De kerstgroet Kerstfeest: Het gaat ons aan Een Zoeklicht ZATERDAG 24 DECEMBER KERSTNUMMER VAN 59 GRADEN N.-B. EN NEGENTIEN GRADEN WESTERLENGTE DOOR IAN PANNERDEN WOORD VAN BEZINNING OP DE BOEKENMARKT OVER een uur ben ik bij u, mijnheer Dickson. Ik ben xó klaar. Ik xal een iaxi bestellen. Tot xó dan!" Met een diepe xucht liet Joan Clark de telefoon op de haak vallen. Ver slagen keek xij naar de kunstig versierde kerstboom in de hoek van haar kamer. De xilveren en rode ballen glinsterden vrolijk in het intieme licht van de leeslamp. Speels bewoog xich het pluixige engelenhaar in de warmte van het knappende haardvuur. „Alles voor niets", xuchtte xij teleurgesteld. Haar hand hing nog rustend op de telefoonhoorn. De xachte grijsblauwe ogen staarden neerslachtig naar de feestelijk verpakte kerstcadeaus. Zij had er een voorgevoel van gehad. Het was té mooi om waar te xijn. Voor het eerst in je eigen flatje met je beste vrienden kerstfeest vieren. Het ging te goed,,'k Zal gauw Betty bellen en haar vragen de honneurs waar te nemen, dan moeten xij het dit maal maar xonder mij doen. 't Is xonde om nu alles af te bellen na zo veel voorbereidingen"mompelde xij. Ze belde direct Betty op kantoor en vertelde haar onthutste vriendin dat xij moest invallen voor een xiek geworden collega en nu nog diezelfde avond als stewardess dienst moest doen op de lijn Londen. „Het is erg jammer Betty. Ik had mij er zo op verheugd, weet je! Maar komen jullie nu morgen maar gewoon naar mijn huis en neem je zusje mee, dan zijn jullie toch nog in ieder geval met zijn vieren. De sleutel xal ik bij mevrouw Hendon achterlaten. Alles staat klaar en de kalkoen vind je in de ijskast. Ik hoop dat jullie veel plezier zullen hebben. We zien elkaar wel weer bij jou thuis. Gelukkig kerstfeest!" Nog geen drie uur later hing een groot verkeersvliegtuig boven dat gezellige flatje in Arlington, op weg naar Sander op New Found- land en serveerde eerste stewardess Joan Clark met een milde glimlach goudgele sherry aan een vriendelijk knikkend Engels echtpaar. Joan Clark was niet de enige, die een bijna tastbaar geworden kerst feest zo abrupt moest afzeggen. Ook Dave Smith, de tweede vlieger, die zo geconcentreerd aan zijn sextant werkte, had op het laatste ogenblik zijn met moeite verkregen entreebewijzen voor een kerstconcert aan kennissen cadeau moeten doen en zijn avondkleding weer kunnen opbergen. De andere beman ningsleden waren al lang tevoren in gedeeld en wisten reeds veertien da gen dat hun Kerst boven de Atlan tische Oceaan of in de vreemde zou worden gevierd. Ook gezagvoerder Millward had er op gerekend en tijdig plaatsen in het Londense Drury Lane Theater bespro ken. Joan en Dave voelden zich die avond als twee in der haast gegrepen slacht- kalkoenen op het jaarlijkse kerstdiner van de maatschappij en in hun lots verbondenheid knikten zij elkaar steeds bemoedigend toe, wanneer de beman ning in de cockpit door Joan van een natje en droogje werd voorzien. De passagiers, zes en dertig in to taal, wisten van Joan's teleurstelling niets af en zaten lui uitgestrekt in hun stoelen verveeld in de kleurrijke kerstuitgaven te bladeren, die bij do zijnen aan boord waren gebracht. De maatschappij had voor deze ge legenheid de cabine met kleine hulst takjes laten versieren en tal van extra attenties in de vorm van dozen bon bons en likeurflesjes laten inladen, welke Joan straks tegen twaalven boven de oneindigheid van het zwarte oceaanwater zou moeten uitreiken met de complimenten van de maat schappij. Fijn bedrukte kaartjes