De kerstgroet
Kerstfeest: Het gaat ons aan
Een Zoeklicht
ZATERDAG 24 DECEMBER
KERSTNUMMER
VAN 59 GRADEN N.-B. EN NEGENTIEN GRADEN WESTERLENGTE
DOOR
IAN PANNERDEN
WOORD VAN BEZINNING
OP DE BOEKENMARKT
OVER een uur ben ik bij u, mijnheer Dickson. Ik ben xó klaar. Ik xal
een iaxi bestellen. Tot xó dan!"
Met een diepe xucht liet Joan Clark de telefoon op de haak vallen. Ver
slagen keek xij naar de kunstig versierde kerstboom in de hoek van haar
kamer. De xilveren en rode ballen glinsterden vrolijk in het intieme licht van
de leeslamp. Speels bewoog xich het pluixige engelenhaar in de warmte van
het knappende haardvuur.
„Alles voor niets", xuchtte xij teleurgesteld. Haar hand hing nog rustend
op de telefoonhoorn. De xachte grijsblauwe ogen staarden neerslachtig naar
de feestelijk verpakte kerstcadeaus. Zij had er een voorgevoel van gehad.
Het was té mooi om waar te xijn. Voor het eerst in je eigen flatje met je
beste vrienden kerstfeest vieren. Het ging te goed,,'k Zal gauw Betty
bellen en haar vragen de honneurs waar te nemen, dan moeten xij het dit
maal maar xonder mij doen. 't Is xonde om nu alles af te bellen na zo veel
voorbereidingen"mompelde xij.
Ze belde direct Betty op kantoor en vertelde haar onthutste vriendin dat
xij moest invallen voor een xiek geworden collega en nu nog diezelfde avond
als stewardess dienst moest doen op de lijn Londen.
„Het is erg jammer Betty. Ik had mij er zo op verheugd, weet je! Maar
komen jullie nu morgen maar gewoon naar mijn huis en neem je zusje mee,
dan zijn jullie toch nog in ieder geval met zijn vieren. De sleutel xal ik bij
mevrouw Hendon achterlaten. Alles staat klaar en de kalkoen vind je in
de ijskast. Ik hoop dat jullie veel plezier zullen hebben. We zien elkaar wel
weer bij jou thuis. Gelukkig kerstfeest!"
Nog geen drie uur later hing een
groot verkeersvliegtuig boven dat
gezellige flatje in Arlington, op
weg naar Sander op New Found-
land en serveerde eerste stewardess
Joan Clark met een milde glimlach
goudgele sherry aan een vriendelijk
knikkend Engels echtpaar.
Joan Clark was niet de enige, die
een bijna tastbaar geworden kerst
feest zo abrupt moest afzeggen. Ook
Dave Smith, de tweede vlieger, die zo
geconcentreerd aan zijn sextant werkte,
had op het laatste ogenblik zijn met
moeite verkregen entreebewijzen voor
een kerstconcert aan kennissen cadeau
moeten doen en zijn avondkleding weer
kunnen opbergen. De andere beman
ningsleden waren al lang tevoren in
gedeeld en wisten reeds veertien da
gen dat hun Kerst boven de Atlan
tische Oceaan of in de vreemde zou
worden gevierd.
Ook gezagvoerder Millward had er
op gerekend en tijdig plaatsen in het
Londense Drury Lane Theater bespro
ken.
Joan en Dave voelden zich die avond
als twee in der haast gegrepen slacht-
kalkoenen op het jaarlijkse kerstdiner
van de maatschappij en in hun lots
verbondenheid knikten zij elkaar steeds
bemoedigend toe, wanneer de beman
ning in de cockpit door Joan van een
natje en droogje werd voorzien.
De passagiers, zes en dertig in to
taal, wisten van Joan's teleurstelling
niets af en zaten lui uitgestrekt in
hun stoelen verveeld in de kleurrijke
kerstuitgaven te bladeren, die bij do
zijnen aan boord waren gebracht.
De maatschappij had voor deze ge
legenheid de cabine met kleine hulst
takjes laten versieren en tal van extra
attenties in de vorm van dozen bon
bons en likeurflesjes laten inladen,
welke Joan straks tegen twaalven
boven de oneindigheid van het zwarte
oceaanwater zou moeten uitreiken
met de complimenten van de maat
schappij. Fijn bedrukte kaartjes met
„Gelukkig Kerstfeest" zouden haar
wensen extra onderstrepen.
