Leidse jeugd kent haar expressieve gezichtje wel. Met het Scapino-ballet trad de lyrische Ma rian Sarstadt vele malen in de Sleutel stad op, de ene keer in de Stadsgehoor zaal, de andere keer in de Schouwburg. In ,.De verjaardag van de Infante" danste zij met enorm veel succes de ti telrol. Niet alleen in de zg. verhalende balletten, maar ook in het moderne gen re blonk het danseresje uit. Jan Rebel, de balletmeester van Scapino, noemde De liefde voor alles wat met orgel te maken heeft zat er bij Dick al vroeg in. Zo vroeg al. dat hij het zelf nog niet eens besefte. Als vader en moeder zondags eens een straatje om gingen, ging Dick mee. Niet om dat hij wandelen zo fijn vindt, maar om met zijn neus tegen de ruiten ge drukt te luisteren, wanneer iemand op het harmonium speelde. En er zijn heel wat harmoniums in Kat wijk. Vol overgave luisterde hij en luisterde hij. En vergat zijn vader en moeder, die aan het wandelen waren. Toen Dick elf was kocht zijn vader van diens moeder een klein Amerikaans orgeltje. Vader speel de er op. En Dick? Die luisterde. Hij luisterde lang en aandachtig. Op een goede dag had hij lang ge noeg geluisterd. Waarom hij het deed wist hij niet. Maar hij liep naar het orgeltje en peuterde het slot met een schaartje open. Het duurde niet lang of de elfjarige Dick speelde beter dan zijn vader. Het duurde om precies te zijn acht weken. Dicks vader kreeg voor een paar pakjes sigaretten van de buurman Vol overgave zit Dick achter zijn orgel. een boek. Dat boek heette Klavars- kribo. Een boek om snel orgel te leren spelen. Wie het boek gebruik te? Dick natuurlijk, want die was intussen helemaal niet meer van or gels weg te slaan. Dat Dicks vader wel iets in zün zoon zag bleek wel toen hij voor Dick een salonorgel (twee klaviers met pedaal) aanschafte. Hij moest zyn beurs om keren tot de laatste cent er was uitge rold. Want zo'n orgel is duur. Toen was ook de tijd aangebroken, dat Dick zijn eerste lessen kreeg. Van van een amateur, Jacob van Duyn uit Katwijk. Anderhalf jaar bleef hij bij de heer Van Duyn, die hem, dat geeft hij ronduit toe, heel wat leerde. Het duurde echter niet lang of de leerling had ook nu de leraar overtroffen. Dick is niet van orgels weg te slaan. Elke woensdagavond kun je hem in de Nieuwe Kerk aantreffen. Daar speelt hij op het orgel. Of het nu vriest, dat het kraakt of dat het zo heet is, dat de mussen van het dak vallen, Dick is er. Dan gaat hij elke zaterdag naar Voor burg, waar Wim van der Panne woont. Advies Als Dick niet studeert speelt hü op bruiloften, verzorgt de baddiensten of houdt zijn plakboek bü. waarin hü alles over organisten en orgels opplakt. Fo to's van organisten haalt hü meestal uit de radiogids. Hü heeft er zo veel, dat laatst een lid van het orgelcomité naar Dick toe kwam om eens even in het plakboek te bladeren. Het orgelcomité moest namelijk nog een goede concert organist voor de zomerconcerten heb ben. Dick heeft toen het orgelcomité van advies gediend. Dit advies van deze veertienjarige jongen werd als iets heel vanzelfsprekends aanvaard. Dick gaat graag met vakantie. Maar hü vindt het nog prettiger om weer naar huis te gaan. Want daar wacht zyn orgel. „Je merkt het zo als je een dag niet speelt", zegt Dick ernstig. En Dick wil met alle geweld iets bereiken. „Ik begin pas", zegt hü bescheiden. On danks het feit, dat hü „pas begint" heeft hij in maart een concert in Rot terdam, in juni in Katwijk en in no vember in Valkenburg. Het geld, dat hij met die concerten verdient spaart hij. Want als hij een jaar of 16, 17 is wil hü naar het conservatorium in Den Haag. Hü wil immers concertorganist worden. Om maar zo veel mogelük te ver dienen geeft hij ook orgelles. Zün leer lingen zün allemaal ouder dan hü. Er is zelfs een echtpaar onder. Niet al zün zelf verdiende geld wordt echter voor lessen