Fff M Q VAN DEZE WEEK
Marilyn Monroe en Yves Montand
in luchtige „Let's make love
Twee jeugdige grafici exposeren
in Academiegebouw Rapenburg
Toonkunst koor zingt de „Missa
Solemnis" van Beethoven
Opgericht 1 maart 1860
Zaterdag 14 januari 1961
Tweede blad no. 302-4
LUXOR George Cukor heeft in
zijn lange loopbaan als filmregisseur
beslist veel betere films gemaakt dan
deze „Let's make love". We denken
aan „Two-faced woman", „Gaslight"
en „Wild is the wind", om er slechts
enkele te noemen. Nu is dat wel te
begrijpen. In de eerste plaats zul
len deze regisseur en de producer
Berry Wald beslist geen kunstwerk
voor ogen hebben gehad, toen zij be
sloten dit produkt af te leveren,
kasmagneet' Marilyn Monroe moest
weer eens op het doek verschijnen
m om haar weelderige vormen werd
een film gebouwd. Bovendien hebben
ij nogal moeite gehad om een part
ner voor Marilyn te vinden. Tony
Curtis bedankte hartelijk voor die
eer na „Some like it hot", Gregory
Peck ivas al bezig de danspassen in
ie studeren, toen ook hij afzegde.
Want Marilyn had te veel noten op
haar zang. Tenslotte vond men Yves
Kontand bereid zijn taak over te ne
men in dit vrolijke niemendalletje,
waarin Marilyn Monroe bepaald be
langrijker is dan het verhaaltje. Het
is weer een geschiedenis tussen een
arm revuemeisje en een ongelooflijk
rijke industrieel. Wanneer de revue
besluit een nummer in het program
ma op te nemen, waarin hij vanwege
Nonnen voor het
vuurpeloton
Aangrijpend
Lido Hoewel Nonnen voor
het vuurpeloton" wat traag op gang
komt en daarbij naar het sentimen
tele dreigt af te glijden is het uit
eindelijke resultaat een diepmense
lijke film, die uitermate boeiend is.
Niet omdat „Nonnen voor het
vuurpeloton" zulke uitzonderlijke
filmtechnische kwaliteiten heeft
maar wel door overwegend uitste
kend acteren en een alleszins aan
grijpend verhaal.
Voortref felyk spel levert Lili Palmer
als de moeder-overste van het nonnen-
I klooster, dat vlak naast een doorgangs-
kamp voor joden (overwegend kinderen)
I Is gelegen. Hoewel zij wel wat erg knap
en jong is voor deze moeilijke rol zorgt
I zij door volkomen beheerst en ingehou
den spel voor een menselijke en indruk-
wekkende typering. Op ogenblikken dat
de film sentimenteel dreigt te worden
redt zij de situatie.
De nonnen redden vele kinderen uit
handen van de nazi's. Via het klooster
I worden zij door de partisanen naar vei
liger oorden getransporteerd. De bezet
ting van het kamp, die uit Italiaanse
soldaten bestaat, laat dit dank zij haar
humane commandant oogluikend toe.
I Heel anders wordt het echter als de
i leiding van het kamp in handen komt
van de Duitsers. De Duitsers, die geprik-
I keld zijn door het steeds openlijker op
treden van de partisanen en door de
noodlottige wending, die de oorlog voor
I de nazi's neemt. Tegen elke prijs moet
I het verzet van de partisanen de kop
worden ingedrukt.
Van dat ogenblik af wordt de film
helemaal het aanzien waard. Enerzijds
't zich steeds meer toespitsende conflict
J tussen de Italiaanse en de Duitse com
mandant, anderzijds het conflict, dat in
het klooster ontstaat, nadat een non is
doodgeschoten en dat door begrip, liefde
en vertrouwen tot een oplossing komt.
j Een tere liefde tussen een jonge mooie
novice en de Italiaanse commandant
verhoogt de dramatische spanning nog.
I De film bereikt zijn hoogtepunt als de
1 Duitse commandant en zijn adjudant
hun joodse gevangenen in het klooster
aantreffen en drie nonnen, die weigeren
namen van partisanen te noemen voor
een uit Italiaanse soldaten bestaand
vuurpeloton zetten. En dan gebeurt het
wonder.
