N.Z.H.S.TM, STARTTE IN 1881 Tram 80 jaar vertrouwd beeld in de Sleutelstad Op 22 november 1879 maakte Leiden kennis met paardetram Katwijk liad de primeur van een railverbinding met Leiden WOENSDAG U SEPTEMBER 1960 Moeizaam begin van bewogen historie Als wij straks in de late avond van zaterdag 8 oktober afscheid moeten nemen van ons stadstrammetje om de volgende ochtend, daar voor een moderne stadsbus in de plaats te zien, verdwijnt uit het Leidse stadsbeeld een stuk romantiek, dat zich daarin ruim tachtig jaar heeft weten te handhaven. Van deze tachtig jaar op Koninginnedag 1911 reeds de eerste elektrische stadstram heeft de NZH, ondanks goed en kwaad ge rucht, er bijna vijftig volgemaakt. Voordien bediende de Leidse burgerij :ich van het nog meer romantische paardetrammetje, dat op 22 novem ber 1879 zijn eerste officiële rit maakte. Een paardetram, welke in niets leek op het huidige vervoermiddel, behalve dan een groot deel van de route: Station—Plantage, die door deze stadsdienst werd gevolgd. Het was niet de enige paardetram, welke Leiden in die dagen rijk was. Ook op het traject Station-Haven leed een 1 P.K.-er dienst. In ver hand met de slechte exploitatie-uit komsten werd deze lijn op 1 novem ber 1883 weer opgeheven. Eerst tien lallen jaren later - op 4 juli 1925 - erscheen er in de Haarlemmer straat weer een tram, waarmede de verbinding Leiden (Havenplein) Oen Haag een feit was. Nu Leiden over enkele weken voor goed heeft afgerekend met de stads tram, hebben wij er onze oude, ver geelde leggers nog eens op na gesla gen om onze lezers een indruk te ge ven van dit moeizame begin van een bewogen historie. Er kwam een vreemdeling in Leiden Op een schone zomerse augustusdag in 1879 zo lezen wij kwam er een Treemdeling in Leiden. Dit was een zeer bijzondere vreemdeling. Hij deed ten- ninste iets bijzonders, dat hem .,in de trant" bracht. Hij wandelde door de stad ;ing op het terrasje van „Die Port van Cleve" zitten en bestelde een glaasje ier. Toen hem het gevraagde gebracht irerd, informeerde hij bij de kelner hoe aat de tram naar het station voorbij zou ;omen. Even later had hij bijna ruzie net de kelner. Hij was hogelijk veront- ïaardigd dat hij, op de tram wachtend, dan een kamer diende te bespreken. Het nisverstand was dra opgehelderd, toen je kelner hem de goede raad gaf, per iaand te huren omdat dit billijker zou ijn De vreemdeling lachte, begreep dat er Leiden nog geen tram reed en wan delde naar het station Het is een typerend verhaal. Die man had niet eens zo heel erg ongelijk te ver onderstellen, dat Leiden een stadstram tijk was, die er niet bleek te zijn. Maanden, nee jarenlang, was het ver enen van een concessie een slepende ongelegenheid geweest. Felle debatten De conflicten vonden een hoogte punt in september 1878, toen er fel ge debatteerd werd over de wijze en ba sis, waarop de concessie moest worden verleend. Geruime tijd was er een con- sessie-aanvrage lopende geweest en nu waren er nog meer gegadigden komen opdagen. Een hunner bood de gemeen te f. 2000 voor de concessie, de anderen vroegen haar slechts aan zonder gel delijke transacties met de gemeente op het oog te hebben. Verscheidene (de meesten) gemeenteraadsleden besloten onder die omstandigheden tot aanbe steding over te gaan, zodat de aan vragers tegen elkaar konden worden uitgespeeld. Toen dan uiteindelijk, na veel gehar rewar. de heer B. Wauthy uit Den Haag iergunning kreeg „de tramway" aan te eggen en te exploiteren, bleek alle ruzie