JOHN PEEL, VERMAARD JAGER,
LEEFT VOORT IN LIED EN HOND
ONS MENU
KOKEN
EEN TWEE-MINUTEN MYSTERIE UIT HET
ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERLOK
ZATERDAG 21 JANUARI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
Cumberlandse boeren nemen
deel aan vossenjacht
Terrein te zwaar voor de paarden
Heeft U een speurneus?
WONDEREN DER NATUUR
VAN DE WEEK
MET
JOKE
(Bijzondere medewerking)
De man stierf in 1854. Hij is dus maar nauwelijks een eeuw dood.
Niettemin is hij reeds thans in de streek, waar hij woonde, ja, in
geheel Engeland een legendarische figuur. Hij geldt als een der groot
ste en ondernemendste jagers, die ooit „op de vos" zijn gegaan.
Menigeen weet niet eens, dat hij echt heeft geleefd. Dèt hij echt heeft
geleefd, is echter buiten kijf.
John Peel was een kleine grondbezitter in Cumberland. Hij was
van top tot teen een buitenman en een jager in hart en nieren. Zijn
jachtvriend en tafelgenoot John Woodcock Graves rijmde te zijner
ere een liedje, dat thans alle Engelsen kennen:
„Hoor je John Peel met zijn jas zo grijs?
Hoor je John Peel bij 't ochtendgloren?
Hoor je John Peel, als hij ver, ver weg is,
's Morgens met zijn honden en zijn hoorn?"
Woodcock Graves kende Peel be
ter dan wie ook. Samen geno
ten zy van de Jacht. Samen
dronken zy menig glaasje bier in de
tegenover het huis van Woodcock
Graves gelegen historische herberg
„Oddfellows Arms Inn". Daar vertel
de Peel met zyn zware stem en zijn
gulle lach aan de dorpelingen van
Caldbeck (het dorpje, waar de her-
punt, waar zy de Jacht kunnen vol
gen.
Een vossenjacht is in het ..Land
van John Peel" nog steeds een ge
beurtenis van betekenis, die beheerst
wordt door de .geest van John Peel".
Alle deelnemers (en onder hen zijn
tamelijk veel boeren) zijn te voet, om
dat het terrein veel te zwaar is voor
paarden. Ja, het gebeurt zelfs vrij
vaak, dat een der speciaal voor het
terrein gefokte honden een dodelijk
ongeluk overkomt. In de regel echter
redden de honden het wel, ook als
de gejaagde vos hen brengt naar zeer
woeste en welhaast onbegaanbare plek
ken. Het mag als een bijzonderheid
worden vermeld, dat men in het „Land
van John Peel" ook kleine fell-terriers
gebruikt, als men op de vos gaat.
Het was aardedonker toen inspecteur Herlok en dokter Hompink in een
taxi stapten en zich naar de Regnekade in Kopenhagen lieten rijden.
„Weet u wie ik in het vliegtuig ontmoet heb?" vroeg Her lok. „Ployer
de directeur van hotel Clavis, het hotel waar de kelner Paul Smit een
volgens mij geënsceneerde dodelijke val van de trap maakte.
Ployer wordt geschaduwd. Door wie? Voor u voorlopig een
open vraag, Dokter! Maar dank zi) de machtige invloed van deze figuur
is het verhaal van Cosper Matsen, de Deense tekenaar die om een ge
heimzinnige reden naar Amsterdam kwam en die daar een dodelijke val
uit het raam maakte, nóóit in de kranten verschenen. Anders zou uw rol
nu allang uitgespeeld zijn. A propos, de eigenaar van hotel Frankriket,
waar u logeert, is ingewijd in onze plannen
De taxi stopte op een hoek en Her lok ging als eerste het hotel binnen.
Hompink volgde op de afgesproken tijd de hotelbediende naar de gereser
veerde kamer. Nauwelijks zat hij daar of er werd op de deur geklopt.
Simon Snauwaert kwam binnen. Hij ging meteen zitten en begon zijn
linkerhand te ontdoen van het zware verband, dat de dokter ook al in het
vliegtuig opgevallen was. Hij wierp de zwachtels in een hoek van de kamer
na er een klein pakje uitgehaald te hebben.
Snauwaert zei schor: „Ik heb me gehouden aan de laatste wens van je
broer, Matsen! Hier zijn de stukken".
Hompink opende het pakje. Het was een kartonnen doosje waarvan de
inhoud bestond uit enige proppen papier. Hompink streek ze glad, maar
er bleek niets op te staan. Snauwaert was stomverbaasd. „Voor zover ik
weet, moeten het de documenten zijn," sprak hij en beukte met de eens zo
zwaar verbonden hand op tafel. „Tja," zei Hompink. „Luister goed, Mat
sen," schreeuwde Snauwaert, „als je denkt dat ik je bedondèr, dan heb je
't mis. Ik heb je broer gewaarschuwd voor die vrouw".
