camera s
Dc kernreactor
DE DAM, DIE EEN POORT NAAR
DE TOEKOMST VORMT
ROND
EN
VOETLICHT
Bert Haanstra: ,Mag ik misschien
Hij knipperde niet eens
ZATERDAG 29 OKTOBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
Nylonkousen het eerste resultaat
HOE WERKT HET?
Werkende zwaar
water reactor
(swimming poof).
betonnen
afscherming
betonnen
afscherming
laadbuis
laadbuizen
stalen ketel
rooster
doorvoer
koel middel
koelmiddel
koelmiddel
grafietblokken
[REACTOR r|sphjtelement
qrafietblok
DOORSNEDE KERNREACTOR (gRAFlET)
Een kernreactor is een in-
stallatiewaarm wdrmte-
energie wordt opgewekt,
die vrijkomt bij een kern
splijting.
schema kettingreactie
kernsplijtstof
Beschieting met langzaam neutron U235
i::?s
Bij splijting van 1gram
U235 komen 22800
kilowattuur vrij.
i "°DgRAT°R t
^fkernuÜB
Plutonium 239,
bruikbaar als
kernsplijtstaf
snelle neutronen]
MODERATOR {tj
p: -
langzame neutronen
Het i
bevat
kern van het U235, waarbij veel energie en bovendien 2 nieuwe snelle neutronen vrij
komen. Met deze neutronen kunnen weer andere kernen U235 worden gespleten, waar
bij weer neutronen vrijkomen. Dit proces,dat zichzelf onderhoudt,wordt kettingreactie
genoemd. Het natuurlijk Uranium bestaat echter grotendeels uit U238 dat de nei
ging heeft de snelle neutronen te absorberen, waardoor weer andere splijtingsproduc
ten ontstaan. Om dit te voorkomen laat men de snelle neutronen vertragen door een
moderator, bestaande uit grafiet of zwaar water. Daarin worden de neutronen door
botsingen afgeremd. Het water kan tevens als koelmiddel dienst doen. Het gehele proces
wordt voorts geregeld met neutronen absorberende regelstaven.
Wanneer tenslotte het gehalte aan splijt
baar materiaal U235 te gering wordt is
het brandstof element uitgewerkt. Het
wordt dan door een vers element vervan
gen. Dit type reactor moet zeer groot
zijn om neutronen te produceren en de
brandstof wordt slechts ten dele verbruikt.
Er bestaan ook reactoren waarbij de af
valproducten worden geregenereerd en
opnieuw gebruikt. Ook is het mogelijk om
andere splijtbare producten terug te win
nen, b.v. Plutonium uit Ü238. De installa
tie wordt dan echter zeer gecompliceerd.
Er zijn zelfs reactoren die meer brandstof
produceren dan ze verbruiken (breeders).
Deze produceren geen energie, maar
splijtstoffen voor andere reactoren'. Vele
kleine kernreactoren worden gebruikt
voor wetenschappelijk onderzoek en voor
de productie van radio-isotopen.
Idetail splijtelement
Toen Koningin Elisabeth van Engeland de krachtinstallaties van
Karibadam in de Zambesi-rivier in bedrijf stelde, hoorde zij voor de
eerste maal de schilderachtige naam, welke de inboorlingen aan dit
enorme bouwwerk hebben gegeven: de reus in de wildernis. Deze
stuwdam zou overal ter wereld een bezienswaardigheid zijn, waar dan
ook. De Karibastuwdam behoort tot de grootste zes stuwdammen ter
wereld. Het stuwmeer achter die dam zal pas over twee jaar gevuld
zijn, maar is nu al een van de grootste kunstmatige meren, die ooit
werden gemaakt. Het merkwaardige aan deze stuwdam wordt echter
niet gevormd door de grootte of de aanleg, maar door de ligging. De
Karibadam ligt in het hart van Afrika, honderden kilometers overal
vandaan. Van de eerste dag af trok de dam de aandacht, niet door zijn
gedurfde constructie, maar door het feit, dat hiermee de mogelijkheid
werd geschapen om in het hart van donker Afrika moderne indus
trieën te vestigen.