In de stuurhut van het toestel zat
gezagvoerder Millward stil voor zich
uit te staren. Af en toe wierp hij een
controlerende blik op het instrumen
tenpaneel. Naast hem stelde David
Smith de positie van het vliegtuig vast
aan de hand van juist genomen pei
lingen.
Op 59 graden noorderbreedte en
19 graden westerlengte dobberde
in de inktzwarte duisternis van
de Atlantische Oceaan het weerschip
„Collard" op de hoge deining.
Reeds tien dagen koerste dit oude,
tot weerschip omgebouwde fregat in
een gebied van tien bij tien zeemijlen
heen en weer, midden in het geweld
der opkomende decemberstormen. Nog
tien dagen moest dit varend weerhuis
met zijn uitgelezen bemanning dei
nend het observatiewerk blijven voort-
letten.
In de radiokamer zat Brian Hayes
geboeid te luisteren naar de B.B.C.,
die op dat ogenblik een kerstconcert
uit de Royal Albert Hall uitzond. De
gedachten van Brian Hayes gingen tij
dens dit concert onwillekeurig uit naar
het kleine plaatsje Reigate in Surrey,
waar de volgende dag het traditionele
kerstfeestje zou worden gehouden, dat
zijn zorgzame moeder elk jaar voor de
kinderen organiseerde.
Zijn beide broers Derek en Peter
zouden met hun vrouwen aanwezig
zijn, evenals zijn zuster Berryl uit
Sydney en zijn tweelingzuster, Jean,
de verpleegster. Brian zou er ditmaal
niet bij zijn, want deze keer was het
zijn beurt de Kerst op zee door te
brengen.
Alles op het weerschip was in diepe
rust. Alleen de wacht op de brug en
het gestamp uit de machinekamers ver
ried de aanwezigheid van levende we
zens op dit ogenschijnlijke spookschip
op 59 graden noorderbreedte en 19
graden westerlengte.
Brian richtte af en toe zijn oog op
de bakenzender, die onafgebroken de
roepletters van het weerschip uitzond,
afgewisseld met lange strepen. Het weer
was niet best en bij slecht zicht of
mist moest dit baken een veilig waar-
nemingspunt zijn voor vliegtuigen en
schepen. Vooral voor vliegtuigen, die
hoog boven het vuile weer hun weg
zochten naar de bewoonde wereld.
Welk vliegtuig zou deze nacht,
waaruit de Eerste Kersdag 1956
zou worden geboren, zijn weer-
post passeren en om peiling vragen?
Zouden die lui aan boord nog kerst
feest vieren, zo dicht bij de sterren?
Een schonere gelegenheid is er op
aarde toch niet te vinden, of zou men
doodgewoon dek erstnacht inslapen en
wachten tot men morgen thuis is bij
familie of kennissen?
Aan dit alles moest Brian Hayes
denken toen plotseling de radio-tele-
fonie-installatie zijn aandacht vroeg.
Daarmede bracht men de verbinding
op korte afstand tot stand en dat
betekende dus de nabije aanwezigheid
van een overvliegend verkeerstoestel.
Brian schakelde zijn koptelefoon in
en luisterde aandachtig.
„Weerschip Collard, hier Clipper 139,
hoe ontvangt u mij?"
De aanvraag kwam helder door hen
Hayes antwoordde dan ook prompt:
„Clipper 139, hier weerschip Collard,
ik ontvang u duidelijk."
Het roepende verkeersvliegtuig ver
strekte de nodige gegevens en verzocht
daarna het schip om een peiling en de
komende weersverwachting.
„Hier is Clipper 139 van Boston naar
Londen op 15.000 voet hoogte. Kunt
u ons peilen en de laatst ontvangen
weerberichten van Shannon doorge
ven?"
Brian Hayes las de peiling af, die
hij van het vliegtuig op zijn instru
menten waarnam en deelde de weers
verwachting mee, die hij een half uur
geleden had ontvangen.
Brian wachtte even. Na een ogen
blik pauze hoorde hij de Amerikaan
roepen: „Hallo Collard, Hallo Collard,
Laten we nog niet sluiten. Over één
minuut precies is het middernacht en
mogen wij elkaar een gelukkig kerst
feest toewensen. Heb je tijd daarvoor?"
