Verbetering van verlichting op Turfmarkt en omgeving ÜIARGARINEFARRIEKEN ZOETERÜ1EER „Erfenis" uit een ver verleden wordt thans opgelost Opgericht 1 maart 1860 Dinsdag 13 september 1960 Tweede blad no. 3G1JW Voorstellen aan Leidse raad Dr. J. D. A. Boks gaat heen als rector van Rembrandt-lyceum De openbare verlichting op de Turfmarktsbrug, de Turfmarkt, de Prinsessekade en de Borstelbrug is onvoldoende gebleken. In verband hiermede hebben B. en W. een plan tot verbetering van deze ver lichting doen ontwerpen. Het plan omvat het vervangen van twee wandarmen op de Turfmarkt door twee stalen lichtmasten van 9 m. lichtpunthoogte, het vervan gen van de terrazzopalen aan beide zijden van de Turfmarktsbrug door stalen lichtmasten van 9 m. lichtpunthoogte, idem van de wandarm, bevestigd aan de trammast op de hoek van de Haarlemmerstraat en Prinsessekade, door twee wandarmen. Voorts het vervangen van een wand arm op de Prinsessekade door een stalen lichtmast van eveneens 9 m lichtpunt hoogte, te plaatsen op het trottoir aan de andere zyde, alsmede het vervangen van de vier op de Bostelbrug gemon teerde lichtmasten door vier stalen licht masten met een lichtpunthoogte van ca 8 m, eveneens op de brug te monteren. De kosten van een en ander worden geraamd op f 7.129, By het College van B. en W. is een schrijven binnengekomen van dr. J. D. A. Boks, waarin deze verzoekt om hem met ingang van 1 januari a.s ontslag te verlenen uit zyn functie van rector van het Rembrandt-lyceum. Een gelijkluidend verzoek is binnen gekomen van de heer J. W. Veenhof, leraar ln de Duitse taal en letterkunde aan dit lyceum, zulks te rekenen met in gang van 23 janauri 1961. B. en W. stellen de raad voor om deze ontslagen eervol te verlenen. VERPLAATSING HOUTEN SCHOOLGEBOUW In Leiden-noord bestaat op het ogen blik een dringende behoefte aan school ruimte. Ook na het gereedkomen van de vijfklassige houten school aan de Suma- trastraat, zal er een tekort blijven van 2 a 4 lokalen. In het Morskwartier is door de opheffing van de ir. Lelyschool het houten gebouw aan de Storm Buy- singstraat vrijgekomen. Voorshands be staat er aan deze vier lokalen in dat stadsdeel geen behoefte. B. en W. ach ten het daarom gewenst het schoolge bouw te verplaatsen naar Leiden-noord Er is daarvoor een terrein beschikbaar aan de Willem de Zwijgerlaan hoek Su- matrastraat. Met deze verplaatsing zal in totaal f 21.200,zijn gemoeid. UITBREIDING VAN DE R.-K. SCHOOL VOOR WOONWAGEN KAMPKINDEREN Zoals bekend heeft de raad op 16 nov. 1959 aan het bestuur van de Stichting Woonwagenwerk Leiden medewerking verleend voor het uitbreiden van de r.-k. school voor woonwagenkampkinderen met een klas voor zeer jeugdige kinde ren. Het bestuur heeft thans het defini tieve plan voor de uitbreiding met kos tenraming, alsmede een begroting voor de eerste inrichting ingediend. Met de bouw en stoffering zal een bedrag van f 50.700,zijn gemoeid. De eerste in richting zal naar raming bovendien nog een bedrag van f 4.930,vergen. Voorts stellen B. en W. de raad voor, dat hij besluit het nodig te oordelen, dat aan de gemeentelijke bedrijfstechnische school, een cursus wordt verbonden voor aanvullend individueel lager technisch onderwijs in metaalbewerken, houtbe- werken, schilderen en metselen aan leer lingen van leerlingstelsels. Verder komen bij de behandeling van de onderwys- paragraaf de volgende voorstellen aan de orde: aan het bestuur van de Ge reformeerde Schoolvereniging medewer king te verlenen voor het aanschaffen