Rest nog te vermelden, dat de liefde,
die tussen de Italiaanse commandant en
de novice groeit heel fijngevoelig wordt
weergegeven en naar onze mening ook
voor katholieke niet aanstootgevend is.
zijn amoureuze escapades in een du
bieus licht gezet zal worden, besluit
hij zélf een kijkje te nemen. Meteen
verliest hij zijn hart aan Marilyns
opvallend geëtaleerde charmes en we
krijgen een ingewikkelde bloemlezing
te zien van de talloze pogingen, die
hij aanwendt om haar te veroveren.
Dat het allemaal op zijn pootjes te
recht zal komen en dat het arme
meisje tenslotte de echtgenote wordt
van die steenrijke mijnheer begrijpt
men al bij de eerste kleurrijke beel
den op het brede doek. Daar gaat het
trouwens niet om. Yves Montand
moet zijn ontegenzeglijke talenten
breeduit tonen en Marilyn moet ten
voeten uit in alle mogelijke poses
door de camera's geregistreerd wor
den, waarbij de luchtige kleding
uiteraard favoriet is. Maar niet al
leen in de kledij, ook in sfeer en en
tourage viert de luchtigheid in dit
verhaaltje hoogtij. George Cukor is
vakman genoeg om dit op geraffi
neerde wijze in beeld te brengen.
Zijn kunde blijkt uit kleine trekjes,
zoals het schetsen van de sfeer in
het machtige zakenleven met de
bijna kruiperige serviliteit tegenover
het „geld". Maar dat hij met zo'n
onderwerp beneden zijn kunnen is
gebleven, ligt ook voor de hand. We
zeiden het reeds: dat is niet belang
rijk. Hoofdzaak is M.M. en wat dat
betreft krijgt de bezoeker van het
theater aan de Stationsweg beslist
het volle pond.
Brief Encounter
Onverbleekt meesterwerk
Studio Er zijn heel wat „meester
werken", vooral op filmgebied, die na
betrekkelijk korte tijd hun waarde blij
ken te hebben verloren. Dit geldt be
paald niet voor „Brief Encounter", een
klassieke film, die nog altijd boeit, hoe
simpel het verhaal ook is van de toe
vallige ontmoeting tussen een gehuwde
vrouw en een eveneens gehuwde dok
ter. Misschien moeten we zeggen, dat
juist die eenvoud dit werk bestand doet
zijn tegen de invloed van de tijd. Of is*
het ontroerende slot, als beiden uit vrije
wil tot beëindiging van de korte ro
mance besluiten, het beslissende deel,
dat deze film waarlijk onvergetelijk
maakt? Hoe dit zy. ,3rief Encounter" is
een film, die nog volledig meetelt. En
het opmerkelijke is, dat voor de rol van
Laura een actrice werd gekozen, die
nauwelijks aan de tegenwoordige eisen
van schoonheid en charme voldoet. Toch
is dit allerminst hinderlijk. Integendeel,
daardoor werd de aandacht minder af
geleid van het diep-menselijk conflict,
waarvoor zij en Alec zich geplaatst zien.
Voortreffelijk is de entourage van spe
lers op het zogenaamde „tweede plan".
Daardoor werd een levendigheid be
reikt, die een even prettig als aanvaard
baar contrast vormt met het anders wel
licht tè gevoelige verhaal. Men lette
voorts op het geluid, dat herhaaldelijk
een belangrijke functie vervult. Al bij
al een film, die ook de toeschouwer van
vijftien jaar later (het werk ontstond
in het jaar 1946) nog tenvolle weet te
boeien.
Alwéér geprolongeerd!
„Nooit op zondag"
Trianon „Nooit op zondag", de film,
waarin de Griekse actrice MeriinaMcr-
couri vele mannenharten in vuur en
vlam ontsteekt zij springen' haar
allen na, wanneer zij in de haven
duikt! blijft vanzelfsprekend nog op
het repertoire. Géén wonder, want dit
verrassende en gezellige verhaal, zo kos
telijk door Jules Dassin geregisseerd,
geeft genoeg stof om U volop bezig te
ouden. We zijn benieuwd, hoe lang
deze film de Leidenaars nog zal blijven
trekken!