Brian luisterde verrast. Hij was iet
wat overrompeld door deze onver
wachte kerstwarmte van zover en
toch zo dichtbij en antwoordde:
„Graag, ja, graag. Dat doe ik met ge
noegen!"
„Akkoord, dan zal ik maar beginnen
mij voor te stellen. Mijn naam is Dave
Smith uit Boston, Massachusetts. Ik
ben de tweede piloot van deze „vlie
gende kalkoen". Gisteren knoeide ik
nog aan een fantastische plumpudding
en vanavond pikten ze precies mij in
de kuif voor Londen!"
„Dank u. Hier is Brian Hayes uit
Reigate, het mooiste plaatsje van Sur
rey. Ik ben de onzichtbare Kerstman
van de oceaan, speciaal belast met de
zorg voor kerst„haasjes!"
Dave Smith glimlachte.
„Hallo Brian! Nog vijftien seconde
en dan is 't zover! Jij mag beginnen,
omdat je zover van huis drijft!"
„Hartelijk dank, Dave. Hier komt'ie
dan. Let op!
Vijf, vier, drie, twee, eenGe
lukkig Kerstfeest".
Na een ogenblik van stilte klonk het
van het vliegtuig terug: „Gelukkig
Kerstfeest, Brian!"
Brian Hayes luisterde dankbaar.
Plotseling kwam hij er van onder
de indruk. Het klonk hem in de
oren als een lang verbeide, maar toch
nog onverwachte boodschap uit de
hemel.
Hoog boven het woeste water, waar
op als een speelbal het weerschip „Col
lard" een slingerend kerstballet uit
voerde, zoemde het zilveren vliegtuig
van gezagvoerder Millward rustig het
hem zojuist bekend geworden weer te
gemoet.
Tweede piloot David Smith luisterde
gespannen in zijn koptelefoon en naast
hem stond Joan Clark, de stewardess,
wier meeste passagiers op dat ogen
blik in slaap waren verzonken.
Zy had eveneens een koptelefoon
op en haar ogen tintelden van onver
wacht plezier.
„Ik wou Je nog iets vragen, Brian"
riep Dave, „weet je nog een plaats
voor een gezellig kerstpartijtje in Lon
den voor twee ongelukkige beman
ningsleden, die gisteren nog niet wis
ten dat zij vandaag boven jouw hoofd
zouden kruisen!"
„Wie is die andere pechvogel,
Dave?", lachte Brian terug. Hij kreeg
schik in deze kerstsurprise.
„Hier komt die andere, houd je hart
vast en zet je oren open!"
Dave duwde Joan de microfoon in
handen en beduidde haar dat ze wat
moest zeggen.
Joan sloor even haar ogen en zei
toen langzaam en duidelijk: „Hal
lo Brian, gelukkig kerstfeest! Hier is
Joan Clark uit Arlington in Massa -
chussets. Ik ben die andere pechvogel!"
Op dat ogenblik trilden Brian's oren
als geraakt door tere kerstklanken. Hy
schrok een beetje. „Hallo Brian, ge
lukkig Kerstfeest!", hoorde hij. Het
was alsof een kerstengel zich persoon
lijk met hem bemoeide.
„Gelukkig Kerstfeest", zei hij. „Har
telijk dank voor uw goede wensen".
Brian kreeg het er warm van. Was
dit even een kerstverrassing?
Plotseling kreeg hij een idee. Waar
om zou hij die twee daarboven niet
helpen aan het beste kerstadres wat
men zich in Engeland maar wensen
kon? Bij hem thuis was plaats genoeg
en de gastvrijheid een familiedeugd.
„Hallo, hier is Brian weer. Ik heb
een idee. Mag ik jullie uitnodigen voor
een kerstfeestje bij mij thuis in Reiga
te? Willen jullie mij een plezier doen
en daar morgen mijn kerstgroeten
overbrengen? Het is daar een gezellig
samenzijn van hartelijke mensen en
jullie zijn er van harte welkom!"
Joan en Dave luisterden geamuseerd
en keken elkaar vragend aan. Dit
schertsende praatje begon echt serieus
te worden en zij hoorden Brian Hayes
bijna smekend vragen om zijn kerst
wensen bij hem thuis te gaan brengen.