van leermiddelen voor zijn ulo-school Asserstraat 50, zulks wegens uitbreiding van het aantal leerlingen in de tweede klas; idem aan het bestuur van de Ver. voor Chr. Onderwijs voor het vernieuwen van bordstellingen in de scholen voor g.l.o. Noordeinde 40, Oosterstraat, Mun- nikenstraat, Hoge Morsweg, Pasteur straat en Middelstegracht; het krediet voor de verbetering van de toiletruimte in de Prinses Beatrixkleuterschool aan de Herensingel met f3.500,te verhogen het brengen van een wijziging in het ge tal wekelijkse lesuren vakonderwijs voor het openbaar b.l.o. aan zwakzinnige kin deren voor het openbaar g.l.o., v.g.l.o. en u.l.o. m.i.v. 1 augustus 1960; het bedrag dat per leerling van de bijzondere scho len voor buitengewoon lager onderwijs aan slechthorende en spraakgebrekkige kinderen voor het jaar 1960 beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kos ten, bedoeld in artikel 32, lid 1, van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949, te bepalen op f 269,—. AANKOOP VAN PERCELEN Aan de gemeente is voor een bedrag van f 29.000 te koop aangeboden het win kelhuis met woning en erf en afzonder lijke bovenwoning, staande en gelegen aan de Hogewoerd nr. 43/43a. In het winkelpand is thans de Leidse Fruitcen- trale gevestigd. B. en W„ die deze prijs aannemelijk achten, brengen de raad onder het oog, dat het bezit van dit per ceel voor de gemeente van groot belang is. (Toekomstige doorbraak, Red.). Voorts stellen B. en W. voor om in het belang van de volkshuisvesting aan te kopen het huis met erf, staande en ge legen aan de Morssingel nr. 12/13 voor een bedrag van rond f18.750, in totaal; idem het huis met erf, staande en ge legen aan de Oude Singel 214 voor een bedrag van rond f 5..625; idem de hui zen met erven, staande en gelegen aan de Krauwelsteeg nrs. 11, 11a, 11b en 13, voor een bedrag van rond f6.900,in totaal. BOUW VAN TRANSFORMATORHUISJES Ten behoeve van de bouw van een vijftal transformatorgebouwtjes in het uitbreidingsplan „Leiden-Zuidwest" (V, Vllb en VIIc), hebben de Stedeiyke Fabrieken van Gas- en Elektriciteit de beschikking nodig over percelen grond, groot resp. 36 m2; 93.5 m2; 43.5 m2, 43.5 m2 en 43 m2. De plaatsen zijn in overleg met de dienst van gemeentewerken be paald. Tegen beschikbaarstelling van bedoel de gronden voor het beoogde doel be staat bij het College geen bezwaar; een vergoeding van f30,— per m2 (opge hoogd tot n.a.p.) ware in rekening te brengen. In verband met de voorgenomen bouw van middenstandswoningen in half open bebouwing overeenkomstig het vigerende uitbreidingsplan „Leiden -Rodenburger polder", hebben de heren B. J. Huurman en J. Ravestein, alhier, verzocht aan hen te verkopen een perceel bouwterrein, groot ongeveer 1435 m2, gelegen aan de Uhlenbeckkade, tussen de Huizingastraat en de Colenbranderstraat. Met adressanten is overeenstemming bereikt omtrent de verkoopprijs van f32.50 per m2 (bouwrijp en niet opge hoogd). WIJZIGING PRECARIO-VERORDENING De thans van kracht zünde verorde ning op de heffing en invordering van Precariorechten dateert van 14 novem ber 1938 en werd laatstelijk gewijzigd by verordening van 19 januari 1959. De in deze verordening vermelde tarieven zün, behoudens in enkele incidentele gevallen, na de herziening in 1948 niet meer aan het sindsdien gestegen prijs peil aangetast. Een verhoging van de tarieven achten B. en W. daarom dringend gewenst, mede omdat de Minister van Binnen landse Zaken als zyn mening heeft uitgesproken, dat het accres van de uitgaven