Claim-emissie Wernink's Beton
Op woensdag 25 Januari stelt de Am-
sterdamsche Bank de inschrijving open
op nominaal f 389.000 aandelen Wer
nink's Beton en Aannemingmaatschap
pij N.V. tot de koers van 100 procent. De
stukken zijn groot nominaal f 1000. Zij
zijn ten volle gerechtigd tot het dividend
over 1961 en volgende boekjaren. De in
schrijving is uitsluitend voor houders
van aandelen in de verhouding van één
nieuw aandeel op drie oude aandelen. De
claimhandel zal op dinsdag 17 januari
aanvangen. Officiële notering zal worden
aangevraagd. Storting woensdag 22 fe
bruari.
De opbrengst van de emissie zal wor
den aangewend voornamelijk voor ver
dere investeringen in de betonwarenfa-
briek, ter verbetering en verhoging van
de produktiecapaciteit. De uitkomsten
van 1960 zullen na de nodige reserverin-
fen tenminste 9 procent over het tot
1.211.000 verhoogde kapitaal toelaten.
(Over 1959 werd 9 procent uitgekeerd
over een kapitaal van f 1.001.000).
Over het tot f 1.600.000 verhoogde ka
pitaal meent de directie over 1961 een
dividend van 9 procent te kunnen ver
wachten.
De secretaris-generaal van de
V.N., Dag Hammarskjöld, wordt
in een negerdorp in Zuid-Afrika
omringd door nieuwsgierige kin
deren.
Universitaire bouw
aan Witte Singel
B. en W. betreuren
publikaties van plan
Zoals bekend heeft het lid van de
raad. de heer C. J .Piena, zich onlangs
met de volgende vragen tot het college
van B. en W. gericht:
1. Heeft het College van B. en W ken
nis genomen van het bericht in de Leid-
se dagbladen van vrijdag 16 december
jl. over de gehouden persconferen tie
door de Curator van de Universiteit mr.
A. F. Visser van IJzendoorn, betreffen
de de uitbreiding van de Universiteit en
waarbij de gedachte werd uitgesproken
om ten behoeve van de A-faculteiten een
deel van de Witte Singel tussen het
Diaconessenhuis en het bureau van het
Leidsch Dagblad daarvoor te bestem
men?
2. Was het College van B. en W. reeds
officieel op de hoogte gebracht met de
gedachte en planunen in deze riohitiinig?
3. Hoe staat het College tegenover deze
nogal opzienbarende mededeling van de
zijde van het College van Curatoren van
de Universiteit?
4. Is het College van B. en W. bereid
mogelijk aan de Baad mede-
Twee jeugdige grafici, Wim Bors en Johannes van Hoften, leerlingen der Vrije
Academie te Den Haag, die reeds volkomen een eigen weg gingen, exposeren hun
werk in het Academiegebouw aan het Rapenburg 73.
Men weet, hoe de tentoonstellingen, georganiseerd door het Leids Academisch
Centrum, in samenwerking met het Studium Generale, de studenten steeds weer
confronteren met de scheppingen van hun tydgenoten. Dit is ook nu weer het
geval. Ook de ouderen gaan aan hun uitingen niet voorbij: leden van de weten
schappelijke staf en hoogleraren interesseren er zich voor, gaan soms zelfs tot
aankopen over.
Orfeu Negro
Welkome reprise
Casino Deze week een Leidse reprise
die door de liefhebbers van de ware
filmkunst hoog zal worden gewaardeerd.
Over de film „Orfeu Negro", het mees
terwerk van de Franse regisseur Marcel
Camus, in Cannes vorig jaar bekroond
met de Gouden Palm, is al veel en
uitsluitend goeds geschreven, ook in
onze krant, zodat wij er thans weinig
aan toe te voegen hebben. In dit werk
heeft Camus het verhaal van Orpheus
en Euridice uit de Griekse mythologie,
ontdaan van alle „antiquiteiten" (met
uitzondering van de namen van de
hoofdfiguren), laten herleven tijdens het
carnaval in de Braziliaanse stad Rio de
Janeiro. Het verhaal is er alleen maar
aangrijpender, overrompelender door ge
worden. En dat niet in het minst door
de fenomenale „reportage" van het car
navalsfeest. Trouwens, een voortreffe
lijke fotografie is een van de vele kwa
liteiten van deze film, die men verder
nog epitheta ornantia kan meegeven als
„bruisend", „ontroerend", „wervelend-
ritmisch", enz. „Orfeu Negro" is een
film om te zien en nog eens te zien.
