Verbetering van verlichting
op Turfmarkt en omgeving
ÜIARGARINEFARRIEKEN
ZOETERÜ1EER
„Erfenis" uit een ver verleden
wordt thans opgelost
Opgericht 1 maart 1860
Dinsdag 13 september 1960
Tweede blad no. 3G1JW
Voorstellen aan Leidse raad
Dr. J. D. A. Boks gaat heen als rector
van Rembrandt-lyceum
De openbare verlichting op de Turfmarktsbrug, de Turfmarkt, de Prinsessekade
en de Borstelbrug is onvoldoende gebleken.
In verband hiermede hebben B. en W. een plan tot verbetering van deze ver
lichting doen ontwerpen. Het plan omvat het vervangen van twee wandarmen op
de Turfmarkt door twee stalen lichtmasten van 9 m. lichtpunthoogte, het vervan
gen van de terrazzopalen aan beide zijden van de Turfmarktsbrug door stalen
lichtmasten van 9 m. lichtpunthoogte, idem van de wandarm, bevestigd aan de
trammast op de hoek van de Haarlemmerstraat en Prinsessekade, door twee
wandarmen.
Voorts het vervangen van een wand
arm op de Prinsessekade door een stalen
lichtmast van eveneens 9 m lichtpunt
hoogte, te plaatsen op het trottoir aan
de andere zyde, alsmede het vervangen
van de vier op de Bostelbrug gemon
teerde lichtmasten door vier stalen licht
masten met een lichtpunthoogte van ca
8 m, eveneens op de brug te monteren.
De kosten van een en ander worden
geraamd op f 7.129,
By het College van B. en W. is een
schrijven binnengekomen van dr. J. D.
A. Boks, waarin deze verzoekt om hem
met ingang van 1 januari a.s ontslag
te verlenen uit zyn functie van rector
van het Rembrandt-lyceum.
Een gelijkluidend verzoek is binnen
gekomen van de heer J. W. Veenhof,
leraar ln de Duitse taal en letterkunde
aan dit lyceum, zulks te rekenen met in
gang van 23 janauri 1961.
B. en W. stellen de raad voor om deze
ontslagen eervol te verlenen.
VERPLAATSING
HOUTEN SCHOOLGEBOUW
In Leiden-noord bestaat op het ogen
blik een dringende behoefte aan school
ruimte. Ook na het gereedkomen van de
vijfklassige houten school aan de Suma-
trastraat, zal er een tekort blijven van
2 a 4 lokalen. In het Morskwartier is
door de opheffing van de ir. Lelyschool
het houten gebouw aan de Storm Buy-
singstraat vrijgekomen. Voorshands be
staat er aan deze vier lokalen in dat
stadsdeel geen behoefte. B. en W. ach
ten het daarom gewenst het schoolge
bouw te verplaatsen naar Leiden-noord
Er is daarvoor een terrein beschikbaar
aan de Willem de Zwijgerlaan hoek Su-
matrastraat.
Met deze verplaatsing zal in totaal
f 21.200,zijn gemoeid.
UITBREIDING VAN DE R.-K.
SCHOOL VOOR WOONWAGEN
KAMPKINDEREN
Zoals bekend heeft de raad op 16 nov.
1959 aan het bestuur van de Stichting
Woonwagenwerk Leiden medewerking
verleend voor het uitbreiden van de r.-k.
school voor woonwagenkampkinderen
met een klas voor zeer jeugdige kinde
ren.
Het bestuur heeft thans het defini
tieve plan voor de uitbreiding met kos
tenraming, alsmede een begroting voor
de eerste inrichting ingediend. Met de
bouw en stoffering zal een bedrag van
f 50.700,zijn gemoeid. De eerste in
richting zal naar raming bovendien nog
een bedrag van f 4.930,vergen.