ïoor niets te zijn geweest: de concessio naris trok zich terug en op 13 decem- «r 1878 besloot de raad een nieuwe con- sssie te verlenen aan de firma Orans m Co. te Den Haag, de oorspronkelijke lieder van de f2000. Maar ziet, ook deze er plotseling geen brood meer in, rant op de valreep van dat jaar, 31 'ecember, ging de raad ermee akkoord, lat de firma Crans haar concessie over- Iroeg aan de firma Philips en Co te onden. Aanleg van de baan Wanneer u dacht, dat Leiden daar- nede zijn tram had ,is dat een schrome- ijke vergissing. De winter ging voorbij, Ie lente, de zomeren er gebeurde ïiets. Zo kwam het, dat die vreemdeling alf augustus 1879 tevergeefs op de ram zat te wachten Het grote ogenblk van een daadwer kelijk begin van de aanleg der rails voor de paardetram kon men 4 sept. 1879 aanschouwen: de eerst rails werden per trein in de Sleutelstad aan gevoerd. De Hartebrug in de Haarlem merstraat werd schielijk verlaagd, om dat de arme paarden de zware tram niet over een hoge brug zouden kun nen trekken en van alle zijden werd met de aanleg van de sporen begon nen. De bomen langs de slootzijde van de Stationsweg werden gerooid om ruimte voor de baan te maken. Eenrichtingsverkeer in Schapensteeg Begin november bepaalde de ge meenteraad, dat er één richtingsver keer werd ingevoerd in de Paarden- steeg en wel in de richting van de Turfmarkt, terwijl het verkeer in de andere richting zich zou moeten behel pen met de Schapensteeg. Op 20 en 21 november werden .proef ritten" gehouden, welke tot volle tevre denheid verliepen, afgezien van hier en daar een klein ongelukje. Tevens werd bekend gemaakt, dat de stadssritten 10 cent zouden kosten. We kunnen be slist niet klagen, dat de tram ons sinds dien met verbluffende prijsverhogingen heeft verrast! De tram rijdt! Van de eerste officiële rit gaf ons Blad het volgende verslag: „Hedenmorgen (zaterdag 22 november 1879) om tien uren had de officiële opening van de tramway alhier plaats. Een aantal hee- lllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Rijdt alleen bij gunstig weer Mag het de ,31auwe anno 1960" nog wel eens moeilijkheden opleve ren om in de spitsuren door de Breestraat te komen, de paarde tram van 1879 bleven deze moeilijk heden niet bespaard. In het begin werd er n.l. nogal eens gemopperd over „den tramway", die, vooral bij zwaar winterweer, bij herhaling ver stek moest laten gaan. In een inge zonden stuk in ons blad van de cember 1879 werd zelfs schamper voorgesteld op de wagens onder „Leidsche Tramway Maatschappij" te schilderen: „Rijdt alleen bij gun stig weer" Illllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllilllllllllllli ren, daartoe met hunne dames uitgenoo- digd, had zich tegen dien tijd nabij de Plantage vereenigd. Er werd een rit ge maakt eerst van de Plantage naar het station, toen van daar naar de Haven, waarvan weder naar de Blauwpoortsbrug werd teruggereden om vervolgens op nieuw door de Paardensteeg naar de Plantage te vertrekken, waar ieder zijns weegs ging. De verschillende ritten lie pen volkomen naar wensch af. Vele be woners der straten waar de tram is aan gelegd, hadden van hunne woningen de vlag doen wapperen, waardoor de ope ning eenig feestelijk aanzien kreeg. Ook hiér en daar zag men in de stad eenige vlaggen hangen. Toen de officiëele ope ning was geschied, werd de dienst voor het publiek verkeer opengesteld. Onop houdelijk kon men volle wagens zien passeeren, waarin zich soms geheele fa milies, waarbij de kinderen