Daarom is deze reprise zo welkom.
„De zwarte ridder"
Weer vele gevaren
Rex Het gaat er weer vurig en
hartstochtelijk toe op het filmdoek van
dit theater. Rook, vuur, flitsende degens
en rode monden van dappere jonkvrou
wen zijn in overvloed aanwezig. Paarden
draven af en aan De massascènes zijn
weer griezelig spectaculair.
Toch is het altijd heerlijk naar dit
soort avonturenfilms te kijken. De held
van het verhaal weet dan toch maar
aan de onafwendbaar schijnende geva
ren te ontsnappen en tenslotte zijn „lief"
in zijn gebronsde armen te sluiten.
Liefde is o zo sterk. Ook in de tijd
van de Engelse koning Arthur. Want al
is hij maar een smid en zij de dochter
van een graaf, vinden doen ze elkaar
toch. Alan Dadd is die eenvoudige smid
(John) en Patricia Medina speelt de rol
van de schone jonkvrouw. Voor aan al
die opwinding en romantische verwik
kelingen een eind is beschoren, moet
Ladd komplotten oprollen, een aanslag
op koning Arthur verijdelen en wan
hopig strijd voeren. Maar het gaat hem
goed af. Na anderhalf uur gevaren ge
trotseerd te hebben, kan hij het zwaard
in de schede steken.
Première voor onze stad van machtig werk
Men weet, hoe onder leiding van Iska Aribo de uitvoering van Bach's
„Hohe Messe" door het Toonkunstkoor tot een traditie is geworden.
Met eenzelfde doelstelling voor ogen, wordt op 23 januari a.s. in de
Stadsgehoorzaal de „Missa Solemnis" van Beethoven gezongen, hetgeen voor
onze stad naar wij menen een première betekent.
Dit concert belooft al evenzeer een muzikale manifestatie van de eerste
rang te worden, welke onder de muziekliefhebbers de grootste aandacht zal
trekken. Als solisten zijn geëngageerd Marijke van der Lugt, verbonden aan de
Ned. Opera (sopraan), Mariette Dierckx van de opera te Antwerpen, Arjan
Blanken, die thans als gast bij de opera te Bremen optreedt (tenor) en David
H oliestel Ie (bas). De begeleiding berust bij de Utrechts Stedelijk Orkest.
De violist Dick de Reus, concertmeester van voornoemd orkest, zal de belang
rijke solopartij spelen.
Sinds september 1959 wijdt het Toonkunstkoor zich reeds aan de studie
van dit machtige werk.
stukken van). Bij Beethoven worden de
verschillende delen in hun grondstem
ming door meesterlijke overgangen tot
één geheel gesmeed, culiminerend in de
grandioze fuga Jn Gloria Dei Patris
Amen".
Het Credo (de geloofsbelijdenis van
Nicea 325) wordt eveneens in een mach
tige opbouw gerealiseerd, en ook hier
is het slot, de peroratie, de samenbin
ding van al het voorafgaande. In twee
meesterlijke fuga's op de woorden ,Et
Vitam Venturus" geeft Beethoven uit
drukking.
Het Sanctus van ernst en eerbiedige
huiver doortrokken, (,Wij staan voor
Gods troon, Jesaja") wordt gevolgd door
een vioolsolo die hartverwarmend het
Benedictus inleidt en omspeelt. („Geze
gend hij die komt in de naam des He
ren, Mattheus"). Solostemmen, koor, or
kest, viool, allen zingen het .Benedic
tus".
In het Agnus Dei, gevolgd door het
Dona Nobis Pacem, weet Beethoven de
tekst op onnavolgbare wijze uit te beel
den. Het is een stuk muziek geworden
dat de componist ten voeten uit tekent
in al zijn grootheid.
De Napoleontische oorlogen, die Euro
pa teisterden hadden een diepie indruk
op Beethoven gemaakt. Niet voor niets
schreef hij aan de aanhef van het Dona
Nobis Pacem. „Bitte um innern und
aussern Frieden".
Boven het rumoer van het oorlogs
veld, (pauken, trompetten) klinkt als
een schreeuw van „Agnus Dei, miserere
nobis". Pas geheel aan het slot wan
neer het laatste paukenrumoer verstomd
is, komt de stille en innerlijke overgave
aan de verlosser.
