TRAM VERLOOR IN LAATSTE 12 JAAR BIJNA ALLE TERREIN AAN DE BUS NOORDWIJK: VERTROUWEN IN OPLOSSING ZWARE OPGAVE OEGSTGEEST: TUSSEN SPIJT EVENWICHT EN VREUGDE De oudjes en de jonkies Dagelijks naar Napels met 8400 man Ondubbelzinnige taal der landelijke cijfers WOENSDAG 28 SEPTEMBER 1960 Het tramnet van de NZH is in de na-oorlogse jaren sterk geslonken. Nu bedraagt het nog onge veer 40 van de 318 kilometer, en wanneer op 9 oktober de Leidse stadslijn en de lijnen Leiden— Noordwijk en Leiden—Katwijk door bussen ge reden worden, begint men met de sloop van ruim tien kilometer van deze laatste veertig. De rest moet blijven liggen voor de dienst LeidenDen Haag en de verbinding van Leiden met de enige nog in functie zijnde tram-werkplaats in Rijnsburg. Bovendien blijft de lijn Leidse Buurt—Kerkbuurt liggen, voornamelijk omdat de rails hier tevens wegbeschoeiing zijn. Hier kan de rails eerst verwijderd worden, wanneer een volle dige wegreconstructie wordt uitgevoerd. Opge broken worden in eerste instantie dus slechts RijnsburgKatwijk (ongeveer 4 km), Rijnsburg —Noordwijk (ongeveer 6 km.) en Hogewoerd en Hoge Rijndijk in Leidenongeveer \]/2 km). De vorige grote „amputaties" van het NZH- 70 60 tramnet waren de invoering van stadsbussen in Haarlem (1948) en de vervanging van tram door bus door de Bollenstreek in 1949, benevens in anologie van de diensten van Leiden naar de badplaatsen de invoering van buksen op het traject AmsterdamZandvoort in 1957. Deze ontwikkeling door velen betreurd, maar door vele anderen, ook aanvankelijke bus-tegen standers, toegejuicht stemt geheel overeen met de landelijke tendens: zelfs is het zo, dat de NZH in deze omschakeling van tram op bus bepaald niet heeft gepionierd! Na 8 oktober a.s. rijden er in ons land nog slechts stadstrams in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en interlocale trams van de HTM van Den Haag naar Leiden en Delft en van de RTM uit Rotterdam naar het zuiden, de zogenaamde „eilandentram". De doodkist op wielen" van minister Kalff uit de tijd van opkomst van de bus heeft het dus wel grandioos gewonnen! teris dan de bus. Wij zitten ook liever eerste dan tweede klas in de trein en gaan ook liever per vliegtuig dan per trein naar een ver afgele gen doel, maar dit „liever" is geen doorslaggevend argument. Op dit terrein net zomin als op welk ter rein van de samenleving dan ook. ONTWIKKELING PERCENTAGES OPENBAAR PERSONENVERVOER IN NEDERLAND PER TREIN, TRAM EN "BUS IN AANTAL PASSAGIERS 30 20- 10 1946 1950 1955 1959 Het totale openbare personenvervoer in Nederland (ongerekend water- luchtvervoer) telde in 1938 circa 456.000.000 passagiers, vanwie meer dan de helft door trams werd vervoerd, namelijk 254 miljoen of 55.7 procent. Bussen kwamen niet verder dan 26.5 procent (121 miljoen passagiers). Nog hoger was het „tram- percentage" in 1946, namelijk 62.8 procent (583 van totaal 929 miljoen). Maar dit was waarschijnlijk te wijten aan de nawerking van de oorlog en de tekorten aan bussen en vooral brandstof. Van dat jaar af ging de betekenis van de tram voor het openbaar vervoer ge leidelijk achteruit, zoals in bijgaande grafiek duidelijk blijkt terwijl de omvang van het openbaar personenvervoer sterk toenam: naar 968 miljoen in 1950, naar 1037 miljoen in 1955 en tenslotte met een kleine daling tot 1022 miljoen in 1959. Van dit laatste totaal neemt het busver voer meer dan de helft voor zijn reke ning, namelijk 567 miljoen of 55,5 pro cent, terwijl het trampercentage vorig jaar gedaald was tot 26,2 procent, dus minder dan het buspercentage van 1938. Gedurende de laatste 20 jaren is het treinpercentage ongeveer gelijk gebleven. Enige tijd heeft het erop geleken, dat de opkomst van de bus hoofdzakelijk lag op het gebied van de interlocale dien sten maar de laatste tijd is ook de betekenis van de bus voor de locale diensten sterk toegenomen. In miljoenen passagiers per