gewoonlijk de hoofdrol vervulden, bevonden, zelfs van hen, die er equipage op na houden". Aan dit verleden, wordt over enkele weken, wanneer wjj afscheid nemen van de stadstram, weer een ander ver leden toegevoegd. Heeft de paardetram aanvankelijk geëxploiteerd door de Tramways Trust Company te Londen en in 1886 overgenomen door de Rot- terdamsche Tramweg Maatschappij, tot omstreeks 1910 kunnen bolwerken, de „Blauwe" verscheen, zoals gezegd, in 1911 in het Leidse stadsbeeld, om daaruit eerst voorgoed het volgend jaar opheffing van de interlocale dienst naar Den Haag te verdwjj nen. Maar daarover vertellen wij u el ders Nu bijna 80 jaar geleden In 1911 van stoom naar stroom Het in de jaren 1881 nog kleine vissersdorp Katwijk was de eerste plaats, welke men vanuit Leiden langs de rails en door toedoen van mechanische kracht kon bereiken. Als zodanig legde deze gemeente in nauwe samenwerking met Leiden de grondslag voor het tram- en autobusnet, dat thans door de N.Z.H.V.M. in en om Leiden geëxploi teerd wordt. Na vele onderhandelingen de toenmalige Leidse burgemeester De Ridder stond zeer sceptisch tegenover de plannen vond de officiële opening van deze door de Rijnlandse Stoom Tramweg Maatschappij ge- exploiteerde lijn, op 4 mei 1881 plaats. Proestend en grote rookwolken uitblazend vertrok 's middags om twaalf uur de eerste tram met ge nodigden vanaf het Station in Leiden. Volgens de dienstregeling moest de rit 42 minuten duren, doch tijdens deze rit had de tram zoveel ver traging, dat eerst om halftwee het eindpunt: het aan de Boulevard gelegen Groot Badhotel werd bereikt. voerd, terwyl de goederenwagons 154 ton vrachtgoed te verwerken kregen. Bij de aanvang van de dienst, toen nog niet al het rollend materiaal was afgeleverd, kon men reizen in 2 klassen, die later werden uitgebreid tot drie. Opkomst van de badplaats Herhaaldelijk moest onderweg worden gestopt om verscheidene delegaties de gelegenheid te geven het nieuwe ver voermiddel te begroeten. Zo was in het raadhuis te Katwijk a. d. Rijn de gehele gemeenteraad bijeengekomen om de tram welkom te heten, waarbij burge meester De Ridder een toespraak hield, waarin hij, dank zij de nieuwe verbin ding, een ongekende opbloei van het Katwijkse badleven voorspelde. De spre ker heeft gelijk gekregen, want sindsdien is het badseizoen steeds drukker gewor den. De frequentie van de nieuwe dienst was, gemeten naar de maatstaven van toen, zeer hoog te noemen. Gedurende het zomerseizoen werd een uurdienst gere den, met dagelijks vijftien trams in beide richtingen. In de wintermaanden werd het aantal ritten beperkt tot tien per dag in beide richtingen. Dat de komst van de stoomtram in een grote behoefte voorzag, blijkt wel uit de vervoersresul- taten gedurende het eerste exploitatie jaar. Van 4 mei t/m 31 december werden niet minder dan 216.607 personen ver- Voor 15 cent naar Katwijk Uit de eerste tariefljjst, welke werd gepubliceerd, blijkt dat een enkele reis 2de klasse van Leiden naar Katwijk aan Zee of omgekeerd f 0.15 kostte en in de eersteklasse f 0.30. Voor het traject Katwijk a. d. RjjnKatwijk aan Zee v.V. was dit resp. vijf en tien cent. In het begin bleek, dat de stoomtrein nu niet direct een veilig vervoermiddel was. Door bepaalde constructiefouten waren ontsporingen aan de orde van de dag. Doch door het treffen van voorzie ningen aan de wielen en assen der rij tuigen kon ook hierin vrij spoedig wor den voorzien. Ruim dertig jaar heeft de stoomtram gereden. Eerst beschouwd