Nog van eenmaal is een Indiase jungle het toneel adembenemende jacht op wilde olifanten SCHULD EN BOETE IAL5 STUWDAM GEREED IS, LIGT HET 1 I OERBOS OP DE BODEM VAN HET MEER m VAN EEN HEEL BIJZONDER TYPE De eerste Rijnbrug in de vierde eeuw thans zijn er (al weer) zesenveertig Onze Bridgerubriek Bridgevraag van deze week: Oost gever, OW kwetsbaar. Viertallen - wedstrijd tegen sterke spelers. Als zuid hebt ge: Sch. 7 4, Ha. A 7, Ru. A H 10 7 5 2, KI. A 7 3. Biedverloop: oost 2 klaveren (conv. mancheforcing) - zuid 2 rui ten - west doublet - noord 2 harten - oost pas - zuid pas - west 2 Sans- atout - noord pas - oost 6 harten - zuid Wat moet zuid thans doen? Ant woord elders op deze pagina. Waar ligt de grens tussen een nog juist wèl en een niet meer verantwoord openingsbod? In vele bridgetoernooien komt men heden spelers tegen, die met 11 punten aan hoge kaarten altijd openen - en vaak met nog minder. Er zijn zeer duidelijke nadelen aan te licht openen verbonden in de eerste plaats, dat de partner te hoog biedt (partners zijn altijd optimistisch), in de tweede plaats, dat de tegenpartij gewaarschuwd is voor de kaartverdeling en daar uit bij spelen of tegenspelen be langrijke voordelen verkrijgt. Opent men op minder dan 13 punten met een éénbod in een kleur, dan is het goed de volgende gouden regel aan te houden: géén openings-éénbod, als het spel niet tenminste bevat Aas-Heer- vjjfde of Aas-Vrouw-Boer vgfde in kleur, en daarnaast tenminste één ander Aas. Elke week kan men in vele wedstrij den de ongelukken zien die samenhan- Cen met te lichte openingen. Twee voor beelden uit de competitie van de NBB- partijen gespeeld half november 1960: Uit de wedstrijd UB C (UtrechtStu diecentrum (Den Haag) WEST OOST Sch. 8 7 5 2 Sch. A H 10 3 Ha. A B 9 3 Ha. V 8 6 4 Ru. A B 9 Ru. H 10 KI. B 4 KI. A V 9 Met UBC als OW ging het: west pas - NZ passen - oost 1 klaveren - west 1 harten - oost 2 schoppen - west 3 ruiten - oost 3 harten - west 4 schop pen - allen passen. 3 Ruiten, later gevolgd door een sprong in schoppen, is een aastonende slam- invite. Oost is volledig uitgeboden en past terecht - temeer daar hij weet, dat zijn partner niet kon openen. Met Studiecentrum als OW begon het: west 1 harten - oost 2 schoppen - west 3 schoppen - is het nu nog verwonder lijk. dat oost slamlust niet onderdruk ken kon en tot 6 schoppen ging? Er zaten precies 10 slagen in het spel - de schuldige aan het verkeerde slam- bod is de west, die dit west-spel opende. Uit de wedstrijd EGBC (Groningen) De Oude Bond (Amsterdam: WEST OOST Sch. V 6 3 Ha. 10 9 2 Ru. A B 8 7 4 KI. A 3 Sch. A H 9 7 4 2 Ha. A H 8 3 RU 10 KI. 8 5 Aan de tweede wedstrijdtafel bezon digde west zich niet aan een te licht openingsbod en paste - noord opende met 1 sansatout. (zwak) en dit bod bleek precies de hulp die oost nodig had om tot 6 schoppen te komen: west pas - noord 1 SA - oost 2 schoppen - zuid 3 klaveren - west 4 schoppen - oost 4 SA - west 5 harten - oost 6 schoppen. Ook nu was de uitkomst KI. Vrouw, doch de kostbare inlichting die oost hier verkregen had (het 1 SA-bod van noord) stelde haar in staat het con tract met méér ruggesteun te spelen - en door twee malen in Ha te snijden, te winnen. Had west hier ook geopend met 1 ruiten, dan was - door passen van noord - de opgave véél moeilijker ge worden. H. W. Filarski. Antwoord op bridgevraag: Dit vreemde biedverloop kwam voor in een meester klassewedstrijd. Als oost niet krankzin nig is geworden, zal hij gegronde re denen hebben om 6 harten te bieden - en die wel maken. Zuid moet passen - als hij doubleert doet hij dat voor 100 extra punten, maar kan 230 extra ver liezen. Oost had zeven schoppen van aas-heer en zes harten van heer-vrouw; de westspeler had hartenboer-derde