jaar wordt dit door de volgende cijfers aangetoond: in 1938 interlokaal 68, lokaal 53, in 1946 inter lokaal 125, lokaal 52, in 1950 interlokaal 226 en lokaal 178, in 1955 interlokaal 273 en lokaal 240 en tenslotte in 1959 inter lokaal 289 en lokaal 278 (dus bijna gelijke aantallen). Geen voorkeur maar beleid Deze cijfers willen natuurlijk geenszins zeggen, dat de voorkeur van het publiek naar de bus uitgaat. De voornaamste oorzaak van de verschuiving is het beleid van de vervoersmaatschappijen, die nu eenmaal van tram naar bus over schakelen. Maar het moet onwaar schijnlijk geacht worden, dat een derge lijke consequente omschakeling over een zo lange reeks van jaren in het ge hele land rechtstreeks tegen de voorkeur van het publiek en tegen de bedrijfs belangen zou indruisen. Vooral de zich steeds sterker wisselende eisen, die aan frequenties en routes van het openbaar vervoer gesteld worden door de dyna mische ontwikkeling van de samenleving, hebben geleid tot het meer flexibele bus systeem dan het van nature starre tramstelsel. Kleine veranderingen grote gevolgen Tegenstanders van de bus zijn dikwijls geneigd dit aspect over het hoofd te Op de grens van KatwijkRijns burg en Oegstgeest heeft men zo'n verschikkelijke haast met het in voeren van de nieuwe tijd", dat de verkeersbrug over het Additionele Kanaal al is opgebroken en naar een tijdelijk zijspoor is gerangeerd. Wanneer op 9 oktober de laatste tram deze trambrug heeft gepas seerd, staan bij wijze van spreken de slopers al klaar om ook deze trou we brug naar het schrootkerkhof U dragen. Dan wordt onmiddellijk be gonnen met de bouw van een nieu we beweegbare brug op deze plaats, die een verademing zal betekenen voor. weg- en waterverkeer* zien. Het zijn dikwijls slechts kleine routeveranderingen, die leiden tot be langrijke vervoersvoordelen en verkeers- verbeteringen. Kleine veranderingen, die in 't starre tramstelsel slechts ten koste van zeer hoge uitgaven ingevoerd zou den kunnen worden en dus achterwege zouden blijven. Wij behoeven daarvoor slechts te denken aan de onmogelijke verkeerssituatie in verschillende bollen- dorpen ten tijde van de tram. De op dit gebied bereikte verbeteringen door in voering van de bus laten zich niet in cijfers uitdrukken en kunnen daardoor niet naar een objectieve norm worden afgewogen tegen de nadelen, welke on getwijfeld ook aan de invoering van de bus verbonden waren. Maar een eerlijk oordeel moet tot de conclusie komen, dat de omschakeling van tram naar bus hier een verbetering is geweest. Datzelfde geldt b.v. voor de verkeerssituatie in de Hogewoerd te Leiden, voor de veiligheid van de jeugd in Katwijk Binnen en zo vele andere aspecten. „Liever' 'is geen argument Wij persoonlijk zitten ongetwijfeld liever in een (goede) tram dan in een bus, en wij staan hierin niet al leen. Zelfs de heer Jurrissen, direc teur van de NZH, heeft zich eens iets dergelijks laten ontvallen. Maar dat wil niet zeggen dat de tram dus „be- Vervolg vorige pagina Als ten tijde van burgemeester Pické Vertrouwen in de oplossing van het probleem van het massavervoer in het badseizoen heeft men ook in Noordwijk. Men heeft daar vele jaren lang de beste ervaringen met de NZH en men ziet geen reden, waarom nu plotseline de NZH Noordwijk in de steek zou laten. De burgemeester die de badplaats naar de eerste bloei omhoog gestoten heeft, burgemeester Pické, heeft ook de aanleg van de tram zeer bevorderd en heeft de eerste stoomtram door Noordwijk zien slingeren. Nu de laatste telg uit het tramgeslacht uit de bloemenbadplaats verdwijnen gaat, grijpt men in Noord wijk de kansen van de bus met even groot enthousiasme aan als indertijd de mogelijkheden van die eerste prehistori sche tram. Zoals elders reeds gezegd, zal voorlopig de dienst Leiden-Noordwijk vla Voorhout lopen, voornamelijk op grond van de zeer moeilijke situatie in Rijnsburg en vandaar naar