als het toppunt van snelheid en comfort, begon men in het begin van deze eeuw hogere eisen te stelleh. In 1909 verkocht de Rijnlandsche Stoomtramweg Maat schappij de gehele lijn met al het mate riaal aan de N.V. Noord-Zuid-Holland- sche Tramweg Maatschappij en hiermede was het lot van de stoomtram bezegeld. Onmiddellijk werd een aanvang gemaakt met de elektrificatie van de baan en werd nieuw rollend materiaal besteld. Laatste rit van de stoomtram Op 15 oktober 1911 maakte de stoom tram haar laatste rit. Na dertig jaar van trouwe dienst moest ztf het onder spit delven in de strijd tegen nieuwe middelen van vervoer, die sneller, veiliger en comfortabeler in staat waren aan de wensen van het reizend publiek tege- noet te komen. De volgende dag reed de „Blauwe", via Oegstgeest en Rijnsburg naar Katwijk. Bijna veertig jaar heeft zjj haar goede diensten in de loop der jaren verwisselde het gele „jasje" in blauw, door welke kleur zij zo populair is geworden aangehouden. Nog enkele weken en dan gaat ook de „Blauwe" op stal; dan zullen snelle bussen het verkeer met Leiden en het Noordzeestrand on derhouden. Dit oude stoomtrammet je, dat ader de namen Koffiemolen. Stoof •7i Bello en zelfs om een minder na- peurlijke oorzaak Tante Kee" verd genoemd, is een van de voor- opers geweest van de tram. die nu door velen beweend maar door even zovelen met vreugdt ten grave wordt gedragen. Dit knelpunt voor het verkeer zal voorlopig voor het wegverkeer min der knellen en op den duur een on merkbare hindernis zijn. Het is de Jan Zwanenbrug tussen Rijnsburg en Noordwijk, waar rail- en weg verkeer zich over een smalle nood brug moeten wringen. Wanneer de tram verdwijnt, rijden de bussen naar Noordwijk via Voorhout, zo dat het wegverkeer alleen recht op dit onmogelijke geval krijgt. Het ziet er naar uit. dat deze brug bin nen drie jaar tegelijk met de weg- verbetering tussen Rijnsburg en Noordwijk 'n modernere nazaat zal krijgen. Dan kunnen ook de bussen weer via Rijnsburg rijden en de v. d. Berghstichting uit een voorlopig isolement verlossen. Illlllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Garage probleem De tramremise aan de Rijnsbur- gerweg is in de afgelopen maanden gedeeltelijk tot busgarage omge bouwd. Mettertijd volgt de afbouw van deze garage, wanneer de trams geheel uit het stadsbeeld zijn ver dwenen. Deze ombouw van remise tot garage kost het aanzienlijke bedrag van 2.500.000 gulden. Uitbreidingsmogelijkheden be staan er voor deze garage niet, zodat men nu reeds overleg aan het plegen is over de plaatsing van een tweede garage of een grotere cen trale stallingsplaats voor de bussen in Leiden. Dat is, gezien het plaats gebrek waarmee Leiden over het algemeen te kampen heeft, niet zo'n eenvoudig oplosbaar probleem. Overigens speelt men bij de NZH met de gedachte in ieder geval nog een neven-garage in Katwijk op te richten, waarover wij ook elders schrijven. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Omstreeks 1890 reed zo het stoom- trammetje over de overweg van de Rijnsburgerweg naar Katwijk. Het vertrek van zo'n trammetje was toen een hele gebeurtenis. Paardetram - Stoof - Koffiemolen-Bello - Blauwe - Bus Met eerste „stoomlijn" Leiden - Hillegom De paardetram met het hijgende paard is verdwenen, de puffende „Stoof", „Koffiemolen" en „Bello" of hoe het stoomtrammetje meer gehete moge hebben heeft plaats gemaakt voor „de Blauwe", die nu op haar beurt, voorlopig nog met uitzondering van het traject Leiden —Den