De nachtcactus met schone bloemen
Doeslii Corsow - Curasao ,dat liefje
Over „omkeren" en
„filmmoordenaars"
ZATERDAG 2 7 AUGUSTUS
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Reisimpressies uit de West (III)
Waar de tijd bleef stille staan
DIA-TIPS
Monteer uw kleurendia's voor u
ze bekijkt en als u ze monteert,
bedenk dan dat ze een „perzik-
huidje" hebben: kom er niet aan,
maar beschouw de zijkanten ervan
als enige en uitsluitend toegestane
aanrakingspunten.
Kleurendia's hebben véél licht
nodig. Tob niet met oude halfge-
vulde batterijtjes in een viewer en
probeer niet met een lichtzwakke
projector beelden van een paar
vierkante meter te maken.
'n Goed projectievlak is de halve
projectie, ook al is 't een muur.
Dan niet een glanzend-wit-geverf-
de, maar een dof-witte, zonder
krasjes of kalkwitpuistjes. En ze
ker geen licht behangetje of tafel
laken met een patroontje. Gebruik
voor diaprojectie ook liever géén
glasparelscherm, maar neem een
mat-wit scherm.
Een „kneepje" voor wie knutse
len kan en de kleur van 't licht
van zijn projector enigszins wil be
ïnvloeden: een kleine zo mogelijk
variabele weerstand kan het witte
licht wat warmer (meer naar de
gele kant) maken door de lamp op
een iets lagere spanning te doen
branden.
Sjon Emma, de laatste van een geslacht
Doeshi Corsow zeggen zij op het eiland-Cura9ao, dat liefje, zouden
wij in hei Nederlands zeggen. Van Curasao houden is zoiets als een
mens liefhebben, die volgens de algemeen gangbare maatstaven alleen
maar minder fraaie eigenschappen heeft. Zo'n wezen, dat niet ijverig
is en niet eerlijk, weinig plichtsgevoel heeft en eigenlijk ook niet mooi
is, maar dat een ondefinieerbare charme heeft, waardoor het ondanks
alles iedereen voor zich inneemt.
Er is een tijd geweest waarin pinda's Cura9aose mangelen genoemd
werden. Of deze noot ooit op Cura9ao verbouwd is, weet ik niet. Het
lijkt mij niet waarschijnlijk. Wel heb ik uit de lucht er op neerkijkend,
gezien, dat het eiland, bruin en hobbelig, met zijn langgerekte wat
gekromde vorm als een enorme pinda in de Caraibische Zee ligt.
Het vliegtuig daalt op het randje dat Hato heet, ongeveer in het
midden van de langgerekte noordkust. Een goed geoutilleerde, zeer
moderne luchthaven die de naam van dr. Albert Plesman draagt, met
een gekoeld airconditioned restaurant. Voor het gebouw staat
een grote wegwijzer, die je vertelt hoever je wel verwijderd bent yan
New York, van Amsterdam, van Tokio. De borden wijzen naar alle
richtingen, maar hoofdzakelijk naar de bruine heuvelwand aan de
overzijde van de weg, zodat je zou kunnen denken, dat achter die
dorre, gloeiende berg de wereld verscholen ligt.
torens en zij waren zo geplaatst, dat
men de signalen van zijn buren zien
kon in tijden van gevaar. Dat gevaar
zal wel het gevaar van de slavenop
standen geweest zijn!
Herinnering aan slaventijd
Het te merkwaardig dat het begrip
slaaf-meester nog steeds niet emotio
neel verdwenen is. Men w(jst iedere
bezoeker met duidelijke beroering in
stem en houding op de slavenbel, de
slavenmuur, de slavenhutten. Voor
werpen, die zich op zichzelf in niets
onderscheiden van andere bellen, ge
lijksoortige muren van ongelijke ste
nen of primitieve woonsteden, maar
waaraan blijkbaar nog steeds de door
beide partijen gevoelde huiveringwek
kende herinnering hangt aan 'n min
der plezierig verleden.
door Clara Eggink
Deze huizen, het licht op het eiland
tegen dat de zon onder zal gaan en
de talloze kleine baaien vormen de
schoonheden van Curasao. Het gou
vernement is bezig de oude huizen te
behouden met behulp van particulie
ren en van de olie, maar het is moei
lijk er een bestemming voor te vinden.