Noordwijk. Door Noordwijk Binnen rijdt de bus via Schiestraat; Wilhelminastraat en IJmuiderstraat, door Noordwijk aan Zee via Duinweg, Nieuwe Zeeweg, Huis ter Duinstraat, Oude Zeeweg en Wilhelmi- naboulevard naar het parkeerterrein bij Wantveld en Golfbaan. Daardoor krijgt nu ook het het zich sterk uitbreidende Noordwijk-Noord een redelijke vervoers- mogelijkheid „bij de deur". Dit eindpunt van de buslijn is vooral daarom van zo grote betekenis, omdat Noordwijk er naar streeft het bezoek van dagjes mensen in de noordelijke contreien bij een te brengen en het „boulevardstrand" zoveel mogelijk te behouden voor de ho tel- en pensiongasten, die enige tijd in Noordwijk verblijven en daardoor min der van de bus gebruik maken. Parallel-boulevard Een onmiskenbaar bezwaar van de nieuwe route is de sterke intensivering van het verkeer (en dan nog wel met grote bussen) op de Boulevard. Dit is niet bevorderlijk voor de rust van het uitzicht over zee van de boulevardterras sen af. Op den duur wil men deze onrust op de boulevard voorkomen door de aan leg van een parallel-boulevard achter de hotels om. Dan zou ook de bus van deze parallelweg gebruik kunnen maken. Vóórdat het zover is, moet er echter heel wat gebroken worden, en dit zyn dan ook geen plannen op korte termijn. Toch is deze aangelegenheid wel drin gend, want verwacht moet worden dat in de drukke seizoentijden regelmatig een vjjfminutendienst gereden zal moe ten worden om de behoefte aan vervoer te kunnen dekken. Dit betekent om de twee-en-een-halve minuut een bus bij het toch al te intensieve boulevardver- keer. Weg verbetering Het ligt in het voornemen, de huidige trambaan tussen kerk en raadhuis in Noordwijk Binnen door mettertijd tot weg te maken en vandaar rechtdoor naar de Zeestraat en Nieuwe Zeeweg door te trekken. Dit zou een voortreffe lijke verkeersverbinding scheppen, waar door het huidige verkeersgewriemel in Noordwijk Binnen tot het verleden zou aan behoren. De gemeente is reeds bezig panden op te Kopen, die voor dit project moeten worden gesloopt. Burgemeester Van Berckel is van me ning, dat de thans geprojecteerde bus route tussen Leiden en Noordwijk via Voorhout de voorkeur verdient boven de route via Rijnsburg, omdat dit traject verkeerstechnisch veel eenvoudiger is en daardoor veel vlotter. Maar het ligt in de bedoeling, deze lijn toch weer via Rijnsburg te leiden, wanneer de ver- keersverbeteringen aldaar zijn verwezen lijkt. v. d. Bergh Stichting Dat laatste zal ook worden toe gejuicht door de Van den Bergh- Stichtingdie thans wel zeer geiso- leerd komt te liggen. Bezoekers van deze stichting zullen nu eerst een bus naar Katwijk of Noordwijk moeten nemen van de lijn Den Haag-Haarlem) om daar een bus naar station Leiden te pakken te krijgen, of zij moeten met die eerste bus geheel naar Den Haag of Haar lem. Wellicht kan de NZH over wegen, op bepaalde tijden speciaal voor deze stichting een bus uit Lei den te laten lopen, zolang door het omleggen van de dienst Leiden- Noordwijk v.v. geen normale di recte verbinding met Leiden moge lijk is. Het kost miljoenen In Oegstgeest lopen de oordelen over de vervanging het sterkst uiteen. De spijtbetuigingen en juichkreten hebben hier vanzelfsprekend voornamelijk be trekking op de vervanging van de stads tram. „Oegstgeest betreurt deze gang van zaken zeer, al zijn er ongetwijfeld ook voordelen aan verbonden en al zijn er grote bevolkingsgroepen die er mee ge baat zijn", aldus burgemeester Du Boeuff. Oegstgeest heeft een relatief groot aantal bejaarde inwoners, en behalve uit sentimentsoverwegingen betreuren zij het heengaan van de tram vooral, omdat dit voor oudere mensen een veel gemak kelijker vervoermiddel is dan een bus. j Het instappen is gemakkelijker, het trampersoneel kan hierbij helpen het- 1 geen in een eenmansbus niet het geval I is. en men zit in een tram ongetwijfeld I plezieriger dan in een