met „Gelukkig Kerstfeest" zouden haar wensen extra onderstrepen. In de stuurhut van het toestel zat gezagvoerder Millward stil voor zich uit te staren. Af en toe wierp hij een controlerende blik op het instrumen tenpaneel. Naast hem stelde David Smith de positie van het vliegtuig vast aan de hand van juist genomen pei lingen. Op 59 graden noorderbreedte en 19 graden westerlengte dobberde in de inktzwarte duisternis van de Atlantische Oceaan het weerschip „Collard" op de hoge deining. Reeds tien dagen koerste dit oude, tot weerschip omgebouwde fregat in een gebied van tien bij tien zeemijlen heen en weer, midden in het geweld der opkomende decemberstormen. Nog tien dagen moest dit varend weerhuis met zijn uitgelezen bemanning dei nend het observatiewerk blijven voort- letten. In de radiokamer zat Brian Hayes geboeid te luisteren naar de B.B.C., die op dat ogenblik een kerstconcert uit de Royal Albert Hall uitzond. De gedachten van Brian Hayes gingen tij dens dit concert onwillekeurig uit naar het kleine plaatsje Reigate in Surrey, waar de volgende dag het traditionele kerstfeestje zou worden gehouden, dat zijn zorgzame moeder elk jaar voor de kinderen organiseerde. Zijn beide broers Derek en Peter zouden met hun vrouwen aanwezig zijn, evenals zijn zuster Berryl uit Sydney en zijn tweelingzuster, Jean, de verpleegster. Brian zou er ditmaal niet bij zijn, want deze keer was het zijn beurt de Kerst op zee door te brengen. Alles op het weerschip was in diepe rust. Alleen de wacht op de brug en het gestamp uit de machinekamers ver ried de aanwezigheid van levende we zens op dit ogenschijnlijke spookschip op 59 graden noorderbreedte en 19 graden westerlengte. Brian richtte af en toe zijn oog op de bakenzender, die onafgebroken de roepletters van het weerschip uitzond, afgewisseld met lange strepen. Het weer was niet best en bij slecht zicht of mist moest dit baken een veilig waar- nemingspunt zijn voor vliegtuigen en schepen. Vooral voor vliegtuigen, die hoog boven het vuile weer hun weg zochten naar de bewoonde wereld. Welk vliegtuig zou deze nacht, waaruit de Eerste Kersdag 1956 zou worden geboren, zijn weer- post passeren en om peiling vragen? Zouden die lui aan boord nog kerst feest vieren, zo dicht bij de sterren? Een schonere gelegenheid is er op aarde toch niet te vinden, of zou men doodgewoon dek erstnacht inslapen en wachten tot men morgen thuis is bij familie of kennissen? Aan dit alles moest Brian Hayes denken toen plotseling de radio-tele- fonie-installatie zijn aandacht vroeg. Daarmede bracht men de verbinding op korte afstand tot stand en dat betekende dus de nabije aanwezigheid van een overvliegend verkeerstoestel. Brian schakelde zijn koptelefoon in en luisterde aandachtig. „Weerschip Collard, hier Clipper 139, hoe ontvangt u mij?" De aanvraag kwam helder door hen Hayes antwoordde dan ook prompt: „Clipper 139, hier weerschip Collard, ik ontvang u duidelijk." Het roepende verkeersvliegtuig ver strekte de nodige gegevens en verzocht daarna het schip om een peiling en de komende weersverwachting. „Hier is Clipper 139 van Boston naar Londen op 15.000 voet hoogte. Kunt u ons peilen en de laatst ontvangen weerberichten van Shannon doorge ven?" Brian Hayes las de peiling af, die hij van het vliegtuig op zijn instru menten waarnam en deelde de weers verwachting mee, die hij een half uur geleden had ontvangen. Brian wachtte even. Na een ogen blik pauze hoorde hij de Amerikaan roepen: „Hallo Collard, Hallo Collard, Laten we nog niet sluiten. Over één minuut precies is