Een spontaan gebaar, oprecht uit
gesproken door een onbekende weer-
schipper, die en dat beseften Joan
en Dave op dat moment beter dan
ooit wat betreft Kerstvreugde meer
moest ontberen, dan zij tesamen, die
nog de mogelijkheid hadden het kerst
feest in een ander land te kunnen
vieren.
Joan keek de vlieger twijfelend aan.
't Was wel aantrekkelijk om morgen
in Engeland bij een vreemde familie
op kerstbezoek te gaan met als in
troductie de kerstgroeten van een ver
weg gewaand familielid. Wie weet hoe
gezellig het daar zou zijn. Misschien
wel zo leuk als het verwachte kerst
feest by haar thuis.
Ze dacht even na.
Brian's stem klonk opnieuw door de
koptelefoon.
„Toe lui, gaan jullie maar! Ze zullen
het thuis bijzonder op prijs stellen en
ik zal je er echt dankbaar voor zijn!
Dit kan mijn kerstgeschenk voor thuis
zijn".
Brian's stem klonk Joan erg sym
pathiek en in gedachten zocht zij
er een warmvoelend hart achter, een
karaktervol iemand, die een uiterst
manlijk beroep had gekozen.
Ze besloot ja te zeggen en Dave
beloofde mee te gaan.
Twee dagen later vloog gezagvoer
der Millward weer terug naar Bos
ton. Hij zou zijn vrienden in Bos
ton eens vertellen hoe voortreffelijk
men in Londen kon toneelspelen.
Tweede vlieger Dave Smith zat weer
druk te rekenen met de telmachine
en stewardess Joan Clark hielp onder
goedkeurende blikken van een jonge
moeder, een kraaiende baby aan een
Uis heden de Heiland gebo
ren. Christus, de Heer.
Dat is de boodschap, die
uit alle kerken in alle landen
met Kerstmis verkondigd wordt
Wie heeft dat gezegd, dat de
Heiland geboren is?
Het is een bode van God, die
dit proclameert. Het is geen
stem uit de mensenwereld, geen
stem van de aarde. Het is een
stem uit de wereld van God, die
dit over de aarde roept.
Dat maakt dit alles eigenaar
dig het is van een heel eigen
aard. Het heeft iets onwerkelijks
aan zich. Het is een andere wer
kelijkheid, die doorbreekt in de
onze.
Zo is het nog altijd.
Zo ervaren wij het els het
kerstevangelie gelezen wordt.
Vandaar dat alle mensen, waar
nog enig geluid van deze stem
doordringt anders gaan doen.
Ineens voelen ze weer voor el
kaar. Ze zijn wat minder heb
zuchtig. wat minder kijfachtig.
Ze worden weer een beetje kin
derlijk. Velen zingen vandaag
Wat is er nu eigenlijk aan de
hand?
We moeten niet in de vaag
heid blijven steken, in de stem
ming en de sfeer en de vreemde
warmte van deze mid winterda
gen.
De bode van God zegt: een
kind, in doeken gewikkeld, lig
gende in een kribbe.
Een kind. een begin.
hart van onze kinderen. Zij
moeten het weten voor het ge
val het niet weer openlijk ge
predikt kan warden of de ker
ken een puinhoop zijn
U is heden geboren... de stem
uit Gods wereld spreekt ons
aan.
Op 57 graden N.B. en 19 graden W.L. dobberde het weerschip
JZalland"
weer en dromen hoe het was in
hun kindertijd. Bij anderen
ontaardt het in lawaai en lek
kerbekkerij. Maar hoe het zij, In
ieder gezin wordt het feestelijk,
't is anders dan anders.
Dat is zo de buitenkant.
En wat de binnenkant betreft
heel vaag misschien worden
toch velen zich bewust van een
zeker verband met de anders zo
verre en vreemde God. In hun
kinderjaren is dat verband veel
vaster geweest toen ze zongen
bij moeders knie of bij de grote
boom op het feest van de zon
dagsschool. Later zijn ze het
kwijtgeraakt. Maar met kerst
feest'is het er weer, heel vaag
misschien, maar het is er dan
toch. Er zijn er die schamen
zich ervoor dat ze het zo erg zijn
kwijtgeraakt, maar het doet
ze ook goed. dat het er weer
is?
