Zwerftochten door Israël zijn even belangrijk als de besprekingen Burgemeester Kolfschoten valt van ene verbazing in de andere HARINGVISSERIJ IS VEEL TE INTENSIEF GEWORDEN Opgericht 1 maart 1860 Donderdag 24 november 1960 Vijfde blad no. 30211 Anti-communistische rede van Frondizi President Arturo Frondizi van Argen tinië heeft gisteravond in een radiorede tot het gehele Argentijnse volk verklaard dat hij geen communistische infiltratie in Argentinië zal dulden. Men neemt aan dat Frondizi zijn rede hield om de ongegrondheid aan te tonen van de wyd en zyd in Argentinië in om loop zijnde geruchten volgens welke hij een „werktuig ter bevordering van het communisme" zou zijn. (Argentijnse mi litaire leiders hebben tijdens de rege ringscrisis, die zich in oktober jl. in Ar gentinië heeft voorgedaan, krachtiger optreden van de regering-Frondizi tegen communisten en Peronisten geëist). De president gaf toe, dat het commu nisme „een wezenlijk gevaar" is en dat het zijn drijven vooral richt op arbeiders en studenten. Hij waarschuwde echter tegen een ongebreidelde anti-communis tische actie, waarby hy het voorbeeld van het „Maccarthyisme" in de VS aan haalde. Frondizi verklaarde dat zyn regering het congres alle wetsontwerpen zal voor leggen, waarvan bekrachtiging in de stryd tegen het communisme noodzake- lyk is. „wy zullen de staat van beleg handhaven, totdat de ondergraving van onze staat definitief is bedwongen, doch wy zullen erop toezien, dat de noodtoe stand geen nadelige invloed zal hebben op de handhaving de Argentynse bur gerrechten," aldus de Argentynse presi dent. Hy besloot met de mededeling dat communisten uit de regeringsdiensten zullen worden geweerd. De kalverenkoopman J. Landsman uit Nijkerkerveen heeft er aangifte van gedaan dat hij op de veemarkt te Purme rend een portefeuille met f4.600,heeft verloren. Internationaal congres van gemeenten in Tel-Aviv (Van onze correspondente Mirjam Gerzon) Voor de meeste deelnemers aan het vijftiende congres van gemeen ten, dat van 16 november af te Tel-Aviv wordt gehouden, zijn de zwerftochten door Israël en de eerste persoonlijke indrukken van het nieuwe land welhaast even belangrijk als de internationale contacten en de besprekingen met buitenlandse collega's over gemeenschappelijke gemeentelijke problemen. In zeventien gigantische autobussen trekken de 667 congressisten iedere dag enkele uren door het land. Een niet gering aantal der Nederlandse deelnemers trekt er ook wel eens (regelmatig!) tijdens de werkzittingen op eigen initiatief op uit. Wij troffen de heer Oostlander, wet houder van Apeldoorn en het Tweede- Kamerlid dr. Van Heivoort, burgemees ter van Boxtel, in de lounge van hun hotel aan, volkomen in beslag genomen door een diepgaande discussie omtrent verscheidene specifiek joodse en Israë lische problemen. Grote twijfel Naast positieve indrukken bleek by burgemeester Hel voort grote twijfel in Tal van indrukken Burgemeester Kolfschoten van Den Haag. de leider der Nederlandse delega tie, die voor zijn aankomst te Israël nog enige Arabische landen met zijn echt genote bezocht, vatte zijn eerste Israë lische indrukken als volgt samen: „Ik zou bijna kunnen zeggen, dat ik van de ene verbazing in de ander val over al hetgeen hier toch in betrekkelijk kort tijdsbestek is gedaan. Alles hier is on dernomen, naar mij dunkt, met groot idealisme en in een geest van een nieuwe, herboren saamhorigheid van 'n volk, dat nu zijn standplaats, zyn rust en zyn ontplooiingsmogelijkheden heeft teruggevonden. Ik heb verscheidene van deze congressen meegemaakt en ik vind dat de organisatie hier in Is raël op een uitstekend peil staat". De openingsplechtigheid had de ken tekenen van een goed doordachte regie en het geheel was aangepast aan het hoge niveau waarop deze congressen plegen verzorgd te worden, aldus zei mr. Kolfschoten. In vertrouwelijke gesprek ken is intussen natuurlijk ook wei eens twijfel geuit, en zyn er vraagtekens ge plaatst achter nog niet opgeloste vraag stukken. Een vraag die verscheidene Neder landse congresleden en ook de burge meester van Den Haag bezig houdt, is in welke richting het religieuze, joodse élan zich zal ontwikkelen. Want ook al is een groot gedeelte van de Israëlische bevolking niet kerkelijk, de meeste Ne derlandse gasten hebben wel