en later voor het conservatorium opzü gelegd. Dick wil DICK VAN RIJN bladert wat in zijn plakboeken ook een bandrecorder kopen en gram mofoonplaten. Als het aan hem lag zou hü elke dag een grammofoonplaat ko pen. Uiteraard louter en alleen platen van orgelconcerten. „Je moet hem echt een beetje afremmen", zegt vader Van Rün. Dick spaart ook om les te kunnen nemen bü Flor Peeters, directeur van het Koninkhjk Conservatorium in Ant werpen. Flor Peeters, die het orgel be speelde tüdens de kerkelük plechtigheid ter gelegenheid van het huwelük van Koning Boudewün met Prinses Fabiola, vraagt maar liefst f 60 voor één uur les, dat is een gulden per minuut; Hoe Dick zich voelde toen hij op Tweede Kerstdag in Katwijk moest concerteren? Dick zegt niets, lacht maar wat. Zijn vader vertelt echter, dat zijn zoon he lemaal niet nerveus was. Er waren 600 mensen. En dat is heel wat. Dat er ook heel wat familieleden van Dick van heinde en verre naar de vissersplaats waren getogen om naar de veelbelovende jonge organist te komen luisteren, hoeft eigenlük geen betoog. Dick bladert wat in zün plakboek. ..Kük", zegt hü, „hier heb je een stuk of wat wonderkinderen. Die heb ik ook maar ingeplakt". Allemaal getikt „Al die organisten zijn eigenlijk getikt", zegt Dick. „Ze hebben alle maal iets eigenaardigs"Zijn vader beaamt het. ,X<aatst merkte ik, dat Dick z'n haar langer liet groeien dan normaal. Ik heb 'm snel de deur uitgewerkt naar de kapper. En ik heb de kapper opgebeld, dat Dick er aan kwam. Je kunt niet weten, niet. Tenslotte is het een rare". Va- der Van Rijn kijkt een tikkeltje trots naar zijn zoon. Moeder schudt het hoofd en schenkt een kopje koffie j in. En Dick lacht en wil een eindje op de bromfiets van zijn broer gaan rijden. Is Dick een wonderkind? haar onlangs nog een ambitieus meisje, dat het ongetwüfeld in de wereld van het ballet ver zal brengen. AARDIGE JONGEN Nu gaat ze dus trouwen. Met een solist van het ballet van de markies van Cuevas, die danst onder de naam Armando Novarro. Van de moeder van Marian hoorden we enkele dagen geleden, dat haar a.s. schoonzoon een aardige jongen is. De kennismaking is haar in ieder geval best bevallen. Armando werd een jaar of dertig ge leden als zoon van een eenvoudige kan toorbediende in Buenos Aires geboren. Hij heeft heel hard moeten werken om datgeene te bereiken, waar hü jarenlang van heeft gedroomd: als solo-danser bij een groot balletgezelschap roem te oogsten. Via de Ver. Staten trok Ar mando Novarra omstreeks 1954 naar Parijs. Het geluk lachte hem daar toe. want met steeds meer succes danste hü in de balletgroep van de oude markies zijn rollen. Op het ogenblik is hü een van de belangrükste solisten. De ouders van Marian hebben dit huwelük overigens wel zien aankomen. Marian was vol van haar Armando en schreef geregeld allerlei lieve dingen over hem. Hü zorgde er immers voor, dat „la petite hollandaise" zich in de grote wereldstad niet al te hulpeloos zou voelen. NAAR AMERIKA Plannen voor de naaste toekomst? Na het huwelük volgt er met het balletge zelschap een tournee door Spanje, Por tugal en Zuid-Frankrük. Na deze tour nee gaan Marian en Armando naar Amsterdam om er twee weken lang uit te rusten van de vermoeienissen. Zü zullen deze rust echt wel nodig hebben, want in de zomer geeft de troep voor stellingen in Amerika. De jonge Marian zal er vast en zeker niet tegen op zien. Daar is ze nu eenmaal veel te vastbe raden voor! Tegenwoordig willen zoons veel meer dan vroeger andere wegen bewandelen dan hun vaders. In Amerika is het al niet anders dan hier. Jongens in de grote steden daar zullen, naar een recent onderzoek heeft uitgewezen, voor nog geen tien procent de loopbaan van hun vader volgen. Op het platteland en in de kleine steden is dit heel wat meer (23 procent), maar ook hier is een verhouding van één