De kerk is aan het woord op
een wijze, die veel verder rijkt
dan de kerkbanken, zelfs ver
der dan de stem van de toren
klok. Met kerstfeest staat de
kerk midden in de wereld. De
mensen sturen elkaar ansichten
met een kerk erop, misschien
een romantische kerk, midden
in de sneeuw, maar toch een
kerk.
schone maatschappij-luier. Joan voel
de zich helemaal niet op haar gemak.
Ze kon haar gedachten er niet goed
bij houden en zij hoopte dat ze niet
een speld verkeerd zou vastzetten.
Waarom deed die moeder het ditmaal
niet zelf? Straks moest ze nog tweeën
twintig aperitiefs schenken. Zij hoopte
dat de passagiers haar daarna voor
een tijdje met rust zouden laten. Over
drie kwartier zou Dave Smith de
weerschipper Brian Hayes opnieuw op
roepen en zou Joan de groeten van zijn
familie overbrengen.
Ze trilde haast van opwinding en liet
de kirrende baby bijna van haar
schoot glijden.
Joan's gedachten waren weer in Sur
rey, dat liefelijke graafschap ten zui
den van Londen, waar zij met Dave de
kerstgroeten van de onbekende Brian
Hayes had afgegeven.
Een volkomen verraste broer van
Brian had open gedaan en hen toen
hartelijk uitgenodigd binnen te komen.
De moeder van Brian bleek een aller
liefste gastvrouw te zijn, voornaam en
knap van uiterlijk. Zij had zachte
blauwe ogen en zilvergrijs haar. Ze
was zo verrast en dankbaar, dat zij
Joan ontroerd op de wang kuste en
Dave en Joan uitnodigde die dag ver
der in hun midden te blijven.
Het was een heerlijke dag geworden.
Een echt kerstfeest, waarbij zij zich
dadelijk geheel thuis voelde tussen
mensen, die zij meende reeds jaren
te kennen.
Dave Smith had direct contact met
Brian's broer Derek, die bij de Britse
Luchtmacht had gediend. Straks zou
Smith haar roepen als ze in de buurt
van het weerschip zouden komen.
Dan zou Dave Brian oproepen en
mocht zij de groeten overbrengen. Zij
had het gevoel alsof ze Brian reeds
jaren kende en weer zag ze in gedach
ten dit foto van hem, op de boeken
kast in Reigate staan. Breed, robuust
met sympathieke donkere ogen.
Brian's moeder had veel over haar
zoon verteld en samen hadden zij de
familiefoto's bekeken
Om de hoek van de cockpitdeur
kwam het gezicht van Smith kijken.
Een blik van verstandhouding wenkte
haar naar voren.
Nog twee whiskij-soda's moest ze
inschenken, daarna kon ze even pau
seren.
Even later riep Dave Smith de
„Collard" op. Een paar seconde bleef
het stil in de koptelefoon. Toen klonk
Brian's stem. Eerst antwoordde hij met
de officiële code, om direct daarna te
vragen: „Zijn jullie nog in Reigate
geweest?"
„Dat zou ik denken Brian", ant
woordde David, „maar hier komt onze
speciale verslaggeefster met een extra
bericht voor je".
„Hallo Brian, hallo Brian, ontvang
je me goed?" sprak Joan met het
warme timbre van haar stem.
Brian voelde een schokje door zich
heen gaan. Wat zou hij dit meisje
graag nader leren kennen. Die stem
deed hem iets!
„Ik moet", zo vervolgde Joan, „de
hartelijke groeten en beste wensen
van je familie overbrengen, wy hebben
een onvergeteiyke dag gehad en zyn
je erg dankbaar voor de opdracht die
je ons gaf".
„Geen dank", zei Brian. „De Eerste
Kerstdag is volgens onze familietra
ditie de gezelligste dag van het jaar".
Dave en Joan luisterden aandach
tig naar de opgewekte stem door de
koptelefoon.
Het kind is Jezus, wiens weg
verder in het evangelie be
schreven wordt. Zyn weg is als
een straal van licht in een duis
tere wereld. Het duurde maar
kort, niet veel meer dan der
tig jaar. ergens in een achter
land, toen was het voorby en
het was weer duister als de
lucht in de nacht waarlangs een
lichtende ster verschoot.
Door leven en dood is deze
Jezus heengegaan, naar een
ander leven, het eeuwige leven
noemt de bijbel dat.