Voorts stellen B. en W. de raad voor,
dat hij besluit het nodig te oordelen, dat
aan de gemeentelijke bedrijfstechnische
school, een cursus wordt verbonden voor
aanvullend individueel lager technisch
onderwijs in metaalbewerken, houtbe-
werken, schilderen en metselen aan leer
lingen van leerlingstelsels. Verder komen
bij de behandeling van de onderwys-
paragraaf de volgende voorstellen aan
de orde: aan het bestuur van de Ge
reformeerde Schoolvereniging medewer
king te verlenen voor het aanschaffen
van leermiddelen voor zijn ulo-school
Asserstraat 50, zulks wegens uitbreiding
van het aantal leerlingen in de tweede
klas; idem aan het bestuur van de Ver.
voor Chr. Onderwijs voor het vernieuwen
van bordstellingen in de scholen voor
g.l.o. Noordeinde 40, Oosterstraat, Mun-
nikenstraat, Hoge Morsweg, Pasteur
straat en Middelstegracht; het krediet
voor de verbetering van de toiletruimte
in de Prinses Beatrixkleuterschool aan
de Herensingel met f3.500,te verhogen
het brengen van een wijziging in het ge
tal wekelijkse lesuren vakonderwijs voor
het openbaar b.l.o. aan zwakzinnige kin
deren voor het openbaar g.l.o., v.g.l.o. en
u.l.o. m.i.v. 1 augustus 1960; het bedrag
dat per leerling van de bijzondere scho
len voor buitengewoon lager onderwijs
aan slechthorende en spraakgebrekkige
kinderen voor het jaar 1960 beschikbaar
wordt gesteld ter bestrijding van de kos
ten, bedoeld in artikel 32, lid 1, van het
Besluit buitengewoon lager onderwijs
1949, te bepalen op f 269,—.
AANKOOP VAN PERCELEN
Aan de gemeente is voor een bedrag
van f 29.000 te koop aangeboden het win
kelhuis met woning en erf en afzonder
lijke bovenwoning, staande en gelegen
aan de Hogewoerd nr. 43/43a. In het
winkelpand is thans de Leidse Fruitcen-
trale gevestigd. B. en W„ die deze prijs
aannemelijk achten, brengen de raad
onder het oog, dat het bezit van dit per
ceel voor de gemeente van groot belang
is. (Toekomstige doorbraak, Red.).
Voorts stellen B. en W. voor om in het
belang van de volkshuisvesting aan te
kopen het huis met erf, staande en ge
legen aan de Morssingel nr. 12/13 voor
een bedrag van rond f18.750, in totaal;
idem het huis met erf, staande en ge
legen aan de Oude Singel 214 voor een
bedrag van rond f 5..625; idem de hui
zen met erven, staande en gelegen aan
de Krauwelsteeg nrs. 11, 11a, 11b en 13,
voor een bedrag van rond f6.900,in
totaal.
BOUW VAN
TRANSFORMATORHUISJES
Ten behoeve van de bouw van een
vijftal transformatorgebouwtjes in het
uitbreidingsplan „Leiden-Zuidwest" (V,
Vllb en VIIc), hebben de Stedeiyke
Fabrieken van Gas- en Elektriciteit de
beschikking nodig over percelen grond,
groot resp. 36 m2; 93.5 m2; 43.5 m2, 43.5
m2 en 43 m2. De plaatsen zijn in overleg
met de dienst van gemeentewerken be
paald.
Tegen beschikbaarstelling van bedoel
de gronden voor het beoogde doel be
staat bij het College geen bezwaar; een
vergoeding van f30,— per m2 (opge
hoogd tot n.a.p.) ware in rekening te
brengen.
In verband met de voorgenomen bouw
van middenstandswoningen in half open
bebouwing overeenkomstig het vigerende
uitbreidingsplan „Leiden -Rodenburger
polder", hebben de heren B. J. Huurman
en J. Ravestein, alhier, verzocht aan hen
te verkopen een perceel bouwterrein,
groot ongeveer 1435 m2, gelegen aan de
Uhlenbeckkade, tussen de Huizingastraat
en de Colenbranderstraat.
Met adressanten is overeenstemming
bereikt omtrent de verkoopprijs van
f32.50 per m2 (bouwrijp en niet opge
hoogd).
WIJZIGING
PRECARIO-VERORDENING
De thans van kracht zünde verorde
ning op de heffing en invordering van
Precariorechten dateert van 14 novem
ber 1938 en werd laatstelijk gewijzigd
by verordening van 19 januari 1959. De
in deze verordening vermelde tarieven
zün, behoudens in enkele incidentele
gevallen, na de herziening in 1948 niet
meer aan het sindsdien gestegen prijs
peil aangetast.