Zij liggen meestal in grote verlaten
heid en zijn te bereiden langs kronke
lige, hobbelige en zandige paden. Wie
daar wil gaan wonen, moet in de eer
ste plaats over een, liefst twee, sterke
auto's beschikken en wat het voor
naamste is in staat zijn een leven
te leiden waarbij men op zichzelf is
aangewezen.
Die welke niet al te ver van Wil
lemstad liggen, worden ook wel be
woond. Onze ambtenaar van de Rijks
voorlichting, dr. H. Hermans, woont
met zijn hele gezin joyeux op het ge
restaureerde brievengat en het leven
is er heel aangenaam. Vooral voor de
jongelieden, die hun eigen kamer in
een van die wachttorens hebben, wat
natuurlijk onbegrensde mogelijkheden
biedt. Mogelijkheden tot vermaak en
avontuur bieden trouwens die baaien
en grotten langs de kust in hoge ma
te. Men kan er zwemmen in het hel
derblauwe water wie wil weten
waar het woord aquamarijn vandaan
gekomen is, moet eens gaan kijken
en urenlang met snorkel en water-
bril speuren naar de wonderen van
planten en dieren in de onderzeese
tuinen. Men kan er vis schieten en
kreeften vangen of zomaar in zon of
schaduw zitten.
Heel zeldzaam zijn de plantages, die
nog plantages zijn, waarmee ik be
doel dat het boerenbedrijf er nog uit
geoefend wordt. Ik heb het voorrecht
gehad er daarvan een te kunnen be
zoeken.
Stokoude negers bedienen en helpen
haar. Zjj leeft in haar oude huis dat
een museum gelijk te. Zware oude
meubelen, van Nederlands model doch
op Curasao gemaakt,' familieportret
ten van stoere mannen en vrouwen
in de weelde van de vorige eeuw, een
kom van Delfts aardewerk, twee brui
loftsglazen in een doos, wapens. De
kamers worden verlicht met petrole
umlampen en iedereen spreekt Neder
lands, want Papiamento vindt Sjon
Emma niet beschaafd.
Hoorbaar verleden
Heel stil is het in huis, maar het ver
leden suist er hoorbaar. Als heel jong
meisje is deze oude vrouw van Bo
naire gekomen om te trouwen met de
eigenaar van Savonet en als zij dat
vertelt, houdt zij haar schommelstoel
even stil om te wijzen op de bruine
foto, die de plantage van haar vader
voorstelt. Hoewel langs de achterga
lerij haar forse koeien voorbijkomen en
wat verderop de mais verbazend hard
groen te midden van de bruine droog
te staat te groeien, krijg Je toch de in
druk dat alles broos en brekelijk is,
nauwelijks nog bestaand.
Lang kan dit ook niet meer duren,
want deze mensen zijn zo oud, zo oud.
Haar kinderen zijn van 't eiland weg
gegaan, naar Amerika, naar Damas
cus. Savonet zal nog blijven tot Sjon
Emma er niet meer zal zijn. Nu zegt
zij nog, als men haar vraagt of zij
haar familie in New York niet eens
gaat bezoeken: „wie zou er dan voor
Savonet moeten zorgen?"
Maar lang kan dit oude leven niet
meer duren, want zoals de kinderen
van deze oude vrouw van het eiland
afgegaan zijn, zo zijn de kinderen van
haar timmerlieden, haar melkers,
haar mechanicien gegaan naar de
stad. En naar de olie
Onze ambtenaar van de Rijks
voorlichting, dr. H. Hermans,
woont met zijn hele gezin joyeux
op het gerestaureerde Brievengat
en het leven is er heel aange
naam.
De oudste en we mogen er zonder
overdrijving aan toevoegen de tot
nu toe meest volmaakte kleurenfilm,
die er bestaat is de z.g. omkeerkleu-
renfilm. Die enigszins vreemde naam
hangt samen met de bewerking, die
zo'n film na het opnemen moet onder
gaan. Een „gewone" film, geeft na de
ontwikkeling negatieven. Van deze
negatieven kan een willekeurig aantal
afdrukken worden gemaakt. Een ne
gatief op zich zelf is dus in zoverre al
leen maar belangrijk, omdat het een
middel is om tot de afbeelding van
het eenmaal opgenomene te komen.