het middernacht en mogen wij elkaar een gelukkig kerst feest toewensen. Heb je tijd daarvoor?" Brian luisterde verrast. Hij was iet wat overrompeld door deze onver wachte kerstwarmte van zover en toch zo dichtbij en antwoordde: „Graag, ja, graag. Dat doe ik met ge noegen!" „Akkoord, dan zal ik maar beginnen mij voor te stellen. Mijn naam is Dave Smith uit Boston, Massachusetts. Ik ben de tweede piloot van deze „vlie gende kalkoen". Gisteren knoeide ik nog aan een fantastische plumpudding en vanavond pikten ze precies mij in de kuif voor Londen!" „Dank u. Hier is Brian Hayes uit Reigate, het mooiste plaatsje van Sur rey. Ik ben de onzichtbare Kerstman van de oceaan, speciaal belast met de zorg voor kerst„haasjes!" Dave Smith glimlachte. „Hallo Brian! Nog vijftien seconde en dan is 't zover! Jij mag beginnen, omdat je zover van huis drijft!" „Hartelijk dank, Dave. Hier komt'ie dan. Let op! Vijf, vier, drie, twee, eenGe lukkig Kerstfeest". Na een ogenblik van stilte klonk het van het vliegtuig terug: „Gelukkig Kerstfeest, Brian!" Brian Hayes luisterde dankbaar. Plotseling kwam hij er van onder de indruk. Het klonk hem in de oren als een lang verbeide, maar toch nog onverwachte boodschap uit de hemel. Hoog boven het woeste water, waar op als een speelbal het weerschip „Col lard" een slingerend kerstballet uit voerde, zoemde het zilveren vliegtuig van gezagvoerder Millward rustig het hem zojuist bekend geworden weer te gemoet. Tweede piloot David Smith luisterde gespannen in zijn koptelefoon en naast hem stond Joan Clark, de stewardess, wier meeste passagiers op dat ogen blik in slaap waren verzonken. Zy had eveneens een koptelefoon op en haar ogen tintelden van onver wacht plezier. „Ik wou Je nog iets vragen, Brian" riep Dave, „weet je nog een plaats voor een gezellig kerstpartijtje in Lon den voor twee ongelukkige beman ningsleden, die gisteren nog niet wis ten dat zij vandaag boven jouw hoofd zouden kruisen!" „Wie is die andere pechvogel, Dave?", lachte Brian terug. Hij kreeg schik in deze kerstsurprise. „Hier komt die andere, houd je hart vast en zet je oren open!" Dave duwde Joan de microfoon in handen en beduidde haar dat ze wat moest zeggen. Joan sloor even haar ogen en zei toen langzaam en duidelijk: „Hal lo Brian, gelukkig kerstfeest! Hier is Joan Clark uit Arlington in Massa - chussets. Ik ben die andere pechvogel!" Op dat ogenblik trilden Brian's oren als geraakt door tere kerstklanken. Hy schrok een beetje. „Hallo Brian, ge lukkig Kerstfeest!", hoorde hij. Het was alsof een kerstengel zich persoon lijk met hem bemoeide. „Gelukkig Kerstfeest", zei hij. „Har telijk dank voor uw goede wensen". Brian kreeg het er warm van. Was dit even een kerstverrassing? Plotseling kreeg hij een idee. Waar om zou hij die twee daarboven niet helpen aan het beste kerstadres wat men zich in Engeland maar wensen kon? Bij hem thuis was plaats genoeg en de gastvrijheid een familiedeugd. „Hallo, hier is Brian weer. Ik heb een idee. Mag ik jullie uitnodigen voor een kerstfeestje bij mij thuis in Reiga te? Willen jullie mij een plezier doen en daar morgen mijn kerstgroeten overbrengen? Het is daar een gezellig samenzijn van hartelijke mensen en jullie zijn er van harte welkom!" Joan en Dave luisterden geamuseerd en keken elkaar vragend aan. Dit schertsende praatje begon echt serieus te worden en zij hoorden Brian Hayes bijna smekend vragen om zijn kerst wensen bij hem thuis te gaan brengen. Een spontaan gebaar, oprecht uit gesproken door een onbekende weer- schipper, die en dat beseften Joan en Dave op dat moment beter dan ooit wat betreft Kerstvreugde meer moest ontberen, dan zij tesamen, die nog de mogelijkheid hadden het kerst feest in een ander land te kunnen vieren. Joan keek de vlieger twijfelend aan. 