in het algemeen moet worden opgevangen door verhoging van de ge meentelijke inkomsten. In verband met de vele wijzigingen, die moesten worden aangebracht, hebben B. en W. gemeend, ter wille van de over zichtelijkheid, een geheel nieuwe ver ordening te moeten samenstellen. Ter nadere toelichting diene het vol gende. De rechten zyn thans onderscheiden in dag-, week-, maand- en jaartarieven. Deze tarieven verhouden zich resp. als 1 5 15 150. B. en W. merken hierby nog op, dat tarieven voor kortere perio den dan een jaar slechts zyn opgenomen voorzover dit, met het oog op de uit voering der verordening, wenselyk voor komt. Voorts zijn enige nieuwe vrystellingen en tarieven, waaraan in de praktijk be hoefte bleek te bestaan, opgenomen, ter wijl enkele andere, welke geen praktische betekenis meer hadden, zyn vervallen. In artikel 10, sub k, is b.v. thans een vrystelling opgenomen voor het hebben van spiegels, bloem- of plantenbakken en dergelyke voorwerpen, buiten het venster op bovenverdiepingen. Deze voor werpen worden ook thans niet belast, zulks uit praktische overwegingen. Door het opnemen van deze bepaling wordt de tot nu toe gevolgde gedragslyn gelega liseerd. In verband met de inwerkingtreding per 1 januari 1961 van de Verordening woonwagenrechten is geen tarief meer opgenomen voor het innemen van een standplaats met woonwagens. Belangrijk gewijzigd is het tarief ge noemd in artikel 1, B27° en Dll° voor het hebben van een automaat. De te be talen precariorechten zyn thans afhan- kelyk gesteld van het aantal dm3 voor elk 10 dm3 of gedeelte daarvan f 1.50 per jaar inhoud van de automaat, echter met een minimum van f5,per jaar. Bovendien is het tarief voor reclame- voorwerpen thans gedifferentieerd naar de grootte en aard der voorwerpen. De datum van inwerkingtreding is ge steld op 1 januari 1961, zulks in verband met de vele in de verordening voorko mende jaartarieven. Tenslotte is er een voorstel van B. en W. om het regionaal woonwagenkamp aan te wyzen als tak van dienst en om ermede akkoord te gaan, dat de gemeen te Lisse en Oudewater toetreden tot het verband van de gemeenschappelijke rege ling „Gem. Gasvoorziening Zuid-Hol land". BENOEMINGEN Voordat de raad bovenstaande voor stellen dinsdagmiddag in behandeling Pedel Vom Hofe gehuldigd Nadat de heer W. E. A. vom Hofe za terdag reeds in personeelskringen gehul digd was in verband met het feit, dat hy een kwart eeuw de functie heeft be kleed van pedel van het Leidsche Stu denten Corps, werd hem gisteren in de nachtkroeg van Minerva een receptie aangeboden door het collegium. Tydens deze receptie kwam een zeer lange stoet van vertegenwoordigers van talloze Corpsfunctionarissen, van collegae en van studenten deze eerste „zilveren" Corpspedel en diens echtgenote geluk wensen aanbieden. Hy hoorde zich daar in alle toonaarden waarmee hy in het studentenleven reeds zo vertrouwd is ge raakt lof toezwaaien, dikwijls onder streept met stoffelijke geschenken. De heer Vom Hofe verzekerde als ant woord op deze huldiging, dat hy hoopte zyn werk tot zyn pensionering trouw te kunnen volhouden. HAGENAAR GING MET SPAARBANKBOEKJE NAAR LEIDEN Een „hopeloos geval", aldus de officier van Justitie by de Haagse politierechter, tydens de behandeling van de zaak te gen een 32-jarige Hagenaar, die voor de derde maal achtereen valsheid in ge schrifte had gepleegd. De laatste maal, op 30 juni, had de, thans gedetineerde verdachte een bedrag van f. 6.veran derd in f. 600,in een spaarbankboekje van de