Bij een omkeerfilm wordt nadat de
strook zijn eerste ontwikkeling heeft
gehad en er dus ook een soort nega
tief beeld is ontstaan een tweede
behandeling toegepast. De gehele film
wordt dan namelijk aan het volle licht
blootgesteld. Daardoor worden alle
lichtgevoelige deeltjes, die niet door
de eerste ontwikkeling gezwart zijn,
nu ook belicht. Dan gaat de film voor
de tweede keer in een ontwikkelaar.
Maar bij de omkeerkleurenfilm in een
wel zeer speciale. Want hierin worden
tijdens het ontwikelingsproces kleur
stoffen op de film afgezet. Waar ech
ter reeds een gezwart beeld aanwezig
was, ontstaat geen verdere ontwikke
ling. dus ook geen kleurvorming.
Dit eerste negatieve zwarte beeld,
wordt weggebleekt. waarna deze „ge
bleekte" plaatsen de lichtplekken vor
men. Zo ontstaat eigenlijk op indi
recte wijze een direct beeld, dat po
sitief is. Men heeft dus de film omge
keerd", dat wil zeggen: waar bij nor
male behandeling elke lichtindruk
een zwart plekje op het materiaal
maakt heeft men van deze zwarte
vlek een lichtglans gemaakt.
Van een omkeerfilm krijgt u dus
kleurige transparante beeldjes, die
men diapositieven noemt, maar die
in deze tijd bijna niet anders worden
Ontelbare auto's
Het eiland is ongeveer 61 km lang
en plm. 7 km breed en dat wegennet
is klein. Maar het eerste wat iemand
opvalt is de hoeveelheid auto's. En
niet alleen het aantal treft Je, vooral
het feit dat de Cura?aoënaren blijk
baar de grootste Amerikaanse sleeën
uitverkoren hebben, die zij vinden
konden om op hun kleine eiland mee
rond te rijden. Met moorddadige snel
heid schieten zij met die kleurige
blikken gevaarten over hun beperkte
terrein, met een haast een betere zaak
waardig. Dat laatste vinden zij blijk
baar zelf ook, want eenmaal uit htm
wagens gestapt, heeft er niemand
meer behoefte om zich anders dan
traag te bewegen. Dat is begrijpelijk,
want Curasao is heel warm, ondanks
de zee en ondanks de luidruchtige
wind, die in letterlijke zin van geen
ophouden weet. Warm is het er en
droog. Steeds langer blijft de regen
uit, jaarlijks komt er minder water.
Wat eens groéne dalletjes zijn ge
weest met een kleine weelde van
vruchtbomen, kokospalmen en mais -
de hofjes heten die aanplantingen -
daar is nu niet veel anders dan een
vage groene tint waar te nemen te
midden van de dorre, bruingrijze,
brokkelige hellingen. Nu, in de maand
juni behoren de tropische regens het
eiland te overstromen, maar wij heb
ben de druppels weer kunnen tellen.
Zelfs de cactushagen en de divi-divi
geven 't op. Verschrompeld als aard
appelen in het voorjaar hangen de
jonge scheuten aan de stekelige cac-
tusstammen. De divi-divi met zijn
platte kruin naar een kant, als een
meisje met haar lange haren dooi
de passaat achterwaarts omhoog ge
blazen, geeft nauwelijks meer scha
duw aan zyn voet.
Je vraagt je af waar de vele half
wilde bruin met zwarte geiten, de ka-
brieten, en de enkele ook al half
wilde- paarden hun dorst lessen en
hun maag vullen. Die geiten zie Je
altijd en overal: op de rijweg voor Je
auto en op de toppen tegen de blauw
witte lucht. De paarden zoeken in de
nacht de eenzame bewoonde huizen
en bij hun nadering slaan de honden
aan.
Plantagehuizen en hutten
Met uitzondering van de Europese
enclaves, zgn er in de Koenoekoe
zo noemt men, als ik het wel heb be
grepen, op Curacao alles wat niet tot
de stad behoort eigenlijk maar
twee soorten huizen te vinden. De
hutten of iets grotere huisjes van de
arbeiders, die gewoonlijk met eigen
hand vervaardigd zijn en de groten
deels in staat van verval verkerende
plantagehuizen.