Een verhoging van de tarieven achten
B. en W. daarom dringend gewenst,
mede omdat de Minister van Binnen
landse Zaken als zyn mening heeft
uitgesproken, dat het accres van de
uitgaven in het algemeen moet worden
opgevangen door verhoging van de ge
meentelijke inkomsten.
In verband met de vele wijzigingen,
die moesten worden aangebracht, hebben
B. en W. gemeend, ter wille van de over
zichtelijkheid, een geheel nieuwe ver
ordening te moeten samenstellen.
Ter nadere toelichting diene het vol
gende.
De rechten zyn thans onderscheiden in
dag-, week-, maand- en jaartarieven.
Deze tarieven verhouden zich resp. als
1 5 15 150. B. en W. merken hierby
nog op, dat tarieven voor kortere perio
den dan een jaar slechts zyn opgenomen
voorzover dit, met het oog op de uit
voering der verordening, wenselyk voor
komt.
Voorts zijn enige nieuwe vrystellingen
en tarieven, waaraan in de praktijk be
hoefte bleek te bestaan, opgenomen, ter
wijl enkele andere, welke geen praktische
betekenis meer hadden, zyn vervallen.
In artikel 10, sub k, is b.v. thans een
vrystelling opgenomen voor het hebben
van spiegels, bloem- of plantenbakken
en dergelyke voorwerpen, buiten het
venster op bovenverdiepingen. Deze voor
werpen worden ook thans niet belast,
zulks uit praktische overwegingen. Door
het opnemen van deze bepaling wordt de
tot nu toe gevolgde gedragslyn gelega
liseerd.
In verband met de inwerkingtreding
per 1 januari 1961 van de Verordening
woonwagenrechten is geen tarief meer
opgenomen voor het innemen van een
standplaats met woonwagens.
Belangrijk gewijzigd is het tarief ge
noemd in artikel 1, B27° en Dll° voor
het hebben van een automaat. De te be
talen precariorechten zyn thans afhan-
kelyk gesteld van het aantal dm3 voor
elk 10 dm3 of gedeelte daarvan f 1.50 per
jaar inhoud van de automaat, echter
met een minimum van f5,per jaar.
Bovendien is het tarief voor reclame-
voorwerpen thans gedifferentieerd naar
de grootte en aard der voorwerpen.
De datum van inwerkingtreding is ge
steld op 1 januari 1961, zulks in verband
met de vele in de verordening voorko
mende jaartarieven.
Tenslotte is er een voorstel van B. en
W. om het regionaal woonwagenkamp
aan te wyzen als tak van dienst en om
ermede akkoord te gaan, dat de gemeen
te Lisse en Oudewater toetreden tot het
verband van de gemeenschappelijke rege
ling „Gem. Gasvoorziening Zuid-Hol
land".
BENOEMINGEN
Voordat de raad bovenstaande voor
stellen dinsdagmiddag in behandeling
Pedel Vom Hofe
gehuldigd
Nadat de heer W. E. A. vom Hofe za
terdag reeds in personeelskringen gehul
digd was in verband met het feit, dat
hy een kwart eeuw de functie heeft be
kleed van pedel van het Leidsche Stu
denten Corps, werd hem gisteren in de
nachtkroeg van Minerva een receptie
aangeboden door het collegium. Tydens
deze receptie kwam een zeer lange stoet
van vertegenwoordigers van talloze
Corpsfunctionarissen, van collegae en
van studenten deze eerste „zilveren"
Corpspedel en diens echtgenote geluk
wensen aanbieden. Hy hoorde zich daar
in alle toonaarden waarmee hy in het
studentenleven reeds zo vertrouwd is ge
raakt lof toezwaaien, dikwijls onder
streept met stoffelijke geschenken.
De heer Vom Hofe verzekerde als ant
woord op deze huldiging, dat hy hoopte
zyn werk tot zyn pensionering trouw te
kunnen volhouden.
HAGENAAR GING MET
SPAARBANKBOEKJE NAAR LEIDEN
Een „hopeloos geval", aldus de officier
van Justitie by de Haagse politierechter,
tydens de behandeling van de zaak te
gen een 32-jarige Hagenaar, die voor de
derde maal achtereen valsheid in ge
schrifte had gepleegd. De laatste maal,
op 30 juni, had de, thans gedetineerde
verdachte een bedrag van f. 6.veran
derd in f. 600,in een spaarbankboekje
van de Rijkspostspaarbank. De verdach
te motiveerde zyn daad doordat hy 5
weken achterstallig was by zijn hospita.