Rijkspostspaarbank. De verdach te motiveerde zyn daad doordat hy 5 weken achterstallig was by zijn hospita. De officier van Justitie eiste zes maan den gevangenisstraf met aftrek, waar van 3 maanden voorwaardelyk met een proeftyd van 3 jaar. De raadsman van verdrachte mr. J. Hazenberg uit Wassenaar, kon niet be- grypen dat de Leidse kantoorbedienden hierin gestapt waren, omdat duidelyk in het boekje was te zien, dat er geknoeid was met de cyfers. De rechter veroor deelde verdachte conform de eis van de officier, met als byzondere voorwaarde dat verdachte zich gedurende de proef tyd onder toezicht moet stellen van de r.k. reclassering. Wanneer die dit wen selyk acht, moet verdachte zich onder behandeling van een psychiater stellen. neemt, moeten enkele benoemingen plaats vinden. B. en W. stellen voor om te benoemen: aan het Rembrandt-lyceum, alsnog met ingang van 1 september 1960, tot weder- I opzeggens, doch uiterlyk tot het einde van de cursus 1960-1961: a. de heer C. Kivit, tot tydelyk leraar in de handels- wetenschappen; b. de heer J. Meys, tot I tydelyk leraar in de Duitse taal en let terkunde; c. mej, J. E. Koops, tot tijde lijk lerares in de Franse taal en letter kunde; idem aan de h.bs. voor meisjes met 6-jarige cursus en afdeling middel bare meisjesschool, alsnog met ingang van 1 september 1960, tot wederopzeg- gens, doch uiterlijk tot het einde van de cursus 1960-1961: mej. O. P. van Wier, tot tydelyk lerares in de wis- en natuur kunde. In de raadsvergadering van 14 septem ber 1959 werden o.m. benoemd de leden van de Commissie van Advies, bedoeld in artikel 8 van de Woonruimtewet 1947. Ingevolge het aangehaalde artikel geldt deze benoeming voor een jaar, zodat de leden dezer commissie op 18 oktober a.s. aftreden Zy zijn alsdan echter terstond opnieuw benoembaar. De heer J. de Jong heeft het College te kennen gegeven, dat hy zich niet meer beschikbaar zal stellen. Deze vacature zouden B. en W. willen zien aangevuld door benoeming van de heer J. J. Meer burg, secretaris van de Federatie van de te Leiden en omgeving gevestigde wo ningbouwverenigingen en secretaris van de woningbouwvereniging „De Tuinstad- wijk". B. en W. stellen de raad voor de heren P. C. A. ten Broek, B. J. Huurman B. de Kier, J. J. Meerburg en J. H. Schüller te benoemen tot lid van de Commissie. In een tweetal vacatures in het onder- wyzend personeel van de Plesmanschool en van de Lorentzschool zouden B. en W. tenslotte willen voorzien door over plaatsing van mevr. E. M. Essen, onder wijzeres aan de Duivenbodeschool, en mej. J. F. Bakker, onderwijzeres aan de Du Rieuschool. Deze meisjes hebben het op de I lijk: zij demonstreren de kwaliteit jaarbeurs te Utrecht niet gemakke-1 van Nederlandse rolschaatsen Door de onzes inziens verwarringwekkende publikaties via radio en dagbladpers kan - bij het publiek de mening postvatten, dat alle margarine oorzaak zou kunnen zijn van de huidziekten, die zich geopenbaard hebben. Met nadruk willen wij verklaren, dat deze bericht geving geen betrekking heeft op de door ons ge fabriceerde margarine. Onze margarine wordt in de handel gebracht onder verschillende merken, die alle voorzien zijn van het „kwaliteits-waarborg" Leeuwenzegel of garantiezegel, aangebracht op de sluiting der pakjes. Leeuwenzegel Garantiezegel Leidse hervormde Diaconie en B. en W. zochten naar bevredigende oplossing In verband met de plannen om te komen tot het bouwen en inrichten van een of meer tehuizen voor bejaarden heeft het College van Diakenen van de Her vormde