POESTA C ,DE VERBORGEN MESSIAS' Een Zoeklicht v__ ROMANTIEK VAN DORRE VLAKTEN MET GROTE KUDDEN VERDWIJNT J Ook in spel Hongaarse provincie is van licht en schaduw er Statl als Miskolc is een teleurstelling H WOORD VAN BEZINNING OP DE BOEKENMARKT reh?éi Paul Hörbiger in weer op de planken Zaterdag 26 november 1960 (Van onze Weense correspondent, prof. dr. N. Greitemann) (II) Niet alleen in Boedapest, maar ook in de Hongaarse provincie ontdekt de buitenlander het afwisselende spel tussen licht en schaduw. Vrijwel zonder commentaar volgen hier enkele indrukken over het platteland en kleinere steden, die gedeeltelijk onveranderd zijn ge bleven en toch hun karakter beginnen te wijzigen. Zolang een buitenlandse automobilist nog door het westen van Hongarije trekt, wordt hij opvallend vriendelijk door kinderen begroet en nagewuifd zonder twijfel uit echte vriendelijkheid, maar ook om de bananen en de goede chocolade. De steden Sopron en Györ, die nog dicht bij de Oostenrijkse grens liggen, vertonen op het eerste gezicht meer nieuwbouw dan Boeda pest; diezelfde indruk krijgt men ook van de industrie-centra Komarom en Dorog. Bij de eerstgenoemde stad ziet men aan de overkant van de Donau heel duidelijk Tsjechisch militaire uitkijk torens; en dat herhaalt zich langs de gehele Tsjechisch-Hongaarse Donau-grens. Het zijn dezelfde wantrouwende wachttorens, die over de Oostenrijkse grens gluren, maar is er ook wantrouwen tussen volksdemocratische naburen? Een beeld van de nieuwe, in „blokkendoosstijl" gebouwde stad Kazinc- barcika, waar iedere arbeider dadelijk een nieuwe woning krijgt een weelde die men in de meeste Hongaarse steden niet kent. Men heeft de Indruk dat er in het westen van het land meer t.v.-masten zijn opgesteld,^maar over 't algemeen hebben ook de boeren in de veraf ge legen provincies gelegenheid om het wereldgebeuren op het beeldscherm te volgen. Het aantal toestellen is hier nog kleiner in Oostenrijk, waar men aan het eind van dit jaar 250.000 toe stellen hoopt te hebben geregistreerd. Het hoofdwegen-net is goed. maar niet modern. Op de zijwegen echter hobbelt de auto. Wanneer de platte landsbevolking meer verkeersdiscipline had en de vele paardenwagens niet midden op de weg zouden rijden, kon het autoverkeer hier een genot zijn. Auto's ziet men maar zelden; alleen op zaterdag en zondag kernen er meer voor de dag, ook oude wrakjes en mo torfietsen, waaraan langs de weg her haaldelijk wordt geprutst en gerepa reerd evenals bij ons kort na de oorlog. Een autostrada ken Honga rije nog niet, maar men heeft plannen ontworpen voor het traject van Boe dapest via Sopron naar Oostenrijk. Poesta wordt kleiner Door welk systeem dit land ook wordt geregeerd, het typisch Hongaar se dorp zal zijn karakter blijvén be waren met zijn lage, onaanzienlijke boerenhuizen, een enkele draaglijke hoofdstraat en verder veel modderige straatjes en wegen waar ganzen en eenden ploeteren. Doch wanneer de regering haar plannen geheel realiseert, zal de poes- taromantiek grotendeels verdwijnen en zal er een einde komen aan die uit gestrekte dorre vlakten met grote kudden onder bewaking van een ro kende herder bij een eenzame put. Over grote stukken poesta heeft men nu reeds een net van kanalen gegra ven, zodat hier zoveel rijst wordt aan geplant en geoogst, dat een gedeelte daarvan kan worden geëxporteerd. Hongarije is eeuwenlang een land- bouwstaat geweest met alle romantiek, maar ook met alle nadelen daarvan. Lang vóór het huidige regime had men op bepaalde punten vooral bij erts en kolenmijnen fabrieken gebouwd, maar het huidige Hongarije werkt veel systematischer en zelfs fanatieker