Behalve die, welke naar bescherm
heiligen genoemd zijn Curasao is
grotendeels rooms-katholiek dragen
die oude huizen de zonderlingste na
men. Je vindt er Brievengat, Zuurzak
(een vrucht), Rooi Catootje (rooi is
rivier), Pannekoek, Heintje Kool,
Knip, Jan Zoutvat, Koraal-tabak, Si
berië in die warmte en meer
dergelijke op de hupse fantasie van
onze naar Curacao getrokken voorou
ders wijzende betitelingen. Het zijn
merendeels sierlijke huizen van be
trekkelijk simpele architectuur. Een
galerij, al of niet met pilaren voor en
achter, de zaal in het midden en ka
mers aan weerskanten daarvan. De
muren zijn binnen en buiten witge
kalkt en de gevels hebben de oud-
Hollandse vorm. evenwel met zwierige
barok aandoende krul versieringen. Die
huizen doen iemand die ze gezien
heeft, denken aan de huizen in de
Kaapkolonie iets wat wel merkwaar
dig is om te overwegen, daar deze
overeenkomst in bouwstijl onafhanke-
Mogelijkhwden tot vermaak en
avontuur bieden die baaien en
grotten langs de kust in hoge
mate. wie wil weten waar het
woord aquamarijn vandaan ge
komen is, moet eens gaan kijken.
lijk ontstaan moet zijn. Alle plantage
huizen hadden of hebben nog
losstaande uitkijk- en verdedigings-
Sjon Emma.
Op zijn dorre heuvel, iets boven de
nieuwe weg gelegen, staat op de west
punt van het eiland het huis Savonet
nog omgeven door zijn stallen, zijn
schuren, zijn arbeidershuizen en zijn
muren. Binnen de poort is de tgd
doodstil blijven staan. De o zo oude
eigenares woont er heel alleen. Het
heeft geen zin haar naam te noomen,
want op het eiland heet zij Sjon Em
ma (sjon is zowel mijnheer als me
vrouw). Sjon Emma is heel klein en
heel mager, maar haar hand is vast.
Er zijn enkele soorten cactus
sen, die men wel de nachtcactus
noemt, doch algemeen bedoelt
men er toch de Selenicereus
grandiflorus mee. Deze kan
groeien met meterslange stengels
en brengt bijzonder schone bloe
men voort. De grote crème-witte
bloemen komen pas 's avonds
tegen negen uur helemaal open
en verspreiden dan een heerlijke
geur. De volgende morgen tegen
7 uur gaan de bloemen al weer
dicht en ze zijn dus maar één
nacht open. Dat is overigens niet
zo heel erg; een sterke en ge
zonde plant kan heel wat bloem
knoppen voortbrengen.
Het is in feite een klimmende
cactus en men moet er dus wel
een beetje ruimte voor hebben.
Eigenlijk kan ze het best in een
ruime pot gekweekt worden en
dan langs een gebogen vorm van
ijzerdraad. De lange scheuten
kan men rondleiden en dan kan
men er heel wat bergen in een
beperkte ruimte. In een lichte
serre kan men haar het best
kweken, doch ook in een lichte
kamer slaagt men wel. Ruimte
is echter erg belangrijk.
Deze cactus kan men prima
voortkweken door middel van
stekken: jonge scheuten ter
lengte van ongeveer tien tot vijf
tien centimeter vormen in een
potje met zanderige grond vrij
gemakkelijk wortels.
Deze nachtcactus moet niet zo
veel water hebben, doch U moet
er toch wel rekening mee hou
den, dat in de groeitgd veel
water nodig is. 's Zomers wor
den vrijwel alle cactussen veel te
droog gehouden: ze kunnen dan
best flink wat water hebben. Als
verpotten eens nodig is, mag
men dat in geen geval vlak voor
de bloei doen, doch altijd na die
tijd. Zorg er voor, dat de nacht
cactus in een voedzame grond
soort verpot wordt. Gewone
bloem istengrond kan men er
voor gebruiken, doch men mag
er ook nog een beetje klei door
heen doen. Vergeet niet, dat
onder in de pot enkele scherven
moeten komen. In de winter
moet men ze in een normaal
verwarmde kamer kweken: met
iets minder warmte gaat het
echter ook wel.