De officier van Justitie eiste zes maan
den gevangenisstraf met aftrek, waar
van 3 maanden voorwaardelyk met een
proeftyd van 3 jaar.
De raadsman van verdrachte mr. J.
Hazenberg uit Wassenaar, kon niet be-
grypen dat de Leidse kantoorbedienden
hierin gestapt waren, omdat duidelyk in
het boekje was te zien, dat er geknoeid
was met de cyfers. De rechter veroor
deelde verdachte conform de eis van de
officier, met als byzondere voorwaarde
dat verdachte zich gedurende de proef
tyd onder toezicht moet stellen van de
r.k. reclassering. Wanneer die dit wen
selyk acht, moet verdachte zich onder
behandeling van een psychiater stellen.
neemt, moeten enkele benoemingen
plaats vinden.
B. en W. stellen voor om te benoemen:
aan het Rembrandt-lyceum, alsnog met
ingang van 1 september 1960, tot weder-
I opzeggens, doch uiterlyk tot het einde
van de cursus 1960-1961: a. de heer C.
Kivit, tot tydelyk leraar in de handels-
wetenschappen; b. de heer J. Meys, tot
I tydelyk leraar in de Duitse taal en let
terkunde; c. mej, J. E. Koops, tot tijde
lijk lerares in de Franse taal en letter
kunde; idem aan de h.bs. voor meisjes
met 6-jarige cursus en afdeling middel
bare meisjesschool, alsnog met ingang
van 1 september 1960, tot wederopzeg-
gens, doch uiterlijk tot het einde van de
cursus 1960-1961: mej. O. P. van Wier,
tot tydelyk lerares in de wis- en natuur
kunde.
In de raadsvergadering van 14 septem
ber 1959 werden o.m. benoemd de leden
van de Commissie van Advies, bedoeld
in artikel 8 van de Woonruimtewet 1947.
Ingevolge het aangehaalde artikel geldt
deze benoeming voor een jaar, zodat de
leden dezer commissie op 18 oktober a.s.
aftreden Zy zijn alsdan echter terstond
opnieuw benoembaar.
De heer J. de Jong heeft het College
te kennen gegeven, dat hy zich niet meer
beschikbaar zal stellen. Deze vacature
zouden B. en W. willen zien aangevuld
door benoeming van de heer J. J. Meer
burg, secretaris van de Federatie van de
te Leiden en omgeving gevestigde wo
ningbouwverenigingen en secretaris van
de woningbouwvereniging „De Tuinstad-
wijk". B. en W. stellen de raad voor de
heren P. C. A. ten Broek, B. J. Huurman
B. de Kier, J. J. Meerburg en J. H.
Schüller te benoemen tot lid van de
Commissie.
In een tweetal vacatures in het onder-
wyzend personeel van de Plesmanschool
en van de Lorentzschool zouden B. en
W. tenslotte willen voorzien door over
plaatsing van mevr. E. M. Essen, onder
wijzeres aan de Duivenbodeschool, en
mej. J. F. Bakker, onderwijzeres aan de
Du Rieuschool.
Deze meisjes hebben het op de I lijk: zij demonstreren de kwaliteit
jaarbeurs te Utrecht niet gemakke-1 van Nederlandse rolschaatsen
Door de onzes inziens verwarringwekkende publikaties
via radio en dagbladpers kan - bij het publiek de
mening postvatten, dat alle margarine oorzaak zou
kunnen zijn van de huidziekten, die zich geopenbaard
hebben.
Met nadruk willen wij verklaren, dat deze bericht
geving geen betrekking heeft op de door ons ge
fabriceerde margarine.
Onze margarine wordt in de handel gebracht onder
verschillende merken, die alle voorzien zijn van het
„kwaliteits-waarborg" Leeuwenzegel of garantiezegel,
aangebracht op de sluiting der pakjes.