aan de industrialisatie. De verhouding tus sen landbouw- en industriële produktie was in 1938 nog 58 42, maar in 1953 lag de industrie aan de kop met 77 tegenover 23 en op 't ogenblik zal zy zich nog meer hebben uitgebreid. Miskolc bijvoorbeeld is met zijn ijzer- en staalfabrieken altijd een in dustriestad geweest, maar in de laat ste jaren heeft deze stad Szeged. De brecen en Pecs overvleugeld en is nu na Boedapest de grootste met iets meer dan 150.000 inwoners. Jenever vóór 't ontbijt Als stad is Miskolc een teleurstelling. De huizen zyn nog niet opgeknapt. Maar 's nachts ziet dit centrum van 14 kilometer lengte er uit als een my thologische smidse in de gloed van de n<rrt*ovens. Tot in de hotelkamers toe ruikt het hier naar bruinkool; en zelfs het beste hotel maakt een ongeluchte indruk met een geur van goedkope boenwas en D.D.T. Het spreekt hier vanzelf dat men minstens met z'n tweeën in één wordt onder gebracht, maar zelfs in de def tige kamers aan de voorkant met de hoge dubbele deuren staan vier tot vijf bedden. Hier logeren onder andere Russische delegaties voorbeeldige ar beiders met brede broekspijpen en vrouwelijk kantoorpersoneel uit de Sovjet-Unie die hier door een potige vakbondsleidster worden rondgeleid. Maar in hetzelfde hotel bevindt zich ook nog een elegante eetzaal met barokke balustrade en een aan tal kleine loges op de eerste ver dieping. Onwillekeurig denkt men hier aan de vroegere magnaten, voor wie de zigeuners destijds hun czar- das-muziek hebben gespeeld. En ook nu nog zijn de kelners zeer gedienstig en meer dan vriendelijk, wanneer zij het uitgebreide en uit stekende ontbijt serveren met eieren, kostelijke ham en als aperitief op de nuchtere maag een glas sterke prui- menjenever. 's Avonds is er bijna geen plaats in de weinige avondgelegenheden, danslo- kalen en bars, die er over 't algemeen onverzorgd uitzien, maar het wemelt er van jonge, ietwat burgerlijke, maar toch proper geklede arbeiders. De ei genlijke drukte begint na middernacht, wanneer de avondploegen vrijaf krij gen. In hun nette, maar eenvoudige kleding zijn de vrouwen en verloofden levende bewijzen van een beginnende burgerlijke welvaart. Opeens ontdekt men dan echter een vrouw in een elegante avondjapon naar Parys model, ze draagt schoentjes met hoge hakken, een avondmantel en lange zwarte hand schoenen maar dat is de zangeres! De atmosfeer is decent en het vertier onschuldig, zonder een spoor van de Westerse „decadentie", maar ook met weinig fantasie enook hier ruikt het naar bruinkool. Hoger onderwijs Even buiten het oude Miskolc heeft men op een open vlakte een nieuwe universiteit gebouwd, een groot mo dern complex van gebouwen en la boratoria. een geheel nieuwe univer siteitsstad met drie faculteiten voor mijnbouw, metallurgie en machine bouw. Hier studeren en wonen 1600 „gewone" en 550 werkstudenten, die de toekomstige intellectuele elite zullen gaan vormen. Doch ondanks alle meetkunde en techniek moeten zij regelmatig colleges volgen over wijsbegeerte, economie en geschiedenis van de Griekse. Romeinse, Franse en Duitse filosofie en vooral een grondige inleiding op het marwis- een grondige inleiding op het marxis- Terwyl de Westerse universiteiten en vooral de technische hogescholen het algemeen overzicht verliezen en niet meer naar de diepere gronden en sa menhang zoeken, wordt hier ook voor de technische vakken een wijsgerige grondslag gelegd, waarvan de beteke nis (en het gevaar?) niet onderschat mag worden. In dit universiteitscentrum vindt men natuurlijk geen kerk en geen zielzorg. De religieuze „infectie" is hy giënisch onmogelijk gemaakt en men verwacht