bus. Bovendien: het trampersoneel stamt over het algemeen uit een andere perio- I de dan het buspersonee: en wel uit de zelfde periode van de ouderen onder de passagiers. Dat maakt de sfeer van het tramvervoer voor bejaarden aantrekke lijker dan het busvervoer. Maar de be woners van het bejaardencentrum, die nu ver van de tram wonen, maar bin nenkort de bus voor de voordeur krijgen, Juichen de verandering anderzijds van harte toe! Een ander aspect van de stadsbus is de omstandigheid, dat hierdoor het verkeer in enkele lanen van de villawijken veel intensiever wordt. Dat brengt onrust in parken, die op rust zijn ingesteld, en bo vendien zullen er zeer kostbare werken mee gemoeid zijn om deze wegen ge schikt te maken voor het zware busver voer. Betere routes Daar tegenover staan zeer grote voor delen van de bus: trajecten kunnen zo gekozen worden, dat zij de voornaamste woonwijken service bieden, wat met de stadstram allerminst het geval is. De be bouwing van Oegstgeest heeft zich niet langs de tram voltrokken, maar min of meer dwars daarop, zodat grote wijken van redelijk openbaar vervoer verstoken zijn. Medeleven Sterker dan in enige andere gemeente hebben hier de gemeentenaren meege leefd met het plannenmaken voor deze wijziging in de afgelopen jaren. Het vaststellen van de routes heeft tot vurige acties met protestbrieven, comité vergaderingen, raadsdebatten en derge lijke geleid. Uit de handtekeningenacties is toen wel heel duidelijk gebleken, dat iedereen graag vlak bij een busroute zit, maar dat deze alleen door de straat naast de eigen laan mocht lopen! In de parken was iedereen tegen een bus langs de eigen voordeur, maar niemand wilde, dat het park dan maar geen busver binding kreeg. Na heel veel geharrewar zjjn uiteindelijk routes vastgesteld, die de nieuwere woonwijken goede verbin dingen bezorgen en de rust in de parken zoveel mogelijk handhaven. Voorlopig wil men het in de lanen van de „oude villaparken" proberen zonder parkeerverboden, maar te vrezen valt dat de bussen op den duur toch niet vlot genoeg kunnen rijden, wanneer zij in de nauwe lanen moeten slingeren tussen aan beide zijden (vooral hier talrijke) geparkeerde auto's. Misschien moet men dus overgaan tot eenzijdige parkeerver boden of zelfs tot verbreding van de rij weg ten koste van boombeplanting en trottoirbreedte. Dure consequenties Veel ernstiger is echter, dat vele we gen van een betere fundering moeten worden voorzien èn vooral ook dat de rioleringen verbeterd moeten worden. In sommige gedeelten van Oegstgeest liggen nog houten overkluizingen als riool, en deze worden op den duur zeker het slachtoffer van zwaar busverkeer. Dit is een werk dat waarschijnlijk veel meer dan een miljoen zal gaan kosten. Ovprigens zullen na 1961, wanneer ook de baan naar Rijnsburg is weggebroken, aanzienlijke verkeersverbeteringen in Oegstgeest verwezenlijkt kunnen worden, hetgeen ook weer grote bedragen vergt. Voorjaar 1962 begint de reconstructie van de weg tussen Leidse Buurt en Rijnsburg, voorbij Flora in samenwer king met Katwijk en Rijnsburg. Rijns burg zou gaarne zien, dat reeds thans een van de sporen tussen Indische Buurt en Flora zou worden gesloopt om plaats te maken voor een rijwielpad, maar Oegstgeest, dat de bestuurlijke zeggen schap over dit weggedeelte heeft, is niet van plan een dergelijke tijdelijke maat regel te treffen aangezien dit zeer hoge kosten meebrengt, terwijl de tram-bus operatie toch reeds zo grote offers zal vergen. De tramwagens, die nu nog rijden, hebben voor een deel een bewogen historie achter de rug. De oudste wagens, de hoge volgwagens, die nu af en toe nog aan de trams naar Katwijk en Noordwijk gekoppeld worden, stammen van vóór 1910. Zij hebben in verschillende wind streken van ons land dienst gedaan, voor zij door de NZH werden over genomen. De nieuwste wagens van het NZH-trampark zijn ook alweer 28 jaar oud. Het