Maar daarmee was het toch
niet afgelopen. De boodschap
aangaande deze Jezus gaat ver
der. van Hem wordt gesproken
tussen de mensen, ook onder
ons. Zo wil Hy ons in beweging
brengen. Hy wil dat wij naar
Zyn toekomst zullen gaan, dat
dat onze aandacht onze wil,
ons spreken en handelen ge
spannen houdt.
Nog wordt de boodschap aan.
gaande deze Jezus en Zyn toe
komst aan de volken van West-
Europa gebracht. Vanuit alle
kerken wordt hierover gespro
ken.
Hoe lang nog?
wy weten het niet. Velen
vrezen by tyden dat het einde
komt. Maar nu is het er nog.
Laten wy het Inplanten in het
Hy richt onze aandacht op
dit Kind.
God doet iets ontspruiten in
deze wereld. Het lUkt eerst
volkomen onbelangryk. wy zyn
allen geboren en in doeken ge
wikkeld en omdat er een wieg
was niet in een voerbak. Dat is
allemaal niets bijzonders.
Maar de bode zegt, dat het
wel iets byzonders is. Het was
erg armzalig, maar het bleef van
belang voor tijden en volken. In
alle talen zingen in deze dagen
de mensen ervan. Is bet dan zo
on verge tel yk?
Waarom veranderen de men
sen even als het weer de dag
van deze oorsprong is?
Elke generatie zakt weer tot
over de oren in de ellende van
deze wereld. Het is niet waar
wat men vaak ondoordacht zegt,
dat ieder geslacht op de schou
ders staat van het voorgaande.
Maar de geslachten kunnen
dit niet vergeten, dat de stem
van God onze aandacht op dit
onder ons ontsprongen leven
richt.
De wereld komt voorts weer
Dos hiervan. U is geboren, zegt
Gods engel. Het gaat ons aan.
P. J. Mackaay
Herv. predikant
te Oegstgeest.
Meesters der Chinese Vertel
kunst. J. M. Meulenhoff. Am
sterdam, 1960.
Het veertiende deel van de befaamde
serie „Meesters der Vertelkunst", is ge-
wyd aan de Chinese letterkunde. De
samensteller en vertaler, J. Somerwil.
laat de verhalen voorafgaan door een
uitvoerige beschouwing over de mo
derne letterkunde in China, over de
verschillende groepen, die zich tydens
de emancipatie gevormd hebben en
over hun principes.
Men kan het niet helemaal eens zyn
met de opmerking op de flaptekst als
zou voor de Nederlander de Chinese li
teratuur uitsluitend bestaan uit
de verzen van Li Tai-Po en uit
de romantische verhalen over man-
darynen en schone vrouwen, die
liefdesbrieven op Jasmyngeurig papier
wisselen". Dit lijkt my niet zojuist als
men even denkt aan Slauerhoffs ro
man „Het Leven op Aarde" en voorts
by v. aan de hier toch werkeiyk niet on
bekend gebleven vertalingen van Chi
nese poëzie van Arthur Waley o.a. En
wat die liefdesbrieven betreft: ik meen
te mogen opmerken, dat de Chinese
schryver over het algemeen eerder de
vriendschap tot onderwerp kiest dan
de liefde tussen man en vrouw. Het is
natuurlyk zeer verheugend te horen,
dat er een land op de wereld bestaat,
waar de literatuur de politieke ontwik
keling beïnvloedt inplaats van anders
om, zoals te doen gebruikelyk. Maar
wanneer men dan verder hoort, dat de
moderne Chinese schryver alle letter
kunde in dienst moet stellen van de
politiek, op Sovjettistisch voorbeeld,
dan trekt men zyn verheuging weer
snel in. Niemand minder dan Mao Tse-
toeng toch heeft in zyn rede voor het
Ye nana-forum voor kunst en literatuur
in 1942 o.a. gezegd, „hoe artistieker in
wezen reactionair werk is, des te meer
„Maar intussen", ging Brian voort,
„heeft myn familie het voorrecht ge
had Jullie te leren kennen, een genoe
gen dat my onthouden bleef. Daar
moet iets aan gedaan worden. Hoe
zit het eigeniyk met dat vliegprogram-
ma van Je? Kunnen wy elkaar niet
ergens in Londen ontmoeten?"