Leeuwenzegel
Garantiezegel
Leidse hervormde Diaconie en B. en W.
zochten naar bevredigende oplossing
In verband met de plannen om te komen tot het bouwen en inrichten van een
of meer tehuizen voor bejaarden heeft het College van Diakenen van de Her
vormde Gemeente van Leiden (Diaconie) het Gemeentebestuur verzocht mede
werking te willen verlenen bij het deblokkeren van die inschryvingen in de Groot
boeken der Nationale Schuld, welke in beheer zyn bij de Diaconie, doch waarvan
de eigendom niet vaststaat. Deze inschrijvingen houden nauw verband met de
Armenbakkery en wat daarmee annex is (Huiszittenhuis en Minnehuis), waarover
in de vorige eeuw een ernstig en langdurig geschil heeft bestaan tussen het
Gemeentebestuur en de Ned. Herv. Gemeente. Dit geschil is zelfs zo hoog gelopen,
dat op een gegeven moment in de lokalen van het Huiszittenhuis aan de Oude
Ryn een ware veldslag is geleverd tussen B. en W. en Huiszittenmeesteren.
Gelukkig zyn de gemoederen sindsdien gekalmeerd. Daartoe heeft o.a. het besluit
van de Gemeenteraad van 1869, voorbereid door drie raadsleden (prof. Buys, prof.
Goudsmit en mr. ToUens), veel bijgedragen. Helaas kan niet gezegd worden, dat
alle vragen toen zijn opgelost.
omwenteling in 1795 bleek zy de schul
den te hebben betaald, een bedrag van
f. 25.000 geschonken te hebben voor de
oprichting van het Minnehuis en een
saldo te hebben gekweekt van f. 62.000.
De stedelyke overheid besloot daarom
met de heffing op te houden en de jaar-
lykse winsten voortaan te verdelen
onder de diaconieën, weeshuizen e.d., die
van de Armenbakkerij brood betrokken
en dus medewerkten aan het ontstaan
van de winsten.
Het verzoek van de Diaconie om mede
te werken aan de deblokkering van de
inschrijvingen in de Grootboeken der
Nationale Schuld is voor het College
aanleiding geweest om te onderzoeken,
of het mogelijk is de kwestie inzake de
Armenbakkery c.a. tot een definitieve
oplossing te brengen.
Na bestudex-ing van deze materie en
overleg met belanghebbenden zyn B. en
W. gekomen tot een oplossing, die defi
nitief een eind maakt aan bestaande
onzekerheden.
Voor een goed begrip van deze mate
rie achten B. en W. het noodzakelijk in
korte trekken de geschiedenis van het
Huiszittenhuis en de Armenbakkery aan
de i-aad, welke as. dinsdagmiddag bij
eenkomt, voor te leggen.
Wanneer het Huiszittenhuis is opge
richt, is niet bekend. Vast staat in ieder
geval, dat het Huiszittenhuis ver voor
de Reformatie reeds bestond.
DE HUISZITTENMEESTEREN
In die tijd kende men de Huiszitten
meesteren: dat zijn de vanwege de Kerk
aangewezen personen, belast met de
verzorging van de huiszittexxde armen.
Het Huiszittenhuis was het bestuurs
centrum van de Huiszittenmeesteren,
waar deze vergaderden, waar opslag
plaatsen waren van allerlei voorraden
van goederen, die als steun in natura
werden verstrekt, en waar des zondags
de „armenpot" werd gekookt. De ver
houding tussen Overheid en Kei-k was
voor de Reformatie niet zeer duidelyk,
waar temeer aanleiding voor was, omdat
er slechts één Kerk was. Na de Reforma
tie was de zaak al niet veel duidelyker;
weliswaar was er een „oude" en een
„nieuwe" leer, maar er was slechts één
Kerk, die van Staatswege werd erkend.
Deze vroeger zo weinig schei-p getrokken
scheiding tussen Kei-k en Staat is naar
de mening van B. en W. ooi-zaak, dat nu
zo weinig zeker is omtrent de rechtsver
houding Huiszittenhuis c.a. „Kerk en/of
Overheid.