zijn de harmonica- wagens, welke in 1932 in dienst werden genomen. Deze blijven nog ongeveer een jaar rijden op de lijn naar Den Haag. De „jonkies" van de weg zijn de bussen, die nu de diensten In de stad en naar de badplaatsen gaan rijden. In totaal worden er 30 bus sen in Leiden gestationeerd, waar van er 9 de normale stadsdiensten zullen rijden, vier naar Katwijk en vier naar Noordwijk. De overige bussen zijn bestemd voor de extra diensten b.v. op de spitsuren en voor reserve. De stadsbussen (van de 5500- serie) zullen éénmansbussen zijn. Zij kosten 60.000 gulden per stuk. De interlocale bussen van de 4800-serie)die 46 zitplaatsen tel len en 70.000 gulden per stuk kos ten, worden voor de gewone dien sten als tweemansbussen, dus met conducteur gereden, doch in de ex tradiensten als éénmansbus. Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Sinds 31 augustus 1911, toen de NZH de Leidse stadslijn ging exploi teren, heeft het goede oude stads- trammetje, dat binnenkort naar de sloper wordt gereden, voortreffelijke diensten bewezen. Er werd wel al- lijd op gekankerd en om gelachen, maar in deze bijna vijftig jaar heb ben toch maar ruim 150.000.000 pas sagiers er gebruik van gemaakt. In die tijd tingelde de stadstram vro lijk over ruim 25.000.000 kilometer, ofwel 625 maal de aarde rond. Naar huidige maatstaven overigens in een niet al te hoog tempo, want een ordentelijke kunstmaan draait in 39 dagen 625 keer om de aarde. Het grootste aantal passagiers vervoerde de stadstram in 1946, na melijk 8.327.489 personen. Het groot ste aantal kilometers werd merk waardig genoeg in 1934 afgelegd, en wel 693.000 of ruim 27 maal de aar de rond. De laatste tien jaar schommelde het aantal kilometers per jaar tussen de 613.000 en 678.000 en het aantal passagiers per jaar tussen de 4.845.392 en 3.210.158. Dat laatstgenoemde aantal pas sagiers per jaar had betrekking op 1959. Voor een lager aantal moet men teruggaan tot 1940 (2.8 mil joen), afgezien van het abnormale jaar 1945 toen dit aantal 2.9 miljoen bedroeg. Ook uit de andere jaarcijfers blijkt een dalende belangstelling voor het stadstrammetje. Waarschijnlijk is dit een gevolg van drie factoren: een stijgend aantal particuliere auto's, een stijgend aantal brom fietsen en groei van wooncen- tra die niet door de stadslijn be reikt worden. Wat dit laatste be treft kan dus een verbetering ver wacht worden, wanneer invoering van de bus een juistere aanpassing aan de behoeften mogelijk maakt, ook al rijdt de bus vooralsnog vrij wel de oude tramroute: op den duur zal men ongetwijfeld tot een economisch betere traject besluiten. Overigens zeggen die miljoenen niet zo heel veel, omdat men zich moeilijk een juiste indruk van der gelijke hoeveelheden kan maken, zelfs niet wanneer we constateren dat de 150.000.000 passagiers in de bijna vijftig jaar ongeveer 1500 maal de bevolking of bijna 15 maal de bevolking van Nederland betekenen. In iets kleinere, meer sprekende cijfers: Gemiddeld vervoerde de stads tram ruim 3 miljoen passagiers per jaar, dat is ruim 8400 per dag of bijna 500 per uur (nachtelijke uren niet meegerekend). Gemiddeld reed de stadstram cir ca 525.000 km per jaar, dat is ruim 1400 per dag (van Leiden naar Na pels of Leiden naar Helsinki) of ongeveer 84 km per uur (van Lei den naar Wageningen, Harderwijk 1 of Enkhuizen). En dat alles ruim 49 jaar lang, lag in dag uit! Dan mogen we nu bij het af scheid wel zeggen: dank je wel, schommelende tingeltangel IIIIIIIIIIUIIIIIIIIUlilllllllllllllllllllllllllllltlllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Dit is een bus van de 5500-serie) die de stadsdiensten in Leiden gaat verzorgen in plaats van het hobbe lende trammetje. Een bus van dit type, van de zo genaamde 4800-serie, die de inter lokale diensten van Leiden naar Katwijk en Noordwijk zal onder houden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 12