op vier veel zeggend. Wanneer men jaren geleden een jongen vroeg wat hij wilde worden als hij groot was, dan antwoordde hij in de regel: ,,wat vader doet", of hij noemde een van de destijds in jongensogen begeerlijke beroepen: machinist, brandweerman, automonteur, baseballspeler. Coleman, of hier de tüd enigszins is blüven stilstaan: in deze steden treft men ten naaste bü het „gemiddelde" leven aan van vroegere decennia toen de dynamische industriële ontwikkeling nog moest doorbreken. Maar als men vandaag de dag dezelf de vraag stelt dan krügt men veeleer ten antwoord: ruimtevaartdeskundige, onderzeeboot-commandant, raketont werper, bruggenbouwer of iets dergelüks. En dat is ook geen wonder, want waar eens het aantal beroepen de honderd nauwelijks overschreed, telt de Ameri kaanse samenleving er nu zo'n 42.000. De jongelui hebben dus keus te over. Een socioloog van de Johns Hopkins Universiteit, dr. James S. Coleman, heeft op dit terrein interessante onder zoekingen gedaan. Hü vroeg aan mid delbare scholieren wat voor werk ze zouden gaan doen als ze hun opleiding zouden hebben voltooid en het bleek dat in de grote steden meer dan 90 pro cent van hen een ander beroep ambieer den dan hun vaders uitoefenen. Nog geen tien procent wilde dus wel dezelfde loopbaan als hun vaders volgen. Op de middelbare scholen in „kleine steden van midden-Amerika, die het af zetgebied vormen van het omringende platteland, en met weinig industrie" bleek het beroep van de vader op 23 procent der leerlingen voldoende aan trekkingskracht te bezitten om dat later eveneens te kiezen. Het is, aldus dr. Het is echter belangwekkend te ver melden dat op enkele van die kleine stadsscholen de jongere leerlingen meer neiging toonden het beroep van hun va ders te kiezen dan de oudere. De meer dere kennis, welke zü in die paar jaar verworven hebben, schünt hun belang stelling ook op ander terrein te richten. Onze samenleving verandert in een steeds sneller tempo, aldus dr. Coleman. zodat het voor ouders en leraaren niet langer verantwoord is de jeugd op te voeden „naar het beeld der volwas senen". Censuur op ..recensies" De colleges die aan de universiteit van Oxford worden gegeven, schij nen toch niet zo voortreffelijk te zijn als de naam van dit ojiderwijs- instituut zou doen vermoeden. Ten minste enige tijd geleden ver schenen in Jsis", het studentenblad van Osford, recensies van colleges die er niet om logen. De vorige week had „Isis" zün eerste vüf „recensies" afgedrukt. Een les over Rousseau, Marx en Hegel door John Plamenatz werd „academisch in de slechtse zin van het woord" genoemd. Een lezing over Dante door mevrouw Evelyn Roaf werd betiteld als „slap en waardeloos". De 23-jarige hoofdredacteur van „Isis", John Foot (zoon van Sir Hugh Foot, oud-gouverneur van Cyprus), heeft verklaard dat hü met recenseren was begonnen, omdat vele leraren en docenten te lage maatstaven toepassen op vorm en inhoud van hun colleges. „De dons (docenten) kunnen alles doen en daaraan willen wü een eind maken", aldus Foot. In het laatste nummer van „Isis" zün echter geen „recensies" gepubliceerd en toch waren er drie voor geschreven. De plaats waar zü moesten worden afge drukt was blank gelaten en bevatte slechts de mededeling: „Gecensureerd door de proctors". „De „proctors" zün universiteitsambtenaren die belast zün met de handhaving van orde en tucht. Zü hadden ervoor gezorgd, dat er in „Isis" geen „recensies" meer konden verschünen. Professor Plamenatz is. al was hü het doelwit van de felste kritiek, het niet eens met het ingrypen van de ambte naren. Hü geeft de actie van „Isis" zyn volledige steun. .Het recht van kritiek bestaat voor osn allen en het is verkeerd de studenten op deze wüze de mond te snoeren", merkte Plamenatz op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1961 | | pagina 7