Over de Missa Solemnis vermelden wij
de navolgende bijzonderheden:
Beethoven stond in een zeer vriend
schappelijke verhouding tot zijn leerling
Aartshertog Rudolf. Deze uitstekende
musicus en voortreffelijke pianist (Beet
hoven droeg hem verschillende belang
rijke pianowerken op) was al heel jong
tot de geestelijke stand overgegaan. Snel
opgeklommen tot hoge waardigheid, werd
hij in 1819 tot Aartsbisschop benoemd.
Ter gelegenheid van zijn wijding wilde
Beethoven een plechtige mis schrijven.
Hij begon reeds in 1818, maar werd
zo door de tekst gegrepen, dat de com
positie veel groter werd dan aanvanke
lijk in zijn bedoeling lag. In 1819 vol
tooide hij het .Gloria" en een jaar la
ter het „Credo". De wijding van de
Aartsbisschop toen al lang voorbij.
Ter voorbereiding tot het componeren
van deze Mis maakte Beethoven een uit
gebreide studie van de kerkmuziek en
liet zich een letterlijke vertaling van de
tekst maken met alle woordaccenten van
het Latijn. Waar de kerkmuziek altijd
een zekere objectiviteit in acht moet
nemen om de muziek haar liturgisch
(dienend) karakter te doen behouden,
heeft Beethoven de liturgie alleen naar
de vorm aanvaard.
De liturgische eenheid der samenstel
lende delen der Mis heeft Beethoven
bereikt door deze zonder onderbreking
te componeren. Eveneens zijn de solo
partijen van uit een liturgische gedachte
zo in het geheel geplaatst, dat zich hier
uit een wisselzang tussen voorzanger en
gemeente ontwikkelt, het z.g. .antifone-
ren". Dit antifonale gezang is van eeu
wenoude traditie en door de katholieke
kerk in haar liturgie behouden.
De uitdrukking van het woord zelve
heeft Beethoven op de meest drama
tische wijze verklankt. De macht van
het symfonisch apparaat wordt telken
male ingeschakeld om het woord luister
bij te zetten, de uitdrukking hiervan
te versterken, of zelfs een zin er bete
kenis aan te geven, los van alle liturgie.
Het Kyrie is duidelijk en overzich
telijk van opbouw, en evenals de tekst
driedelig. Machtig klinkt het driewerf
Kyrie, smekend het driewerf Christe
eleison.
In het Gloria (ontleend aan het Lu
cas Evangelie) is de opbouw moeilijker
te volgen. Beethovens tijdgenoten ver
deelden deze tekst in kleinere stukken,
de z.g. .nummerpartituur'. (Bach maak
te er acht verschillende koren of solo-
Ruim vier jaar was Beethoven
bezig met zijn Mis. Vier zeer moei
lijke jaren, vol ziekte en zorg. Toch
heeft hij boven zijn partituur kun
nen schrijven, „Vom Herzen, moge
es zu Herzen gehen".
Beschouwen wij de religieuze
kracht van waaruit Beethoven dit
hemelbestormende werk compo
neerde dan kunnen wij niet nala
ten te denken aan Jacob, in zijn
gevecht met de Engel.
Ook Beethoven roept al worste
lende en vechtende met dezelfde
vertwijfeling, Jk laat U niet gaan,
tenzij Gij mij zegentl".
Wim Bors (geb. 1939) en Johannes
van Hoften (geb. 1938) exposeerden al
meerdere malen in Den Haag en Am
sterdam. ook in groepstentoonstellingen.
Originaliteit in de vormgeving en in de
keuze van het onderwerp, kenmerkt
hun werk, waarin zij zich aan de in
deling te doen over haar standpunt in
deze?
In hum antwoord delen B. en W. het
volgende mede-
Ad 1. Wij hebben vam het bedoelde be
richt kennis genomen.
Ad 2. Ons Ooilege was te voren niet
officieel van het dienikibeeld met betrek
king tot de Witte Singel op de hoogte ge
bracht. Dit is voor het eerst geschied1 toen
varuwege Curatoren der Rijksuniversiteit
op 12 december 1060 aan de leden van de
raden van Lelden en Oegstgeest medede
ling Is gedaan van de bij Curatoren be
staande plannen voor de ruimtelijke uit
breiding der Universiteit.