dat deze élite automatisch de basis zal leggen voor een atheïsti sche maatschappij van de toekomst. De regering voelt zich zo zeker van haar zaak. dat zij niet meer bang is voor ressentimenten uit het jongste verleden. Zodoende kon in de laatste maan den op deze universiteit de vroegere discriminatie van studenten uit burge- lijke of aristocratische kringen worden opgeheven. Bij de opname van nieuwe studenten geeft niet meer de proleta rische afkomst de doorslag, doch de begaafdheid. Nu de toestand zich meer en meer stabiliseert, kan de regering ook mil der en humaner optreden tegenover zogenaamde „zwakkelingen". De to neelspeler Tibor Molnar bijvoorbeeld is na de revolutie van 1956 met zijn vrouw en twee kinderen gevlucht. In een radiotoespraak verklaarde hij des tijds dat hij niet meer zou optreden zolang er nog Russen in Hongarije zouden zijn. In Duitsland is hij een paar keer opgetreden, onder andere in Fabbri's „Het proces om Jezus", maar zjjn gebrekkige kennis van de vreemde taal en zyn sterk Hongaars accent waren een hindernis voor een succes volle loopbaan. Daarom is hy naar Hongerije terug gegaan en nu speelt hij in de schouw burg van Miskolc, waar hij gelukkig is, zoals hij ons eerlijk vertelde. Daar deze stad arm is aan bezienswaardig heden, valt het op dat de semi-offi- ciële reisgids zwijgt over de mooie kerk met de twee barokke torens op het vryheidsplein. maar een kerk is nu eenmaal geen fabriek Blokkendoosstijl Op een uur afstand van Miskolc ligt midden in een laagvlakte de geheel nieuwe stad Kazincbarcika, gebouwd in een nuchtere blokkendoosstijl en grenzend aan een grote stikstof- en kunstmestfabriek, waar 145Q mensen te werk zijn gesteld. Over arbeiders heeft men hier niet te klagen, want wie hier wordt aangenomen, krijgt da delijk een woning, gemiddeld van 45 vierkante meter, met bad en moderne keuken. Dat is een ideale toestand, vergele ken met Boedapest, waar de woning nood onvoorstelbaar is en waar iedere inwoner slechts recht heeft op 6 vier kanten meter woonruimte. Wat gaat er van zulk een stad die wij misschien nuchter, kaal en gesteriliseerd kunnen noemen, voor een propagandistische kracht uit, ook al onderscheidt zij zich nauwelijks van de nng grotere nieuwe industrie-stad Sztalinvaros in Honga rije en van het grote aantal nieuwe steden in de Sovjet-Unie. Toen verbood Hy met nadruk zijn discipelen aan iemand te zeggen: „Hy is de Christus (de Messias)". Matt heus 16 20. I ET gesprek tussen joden en christenen, waar dit in het verleden en heden plaats vond, cirkelde altijd om de vraag naar de messianiteit van Jezus. Daarin stonden twee standpunten lijnrecht tegenover elkaar. Dit ge sprek is vrijwel steeds vruchteloos gebleven en ontaardde maar al te vaak in een touwtrekken over deze vragen. Vanuit de christelijke theologie werd Jezus geponeerd als de Mes sias. Het geloof in Jezus als de Messias werd in vroegere tijden de borgen. Hy was de Messias op een zeer verborgen wijze en dit geheim wordt eerst aan de openbaarheid prijsgegeven, wanneer Hy aan het eind der tijden zal verschijnen met heerlijkheid en macht. Dit houdt in dat de kerk een gemeenschap van gelovigen is, die in afwachting van deze komSt, het geheim van de messianiteit van Jezus bewaart en daaruit leeft. Helaas heeft de kerk maar al te veel gedaan alsof uit het Evangelie Jezus als Messias evident naar vo ren trad. Daarmee is de boodschap van de bijbel geweld aangedaan en is de spanning, die wezenlijk is bij het geloof in Jezus als de Messias opgeheven. joden niet vreemd is, wanneer zij spreken over de komst van de Mes sias. In deze gelijkgerichte ver wachting ligt de