de indruk gekregen, dat de achtergrond of basis van het nationale joodse réveil heden nog .'olegen is in het diepe geloof in de joodse en universeel-menselijke taak en erfenis zoals deze in het Oude Testa ment is vastgelegd. Zo ziet de presidiumtafel er uit tijdens een zitting van het congres. Rechts een afgevaardigde van Gha na, links mej. dr. Revers, hoofd van het secretariaat van de Internatio nale Organisatie van Gemeente raden. de toekomst van deze jonge joodse re publiek te bestaan. „Een mens blijft maar een mens en ook een jood, ook al wordt hy geïnspireerd door een groot religieus élan of nationaal plichtsgevoel, moet uiteindelijk als mens zijn grenzen en begrenzingen, kennen" aldus dr. Van Heivoort. De vraag hoe lang men van de burgers voortdurend offers mag vra gen of verwachten, is iets dat vele bui tenlandse gasten en bezoekers bezig houdt. „Ik vind het geheel hier nogal een Ia_ biele geschiedenis", aldus de burge meester van Boxtel, „omdat de politieke problemen groot en nog niet oplosbaar zyn en de sociaal-politieke vraagstukken eveneens omvangryk blijven zolang men niet van een volkomen of algemeen ge slaagde integratie van alle bevolkings- en immigrantengroepen kan spreken. Bovendien vormen een (Arabische) boycot, de hoge belastingslasten en de gevaren voor een inflatie een perma nente economische druk. Zal de volgen- Nieuwe uitgaven De uitgeversmaatschappij Hollandia NV in Baarn gaat voort met vertalingen van de interessante Franse „Zo leefden" serie, waarin reeds boeken zijn versche nen over de Azteken, de Inca's, de Grie ken. de Moslims, de Babyloniërs en As- syniërs, de Carthagers en de Egypte- naren. Van de hand van Robert Flace- lière is thans een nieuw deel versche nen: Zo leefden de Atheners ten tijde van Pericles. Vanzelfsprekend de generatie hetzelfde tot offers of da den inspirerende idealisme hebben?" Juist de vraag of de Israëli's gelukkig zijn, is een der onderwerpen waar on dermeer de heer Oostlander zich inten sief mee heeft bezig gehouden. Hy heeft er gewoonweg mensen voor op straat aangehouden, om deze vraag met hen ,door te spreken'. Hy heeft daarbij her haaldelijk met gastvrije Israëli's, die de ernstige belangstelling van de bui tenlander herkenden, een kopje turkse koffie gedronken. Zyn conclusie: „Neen, niet allen zyn hier gelukkig, die ik ontmoette. Niet ieder kan vergeten, dat hij in zyn land van herkomst het gemakke lijker had of zou kunnen hebben". Doch in tegenstelling met dr. Van Heivoort, sloot de wethouder van Apeldoorn zich aan by de optimis tische klanken van dc Israëli, die by onze discussie aanwezig was: „De Is raëli's geloven aan wonderen. Dat is hun realisme en hieruit putten zy hun blyvende kracht". Verscheidene der Nederlandse afge vaardigden vonden in Israël vrienden en kennissen van vroeger en uit de oor logsjaren terug, die met trots en vreug de hun gasten rondleiden. Burgemeester Wytema van Alkmaar en zyn echtgeno te werden op het vliegveld afgehaald door een familie, die zy in de jaren van de Duitse bezetting hadden geholpen. Rol van betekenis Burgemeester Wytema meent, dat hoewel Israels landoppervlakte kleiner is dan van Nederland en haar bevolking slechts ruim twee miljoen zielen telt, Israël door haar geografische ligging en de Westerse inslag van haar democra tie, een rol kan spelen van meer dan nationale betekenis. „Dit is een Westers land omdat het gevoel van burgerplicht en de gehele achtergrond van het geestelijke leven hier Westers is. Israël heeft echter geen koloniaal verleden en derhalve kan zy de goodwill voor Westerse aanpak in de landen van Afrika en Azië bevorderen. „Dit congres", zo vervolgde de heer Wy tema, „moet men als een soort univer siteit beschouwen, want het comité heeft geen uitvoerende macht. We kunnen anderen slechts voorlichting geven. Ook in dit verband kunnen de Israëli's reeds een niet onbelangrijke rol spelen in Azië en Afrika". Kritiek geven is unfair De heer Matser, Arnhems burgervader verklaarde zich onomwonden „buiten gewoon onder he indruk" te zyn van wat hij had gezien in Israël. „Ik moest na de oorlog zelf van de grond af be ginnen, doch hier liggen de problemen geheel anders. Want in Israël moest men niet een gebied herbouwen. Nee, hier moest men iets nieuws creëren. „Over het feit, dat uit Israël al