Ad 3. Wil betreuren ten zeerste de pu-
blikatie van dit plan, voordat wil gelegen
heid hebben gehad een standpunt daar
omtrent te bepalen. Over dergelijke voor
onze stad Ingrijpende plannen dient o.l.»
vóórdat er enige bekendheid aan wordt
gegeven, behoorlijk overleg met ons Col
lege te worden gepleegd. WU hebben van
dit standpunt aan Curatoren blijk ge
geven.
Ad 4. Zoals duidelijk zal zijn, hebben
wij niog geen zelfs voorlopig stand
punt In deze kunnen bepalen. Uiteraard
zijn wij bereid, zodra mogelijk, aan de
raad onze zienswijze ter zake mede te
delen.
GEMEENTEGRENZEN IN
LEIDSE AGGLOMERATIE
Advies van G.S. binnenkort
naar minister
In de vandaag verschenen Memorie
van Antwoord maken Ged. Staten van
Zuid-Holland bekend, dat zy kunnen
instemmen met de opvatting van vele
Statenleden, dat elk geval van wijziging
in de gemeentelijke grenzen op zichzelf
moet worden beoordeeld. Om dezelfde
reden achten zij het uitbrengen van een
algemeen rapport niet doelmatig.
Een algemeen plan zal naar hun me
ning niet tot groter praktisch resultaat
leiden dan de door 6.S. gevolgde methode,
waarbij nauw aan de eisen van de prak
tijk wordt aangesloten. Een algemeen
rapport, dat aangeeft, welke wijzigingen
door de samenstellers op een gegeven
ogenblik gewenst worden geacht, doch
dat geen zekerheid biedt, dat die wijzi
gingen inderdaad aan de orde zullen ko
men, brengt bovendien het gevaar met
zich van onrust in de betrokken gemeen
ten en van vertraging in of uitstel van
de afdoening van zaken, die zonder een
dergelijk rapport normaal voortgang zou
den vinden. Ook hierom menen zij, dat
een zodanig rapport beter achterwege
kan blijven.
Omtrent de grenzen van de gemeen
ten in het gebied van de Leidse agglo
meratie zullen G.S. zeer binnenkort hun
advies aan de minister van Binnenlandse
Zaken doen toekomen.
Wat de gemeenten in het gebied tus
sen GoudaAlphen aan den Rijn
Woerden en Oudewater betreft, is een
wetsontwerp aan de minister van Bin
nenlandse Zaken aangeboden en thans
op het departement in behandeling.
HAAGSE AGGLOMERATIE
Met betrekking tot de problemen van
de Haagse agglomeratie hebben G.S. nog
geen nader standpunt bepaald. Een voor
ontwerp van wet, strekkende tot de in
stelling van een openbaar lichaam voor
het gebied dier agglomeratie, is aan de
raden van de gemeenten 's-Gravenhage,
Leidschendam, Nootdorp, Rijswijk, Voor
burg, Wassenaar en Zoetermeer toege
zonden, met verzoek hun zienswijze daar
omtrent kenbaar te maken.
Over het plan tot herziening van het
uitbreidingsplan voor de Zwanburgerpol-
der onder Warmond wensen G.S. nog
geen oordeel uit te spreken, omdat tegen
dit plan verscheidene bezwaarschriften
zijn ingediend. De behandeling van deze
bezwaarschriften dient h.i. eerst afge
wacht te worden.
Voorts merken G.S. nog op, dat de af
en toe optredende vertraging in de be
handeling van uitbreidingsplannen het
gevolg is van een nog steeds toenemende
gecompliceerdheid der ruimtelijke maat
regelen en de algemene toeneming van
het aantal bezwaarschriften.
vloeden van hun leraren ontworstelden.
Van hen leerden zij de „kunde", de
„kunst" moet immers uit henzelf ge
boren worden.
Kleurenlitho's, die stellig op hoog
peil staan, leggen daar getuigenis van
af. Wie het traditionele in zijn hart
besloten heeft, niet open staat voor
nieuwe stijlrichtingen, zal op deze ex
positie zeker bedrogen uitkomen. Wie
daarentegen nota wil nemen van nieuwe
stijlrichtingen, zal de waarde van het
hier geëxposeerde onderkennen en wan
neer het hem „aanspreekt", er zijn
vreugde aan beleven.