Gemeente van Leiden (Diaconie) het Gemeentebestuur verzocht mede werking te willen verlenen bij het deblokkeren van die inschryvingen in de Groot boeken der Nationale Schuld, welke in beheer zyn bij de Diaconie, doch waarvan de eigendom niet vaststaat. Deze inschrijvingen houden nauw verband met de Armenbakkery en wat daarmee annex is (Huiszittenhuis en Minnehuis), waarover in de vorige eeuw een ernstig en langdurig geschil heeft bestaan tussen het Gemeentebestuur en de Ned. Herv. Gemeente. Dit geschil is zelfs zo hoog gelopen, dat op een gegeven moment in de lokalen van het Huiszittenhuis aan de Oude Ryn een ware veldslag is geleverd tussen B. en W. en Huiszittenmeesteren. Gelukkig zyn de gemoederen sindsdien gekalmeerd. Daartoe heeft o.a. het besluit van de Gemeenteraad van 1869, voorbereid door drie raadsleden (prof. Buys, prof. Goudsmit en mr. ToUens), veel bijgedragen. Helaas kan niet gezegd worden, dat alle vragen toen zijn opgelost. omwenteling in 1795 bleek zy de schul den te hebben betaald, een bedrag van f. 25.000 geschonken te hebben voor de oprichting van het Minnehuis en een saldo te hebben gekweekt van f. 62.000. De stedelyke overheid besloot daarom met de heffing op te houden en de jaar- lykse winsten voortaan te verdelen onder de diaconieën, weeshuizen e.d., die van de Armenbakkerij brood betrokken en dus medewerkten aan het ontstaan van de winsten. Het verzoek van de Diaconie om mede te werken aan de deblokkering van de inschrijvingen in de Grootboeken der Nationale Schuld is voor het College aanleiding geweest om te onderzoeken, of het mogelijk is de kwestie inzake de Armenbakkery c.a. tot een definitieve oplossing te brengen. Na bestudex-ing van deze materie en overleg met belanghebbenden zyn B. en W. gekomen tot een oplossing, die defi nitief een eind maakt aan bestaande onzekerheden. Voor een goed begrip van deze mate rie achten B. en W. het noodzakelijk in korte trekken de geschiedenis van het Huiszittenhuis en de Armenbakkery aan de i-aad, welke as. dinsdagmiddag bij eenkomt, voor te leggen. Wanneer het Huiszittenhuis is opge richt, is niet bekend. Vast staat in ieder geval, dat het Huiszittenhuis ver voor de Reformatie reeds bestond. DE HUISZITTENMEESTEREN In die tijd kende men de Huiszitten meesteren: dat zijn de vanwege de Kerk aangewezen personen, belast met de verzorging van de huiszittexxde armen. Het Huiszittenhuis was het bestuurs centrum van de Huiszittenmeesteren, waar deze vergaderden, waar opslag plaatsen waren van allerlei voorraden van goederen, die als steun in natura werden verstrekt, en waar des zondags de „armenpot" werd gekookt. De ver houding tussen Overheid en Kei-k was voor de Reformatie niet zeer duidelyk, waar temeer aanleiding voor was, omdat er slechts één Kerk was. Na de Reforma tie was de zaak al niet veel duidelyker; weliswaar was er een „oude" en een „nieuwe" leer, maar er was slechts één Kerk, die van Staatswege werd erkend. Deze vroeger zo weinig schei-p getrokken scheiding tussen Kei-k en Staat is naar de mening van B. en W. ooi-zaak, dat nu zo weinig zeker is omtrent de rechtsver houding Huiszittenhuis c.a. „Kerk en/of Overheid. In ieder geval staat vast, dat in de 18e eeuw het Huiszittenhuis onder beheer stond van stedelijke en diaconale regen ten en belast was met de verzorging van de armen van de Nederlands Hervormde Gemeente. Het had een eigen bakkerij: de Armenbakkerij. Beide instellingen stonden financieel zwak. Daarom besloot men in 1744 de Armenbakkerij adminis tratief