't Was wel aantrekkelijk om morgen in Engeland bij een vreemde familie op kerstbezoek te gaan met als in troductie de kerstgroeten van een ver weg gewaand familielid. Wie weet hoe gezellig het daar zou zijn. Misschien wel zo leuk als het verwachte kerst feest by haar thuis. Ze dacht even na. Brian's stem klonk opnieuw door de koptelefoon. „Toe lui, gaan jullie maar! Ze zullen het thuis bijzonder op prijs stellen en ik zal je er echt dankbaar voor zijn! Dit kan mijn kerstgeschenk voor thuis zijn". Brian's stem klonk Joan erg sym pathiek en in gedachten zocht zij er een warmvoelend hart achter, een karaktervol iemand, die een uiterst manlijk beroep had gekozen. Ze besloot ja te zeggen en Dave beloofde mee te gaan. Twee dagen later vloog gezagvoer der Millward weer terug naar Bos ton. Hij zou zijn vrienden in Bos ton eens vertellen hoe voortreffelijk men in Londen kon toneelspelen. Tweede vlieger Dave Smith zat weer druk te rekenen met de telmachine en stewardess Joan Clark hielp onder goedkeurende blikken van een jonge moeder, een kraaiende baby aan een Uis heden de Heiland gebo ren. Christus, de Heer. Dat is de boodschap, die uit alle kerken in alle landen met Kerstmis verkondigd wordt Wie heeft dat gezegd, dat de Heiland geboren is? Het is een bode van God, die dit proclameert. Het is geen stem uit de mensenwereld, geen stem van de aarde. Het is een stem uit de wereld van God, die dit over de aarde roept. Dat maakt dit alles eigenaar dig het is van een heel eigen aard. Het heeft iets onwerkelijks aan zich. Het is een andere wer kelijkheid, die doorbreekt in de onze. Zo is het nog altijd. Zo ervaren wij het els het kerstevangelie gelezen wordt. Vandaar dat alle mensen, waar nog enig geluid van deze stem doordringt anders gaan doen. Ineens voelen ze weer voor el kaar. Ze zijn wat minder heb zuchtig. wat minder kijfachtig. Ze worden weer een beetje kin derlijk. Velen zingen vandaag Wat is er nu eigenlijk aan de hand? We moeten niet in de vaag heid blijven steken, in de stem ming en de sfeer en de vreemde warmte van deze mid winterda gen. De bode van God zegt: een kind, in doeken gewikkeld, lig gende in een kribbe. Een kind. een begin. hart van onze kinderen. Zij moeten het weten voor het ge val het niet weer openlijk ge predikt kan warden of de ker ken een puinhoop zijn U is heden geboren... de stem uit Gods wereld spreekt ons aan. Op 57 graden N.B. en 19 graden W.L. dobberde het weerschip JZalland" weer en dromen hoe het was in hun kindertijd. Bij anderen ontaardt het in lawaai en lek kerbekkerij. Maar hoe het zij, In ieder gezin wordt het feestelijk, 't is anders dan anders. Dat is zo de buitenkant. En wat de binnenkant betreft heel vaag misschien worden toch velen zich bewust van een zeker verband met de anders zo verre en vreemde God. In hun kinderjaren is dat verband veel vaster geweest toen ze zongen bij moeders knie of bij de grote boom op het feest van de zon dagsschool. Later zijn ze het kwijtgeraakt. Maar met kerst feest'is het er weer, heel vaag misschien, maar het is er dan toch. Er zijn er die schamen zich ervoor dat ze het zo erg zijn kwijtgeraakt, maar het doet ze ook goed. dat het er weer is? De kerk is aan het woord op een wijze, die veel verder rijkt dan de kerkbanken, zelfs ver der dan de stem van de toren klok. Met kerstfeest staat de kerk