en twee kleine schoppen. Noord had 2 har ten geboden om OW uit een eventueel hartenbod te houden - hij had ruiten vrouw-derde mee en hoopte in 3 of 4 ruiten gedoubleerd te worden. Hij nam aan. dat oost zeker niet het doublet op 2 ruiten zou inlaten. Had U gepast? Eén der meesterklassers dééd het! Eén westspeler opende dit spel met 1 ruiten, oost toonde eerst zijn schop pen en later zijn harten, nz paste voort durend en het eindbod werd 6 schop pen. De uitkomst in klaveren liet oost bijna kansloos en - zoals zo vaak in dergelijke spellen - ging oost zich in vele bochten wringen, doch ging één down. Had hij vertrouwd in gelukkiger gesternte, dan had hij kunnen snijden op hartenvrouw en -boer. die beiden bij noord zaten. Noord had: Sch. B 5, Ha. E 7 4, Ru. H V 9 3, KI. H 10 2. tamme olifanten het gevaar tijdig en grijpen zij even snel als door tastend in om verlies van mensen levens te voorkomen. Soms schijnt het. dat de tamme oli fanten beschikken over een bovenmen selijke intelligentie. Zij sluiten de wilde dieren stuk voor stuk zo in, dat deze geen enkele kant meer uit kunnen. Is dit bereikt, dan zorgen de strikken- leggers, dat de gevangenen stevig en doeltreffend geboeid worden. Is dit ge beurd, dan worden de gevangenen, door afgerichte olifanten geëscorteerd, bui ten de kleine kraal gebracht. SPOEDCURSUS Van de kraal komen zij in de „peel- kana" en daar volgen zij een spoed cursus voor het diploma „huis-olifant". Er staat slechts één leervak op het program van die cursus: „doen wat de mens wil en zegt". In vrijwel alle ge vallen slagen de gevangenen binnen drie maanden voor hun „huisolifant- examen". Dan zijn zij trouwe, vlijtige, sterke helpers van de mens. De meeste afgerichte olifanten hebben in hun jeugd de vrijheid van de jungle gekend. Zij hebben geleerd, hoe zij zich in menselijk gezelschap" behoren te gedragen. Zij hebben geleerd, wat hun plich ten zijn. Maar zij weten ook. dat zij rechten hebben. En zodra de mens aand ie rechten gaat tornen, kan zelfs de best afgerichte olifant heel erg lastig, zo niet gevaarlijk, wor den. Zo weten afgerichte olifanten zonder op de klok te kijken, dat zij na een paar uur arbeid recht heb ben op een rustpauze. ..Je kunt er je horloge op gelijk zetten!", ver telde een houtvester uit het noor den van Thailand ons. Een grote olifantenjacht of khedda in Mysore duurt vier of vijf dagen van het ogenblik af dat de verkenners een kudde ontdekt hebben. Ook de laatste khedda, die nu voorbereid wordt, zal vijf dagen duren. Voor de laatste maal zullen dit jaar wilde olifanten door de Kapiri worden gedreven door gedres seerde neven, bereden door onver schrokken mahouts. Dan, na die khed da begint de mens aan zijn Kapiri- stuwdam en wacht het oerbos van Kakankote de verdrinkingsdood. Maar eerst zal die jungle nog eenmaal weer galmen van het lawaai der drijvers en het trompetten der wilde olifanten! Een stoere mannetjesolifant is in de boeien geslagen en wordt nu, voor en achter hecht vastgebonden aan tamme neven, uit de kleine kraal gebracht naar de peelkana (Bijzondere medewerking) Op tachtig kilometer afstand van de stad Mysore in India ligt aan de weg naar Manantoddy het dichte bamboe-oerbos van Kakankote. Deze jungle zal nog dit jaar het toneel zijn van een uniek en onbloedig jacht-evenement. Reeds nu worden de voorbereidingen getroffen voor die jachtprestatie. Want een olifantenjacht op grote schaal of (zoals men zo'n jachtpartij in Mysore noemt) „khedda" vereist een enorme organisatie. Ditmaal zal de khedda dubbel belangrijk zijn, omdat hij de laatste is. Het oerbos van Kakankote is namelijk gedoemd om te verdwijnen, beter: om de verdrinkingsdood te sterven. Men heeft besloten om een stuwdam te bouwen in de Kapini en als deze gereed