In ieder geval staat vast, dat in de 18e
eeuw het Huiszittenhuis onder beheer
stond van stedelijke en diaconale regen
ten en belast was met de verzorging van
de armen van de Nederlands Hervormde
Gemeente. Het had een eigen bakkerij:
de Armenbakkerij. Beide instellingen
stonden financieel zwak. Daarom besloot
men in 1744 de Armenbakkerij adminis
tratief een zekere zelfstandigheid te
geven; dit hielp echter niet. In 1753
werd daarom een scherpere scheiding
tussen Armenbakkei-y en Huiszittenhuis
tot stand gebracht. De Gemeente gaf
een vooi-schot van f. 32.200 (f. 20.000 als
werkkapitaal en f. 12.200 voor de aan
bouw van nieuwe graanzolders). Om de
bakkerij tot betaling van rente en aflos
sing in staat te stellen, werd ten behoeve
van de Aimenbakkerij een belasting ge
heven op de „extra-werkloonen van de
koele wijnen" (opbrengst ruim f. 1.800
per jaar)
DE ARMENBAKKERIJ
In 1755 besloten heren Burgemeesteren
tot een algehele scheiding van Armen
bakkery en Huiszittenhuis. Er kwamen
afzonderlyke regenten van de Armen
bakkerij. zodat deze niet meer door de
Huiszittenmeesteren werd bestuurd. Toen
ging het de Armenbakkery goed. By de
Pools-Nederlandse
culturele samenwerking
De culturele samenwerking tussen
Polen en Nederland ral de komende twee
jaar met name tot uiting komen op het
gebied van de beeldende kunst en de
muziek.
Zo zullen Poolse beeldhouwers deel
nemen aan de openlucht-tentoonstelling
volgend jaar in park Sonsbeek te Arn
hem en wil men van Nederlandse zyde
in 1961 reprodukties van werken van
Vincent van Gogh naar Polen zenden
voor het houden van een tentoonstelling
aldaar.
Twee houders van beurzen uit Polen
nemen deel aan de internationale zomer
cursus voor kunstgeschiedenis in Den
Haag.
Wat de muziek betreft zal een Amster
dams ensemble deelnemen aan de
„Herfst in Warschau" dit jaar. Van
Poolse zyde worden onderhandelingen
gevoerd over een concert-tournee van
Jan Krenz in Nederland in december
a.s. Ook wordt de mogeiykheid bestu
deerd van de komst van het Concert
gebouworkest naar de Poolse hoofdstad
in het najaar van 1962.
ERNSTIGE MENINGSVERSCHILLEN
Kort na 1840 ontstonden ernstige
meningsverschillen en twisten omtrent
eigendomsrechten en beheersrechten ten
aanzien van Aimenbakkery, Huiszitten
huis en Minnehuis. In deze periode had
ook de boven reeds gememoi-eerde stryd
plaats. De twisten werden beslecht in
1852. Een geheel nieuwe regeling werd
getroffen in 1869, voorbereid door voor
noemd driemanschap. Daarin was be
paald
1. De Armenbakkerij wordt per 1
januari 1870 als stedelyke administratie
opgeheven; de Regenten over deze in
stelling worden ontslagen.
2. Het gebruik van de bezittingen en
inkomsten, de gebouwen en andere
kapitalen, loerende en onroerende, tot
de bakkery behorende, gaat over aan de
Kerkeraad van de Nederlands Hervonn-
de Gemeente om ten voordele van zijn
armen te worden aangewend. De kapita
len, ten name van de Armenbakkery op
het Grootboek ingeschreven, mogen
nimmer daarvan worden losgemaakt
zonder toestemming van de Gemeente
raad.
3. Het subsidie van het Minnehuls
wordt ingetrokken.
4. Het gebruik van de bezittingen en
inkomsten van de Armenbakkery (de
Grootboekkapitalen daaronder begrepen)
vervallen van rechtswege aan de Ge
meenteraad, indien de Kei-keraad het
Minnehuis mocht opheffen of zodanig
veranderen, dat niet meer zoveel oude-
lieden kunnen worden opgenomen als
verpleegd kunnen worden uit een be
drag van f. 15.900, zynde het gemiddelde
jaarlykse bedrag der nu vervallende sub
sidie van de gemeente aan het Minne
huis.
Men heeft echter in 1869 enkele duis
terheden laten bestaan. Een van de oor
zaken daarvan was, dat men niet toege
komen is aan de beantwoording van de
vraag, wie eigenaar is van de kapitalen
van de Armenbakkery. Het drieman
schap van 1869 zei daai-van: „de vraag,
wie dan wel als eigenaar zou moeten
worden aangemerkt, laten wy zorgvuldig
tei-zyde en wij kunnen de gemeenteraad
niet genoeg aanbevelen in dit opzicht
ons voorbeeld te volgen".