Joan voelde dat de uitnodiging in
feite regelrecht haar aanging en zy
aarzelde geen moment.
Aangezien Smith eigeniyk op een
andere vliegroute thuis hoorde en der
halve niet aanwezig kon zyn iets
wat David Smith op dat moment be
paald niet betreurde werd het eerste
persooniyke contact tussen het vlieg
tuig „De Clipper 139" en het weer
schip „Collard" een intiem rendez
vous tussen twee jonge mensen, die
van toen af de radio-telefonie een by-
zonder goed hart toedroegen.
Voor Joan en Brian is het kerst
feest van deze vlucht altyd een by-
zonder feest gebleven, waarover zij.
zittend by de gezellige brandende
haard in hun Londense woning, nog
vaak hebben nagedacht.
schade zal het toebrengen aan het volk
en des te meer reden is er dus voor ons
om het te verwerpen". Tja, op zo'n ma
nier is het natuurlyk geen kunst om
per letterkundige geschrifte Invloed op
de politiek uit te oefenen. Het zal ove
rigens menigeen met my verwonderen,
dat Mao Tse-toeng „een aantal gedich
ten op zyn naam heeft staan, die tot de
schoonste uit de gehele Chinese letter
kunde behoren." Verdorie, ik sou die
schone verzen van de president van de
Chinese Volksrepubliek, die dus niet
„reactionair", maar wel in hoge mate
„artistiek" moeten zyn, wel eens willen
lezen!
Wat de verhalen zelf betreft: hun
mentaliteit en hun inhoud verschillen
m.i. gelukkig niet veel van die van de
Chinese poëzie. Het zyn alle verhalen
van het leven en het ïyden van eenvou
dige mensen: ja, men zou er by na de
analoge oude verzen by kunnen uitkie
zen. De atmosfeer van oneindige tra
giek, gedemonstreerd aan de kleine
realiteit door vele eeuwen heen, kort
gezegd, hét kenmerk van de Chinese li
teratuur, is ook het kenmerk van deze
moderne verhalen.
Eigeniyk is Lin Yoe-tang, een pro
zaïst, die in Nederland zeker bekend is,
de enige uitzondering, zyn verhaal
„Vogels kopen" heeft duideUJk Wes
terse invloed ondergaan in zoverre dat
het, hoe aardig ook, een toon van vei
ligheid heeft gekregen, die men by de
anderen niet aantreft. Lin Yoe-Tang
woont dan ook in Amerika en schryft
tegenwoordig in het Engels.
Zoals de samensteller terecht op
merkt, is het jammer dat deze verha
len vertalingen van vertalingen zyn. Is
er werkeiyk helemaal niemand die voor
een directe Nederlandse vertaling had
kunnen zorgen? Robert van Gulik by-
voorbeeld?
Theun de Vries. „Het Motet voor
de kardinaal. Querido, Amster
dam. 1960.
Behalve een avonturen- en schelmen
roman in de klassieke betekenis, is dit
nieuwe boek van Theun de Vries ook
een levensgeschiedenis van de grond
legger van de vocale polyfonie, Josquin
des Prés (1445—1521).
De ïyfeigene Wolf met de mooie stem
als kind oorlogsbuit gemaakt door dg
ridder Zweder ter Weel. komt na om
zwervingen als huursoldaat in de legers
van Karei de Stoute, in Milaan terecht.
By het aanhoren van Des Prés' nieuwe
motet in de kerk van Milaan, wordt hy
zich bewust van zyn muzikale aanleg.
Josquin neemt hem om zyn goede stem
in zyn koor op. Van Milaan uit volgt
Wolf zyn leermeester naar Florence en
Rome en tydens die tochten en die
verbiyven golft en kolkt het schitteren
de, brute, kunstzinnige, gelovige, on
zedelijke, intrigante, diepzinnige en ro
mantische leven van het vyftiende
eeuwse Italië langs de lezer heen.
„Het Motet voor de kardinaal" is een
machtige historische roman op degeiy-
ke grondslag en met grote literaire
kwaliteiten. Alleen de aan het slot op
duikende schim van Jonkvrouw Richar-
dis, het meisje voor wie Wolf in ziin
jeugd op de vlucht is gegaan, in de
vorm van har dochter, doet gekunsteld
aan.
CLARA EGGINK