midden in de wereld. De mensen sturen elkaar ansichten met een kerk erop, misschien een romantische kerk, midden in de sneeuw, maar toch een kerk. schone maatschappij-luier. Joan voel de zich helemaal niet op haar gemak. Ze kon haar gedachten er niet goed bij houden en zij hoopte dat ze niet een speld verkeerd zou vastzetten. Waarom deed die moeder het ditmaal niet zelf? Straks moest ze nog tweeën twintig aperitiefs schenken. Zij hoopte dat de passagiers haar daarna voor een tijdje met rust zouden laten. Over drie kwartier zou Dave Smith de weerschipper Brian Hayes opnieuw op roepen en zou Joan de groeten van zijn familie overbrengen. Ze trilde haast van opwinding en liet de kirrende baby bijna van haar schoot glijden. Joan's gedachten waren weer in Sur rey, dat liefelijke graafschap ten zui den van Londen, waar zij met Dave de kerstgroeten van de onbekende Brian Hayes had afgegeven. Een volkomen verraste broer van Brian had open gedaan en hen toen hartelijk uitgenodigd binnen te komen. De moeder van Brian bleek een aller liefste gastvrouw te zijn, voornaam en knap van uiterlijk. Zij had zachte blauwe ogen en zilvergrijs haar. Ze was zo verrast en dankbaar, dat zij Joan ontroerd op de wang kuste en Dave en Joan uitnodigde die dag ver der in hun midden te blijven. Het was een heerlijke dag geworden. Een echt kerstfeest, waarbij zij zich dadelijk geheel thuis voelde tussen mensen, die zij meende reeds jaren te kennen. Dave Smith had direct contact met Brian's broer Derek, die bij de Britse Luchtmacht had gediend. Straks zou Smith haar roepen als ze in de buurt van het weerschip zouden komen. Dan zou Dave Brian oproepen en mocht zij de groeten overbrengen. Zij had het gevoel alsof ze Brian reeds jaren kende en weer zag ze in gedach ten dit foto van hem, op de boeken kast in Reigate staan. Breed, robuust met sympathieke donkere ogen. Brian's moeder had veel over haar zoon verteld en samen hadden zij de familiefoto's bekeken Om de hoek van de cockpitdeur kwam het gezicht van Smith kijken. Een blik van verstandhouding wenkte haar naar voren. Nog twee whiskij-soda's moest ze inschenken, daarna kon ze even pau seren. Even later riep Dave Smith de „Collard" op. Een paar seconde bleef het stil in de koptelefoon. Toen klonk Brian's stem. Eerst antwoordde hij met de officiële code, om direct daarna te vragen: „Zijn jullie nog in Reigate geweest?" „Dat zou ik denken Brian", ant woordde David, „maar hier komt onze speciale verslaggeefster met een extra bericht voor je". „Hallo Brian, hallo Brian, ontvang je me goed?" sprak Joan met het warme timbre van haar stem. Brian voelde een schokje door zich heen gaan. Wat zou hij dit meisje graag nader leren kennen. Die stem deed hem iets! „Ik moet", zo vervolgde Joan, „de hartelijke groeten en beste wensen van je familie overbrengen, wy hebben een onvergeteiyke dag gehad en zyn je erg dankbaar voor de opdracht die je ons gaf". „Geen dank", zei Brian. „De Eerste Kerstdag is volgens onze familietra ditie de gezelligste dag van het jaar". Dave en Joan luisterden aandach tig naar de opgewekte stem door de koptelefoon. Het kind is Jezus, wiens weg verder in het evangelie be schreven wordt. Zyn weg is als een straal van licht in een duis tere wereld. Het duurde maar kort, niet veel meer dan der tig jaar. ergens in een achter land, toen was het voorby en het was weer duister als de lucht in de nacht waarlangs een lichtende ster verschoot. Door leven en dood is deze Jezus heengegaan, naar een ander leven, het eeuwige leven noemt de bijbel dat. Maar