Daarmede is in feite de eigendoms-
vraag van de Armenbakkery nog steeds
onbeslist en eigenlyk ook die van het
Huiszittenhuis, omdat daarover 100 jaar
geleden ook verschil van mening be
stond.
BEVREDIGENDE OPLOSSING
Tezamen met een vertegenwoordiging
van de Diaconie heeft het College ge
zocht naar een bevredigende oplossing
inzake deze materie. By het overleg is
van de zyde der Diaconie naar voren
gebracht, dat zy nog aanspraak kan ma
ken op terugvordering van de gemeente
van het bedrag, dat zy na aftrek van de
revenuen, voortvloeiende uit de betwis
te bezittingen, sedert 1853 heeft uitge
keerd voor de armenverzorging, zijnde
ongeveer tot op heden f. 1.500.000. Met
de Diaconie zyn B. en W. tot de con
clusie gekomen, dat het zo niet onmo
gelijk, toch zeker niet doelmatig is om
te trachten de rechtmatigheid van de
aanspraken van beide kanten vast te
stellen. Zowel het College als de Diaco
nie geven er de voorkeur aan, dat beide
partyen erkennen geen aanspraken,
voortvloeiende uit de kwestie rondom de
Armenbakkkerij c.a. meer te hebben ten
opzichte van elkaar, uiteraard onder be
ding, dat de Diaconie de gemeente Lei
den vrywaart tegen eventuele aanspra
ken van derden.
De hiervoor bedoelde overeenkomst
zou met gesloten beurzen kunnen wor
den gesloten, ware het niet. dat van het
perceel Haarlemmerstr. 165, dat op naam
van de gem. Leiden staat, doch door
de Diaconie als gebruiker verhuurd is,
een klein gedeelte ter grootte van plm.
11 m2 nog door de gemeente verhuurd
wordt. Dit gedeelte is echter verdeeld
met het gedeelte, dat door de Diaconie
verhuurd wordt. De Diaconie is bereid,
dat gedeelte van de gemeente te kopen
voor de prijs van f. 1500, zijnde de waar
de, vastgesteld door een beëdigd taxa
teur.
Een geheel andere kwestie, die uit de
opheffing van de Armenbakkery is
voortgevloeid, is die van de jaariyks te
rugkerende uitkeringen aan enkele ar
menzorg-instellingen, die tot 1870 heb
ben gedeeld in de winsten van de Ar
menbakkery. Toen in 1870 de Armen
bakkery als zodanig werd opgeheven,
heeft men de van de bakkerij profite
rende instellingen schadeloos willen stel
len voor het ophouden van de uitkerin
gen. In verband hiermede werd aan die
instellingen een jaarlijks bedrag uit de
gemeentekas in het vooruitzicht gesteld,
gelyk aan de gemiddelde uitkering over
de laatste 10 jaren.
Dit bedrag is in de loop der jaren,
doordat enkele instellingen zyn opgehe
ven of de brooduitdeling hebben ge
staakt, teruggelopen tot plm. f. 1500. Er
zyn thans nog drie instellingen, die min
of meer profiteren van deze regeling.
Het R.-K Parochiaal Armbestuur kan
er zich mede verenigen, dat de regeling
met ingang van 1 Januari 1961 wordt in
getrokken. terwyl het bestuur van het
Gereformeerd Minnehuis Herengracht)
ook geen bezwaren heeft, als de gemeen
te bereid is alsnog declaraties over de
laatste jaren te voldoen, die niet tijdig
zijn ingediend, doordat de nieuwe pen
ningmeester niet met de regeling op de
hoogte was. De Diaconie der Waalse Ge
meente heeft evenmin bezwaar tegen
intrekking der regeling ingebracht.
Naar de mening van B. en W. is het
wenselyk, met inwilliging van de voor
waarde van het bestuur van het Gere
formeerd Minnehuis, de schadeloosstel
lingsregeling met ingang van 1961 in te
trekken.
Op grond van het vorenstaande geven
B. en W. de raad in overweging om in
deze geest een besluit te nemen.