een niet gering aantal intellectuelen emigreert, als gevolg van de bestaande loon-diffe- rentiaties tussen arbeiders en intelec- tuelen, merkte Arnhems burgemeester op: „Ik vind zo'n natuurlijke selectie uitstekend en zulk een emigratie niet iets om zich bezorgd over te maken". Op onze vraag of burgemeester Mat ser naast de goede Indrukken dan hele maal geen kritiek op verscheidene Is raëlische toestanden had, kwam reso luut en byna verwijtend het, voor Arn hems burgervader en vele der Neder landse congresleden overigens typerende antwoord: „Iets wat in opbouw is. daar behoef je geen kritiek op te leveren. Dat is niet nodig en zelfs unfair. Want kritiek is vaak negatief. Je hebt de men sen die zo energiek aan de opbouw bezig zyn, enkel t? steunen met je door hun verworvenheden ontstane respect en vriendschap". Willy Brandt, burgemeester van West-Berlijn, in gesprek met de burgemeester van joods Jeruzalem, de heer Ish-Shalom. Op de achter grond ziet men de „kefyiah", de traditionele Arabische hoofdtooi van één der Israëlische gedele geerden. is Athene in vergelijking met Sparta en The be een niet al te moeilijke op gave geweest, omdat vrijwel alle auteurs uit het klassieke tijdperk uit die stad afkomstig waren. Bovendien hebben de opgravingen een belangrijke bijdrage geleverd. Het boek schetst achtereen volgens: het levenskader (stad en land) de bevolking (burgers, vreemdelingen en slaven); vrouwen, huwelijk en gezin; kinderen en opvoeding; arbeid en be roep; opschik en kleding; maaltijden; spelen en vermaak; het religieuze leven en het theater; het rechtswezen; het krijgsbedrijfen tenslotte een overzicht en een uitgebreide reeks aantekeningen. Wie zich op overzichtelijke wijze oriën teren wil over de vorm van de Atheense beschaving in de tijd van Pericles kan niet beter doen dan dit boek ter hand nemen, omdat in kort bestek een grote hoeveelheid gegevens is verwerkt. Henri Troyat stond voor een zeer moeilijke taak, toen hem gevraagd werd aan de „Zo leefden"-serie een deel toe te voegen over de Russen. Het resultaat was Zo leefden de Russen ten tijde van de laatste tsaar. Dit boek be handelt een periode, die nog zeer kort achter ons ligt. Wat daarover geboek staafd kon worden is nog betrekkelijk gemakkelijk te controleren door hen, die dat tijdperk nog gekend hebben. Blijk baar behoort de schrijver zelf tot deze categorie, want hij spreekt in zijn voor woord over de verhalen van zijn ouders en zijn eigen jeugdherinneringen. De andere delen van deze serie steunen lou ter op literatuur en afbeeldingen, er is niemand doe de werkelijkheid van die tijdvakken gekend heeft, waardoor de mogelijkheid van variatie in de voor stelling van zaken buitengewoon gering was. Het mag derhalve een gelukkige omstandigheid genoemd worden, dat Troyat ten dele uit eigen kennis kon schrijven. Toch heeft hij allerminst de pretentie een min of meer afgerond beeld van de tijd in het begin van deze eeuw te geven. .Mijn documentatie is beslist onvolledig en aanvechtbaar", zegt hij. Overigens heeft hij zowel uit didac tische werken als uit verhalen van ge loofwaardige tijdgenoten geput. Maar „er zal een dag komen, dat meer be voegde schrijvers de complete catalogus zullen samenstellen over het leven in het Rusland aan de vooravond van de eerste wereldoorlog", aldus de beschei den auteur. Bijzonder aantrekkelijk is de werkwijze, die hij zich koos: hij schiep een Franse reiziger, Jean Roussel, die Rusland ontdekte voor zichzelf en voor de lezers. Het boek is dus iets min der systematisch dan de andere delen uit deze serie, maar bepaald levendiger geschreven. Voor goed begrip vooral van de Russische letterkunde is dit een on misbare uitgave, al kan men het met de schrijver eens zijn, dat hier nog niet het laatste woord gezegd werd over een fragment van de Russische geschiedenis, dat ook politiek-belangstellenden in sterke mate zal kunnen boeien. Minister Marijnen is enigzins bezorgd (Van een speciale medewerker) In dit artikel laten wij het een en ander volgen uit de toelichting op het hoofdstuk visserij van de Landbouwbegroting 1961. In kringen van het internationale visserijonderzoek maakt men zich in toenemende mate bezorgd over de wijze waarop de tegenwoordige, zeer intensieve visserij de haringstand beïnvloedt, aldus deelt minister