Men moet hier stellig niet vragen,
wat het onderwerp „voorstelt", al zijn
ditmaal titels aan de orde. Benamin
gen als „Verloren uitspansel", „De koele
beminde", „Gedwongen obsessie", „Dyna
mische vorm", „Transformatie" of „Ver
snelling", zullen voor de maker, de7»r
litho's een innerlijke betekenis bezit
ten: voor de beschouwer zal het een
verzwegen geheim blijven. Daar gaat
het ook niet om: hier is slechts aan
de orde, of de compositie U iets „doet",
een innerlijke snaar in trilling brengt.
U moet vooral niet denken: „Nu ja, zo
iets kan ik ook", want dan is U vol
komen mis. Er is wel degelijk kunde
nodig, om dergelijke bijzondere resul
taten te bereiken, als waarvan Bors en
Van Hoften op deze expositie, in veel
zijdige kleurenvariatie, blijk geven. Ook
in hun schilderijen of gouaches. Deze
zijn zeker in menig opzicht verrassend;
met het „gangbare" en dus „vertrouw
de" hebben zij niets gemeen.
Hoe dan ook: het is interessant, op
te merken hoe de jongeren de gebaan
de wegen blijkbaar verafschuwen en
totaal eigen wegen inslaan. Wegen, wel
ker duurzaamheid nog bewezen moet
worden, maar waarvan het niet aan
gaat, deze a priori te veroordelen, om
dat zy U niet „liggen".
Het zal voor iedere oudere zaak zijn,
niet „zo maar" aan de creativiteit der
jongeren met een schouderophalen voor-
bij te gaan.
Deze „composities" zijn blijkbaar
uitingen van hetgeen in de ziel van
een deel der jongeren leeft en men
zal moeten trachten daar in positie
ve zin tegenover te staan. In hoeverre
U er in zult slagen, een en ander wezen
lijk te benaderen, hangt af van Uw
eigen instelling.
Wij voor ons zyn ervan overtuigd
dat Jan Bors en Johannes van Hof
ten op eerlyke wijze datgene uitdragen,
wat hen innerlijk beweegt.
En dat is het voornaamste!
Dada-documenten
In een aparte vitrine is een kleine
expositie ingericht van documenten en
boeken uit de z.g. Dadaperiode (1916
1924), zeer zeldzaam materiaal.
Het Dadaisme ontstond in 1916 in
Zürich, waar vele jonge kunstenaars
tijdens de oorlog veiligheid hadden ge
zocht. Al ging het Dadaisme. na de
uitgave van het z.g. „Surrealistisch
Manifest" over in het surrealisme, toch
heeft het dadaisme nog vele aanhan
gers.
Theo van Doesburg, eigenlek Kuper
geheten en zich litterair bewegend on
der de naam I. K. Bonset, speelde er
als voorloper der „experimentele noëzie"
een grote rol in. Van 1917—1933 was
hy leider van „De Styl" (beeidenae
kunst). Van hem zyn hier diverse hoogst
interessante, in Leiden verschenen uit
gaven aanwezig. De Dadaisten protes
teerden tegen al het bestaande. Zou
den wy de Dadaisten van toen in ze
kere zin met de nozems van nu kun
nen vergeiyken?
zy onderscheidden zich door een emo
tionele geladenheid, doch ook door een
dosis filosofische wysheid. Uitspraken
als (over Bremmer). „Ie tsjoktsok de la
peinture" (over Van Deyssel): „blas-bleu
lardé de la literature cathollque" en Ro
land Holst: „dilettante en édition de luxe
(Je hais la peinture sans sexe), geven
intussen over hun geesteshouding veel
stof tot nadenken
De geïnteresseerde in de Dadaperiode
kan hier op exclusieve wyze veel van
zyn gading vinden.
Tot slot zy gemeld, dat binnenkort
door de „Sociëteit Horus" eveneens in
het Academiegebouw een tentoonstel
ling geopend zal worden van kleine
etsen voor studenten betaalbaar
van dezelfde exposanten. Voorts ter ge
legenheid van de Dies Xatalis op 8
februari een expositie van „Cives" van
werken, vervaardigd door leden der we
tenschappelijke staf en hoogleraren der
Leidse Ryksuniversiteit, gelyk reeds eer
der het geval is geweest.
H.