een zekere zelfstandigheid te geven; dit hielp echter niet. In 1753 werd daarom een scherpere scheiding tussen Armenbakkei-y en Huiszittenhuis tot stand gebracht. De Gemeente gaf een vooi-schot van f. 32.200 (f. 20.000 als werkkapitaal en f. 12.200 voor de aan bouw van nieuwe graanzolders). Om de bakkerij tot betaling van rente en aflos sing in staat te stellen, werd ten behoeve van de Aimenbakkerij een belasting ge heven op de „extra-werkloonen van de koele wijnen" (opbrengst ruim f. 1.800 per jaar) DE ARMENBAKKERIJ In 1755 besloten heren Burgemeesteren tot een algehele scheiding van Armen bakkery en Huiszittenhuis. Er kwamen afzonderlyke regenten van de Armen bakkerij. zodat deze niet meer door de Huiszittenmeesteren werd bestuurd. Toen ging het de Armenbakkery goed. By de Pools-Nederlandse culturele samenwerking De culturele samenwerking tussen Polen en Nederland ral de komende twee jaar met name tot uiting komen op het gebied van de beeldende kunst en de muziek. Zo zullen Poolse beeldhouwers deel nemen aan de openlucht-tentoonstelling volgend jaar in park Sonsbeek te Arn hem en wil men van Nederlandse zyde in 1961 reprodukties van werken van Vincent van Gogh naar Polen zenden voor het houden van een tentoonstelling aldaar. Twee houders van beurzen uit Polen nemen deel aan de internationale zomer cursus voor kunstgeschiedenis in Den Haag. Wat de muziek betreft zal een Amster dams ensemble deelnemen aan de „Herfst in Warschau" dit jaar. Van Poolse zyde worden onderhandelingen gevoerd over een concert-tournee van Jan Krenz in Nederland in december a.s. Ook wordt de mogeiykheid bestu deerd van de komst van het Concert gebouworkest naar de Poolse hoofdstad in het najaar van 1962. ERNSTIGE MENINGSVERSCHILLEN Kort na 1840 ontstonden ernstige meningsverschillen en twisten omtrent eigendomsrechten en beheersrechten ten aanzien van Aimenbakkery, Huiszitten huis en Minnehuis. In deze periode had ook de boven reeds gememoi-eerde stryd plaats. De twisten werden beslecht in 1852. Een geheel nieuwe regeling werd getroffen in 1869, voorbereid door voor noemd driemanschap. Daarin was be paald 1. De Armenbakkerij wordt per 1 januari 1870 als stedelyke administratie opgeheven; de Regenten over deze in stelling worden ontslagen. 2. Het gebruik van de bezittingen en inkomsten, de gebouwen en andere kapitalen, loerende en onroerende, tot de bakkery behorende, gaat over aan de Kerkeraad van de Nederlands Hervonn- de Gemeente om ten voordele van zijn armen te worden aangewend. De kapita len, ten name van de Armenbakkery op het Grootboek ingeschreven, mogen nimmer daarvan worden losgemaakt zonder toestemming van de Gemeente raad. 3. Het subsidie van het Minnehuls wordt ingetrokken. 4. Het gebruik van de bezittingen en inkomsten van de Armenbakkery (de Grootboekkapitalen daaronder begrepen) vervallen van rechtswege aan de Ge meenteraad, indien de Kei-keraad het Minnehuis mocht opheffen of zodanig veranderen, dat niet meer zoveel oude- lieden kunnen worden opgenomen als verpleegd kunnen worden uit een be drag van f. 15.900, zynde het gemiddelde jaarlykse bedrag der nu vervallende sub sidie van de gemeente aan het Minne huis. Men heeft echter in 1869 enkele duis terheden laten bestaan. Een van de oor zaken daarvan was, dat men niet toege komen is aan de beantwoording van de vraag, wie eigenaar is van de kapitalen van de Armenbakkery. Het drieman schap van 1869 zei daai-van: „de vraag, wie dan wel als eigenaar zou moeten worden aangemerkt, laten wy zorgvuldig