is, zal het oerbos van Kakankote op de bodem van het stuwmeer liggen. Deze waterbouwkundige prestatie zal India's welvaart mogelijkheden stellig vergroten, maar minnaars van de jacht en dierenvrienden beroven van de wereldvermaarde khedda's. Zo'n khedda of „Operatie Olifant" werd tot dusverre eenmaal in de acht tien jaren gehouden. Uit alle delen van India en ook uit andere landen kwamen dan jacht- en dierenvrienden naar Mysore om de vangst der dikhui den gade te slaan. De omstandigheden, dat de Kapini door de jungles van Ka kankote stroomt, maakte zo'n khedda daar dubbel interessant, want hij om vat ook het drijven van de wilde kudde over die rivier. Zodra is vastgesteld, wanneer de khedda zal worden gehouden, rekru teren de organisatoren in de dorpen nabij het oerbos van Kakankote hon derden mannen, die hun sporen als olifantenjagers hebben verdiend. Bo vendien engageren zij een aantal „ver kenners" of spoorzoekers", die leden zijn van een primitieve stam aan de zoom van de jungle en de gewoonten der olifanten haarfijn kennen. Deze verkenners trekken de wildernis is om te ontdekken, waar zich een wilde kudde bevindt. Als zij dit weten, waarschuwen zij de dorpelingen, die als drijvers moeten optreden. De drij vers maken een omtrekkende beweging en omsingelen de kudde. Zij zijn opge steld op onderlinge afstanden van vijf tien tot twintig meter. HELS LAWAAI Is de kring om de kudde geslo ten, dan begint het eigenlijke drij ven. De mannen maken een hels lawaai met hun bamboe ratels en blikken bussen. Zij ontsteken sterk rokende vuren. Intussen maken zij de kring om de kudde als maar kleiner. De wilde olifanten worden onrustig en angstig. De kudde trekt zich terug en dringt zich samen. Dag en nacht moeten de drijvers zorgen, dat de kudde niet uit breekt. ^Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllülllllllllllllllllllillllllliiililllllllllllllllllllllllllllll Wanneer het donker is, houden hoog opvlammende vuren de kudde binnen de kring. Jagers, gezeten op afgerichte olifanten en geëscorteerd door verken ners te voet, gaan nu aan de jacht, (beter: drijf partij) deelnemen. Het doel is, de kudde te drijven door een ope ning in de omsingeling naar de oever van de Kapini en de dieren dan te dwingen, deze rivier over te steken. Zon drijfpartij stelt zeer hoge eisen aan het inzicht en de moed der men sen, maar ook aan de behendigheid en de tact der jacht-olifanten. De bewe gingen der wilde kudde mogen geen ogenblik uit het oog worden verloren. Snelle en toch behoedzame manoeu vres moeten de wilde kudde verhinde ren een eigen weg te gaan. Veel moet worden overgelaten aan het instinct der tamme olifanten. Wie wel eens in de jungle is geweest, beseft beter dan wie ook wat het zeggen wil om een kudde, allengs zenuwachtiger wordende olifanten door zwaar en ongebaand terrein te drijven. Een aantal „kumkies" (afgerichte olifanten) op weg om deel te nemen aan de drijfjacht. OPWINDEND Is het na enige dagen zover, dat de kudde op de oever van de Ka pini is gekomen, dan komt de moeilijkste opgaaf. Dan gaat het er namelijk om, de kudde te dwin gen te water te gaan en op de an dere oever vlak bij het „vangperk" de rivier weer te verlaten. Dit oversteken van de Kapini is een uiterst opwindend schouwspel en een levensgevaarlijk werkje voor de drijvers. De waterstralen op spuitende en luid trompettende oerwoudreuzen lijken te begrijpen, dat het met hun vrijheid weldra gedaan zal zijn. Maar in hun angst, llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll! y| zenuwachtigheid en woede zijn zij toch niet opgewassen tegen de drij vers en de nauw met hen samen werkende afgerichte olifanten. Soms pogen een paar wilde „broeders" de dans te ontspringen, maar hun tamme „neven" verijdelen