Niemand weet met zekerheid wat
het woord Kariba betekent. Het is
de naam in een obscuur Afrikaans
dialect voor een kreek in de Zam-
besirivier, veertienhonderd kilometer
beneden de Victoria-waterval. De
kreek werd een eeuw geleden ont
dekt door di\ Livingstone en werd
toen al Kariba genoemd door primi
tieve mensen, die hier een karig be
staan leidden.
Bijna een eeuw lang hoorde nie
mand iets van de Karibakreek, behalve
een paar jagers en goudzoekers uit
Zuid- en Noord-Rhodesia. De kreek
bleef overigens even eenzaam en ver
laten als toen Livingstone er door
heen peddelde. Vijf jaar geleden had
men van de omringende heuvels nog
altijd uitzicht als in het steentijd
perk. Het omringende gebied was door
de zon uitgedroogd en het gras was
er zo vergeeld en hard, dat een buf
fel het niet wilde eten. Verderop waren
er dichte wouden, waar het daglicht
nooit doordrong. Bovenop de heuvels
was er soms een verfrissende bries,
maar in de dalen was het altijd voch
tig heet in de winter en heet en
droog in de zomer. Soms kwamen er
regenbuien omlaag, die aan een twee
de zondvloed deden denken en dan
veranderde de hele streek in een af
schuwelijk moeras, waar koortsen
heersten.
De bossen stonken naar dood en
bederf, maar zij waren vol leven:
olifanten, neushoorns, buffels, leeuwen,
luipaarden antilopen, wrattenzwijnen,
bosvarkens, beren, stekelvarkens en ook
adders, kobra's en mambas, wier beet
in vijf minuten dodelijk is. In de
bomen wemelde het van exotische
De Karribastuwdam in de Zam-
besiriuier is de grootste onder
neming, die Afrika op dit gebied
ooit heeft gezien. Het is een van
de grootste zes stuwdammen ter
wereld, welke het aanzien van
het hart van het donkerste deel
van Afrika een volledig ander
aanzien heeft gegeven. Tover
dokters hebben de dam vervloekt
en meer dan tachtig doden, die bij
de aanleg zijn gevallen, schenen
die vloek te bevestigen.
huizing, want als de dam voltooid zou
zijn, zouden die dorpen onder hon
derd meter water komen te staan.
De Batonga's weigerden zich te laten
overtuigen; zij bleven tot het laatst
en velen van hen moesten met zach
te dwang worden verwijderd. Dat zij
door hun blanke en zwarte buren
royaal zijn geholpen, is een aantrek
kelijk voorbeeld, dat blank en zwart
in Afrika zeer wel kunnen samen
werken. De Batonga's leefden in le
men hutten, hielden geiten en ver
bouwden mais. Hun vrouwen waren
Eas mooi, als zij geen voortanden
adden; zij droegen stokjes door de
neus, rookten pijpen en verfden hun
haar rood met oker. Maar zij waren
zachtmoedig en vriendelijk en hadden
hun eigen wetten.
Operatie „Noach"
De Batonga's ontdekten al spoedig
dat met geld verleidelijke dingen kon
kopen. Zij werkten in Buluwayo en
omgeving, waarheen zij de driehon
derd kilometer liepen, werkten een
paar maanden, en liepen terug. Hun
„commissioner" was een zekere Coc-
kroft, die de Batonga's „blanke vader
Livingstone" noemden. Het was zijn
taak om de Batonga's voor te berei
den op de verhuizing en hun huizen,
vrij reizen, scholen, ziekenhuizen en
allerlei hulp beloofde voor de tijd als
het dal vol water zou staan. Toen
de dam hoger werd en het dal moeras,
werden de Batonga's onvriendelijk.
Cockroft stond voor de taak om men
sen. die geen wagenwiel kenden, dui
delijk te maken wat waterkracht was.
Toverdokters spraken plechtig hun
vervloekingen uit over de dam.