mogelijkheid op nieuw het gesprek tussen Israël en kerk op gang te brengen. In het huidige jodendom is er be langstelling voor Jezus, zoals deze vanuit de Evangeliën tot ons komt. Wanneer de christenen gehoor had den gegeven aan Jezus verbod, met nadruk uitgesproken, niemand te zeggen; „Hij is de Christus", zou de verhouding tussen joden en chris tenen heel anders geweest zijn. Jezus heeft zijn discipelen nooit op geroepen om Hem te vuur en te zwaard als Messias te proclameren. Doordat de kerk zich als instituut in de wereld breed heeft willen maken, heeft zy zeer tot haar joden dikwijls opgedrongen in de schaduw van de brandstapel. Het categorische „neen" van de joden wanneer hun dit geloof afgedwon gen werd, werd de aanleiding tot onmenselijke vervolgingen van de zijde van de kerk. In onze tyd vragen wij ons af of de vraagstelling op deze wijze wel juist is geweest. Wanneer Petrus op de vraag van Jezus: „Wie zegt gij, dat Ik ben", het in de kerk klassiek geworden atnwoord geeft: Gij zjjt de Christus (de Messias), dan volgt daarop het nadrukkelijke verbod van Jezus om dit openbaar te maken. Met dit verbod heeft de kerk weinig rekening gehouden, men wist er eigenlijk nooit raad mee. Achter dit gebod gaat echter de gedachte schuil, dat Jezus zijn Messlasschap draagt in het ver- Wanneer het gesprek met de Jo den was gevoerd over dit verborgen karakter van Jezus leven in deze wereld, zou het waarschijnlijk vruchtbaarder geweest zijn. Immers ook het joodse geloof kent die spanning aan de verwachting van de Messias. Zondag as. viert de kerk de 1ste Adventszondag. Deze adventstijd heeft in onze tijd steeds meer het karakter gekregen van voorberei ding op het kerstfeest, maar oor spronkelijk was zij bestemd om de aandacht te richten op de komst van de Messias, zoals de kerk deze belydt in haar geloofsbelijdenis: „zittende ter rechterhand Gods, des almachtige Vaders, vanwaar Hy komen zal om te oordelen de le venden en de doden". Het is deze overbybelse verwachting, die ook de schade het karakter verloren van een gemeenschap te zyn, die leefde vanuit het geheim dat Jezus de Messias is. Vanuit dit geheim le vend, in de verwachting van ko ninkrijk Gods, heeft zij geen an dere taak, dan dienend in de wereld te zijn, in zachtmoedigheid en met nederigheid van hart. Tenslotte zyn de eerste christenen aangetrokken door het kinderlijk ontroerende samenleven in de eer ste christengemeente. „Zie hoe lief ze elkander hebben". Deze eerste christenen leefden in een sterk verlangen naar de komst van het koninkrijk, waarin Jezus als Messias zou openbaar worden. D. H. GIJSBERS, hervormd predikant te Lei- muiden, jeugdpredikant te Leiden. Deze arbeiders hebben met hun ge zinnen een kleine, maar comfortabele woning; er is een stadhuis, een bio scoop, een ziekenhuis, een zogenaamd „cultuurhuis", er zijn scholen maar er is natuurlijk geen kerk In vergelijking met de prijzen zijn de lonen niet hoog, maar ze schijnen iets beter te zijn dan elders. Het minst verdienen ongeschoolde arbeiders en het kantoorpersoneel, namelijk 1450 fo- rint per maand, dan volgen de ge schoolde arbeiders met 1650 en ten slotte de ingenieurs met 2000 tot 2250 forint. In deze stad met 1456 arbeiders en hun gezinnen telt men 30 auto's en 1300 motorfietsen. Hier en in andere steden van Hon garije hebben de arbeiders gevraagd om deel te hebben aan de winst, maar de regering is hierop nog niet ingegaan. Er bestaat ook een pen sioenregeling die ten bedrage van 1200 forint per maand vrij gunstig is. maar hiervan profiteren alleen zij, die na 1945 de pensioengerechtig de leeftijd bereikten. Gepensioneer den uit de tijd