Haag v.v., met ingang van zondag 9 oktober vervangen wordt door de bus. Over enkele weken gaan de oude getrouwe Blauwe naar de sloper en dan is weer een tijdperk afgesloten. Hetgeen echter niet verdwijnt, dat zijn de in onze samenleving ingeburgerde letters N.Z.H. V.M., al hebben dan de S. en T. van Stoom en Tram in de loop der jaren het veld moeten ruimen voor de V. van Vervoer. Slaan wij er de geschiedenis van de tegenwoordige N.Z.H.V.M.,welke vrijwel op haar gehele net van tram op bus is overgeschakeld, op na, dan blijkt dat de Noord-Zuid-Hollandsche Stoom Tram weg Maatschappij reeds in 1881 in deze omgeving aan het verkeer deelnam. Het record op vervoersgebied heeft echter de Rijnlandsche Stoom Tramweg Maat schappij in de omgeving wij laten nu de Leidse paardetram van 1879 bui ten beschouwing met precies twaalf dagen gebroken. Ging deze laatste maat schappij er op 4 mei 1881 toe over een lfjn naar Katwijk aan Zee te ex ploiteren, de N.Z.H.S.T.M. bracht de „stoomlijn" LeldenHillegom op 16 mei in exploitatie, gevolgd op 29 juni d.a.v. door Hillegom-Haarlem. Enkele jaren later kwam de verbinding met de zui delijk van Leiden gelegen plaatsen tot stand. Nadat op 7 december 1882 het baanvak Leiden-Voorschoten via de Vink „onder stoom was gebracht", volgde in gedeelten, na het overwinnen van diverse moeilijkheden, op 19 juni 1885 de door trekking van deze lijn tot Den Haag. Ruim vier jaar na Katwijk, kreeg Noordwijk op 21 juni 1885 een verbin ding naar Leiden, waarbij tot Rijnsburg gebruik gemaakt kon worden van de lijn naar Katwijk. Elektriciteit deed haar intrede Aan de betrekkelijke rust rond de eeuwwisseling zou echter voor deze lij nen een einde komen. De elektriciteit had haar intrede gedaan en daarmede openden zich ook voor de tramwegen geheel nieuwe mogelijkheden, hetgeen in de loop der jaren leidde tot een fusie van enkele maatschappijen. Een en ander had tot gevolg, dat de N.Z.H. zich met ingang van 1 januari 1924 belastte met de exploitatie van de M.E.T. en de E.S.M. Voor rekening van de M.E.T. werd de lijn Leiden-Den Haag geheel herlegd en geëlektrificeerd. Het tracé via de Vink kwam te vervallen; hiervoor in de plaats kwam de route via de Lammebrug en Voorschoten. Op 11 april 1925 werd deze interlocale Hjn officieel geopend. Een lijn, welke althans in haar huidige vorm op haar laatste benen (rails) loopt. Het volgend Jaar zal ook deze interlocale dienst met bus- tractie worden uitgevoerd. Dan eerst ver dwijnt voorgoed de „Blauwe" uit de Sleutelstad en zal niets meer herinne ren aan de tijd van de tram, welke sinds 31 augustus 1911 (feestelijke ope ning van de geëlektrificeerde stadslfjn) een bekend verschijnsel in de Breestraat is geweest. Tram legt het af tegen bus Reed men tot aan de dertiger jaren reeds naar Den Haag en de Duinstreek „onder de draad", allerlei omstandighe den waren oorzaak, dat eerst in 1930 werd besloten tot elektrificatie van de Rjn Haarlem-Lelden. Na vele en moei zame onderhandelingen met de Rijks waterstaat kon deze lRn op 30 december 1932 feestelijk worden geopend. In ver houding tot de andere door de N.Z.H. in deze omgeving geëxploiteerde tram lijnen heeft de elektrische tram het in de Bollenstreek het eerst moeten afleggen tegen de bus, die nu al weer vele jaren in deze streek burgerrecht heeft verkregen. Na de bollen- volgt thans over enkele weken ook de duinstreek, terwyl ook Leiden en Oegstgeest van tram op bus overstappen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 17