Cockroft kreeg de bijnaam van „de
man die de rivier tegenhoudt" en de
taak de bevolking te evacueren. Vier
jaar geleden begon hij; jongemannen
waren de eersten. Zij moesten nieuwe
hutten bouwen. Cockroft slaagde er
in meer dan twintigduizend mensen
te doen verhuizen. Het lukte hem zelfs
om achttienduizend mensen in onbe
dreigd gebied ruimte te laten maken
voor Batonga's, die niet te ver van
hun woongebied wilden gaan.
Maar er bleef een kern van zes
duizend, die niet wilde verhuizen. Mi
litair vertoon bleef zonder succes en
toen de veldpolitie kwam om te dwin
gen, pleegden zij verzet. Na vele eeuw
en vreedzaam bestaan, waren de Ba
tonga's geen goede speerwerpers meer
en moesten zij de strijd opgeven na
twee gewonden. De zwaarste slag
kwam in 1958 toen het water van de
Zambesi hoger rees dan in duizend
jaar het geval moest zijn geweest en
de kofferdammen wegspoelden.
„Zie je wel!" zeiden de Batonga's,
de toverdokters hebben gelijk gehad!"
Zelfs blanke ingenieurs spraken se
dertdien met respekt over de rivier
god van de Batonga's. De vloed van
1959 werd echter al opgevangen ach
ter de dam. Het grote drama was,
toen het dal onder kwam te staan;
men had berekend waar de eilan
den gevormd zouden worden en het
was duidelijk dat duizenden dieren
hier een toevlucht zouden zoeken, hoe
wel ook deze eilanden onder water zou
den komen. De grote moeilijkheid was,
dat memand wist (de Zambesi is zeer
grillig) hoe snel die eilanden onder
water zouden komen. Toen het wa
ter sneller kwam, gingen de boswach
ters van Noord- en Zuid-Rhodesia
erop uit om de dieren te redden, zelfs
de zeer ongewenste dieren, zoals de
vernielzuchtige apen en giftige slan
gen.
Operatie „Noach" werd een van de
meest besproken, gefotografeerde en
gefilmde ondernemingen van het jaar
1959. Dierenvrienden over de hele we
reld kwamen in het geweer; vanuit
de gehele wereld kwam geld, kwa
men boten, vrijwilligers en kritiek.
Achteraf bleek, dat het overgrote deel
van de grote dieren (olifanten, neus
horens, buffels, antilopen en leeuwen)
zich had weten te redden. Op de eilan
den vond men nog duizenden dieren,
die zich graag lieten redden. De mees
te dieren namen hun tijdelijke on
vrijheid rustig op en liepen kalm weg
als zij op droge grond werden neer
gezet.
De zebra's waren het moeilijkste en
boden vaak verzet tegen gevangenna-
me, ook als zij in doodsnood ver
keerden. waar slangen zich rustig lie
ten pakken. De ware slachtoffers van
de Karibadam waren mensen. Meer
dan tachtig mensen verloren het leven
blanken en zwarten. Zij vielen te plet
ter. verdronken of werden het slacht
offer van krokodillen.
De ergste ramp had eind vorig jaar
plaats toen de kabels van een stei
ger braken bij de aanleg van een
watertunnel naar de generatorkamers.
Op die steiger bevonden zich drie
Italiaanse technici en veertien negers.
Toen de ketting brak, werd beton ge
stort en voor men hen kon redden
na hun val van negentig meter diep,
was het beton al hard. Men moest
de lichamen met pneumatische ha
mers losbikken.
Bert Haanstra temidden van zijn
medewerkers bij ..De Zaak M.P."
Van links naar rechts Ramses
Shaffy. Bert Haanstra. Ingrid
Valerius. Kees Brusse. Ko van
Dijk, Julia de Gruyter en Herbert
Joeks. De allerbelangrijkste rol
werd echter vertolkt door het
kleine manneke op de achter
grond.
„Nu moet hij toch eens met iets
anders komen".
Deze zin, die in verschillende
variaties in kritieken op „De Zaak
M.P." is uitgesproken zit Bert
Haanstra wat dwars.