daarvoor krijgen slechts 300 forint en zy die nog hele maal tot het burgelyke tijdvak be horen, ontvangen dikwijls in 't ge heel geen ondersteuning. De hogere intellectuele echter, voor al de professoren aan de hogeschool van Miskolc en ook erkende kunste naars, staan er goed voor. evenals art sen en architecten. Deze groepen ver dienen gemiddeld tussen 4.000 en 10.000 per maand, zodat zy ook een auto kunnen kopen, als zij er de kans toe krijgen. Nancy Mitford. „Liefde ln een koud klimaat". H. P. Leopold Den Haag 1960. Met dit .Liefde in een koud klimaat" heeft de enfant terrible van de na oorlogse letterkunde, Nancy Mitford, in zekere zin een vervolg gegeven op „De Achtervolging der Liefde", nog niet lang geleden op deze plaats besproken. Beter gezegd: zij heeft aan haar vorige verhaal een terrein toegevoegd, want naast de fam. Radlett uit dit laatste ver haal, wonen de schatrijke Montdore's met hun dochter Polly. De „ik", die deze even vermakelijke geschiedenis vertelt, is weer Fanny, het nichtje van de Radletts. Lady Montdore beschouwt Fanny als een betere vriendin voor haar dochter dan de flapuit van een Linda, die nu trouwens haar jacht op de liefde heeft voltooid in een huwe lijk. Er is iets met deze Polly die, hoe wel zij beschouwd kan worden als een van de mooiste en rijkste meisjes van Engeland, tot wanhoop van haar moe der maar geen man kan vinden. Als de aap uit de mouw komt en Polly haar keuze kenbaar maakt, krygen de Montdore's ongeveer een toeval en onterven hun dochter op staande voet. Met het verschijnen van hun Cana- Waarom minder welvarend wel va- C7 Toch vraagt men zich telkens af, waarom Hongarye over 't genomen een veel minder welva rende indruk maakt dan bijvoorbeeld het kleine Oostenryk, om van andere landen in het Westen maar te zwygen. Zonder op details in te gaan kan men wel zeggen dat in het algemeen het communistische produktiesysteem min der rationeel is en veel te grote mazen openlaat. Er wordt niet met zoveel inspanning en belangstelling gewerkt, hier en daar saboteert men door passi viteit en er wordt ook luchtig omge sprongen met het eigendom van de staat. In de Stalinfabrieken van Mis kolc werken evenveel arbeiders als in de Voest-fabrieken van Linz en toch produceert Linz tweemaal zoveel als Miskolc! De sierlijke, slanke kerk in Miskolc, een van de weinige bezienswaardigheden lelijke industriestad, staat niet in de semi-officiële reisgids vermeld. deze (Van onze Weense correspondent) De bekende vertolker van Ween se bon-vivant-rollen, Paul Hörbi- ger, treedt weer eens in Wenen op en heeft groot succes. Overigens moet hij veel moeilijkheden over winnen, want de klucht Straat muziekis niet veel waard en bo vendien is het stuk van zuiver Duitse makelij, terwijl daarin nog de draak wordt gestoken met de Oostenrijkers. Ook treedt hy niet met een Weens, maar met een Berlyns ensemble op. Niettemin oordeelt het publiek objec tief en amuseert zich buitengewoon met deze kostelyk gespeelde straatmu zikant De vertolking is levensecht, vooral door het feit dat de spelers van de drie hoofdrollen inderdaad harmo nica, viool en klarinet spelen. Twee jonge acteurs dragen bekende namen. De eerste is Tommy Hörbiger, de zoon van Paul; na eerst als secre taris van zijn vader te zyn opgetreden, verschynt hij nu op de planken en hy acteert niet onverdienstelijk. Vervol gens leert men een jonge actrice, Editha Nordberg, kennen, die een zus ter is van Maria Schel! De schouwburg in de Neubaugasse. waar Toon Hermans een maand gele den zoveel succes boekte, is nu elke avond gevuld met een dankbaar pu bliek dat om Hörbiger lacht en hem alles weer heeft