Marijnen mee in zijn toelichting op het hoofdstuk Visserij van de Landbouwbegroting 1961. Het onderzoek naar de haringstand op de Noordzee zal daarom met kracht worden voortgezet. Het Nederlandse aandeel in dit internationale onderzoek bepaalt zich tot de haring, die op de Dogbersbank paart. Tevens wordt meegewerkt aan het onder zoek over paaispeculaties in de zuidelijke Noordzee. baring werd ongeveer de helft met het treilnet gevangen. In de voorgaan de jaren was dit aandeel geringer. Hoe de vraagstukken rond het Delta plan in 1961 verder zullen worden aan gepakt zal afhangen van de beslissing of de technische proefnemingen in het Veerse Gat ai dan niet voortgang zullen hebben. Minister Marijnen is van plan met representatieve vertegenwoordigers in Zeeland hieromtrent nader van ge dachten te wisselen. Gaat de proef niet door dan zal het onderzoek worden ver legd naar de mosselcultuur. Doordat in 1961 belangrijke gedeelten van de bedijking van westelijk Flevo land gereed zullen komen, zal een groot aantal vissers uit het zuidelijk bekken van het IJsselmeer belemmerd worden in de uitoefening van hun bedrijf. Zij zullen dan ook binnenkort moeten be slissen of zij de IJsselmeervisserij gaan verlaten of hun bedrijf gaan uitoefenen in het meer Noordelijk gelegen gedeelte. Recreatie voorop De behoefte aan goed viswater in de rivieren en binnenwateren voor de sportvisserij neemt nog steeds toe. Het beleid is er op gericht een dus danig gebruik van het viswater te sti muleren, dat de recreatieve functie ervan meer tot zyn recht komt. De exploitatie van de nieuwe viskwe- kerij van de organisatie ter verbetering van de Binnenvisserij in Oostelijk Fle voland zal waarschijnlijk in 1962 kun nen beginnen, hetgeen voor de poot- visvoorziening in ons land een belang rijke vooruitgang zal betekenen. De samenstelling van de zeevisserij vloot wijzigt zich. Kenmerkend is de bouw van grotere schepen met sterke motoren. Opvallend is de snelle toename van de Noordzeekotters. Nieuwbouw in de groep motortreilers en -loggers be paalt zich de laatste jaren alleen tot het type motortreiler. Vervanging van oude loggers betekent in de praktyk het over schakelen op vrijwel uitsluitend treil - visserij. Betwijfeld moet echter worden of deze ontwikkeling, gezien de klem mende vraagstukken van overbevlssing en begrenzing van territoriale zeeën, in alle opzichten gunstig is. Meer met de treil Veel haring wordt aangevoerd door de treiler. Van de in 1959 aangevoerde In het algemeen kan gesteld worden dat, de afzet van zeevisserijprodukten zich gunstig ontwikkelt. De export van verse vis steeg tot ruim 19 miljoen kg. Deze toename is voor een groot deel veroorzaakt door vergroting van de ex port naar EEG-landen. Hoewei moeilijk valt uit te maken, in hoeverre deze ver groting van de export reeds thans kan worden beschouwd als een direct gevolg van de afbraak van handelsbelemmerin gen binnen de gemeenschap, is het wel duidelijk dat de liberalisatie van het goederenverkeer binnen de EEG voor de visserij van groot belang is. Perspectief Het perspectief van de afzet van oes ters is vooral voor de opening van de Franse markt gunstig. Wel moet worden bedacht, dat de toekomst van de oester, cultuur in hoofdzaak wordt bepaald door de mogelijkheden, die na de uitvoering van het Deltaplan voor de uitoefening van het bedrijf zullen blijven bestaan. Verplaatsing Gedurende de laatste tien jaar heeft zich een gedeeltelijke verplaatsing voltrokken van de mosselcultuur van Zeeland naar de Waddenzee. Binnen enkele jaren bleek de produktie van de Waddenzee een veelvoud op te le veren van de opbrengst uit het zuiden. De vraag naar mosselen is de laatste jaren van dien aard dat onze produktie er niet of nauwelijks aan kan voldoen. Nederlandse exporteurs zijn er dan ook reeds toe over gegaan mosselen uit Duitsland en Denemarken te betrekken, die na verwatering in Zeeland worden geëxporteerd. Binnen de EEG zal het door het slechten van handelsbarrières, de grote Westduitse gamalenproduktie kunnen beïnvloeden. De adviezen van belanghebbende or ganisaties over een nieuwe Visserij wet zijn ontvangen. Het streven is erop ge richt het ontwerp van de wet in de loop van het parlementaire jaar bij de Kamer in te dienen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 15