Wederom werd er tegen de deur getikt. Nu trad meneer Ployer binnen.
Hompink knikte hem welwillend toe. „Zo, heeft u meneer Snauwaert er
ook maar bij betrokken?" vroeg Ployer na een barse begroeting. „Enfin
die brief van uw broer, meneer Matsen
Op dat moment kwam er beweging in het verschoten gordijn en de
rustige stem van Harjans klonk door de kamer: „Handen omhoog, heren,
anders vallen er schoten!" Ployer sprong verbluft overeind en zijn mond
viel open toen ook Herlok verscheen, aan de andere kant van het gordijn.
Ten slotte ging de deur van de hangkast krakend open en stond Ployer
oog in oog met een Jonge vrouw, die hem een opwindende glimlach
toezond.
„Mag ik jullie even voorstellen aan froken Malmkwist?" zei Herlok.
„Niet alleen de geheimzinnige vrouw voor wie Cosper Matsen u waar
schuwde, dokter, niet alleen de Deense vriendin van Paul Smit, maar ook
degene die u volgde naar uw hotel, meneer Ployer, een uur geleden
Om bü het begin te beginnen: Paul Smit heette in werkehjkheid Poul
Matsen! Ja, hy was een broer van Cosper. Vier jaar geleden pleegde hy
een bankroof die hem byna 500.000 kronen opleverde. Hy moest de wyk
nemen naar het zuiden en dook een jaar geleden in Amsterdam op, waar
hij onder de naam Smit ging werken in het Clavishotel. Hy wist niet dat
de directeur, meneer Ployer, achter zyn ware identiteit was gekomen en
uit was op de gegevens over de plaats waar het geld lag begraven, ergens
ten zuider van Kopenhagen. Intussen had Poul ontdekt dat zyn broer
als striptekenaar in Kopenhagen werkte. Hy schreef hem brieven, veilig
heidshalve ondertekend met P. Smit. Tegeiykertyd was juffrouw Malm
kwist Poul op 't spoor gekomen. Als Deens journaliste sloot zy vriend
schap met hem. Toen kwam Simon Snauwaert in 't hotel logeren. Hy
herkende juffrouw Malmkwist alsInterpolagente! Hy waarschuwde
Poul, Poul waarschuwde Cosper en Cosper waarschuwde ten slotte onze
dokter. Poul nam Snauwaert in vertrouwen en Snauwaert deed een biljet
voor een concert in de rechterzak van de man die hy voor Cosper aanzag.
Dezelfde avond werd Poul vermoord. De plannen moeste dus grondig
gewyzigd worden. Snauwaert bezorgde de dokter een ticket voor Kopen
hagen nadat hy eerste het pakje met de documenten weggenomen had
uit Poul's kamer. Maar u, meneer Ployer, was hem vóór geweest. U had
het pakje al in uw bezit en u had er een loos doosje voor in de plaats
gelegd. Dit werd door Snauwaert, die een infectie voor moest wenden
om weg te komen
„Dus u stuurde dat telegram naar myn hotel?" vroeg Ployer.
„Inderdaad. Wat stond er ook alweer in? O ja: „H. is u op het spoor.
Kom naar hotel Frankriket. Breng documenten mee in ruil voor bezwa
rende brief van Poul Matsen."
„Er was natuurlyk helemaal geen sprake van een bezwarende brief
van Foul Matsen," besloot Herlok. „Maar dat u de hoofdschuldige was,
stond voor my vast toen
Vraag: WAARUIT LEIDDE INSPECTEUR HERLOK AF, DAT PLOYER
DE HOOFDDADER WAS?
piaipjfip^ja/vt ui jrag iep fiq istav.
snQ 'ufiz pua^aq sjaiu insq uo^ 'sbm. usuto^jsao uss
J3dscQ }ep jBAsBuo }3q ue^\ jU3SjB[^ sjb
use iiing J3U[3^ 3p appinp (jpj -qDtz ^Bjdsa3A jsAojj :pjooAquY
John Peel, de beroemde jager.
berg nog steeds bestaat) en de boeren
uit de omgeving de jachtavonturen,
die hy had beleefd. John Peel was
byzonder trots op zijn meute. Geen
wonder, want hy had speciaal voor
het terrein geschikte honden gefokt
om mee op de vos te gaan. Hy was
beslist geen show-jager. Dit blykt ook
hieruit, dat hy terwijl de meeste
jagers rode jassen dragen steeds
een gryze jachtjas aantrok. Dit (by-
zondere) feit staat ook vermeld in
het liedje, dat zyn vriend Woodcock
Graves te zyner ere maakte.