tei-zyde en wij kunnen de gemeenteraad niet genoeg aanbevelen in dit opzicht ons voorbeeld te volgen". Daarmede is in feite de eigendoms- vraag van de Armenbakkery nog steeds onbeslist en eigenlyk ook die van het Huiszittenhuis, omdat daarover 100 jaar geleden ook verschil van mening be stond. BEVREDIGENDE OPLOSSING Tezamen met een vertegenwoordiging van de Diaconie heeft het College ge zocht naar een bevredigende oplossing inzake deze materie. By het overleg is van de zyde der Diaconie naar voren gebracht, dat zy nog aanspraak kan ma ken op terugvordering van de gemeente van het bedrag, dat zy na aftrek van de revenuen, voortvloeiende uit de betwis te bezittingen, sedert 1853 heeft uitge keerd voor de armenverzorging, zijnde ongeveer tot op heden f. 1.500.000. Met de Diaconie zyn B. en W. tot de con clusie gekomen, dat het zo niet onmo gelijk, toch zeker niet doelmatig is om te trachten de rechtmatigheid van de aanspraken van beide kanten vast te stellen. Zowel het College als de Diaco nie geven er de voorkeur aan, dat beide partyen erkennen geen aanspraken, voortvloeiende uit de kwestie rondom de Armenbakkkerij c.a. meer te hebben ten opzichte van elkaar, uiteraard onder be ding, dat de Diaconie de gemeente Lei den vrywaart tegen eventuele aanspra ken van derden. De hiervoor bedoelde overeenkomst zou met gesloten beurzen kunnen wor den gesloten, ware het niet. dat van het perceel Haarlemmerstr. 165, dat op naam van de gem. Leiden staat, doch door de Diaconie als gebruiker verhuurd is, een klein gedeelte ter grootte van plm. 11 m2 nog door de gemeente verhuurd wordt. Dit gedeelte is echter verdeeld met het gedeelte, dat door de Diaconie verhuurd wordt. De Diaconie is bereid, dat gedeelte van de gemeente te kopen voor de prijs van f. 1500, zijnde de waar de, vastgesteld door een beëdigd taxa teur. Een geheel andere kwestie, die uit de opheffing van de Armenbakkery is voortgevloeid, is die van de jaariyks te rugkerende uitkeringen aan enkele ar menzorg-instellingen, die tot 1870 heb ben gedeeld in de winsten van de Ar menbakkery. Toen in 1870 de Armen bakkery als zodanig werd opgeheven, heeft men de van de bakkerij profite rende instellingen schadeloos willen stel len voor het ophouden van de uitkerin gen. In verband hiermede werd aan die instellingen een jaarlijks bedrag uit de gemeentekas in het vooruitzicht gesteld, gelyk aan de gemiddelde uitkering over de laatste 10 jaren. Dit bedrag is in de loop der jaren, doordat enkele instellingen zyn opgehe ven of de brooduitdeling hebben ge staakt, teruggelopen tot plm. f. 1500. Er zyn thans nog drie instellingen, die min of meer profiteren van deze regeling. Het R.-K Parochiaal Armbestuur kan er zich mede verenigen, dat de regeling met ingang van 1 Januari 1961 wordt in getrokken. terwyl het bestuur van het Gereformeerd Minnehuis Herengracht) ook geen bezwaren heeft, als de gemeen te bereid is alsnog declaraties over de laatste jaren te voldoen, die niet tijdig zijn ingediend, doordat de nieuwe pen ningmeester niet met de regeling op de hoogte was. De Diaconie der Waalse Ge meente heeft evenmin bezwaar tegen intrekking der regeling ingebracht. Naar de mening van B. en W. is het wenselyk, met inwilliging van de voor waarde van het bestuur van het Gere formeerd Minnehuis, de schadeloosstel lingsregeling met ingang van 1961 in te trekken. Op grond van het vorenstaande geven B. en W. de raad in overweging om in deze geest een besluit te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 3