Op de milde, sympathieke toon,
die Haanstra in zijn werk, maar
ook in zijn praten kenmerkt, vraagt
hij: „Mag ik misschien
Toen Haanstra succes boekte met zijn
eerste documentaire zijn er onmiddel
lijk stemmen opgegaan, die stelden dat
er in de volgende film nu maar mensen
moesten gaan optreden. Haanstra wilde
het vak leren. Daar was een lange weg
voor nodig. De Larense filmer heeft die
stap voor stap afgelegd, hij is er zeker
van dat hij anders nooit tot een werk
als „Glas" had kunnen groeien.
beurd is. Ik was er nog niet aan toe.
Een wijs man, die zich zelf kent en
niet te veel hooi op de vork neemt,
ook niet als anderen bereid zijn dat
erop te schuiven
speelfilm een enorme dreun hebben ge
geven" oordeelt Haanstra.
Nooit vrij
Loterij
„Een film is een loterij. „De Zaak
M.P." is alweer aanzienlijk duurder ge
weest dan „Fanfare", dat bijna geheel
in het buitendecor van Giethoorn kon
worden gedraaid. Er moest veel meer
met decors gewerkt worden, er moest
veel langer van de dure studio's gebruik
gemaakt worden".
„Een film laat zich nooit losdenken
van het kapitaal, dat er achter staat.
Er is een groot risico verbonden aan
het scheppen van speelfilms in Neder
land. Levensvatbaarheid bestaat alleen
als men er financieel uitspringt en soms
een kleine winst kan maken. We moeten
in de eerste plaats denken aan de con
tinuïteit in onze produktie. Met een
pretentieuze flop zou ik de Nederlandse
Een jaar lang heeft Haanstra zon
der zich één vrije dag te gunnen ge
werkt aan „De Zaak M.P.". In ons land
eist een film de maker in veel meer
opzichten op dan in Engeland en Frank
rijk. waar de gelegenheid bestaat taken
te delegeren.
Of heeft Haanstra de neiging van
documentarist alles in eigen hand te
willen houden?
„Ik doe niets liever dan werken met
een team' "bezweert hij. Haanstra creëert
zijn draaiboek (en zijn ideeën) vanuit
tekeningen, de climaxen stelt hij ach
teraf aan de hand van grafieken vast.
Omlijnde plannen voor de toekomst
heeft Haanstra nog niet. Heet liefst zou
hij eerst weer eens een documentaire
maken voor hij aan een groter werk
stuk begint. Het gerucht, dat hij de
speelfilm de rug zou toekeren spreekt
hij nadrukkelijk tegen.
Dezelfde weg
Dezelfde weg heeft hij voor zich zelf
uitgezet, wat betreft de speelfilm. Hij
wil ook dat vak leren, zich uitdrukken
in een middel, dat weer heel andere
eisen stelt dan de documentaire.
„Men moet mij het recht geven dat
met een komedie te doen. Die ligt mij
het best. Ik ga niet graag de boot in
met een film, die qua gegeven belang
rijk is. Als De Zaak M.P." in staat is
een publiek te amuseren is het doel
bereikt".
„In ervaring ben ik sinds „Fanfare"
vooruit gegaan. Oorspronkelijk had ik
na mijn eersteling het plan om de be
faamde inbraak, die tijdens de oorlog
in Leeuwarden plaats had, te verfilmen.
Achteraf ben ik blij, dat dat niet ge-
Op de eerste januaridag 1959 draai
de de eerste generator. Koningin Eli
zabeth heeft de laatste generator in
werking gesteld en daarmee vormt de
Karibadam een machtige factor voor
de grote Afrikaanse industriële revo
lutie. Vlak nabij Salisbury is nu een
nylonfabriek verrezen en daarnaast
zijn er tal van textielfabrieken. Wan
neer u nu bij de Batonga's komt om
te vragen wat zij denken van de
stuwdam, dan tillen de meisjes hun
rokjes op en laten haar nylonkou
sen zien. „Dat is van de dam!,, zeg
gen zij.