daarmee was het toch niet afgelopen. De boodschap aangaande deze Jezus gaat ver der. van Hem wordt gesproken tussen de mensen, ook onder ons. Zo wil Hy ons in beweging brengen. Hy wil dat wij naar Zyn toekomst zullen gaan, dat dat onze aandacht onze wil, ons spreken en handelen ge spannen houdt. Nog wordt de boodschap aan. gaande deze Jezus en Zyn toe komst aan de volken van West- Europa gebracht. Vanuit alle kerken wordt hierover gespro ken. Hoe lang nog? wy weten het niet. Velen vrezen by tyden dat het einde komt. Maar nu is het er nog. Laten wy het Inplanten in het Hy richt onze aandacht op dit Kind. God doet iets ontspruiten in deze wereld. Het lUkt eerst volkomen onbelangryk. wy zyn allen geboren en in doeken ge wikkeld en omdat er een wieg was niet in een voerbak. Dat is allemaal niets bijzonders. Maar de bode zegt, dat het wel iets byzonders is. Het was erg armzalig, maar het bleef van belang voor tijden en volken. In alle talen zingen in deze dagen de mensen ervan. Is bet dan zo on verge tel yk? Waarom veranderen de men sen even als het weer de dag van deze oorsprong is? Elke generatie zakt weer tot over de oren in de ellende van deze wereld. Het is niet waar wat men vaak ondoordacht zegt, dat ieder geslacht op de schou ders staat van het voorgaande. Maar de geslachten kunnen dit niet vergeten, dat de stem van God onze aandacht op dit onder ons ontsprongen leven richt. De wereld komt voorts weer Dos hiervan. U is geboren, zegt Gods engel. Het gaat ons aan. P. J. Mackaay Herv. predikant te Oegstgeest. Meesters der Chinese Vertel kunst. J. M. Meulenhoff. Am sterdam, 1960. Het veertiende deel van de befaamde serie „Meesters der Vertelkunst", is ge- wyd aan de Chinese letterkunde. De samensteller en vertaler, J. Somerwil. laat de verhalen voorafgaan door een uitvoerige beschouwing over de mo derne letterkunde in China, over de verschillende groepen, die zich tydens de emancipatie gevormd hebben en over hun principes. Men kan het niet helemaal eens zyn met de opmerking op de flaptekst als zou voor de Nederlander de Chinese li teratuur uitsluitend bestaan uit de verzen van Li Tai-Po en uit de romantische verhalen over man- darynen en schone vrouwen, die liefdesbrieven op Jasmyngeurig papier wisselen". Dit lijkt my niet zojuist als men even denkt aan Slauerhoffs ro man „Het Leven op Aarde" en voorts by v. aan de hier toch werkeiyk niet on bekend gebleven vertalingen van Chi nese poëzie van Arthur Waley o.a. En wat die liefdesbrieven betreft: ik meen te mogen opmerken, dat de Chinese schryver over het algemeen eerder de vriendschap tot onderwerp kiest dan de liefde tussen man en vrouw. Het is natuurlyk zeer verheugend te horen, dat er een land op de wereld bestaat, waar de literatuur de politieke ontwik keling beïnvloedt inplaats van anders om, zoals te doen gebruikelyk. Maar wanneer men dan verder hoort, dat de moderne Chinese schryver alle letter kunde in dienst moet stellen van de politiek, op Sovjettistisch voorbeeld, dan trekt men zyn verheuging weer snel in. Niemand minder dan Mao Tse- toeng toch heeft in zyn rede voor het Ye nana-forum voor kunst en literatuur in 1942 o.a. gezegd, „hoe artistieker in wezen reactionair werk is, des te meer „Maar intussen", ging Brian voort, „heeft myn familie het voorrecht ge had Jullie te leren kennen, een genoe gen dat my onthouden bleef. Daar moet iets aan gedaan worden. Hoe zit het eigeniyk met dat vliegprogram- ma van Je? Kunnen wy elkaar niet ergens in Londen ontmoeten?" Joan voelde dat de uitnodiging in feite regelrecht haar