Woodcock Graves emigreerde naar
Tasmanië, maar John Peel wilde niet
scheiden van zyn geboortestreek en
bleef deze zijn leven lang trouw. Zyn
laatste levensjaren sleet hij in het
landhuis Ruthwaite in Uldale. Zyn
laatst rustplaats vond hy op het kerk
hof van Caldbeck. Het is welhaast
vanzelfsprekend, dat zyn vrienden op
zyn grafsteen jachtmotieven lieten
aanbrengen. Na de begrafenis zei een
der aanwezige boeren uit de streek:
„Wy zullen hem erg missen, maar
voor de vossen is deze dag een ware
feestdag!" Die boer had gelijk. Jaren
na zyn dood hebben John Peei's vrien
den zyn gryze van thuis gespon
nen Herdwick wol gemaakt jacht-
kleding bewaard.
JOHN PEEL's jachtdomein was
zwaar terrein. Het stelde aan de
honden zeer hoge eisen. Mede hier
om noemde John Woodcock Graves
in zyn aan Peel gewyde lied een
viertal van diens honden. Het dient
gezegd, dat Ruby, Ranter, Royal en
Bellman zo heette het viertal
honden v/aren van de allerbeste soort.
De tegenwoordige Blencathra Meute
stamt van die vier door John Peel
gefokte honden af en levert uit
stekende prestaties in het „Land van
John Peel", zoals men het revier van
die beroemde jager in Cumberland
noemt.
Behalve het Blencathra Pak zyn
er in het „Land van John Peel" nog
enige meutes, in welker aderen het
bloed van John Peei's honden stroomt,
zodat men met recht en reden kan
zeggen, dat de „Gryze Jager" voort
leeft in lied en hond. De vossen er
varen dat trouwens telkens weer, want
er zijn in Cumberland geen betere
fox-hounds dan „John Peel's nazaten".
De boeren hebben zeer veel waarde
ring voor die honden. Zodra zy een
jachthoorn horen, laten zy de ar
beid rusten en begeven zich naar een
Die vossenjachten worden niet al
leen georganiseerd voor het ple
zier en de opwinding van de
sport. Het is namelijk zo, dat de
Reintjes in Cumberland jaarlijks heel
veel kippen en lammeren doden zodat
het beslist nodig is, het aantal vossen
binnen de perken te houden. Daar
om is het beërypelyk, dat de streek-
bewoners veel belangstelling hebben
voor de meutes, die afstammen van
John Peel's honden en dat de vos-
senplaag een der oorzaken is, dat de
herinnering aan de vermaarde „Gry
ze Jager" zeer levend blyft.
John Peel had in zyn tyd veel be
wonderaars en volgelingen. Dit blijkt
by voorbeeld uit een klein gedenkte
ken op het kerkhof van Threlkeld.
Dat gedenkteken werd opgericht ter
ere van veertig volgelingen van John
Peel, veertig mannen, „die in hun
tyd bekende jacht veteranen waren"
(leert het inschrift). En als U thans
het „Land van John Peel" bezoekt,
kunt U er nog steeds de jachthoorn
horen schallen. John Peel stierf ruim
een eeuw geleden, maar zyn geest
bezielt ook de hedendaagse jagers nog.
Het geschal der jachthoorns wordt
soms overstemd door het gebas der
honden. De .Echo van de Stem van
John Peel" zeggen de streekbewoners
dan. U behoeft dan heus niet al te
erg aan te dringen, als U een paar
jachtavonturen van John Peel wilt
horen. Natuurlijk is het denkbaar, dat
zy tegenwoordig wel eens een beetje
romantischer worden gemaakt dan
ruim een eeuw geleden, toen John
Peel ze werkelyk beleefde. Niettemin
is het stellig de moeite waard om goed
te luisteren.
Een deel van de Blencathra-
meute na een geslaagde vossen
jacht in het „land van John Peel".
- 35
Ondanks zyn uiterst zwakke gezichtsvermogen is de
vleermuis in staat alle hindernissen, die hy op zyn weg
tegenkomt, te ontwyken. Laat men hem in een donkere
kamer rondvliegen, dan blykt, dat hy nergens tegenaan
botst. Overdag is hy nooit actief; aan de achterpoten, de
kop naar beneden, hangt hy dan in een schoorsteen of
een boom. Pas als de duisternis intreedt, gaat hy op jacht.