die pogingen met overleg en soms ook met behulp van hun vervaarlijke slagtanden. Na veel gesputter bereikt de kudde, als het ware „bestuurd" door de tamme olifanten en hun mahouts «berijders», de andere oever. Een korte spanne tijds nog en dan worden de wilde dieren door een valpoort in het „vangperk" gedreven. Zijn de dieren binnen, dan valt de hoofdingang toe en is de kudde overgeleverd aan de jagers. De eerste en de tweede akte van het spel zijn hiermee afgesloten. LAATSTE BEDRIJF In het vangperk bevindt zich een kleine ronde kraal met een diameter van circa 12*4 meter. Een valdeur geeft toegang tot die krsal. Als het donker is geworden, lokken enige Jagers een aantal, gewoonlijk zes k acht, olifanten met suikerriet en andere lekkernijen in de kleine kraal. Vervolgens laten zij de valdeur zakken en het toneel voor het laatste bedrijf is gereed. En dat begint, als de nieuwe dag aanbreekt. Gezeten op perfect gedres seerde olifanten begeven enige man nen, uitgerust met sterke lijnen, zich binnen de kleine kraal. De wilde oli fanten hebben er al weinig ruimte, maar als de tamme kolossen zich bij hen voegen, is het er inderdaad prop vol. Het doel van de mannen is, de wilde dieren „in de boeien te slaan", hen met strikken om de poten, de hals en het lijf te beroven van hun bewe gingsvrijheid. Dit is een levensgevaarlijk kar wei. Meer dan eens schijnen de „strikkenleggers" „het haasje" te worden, doch in de regel zien de Drie bruggen in Keulenonderaan de nieuwe Severinsbriicke Keulen varheugt zich sedert1600 jaar over Rijnbruggen. Keizer Con- stantijn eet te reeds in de vierde eeuw met een Rijnbrug de op de rechter Rijnoever wonende Germanen onder druk. Tot voor de tweede wereldoorlog had Keulen vyf Rijnbruggen, waarvan er vier door bomtreffers werden ver nield en de vijfde door de Duitsers zelf werd opgeblazen! Maar sedert 1945 herrees de ene brug na de andere. Het begon met een armoedige militaire houten brug van de Amerikanen. Er kwam een baileybrug bij. En in 1948 bouwde men de eerste echte brug, de Deutzer Brlicke. Vier jaar later kwam de Mülheimer Brlicke klaar, gevolgd door een Autobahnbrug en een brug ln het zuiden van de stad. Kortom, binnen tien jaar had Keulen zijn brug gen weer terug. Daaraan is dit Jaar een brug van een heel bijzonder type Stad, bruggen en Rijn bij Keulen. Zelfs (le nieuwe Severinsbriicke is niet voldoende om liet verkeer te beteugelen (Van onze correspondent in Bonn) De afgelopen maanden is de Rijn in West-Duitsland er enige fraaie bruggen rijker op geworden, waardoor thans in totaal tussen de Zwitserse en de Nederlandse grens 46 bruggen de linker met de rech ter Rijnoever verbinden. De laatste was de 245 meter brede Rijnbrug bij Kehl-Straatsburg. De mooiste vindt men evenwel te Keulen. toegevoegd de Severinsbriicke genoemd naar de heilige Severin, die eens bis schop van Keulen was. De Severins- brug heeft een a-symmetrische con structie: men ziet van het zuiden uit aan de rechter-Rijnoever een pilaar uit het water rijzen, waarvan, aan elke kant zes dikke draden naar links en rechts lopen. Het bruggedeelte naar de linker-Rijnoever is zeer lang vergele ken bij het korte stuk van de pilaar naar de rechteroever. Het is, zo zegt men te Keulen, een duivelswerk ge weest om via duizenden tekeningen en berekeningen precies te bepalen hoe deze brug kon worden gebouwd. Maar ook deze Severinsbrug is niet genoeg: het verkeer naar en van Keu len met zijn 750.000 inwoners is bijna niet te beteugelen. Het is hierom, dat thans plannen worden opgesteld voor de bouw tan een nieuwe Rijnbrug of van eenRijntunnel! Men heeft het plan via een prijsvraag de vraag „brug of tunnel" te laten beantwoorden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 17