We moeten ervoor teruggaan naar
het jaar 1934. Een heer, genaamd
Charles Laughton stapte op een zonnige
dag binnen bij Gieves, de exclusieve
kleermaker van de exclusieve Londen-
se Bond Street, die zich reeds hon
derden jaren specialiseert op het ma
ken van marine-uniformen.
De heer Laughton sprak: „Ik ge
loof, dat u eens een uniform hebt
gemaakt voor een zekere kapite' Bligh.
Ik zou graag een volkomen dezelfde
uniform hebben".
„Zeker, mijnheer", antwoordde de
bediende onbewogen", maar misschien
kunt u bij benadering zeggen, wan
neer dat geweest is".
„Het zal omstreeks 1778 geweest zijn,
denk ik", aldus de heer Laughton.
Zonder ook maar een moment met
zijn ogen te knipperen verdween de
bediende naar boven en reeds enkele
minuten later kwam hij terug met
de maten van het uniform van kapitein
Bligh. En aan de hand van deze ge
gevens was het bepaald niet moeilijk
Charles Laughton in een volmaakt iden
tiek uniform te steken voor zijn in
middels klassiek geworden rol van
Captain Bligh in de boeiende film
„Muiterij op de Bounty".
Charles Laughton weet een derge
lijke wonderlijke service bijzonder te
waarderen. En dus stapte hij weer
naar Gieves, toen hij zich voor een
rol in Dino Delaurentiis „Under ten
flags" moest laten uitmonsteren als
admiraal Russell van de Britse ad
miraliteit tijdens de tweede wereld
oorlog. Zoals hy verwachtte, tot het
laatste draadje goud was het uniform
weer precies hetzelfde.
„Under ten flags" geeft een filmische
schets van de verbeten strijd, welke
de Britse admiraliteit had te voeren
tegen een bewapend Duits vrachtschip,
dat heel wat geallieerde schepen tot
zinken heeft gebracht omdat het steeds
anders tevoorschijn kwam. Van Heflin
en Mylène Demongeot spelen er ook
belangrijke rollen in.
vogels en apen, in het water lagen
duizenden krokodillen. Er woonden
zelfs ook nog mensen.
Batonga's kritieke punt
Die mensen waren de Batonga's,
een volk van vijftienduizend mensen,
die zo primitief leefden als in het
steentijdperk. Zij kregen gemiddeld
eens per jaar een blanke te zien, als
als regionale Britse ambtenaar, een
soort „Sanders of the Rivier", op zjjn
jaarlijkse inspectietocht kwam. In het
leven van deze mensen gebeurde niets
tot vyf jaar geleden.
Na 1900 werden de streken ten
noorden en ten zuiden van de Kari
bakreek ontwikkeld. Er kwamen land
en veeteeltbedrijven en zelfs fabrie
ken. Een kwart miljoen Britten ves
tigde zich hier en dank zjj de be
scherming van de Britse wet nam
de inboorlingenbevolking sterk toe.
Zo een tien jaar geleden kwam men
in Rhodesia tot de ontdekking, dat
aan hun industriële expansie paal en
perk werd gesteld door gebrek aan
energie. Men zocht naar waterkracht
en kwam zo terecht bij de Kariba
kreek met het ruime dal erachter!
Onmiddellijk barstte een fel debat
los, dat voornamelijk over het punt
ging, dat de Karibadam onbestaan
baar was omdat a. Rhodesia als klein
land failliet zou gaan aan een der
gelijk project en b. dat een dam in
de Zambesi technisch onmogelijk was.
De regering van Rhodisia heeft zich
echter niet laten afschrikken. Vijf
jaar geleden leende zij negentig mil
joen pond van de Wereldbank en be
gonnen de machines de grote aan
val op de tropische natuur. Twee jaar
later was Kariba nauwelijks nog te
herkennen; twee wegen, elk tachtig
kilometer lan, voerden in de jungle.
Er waren twee steden ontstaan, die
snel groeiden. Tienduizend mannen
werkten hard aan de aanleg van de
honderdveertig meter hoge dam.
Het kritieke punt bij dit werk wa
ren de Batonga's. Blanke mannen ver
telden aan de dorpsbewoners, dat zy
zich moesten voorbereiden op een ver-