Het geheim van de vleermuis is betrekkeiyk kort geleden
ontsluierd. Hy beschikt over een soort radarsysteem, dat
op dezelfde manier werkt als de gelyknamige uitvinding,
die tydens de laatste oorlog zoveel opgang maakte. Dit
systeem, dat door middel van teruggekaatste radiogolven
de aanwezigheid van een object aanduidt, behoort tot de
natuuriyke uitrusting van de vleermuis, zy het dan, dat
wy by hem niet kunnen spreken van radiogolven, maar
van geluidsgolven. Want op zyn tocht door de duisternis
stoot hy een reeks korte geluidjes uit, die zó hoog zyn,
dat ze het menseiyk oor ontgaan. Treft een dergeiyke
geluidsgolf byv. een telefoondraad, dan kaatst deze ter
stond een echo terug. Onze radarspecialisten hebben voor
het meten van zo'n echo ingewikkelde rekenmachines
nodig, maar de vleermuis kan volstaan met zyn feilloos
Instinct.
Hoewel we op het ogenblik volop
kastanjes kunnen krygen, kopen we ze
maar zelden, omdat we eigenlyk niet
goed weten wat ermee te beginnen. We
hebben er misschien wel eens met be
hulp van spelden en lucifers kostelyke
beestjes van gemaakt of ze in de ka
chel gepoft, maar dat ze een voedzame
lekkerny by de warme maaltyd kun
nen betekenen, vergeten we wel eens.
De kastanjes worden hiertoe met een
scherp mes aan de bovenzyde inge-
kruist en daarna in ruim water met
zout gaar gekookt (ongeveer 1-1 uur).
Ze worden dan gepeld en kunnen in
zyn geheel met wat boter worden ge
geten, of, zoals het weekmenu aan
geeft, in stukjes gesneden door bv.
spruitjes worden geroerd of er kan
kastanjepuree van worden gemaakt op
dezelfde wyze als anders een aardap
pelpuree zou worden bereid.
ZONDAG:
bouillon met eiergelei; gestoofd ko
nijn met zure room; spruitjes met
kastanjes en aardappelen; grape
fruit.
MAANDAG:
konynhachee, veldsla of lof sla, aard
appelpuree; wentelteefjes (witte bo
nen in de week zetten).
DINSDAG:
gebakken eieren met- uien en kaas;
witte bonen, tomatensaus, aardap
pelen; karnemelkvla.
WOENSDAG:
witte bonen met kaascroutons; stoof
schotel van bloemkool, aardappelen
en niertjes; fruit.
DONDERDAG:
gebakken bokking; bietjes of rode
kool, aardappelen, gesmolten boter;
havermoutpap.
VRIJDAG:
puntbroodjes met champignonragoüt
of met kalfsvleesragoüt; schorsene
ren, aardappelballetjes; gember-
flensjes.
ZATERDAG:
Nassigoreng; yoghurt met partjes
sinaasappel en banaan.
GEBAKKEN EIEREN,
UIEN EN KAAS
Laat in de koekepan wat boter smel
ten en bak er een flink laagje gesnip
perde uien lichtbruin in. Strooi er los
jes een laagje geraspte kaas over
(vooral niet door elkaar roeren!) en
breek er dan het benodigde aantal eie
ren in. Laat de eieren desnoods
met een deksel op de koekepan
stollen.
AARDAPPELBALLETJES
Van 1 kg aardappelen een dikke pu
ree maken, wat boter en 100 gr ge
raspte kaas erdoor roeren, op smaak
afmaken met zout, peper, aroma en
paprikapoeder, er ballen van rollen,
deze door losgeklopt ei en paneermeel
halen en in frituurvet goudbruin bak
ken.
ITALIAANSE SCHOTEL
Kok heeft ondertussen de margarine
in de koekeprn laten smelten en de
geraspte ui erby gedaan. Als de ma
caroni gaar is, gieten we ze af, doen
de verwarmde ui erby en schudden
alles goed door elkaar. Dan moet het
bUjven staan om af te koelen.
Heb je de tomatenpuree, melk, pe-
terslie en slasaus al gemengd. Jan?
Dan dit mengsel voorzichtig door de
macaroni roeren. Nu doe ik alles op
een platte schotel, strooi er de ge
raspte kaas overheen en versier alle
met gekruiste reepjes ham of worst
als een netwerk. Een randje sla e.
omheen enklaar is Kees!
Smullen maar!
Nu gaan we eens iets lekkers uit
het warme Zuiden klaarmaken! Hier
voor hebben we nodig: 1% ons dunne
macaroni, 1 ons magere ham of in
plakken gesneden cervelaatworst1
blikje tomatenpuree, wat geraspte kaas,
wat blaadjes sla, 30 gram margarine,
2 flinke eetlepels slasaus, eetlepel
melk, wat gehakte peterselie, ietsje
zout en wat geraspte ui.
Jan, spoel jy de macaroni onder de
kraan goed af, dan zet ik ondertussen
een pan op 't vuur met water. De
macaroni doe ik erin met een beetje
zout en laat het een kwartier zacht
jes koken. Roer jy even als het be
gint te koken Dolf?