vergeven, byvoorbeeld zyn ergerlyk optreden by twee pyn- lyke processen in Wenen. Het publiek vergeet gemakkeiyk. als het maar kan lachen, maar eigenlyk is dit optreden een beetje tragisch. Hör biger speelt de dronken straatmuzi kant meesterlijk, maar hy speelt eigen lyk zich zelf. Schynbaar kan deze be gaafde acteur op zyn oude dag alleen nog in zulke rollen optreden. dese neef Cedric, thans de erfgenaam van het fortuin, komt er weer wat rust. Enfin, men leze zelf maar alle kos telijke en zonderlinge voorvallen by deze beide excentrieke, hoewel zeer En gelse, gezinnen, in deze vertaling die, hoewel niet kwaad, wel zeer onaccu raat is. Kleine by zonderheden zijn weggelaten of vervlakt tot niet veel zeggende zinnen. Voorts is een don aan de universiteit van Oxford bepaald geen leraar, zoals deze vertaler meent. Het woord is niet te vertalen en kan daarom beter aangehouden worden. Dit in tegenstelling tot het woord best man, dat doodgewoon gertuige by een huwelyk betekent. Hans Martin. „Schering en In slag". H. P. Leopold, Den Haag 1960. Deze roman moet geplaatst worden by de groep romans waartoe .Het Aanbeeld en De Werf" behoort. Hans Martin is zulk een vruchtbare schrij ver, dat men zyn werk inderdaad moet gaan indelen. „Schering en Inslag" de titel zegt het al brengt de lezer in een familie, waarvan het leven beïnvloed wordt door een weverij. Het is de grootvader geweest, die de weverij ,De Ekkel" gesticht heeft en die daarmee tevens de stoot heeft gegeven tot de ontwikkeling van de gemeente als in dustriecentrum. Zoals wy niet anders verwachten van Martin, heeft hy het milieu en de verschillende figuren de Ekkels en hun hele aanhang uit stekend getekend. Het vergaat hen zo als het zovele van dergelijke gezinnen vergaat: het tweede geslacht houdt nog vol en weet het bedrijf nog te lei den. maar met het derde komt er de klad in. De drie zonen de klein zonen dus van de Stichter kunnen geen van drieën leven zoals hun groot vader en vader: met en voor de we verij. Zy vragen méér van het leven dan alleen werken. Het gevolg is dat ,De Ekkel" langzaam maar zeker on dergaat, iets waartoe de beide wereld oorlogen het hunne bydragen. Men denke evenwel niet, dat dit familie drama zich binnen de grenzen van ons land afspeelt. Zowel de tweede als de derde zoon voeren de lezer buitens lands en zelfs in Calcutta. Het is merkwaardig op te merken hoe deze schryver, die toch niet tot de jongen behoort, in iedere nieuwe ro man van zyn hand meer diepgang weet te brengen. Hugo Wast. „Don Bosco en zyn Tyd". Ui tg. Lannoo, Den Haag 1960. Hugo Wast is het schry verspseudo niem van een Argentynse hooggeleerde, die dr. Gustavo Marinez Zuviria heet. Hij heeft 38 boeken op zyn naam staan De geschiedenis van Don Bosco speelt zich af in de tyd van Caribaldi en Mazzini, dus in Italië in revolutie. Giovannino Bosco was de zoon van zeer arme dorpelingen. Hy heeft het dan ook aan zyn grote gaven op het gebied van verstand en geheugen en heel merkwaardig ook op het terrein van de sport, te danken dat hij een studie heeft kunnen voltooien, waar hy anders nooit aan toegekomen zou zyn. Hij wordt priester en wijdt zyn leven aan de opvoeding van de Jeugd. Zyn scholen, de Salesiaanse stichtingen (St.-Fransiscus van Sales) volgen een modern pedagogisch systeem, gebaseerd op zachtmoedigheid, liefde en geduld Na een vruchtbaar leven is Don Bos co gestorven in 1888 en in 1934 heilig verklaard. Deze levensgeschiednis is zeer lees baar en zal vooral by katholieke lezers in de smaak vallen voor wie het boek ook ln de eerste plaat- bedoeld is. CLARA ECKJINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 19