aanging en zy aarzelde geen moment. Aangezien Smith eigeniyk op een andere vliegroute thuis hoorde en der halve niet aanwezig kon zyn iets wat David Smith op dat moment be paald niet betreurde werd het eerste persooniyke contact tussen het vlieg tuig „De Clipper 139" en het weer schip „Collard" een intiem rendez vous tussen twee jonge mensen, die van toen af de radio-telefonie een by- zonder goed hart toedroegen. Voor Joan en Brian is het kerst feest van deze vlucht altyd een by- zonder feest gebleven, waarover zij. zittend by de gezellige brandende haard in hun Londense woning, nog vaak hebben nagedacht. schade zal het toebrengen aan het volk en des te meer reden is er dus voor ons om het te verwerpen". Tja, op zo'n ma nier is het natuurlyk geen kunst om per letterkundige geschrifte Invloed op de politiek uit te oefenen. Het zal ove rigens menigeen met my verwonderen, dat Mao Tse-toeng „een aantal gedich ten op zyn naam heeft staan, die tot de schoonste uit de gehele Chinese letter kunde behoren." Verdorie, ik sou die schone verzen van de president van de Chinese Volksrepubliek, die dus niet „reactionair", maar wel in hoge mate „artistiek" moeten zyn, wel eens willen lezen! Wat de verhalen zelf betreft: hun mentaliteit en hun inhoud verschillen m.i. gelukkig niet veel van die van de Chinese poëzie. Het zyn alle verhalen van het leven en het ïyden van eenvou dige mensen: ja, men zou er by na de analoge oude verzen by kunnen uitkie zen. De atmosfeer van oneindige tra giek, gedemonstreerd aan de kleine realiteit door vele eeuwen heen, kort gezegd, hét kenmerk van de Chinese li teratuur, is ook het kenmerk van deze moderne verhalen. Eigeniyk is Lin Yoe-tang, een pro zaïst, die in Nederland zeker bekend is, de enige uitzondering, zyn verhaal „Vogels kopen" heeft duideUJk Wes terse invloed ondergaan in zoverre dat het, hoe aardig ook, een toon van vei ligheid heeft gekregen, die men by de anderen niet aantreft. Lin Yoe-Tang woont dan ook in Amerika en schryft tegenwoordig in het Engels. Zoals de samensteller terecht op merkt, is het jammer dat deze verha len vertalingen van vertalingen zyn. Is er werkeiyk helemaal niemand die voor een directe Nederlandse vertaling had kunnen zorgen? Robert van Gulik by- voorbeeld? Theun de Vries. „Het Motet voor de kardinaal. Querido, Amster dam. 1960. Behalve een avonturen- en schelmen roman in de klassieke betekenis, is dit nieuwe boek van Theun de Vries ook een levensgeschiedenis van de grond legger van de vocale polyfonie, Josquin des Prés (1445—1521). De ïyfeigene Wolf met de mooie stem als kind oorlogsbuit gemaakt door dg ridder Zweder ter Weel. komt na om zwervingen als huursoldaat in de legers van Karei de Stoute, in Milaan terecht. By het aanhoren van Des Prés' nieuwe motet in de kerk van Milaan, wordt hy zich bewust van zyn muzikale aanleg. Josquin neemt hem om zyn goede stem in zyn koor op. Van Milaan uit volgt Wolf zyn leermeester naar Florence en Rome en tydens die tochten en die verbiyven golft en kolkt het schitteren de, brute, kunstzinnige, gelovige, on zedelijke, intrigante, diepzinnige en ro mantische leven van het vyftiende eeuwse Italië langs de lezer heen. „Het Motet voor de kardinaal" is een machtige historische roman op degeiy- ke grondslag en met grote literaire kwaliteiten. Alleen de aan het slot op duikende schim van Jonkvrouw Richar- dis, het meisje voor wie Wolf in ziin jeugd op de vlucht is gegaan, in de vorm van har dochter, doet gekunsteld aan. CLARA EGGINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 25