G. KROMDIJK.
Als de
nachtcactus
bloeit.
aangeduid dan met het woord „dia's".
Deze dia's worden met behulp van
licht bekeken. U kunt het kleurige
plaatje namelijk in een viewer (bekijk
apparaatje) plaatsen en dit kijkertje
naar het daglicht of naar een lamp
richten. Een vergrotend lensje in zo'n
vierwer laat het kleine stukje kleur
in een wat groter formaat zien. Maar
het mooist worden de dia's, wanneer
ze in een projector worden geplaatst.
De lichtbundel, die door het stukje
celluloid wordt gejaagd, doet de kleu
ren tintelen van leven en vertoond
op een witte muur, een vel helder wit
karton of een handig projectiescherm
kan het toch maar enkele vierkante
centimeters grote plaatje een beeld
van één of meerdere vierkante meters
geven
Nu willen we aannemen, dat u een
omkeerkleurenfilm hebt opgenomen
met alle zorg, die dit vereist. De ca
mera was stofvrij, de lens niet be
slagen, de zonnekap hebt u niet ver
geten en het geelfilter gelukkig niet
gebruikt, zodat er geen citroengele
mensen op uw filmstrook zullen voor
komen. Natuurlijk hebt u de belichting
nauwkeurig gekozen, want kleurenop
namen maken „op de belichtingsgok"
is zeer riskant. Een zwart-wit film
kan zonder veel nadeel een ietsje on
der of overbelicht worden, maar een
kleurenfilm niet, omdat dit valse kleu
ren tengevolge heeft, 't Beste is ge
bruik te maken van betrouwbare be
lichtingstabel of een belichtingsmeter.
Tenslotte nemen we bovendien nog
aan, dat u ook niet geprobeerd hebt
om 38 opnamen op een strook van 36
te maken. Want dan bestaat de kans.
dat het kleurenlaboratorium zijn voor
de sortering noodzakelijke nummers
in de eerste of laatste opname heeft
geplakt of geperst, waardoor beelden
die u voor geen geld had willen missen
toch door eigen schuld bedorven zijn.
Wij herhalen dus nog eens: Nooit zó
zuinig te zijn, dat u daar door belang
rijke opname verspeelt.
Als u dus alles „normaal" heeft ge
daan en hoopt dat er veel goede op
namen op 't volgeschoten rolletje zul
len zitten, neem dan de film uit het
toestel en stop deze in de oorspronke
lijke verpakking. Meen niet. dat het
kleurenfimpje van fabrikaat A wel
opgestuurd kan worden in de verpak
king van importeur B naar het kleu
renlaboratorium van fabriek C. Om-
keerkleurenfilms moet u verzenden in
de originele verpakking en ze gaan
naar het adres waar u de film kocht
of naar de ontwlkkelinrichting. die op
het verpakkingszakje staat aangege
ven. Wanneer nu de film, zoals bij
sommige merken gebeurt, in een lange
strook terugkomt, begin dan niet met
heilig enthousiasme iedereen te over
tuigen van uw capaciteiten op kleu-
rengebied, door het rolletje als een
centimetermaatje op en af te rollen.
Het verknoeit uw dia's, want de op
pervlakte komt vol krasjes. Pak de
film hoogstens voorzichtig aan de zij
kanten beet en rol hem een stukje uit
om enkele beeldjes tegen het licht te
bekijken. Rol dat zelfde stukje eerst
weer voorzichtig op voor u op „kou
senvoeten" een volgend aantal beeld
jes gaat bekijken. Nog beter: bewaar
uw geduld nog even en monteer eerst
uw kostbare kleurendia's in raampjes.
Haal nooit uw kleurenfilm door een
filmstrook geleider, want in wezen zijn
dat„filmmoordenaars". Ze veroorza
ken altijd krassen. Voor onderwijsdoel
einden worden filmstrookgeleiders wel
gebruikt omdat, wanneer een strook
te veel krassen krijgt, een nieuwe be
steld kan worden. Maar uw eigen kos
telijke kleurenherinneringen kunt u
nergens nabestellen.
Dat monteren van dia's heeft veel
pennen in beweging gebracht: de één
is een voorstander van dichtgeplakte
en nooit weer open te maken raampjes
compleet met glas. maskers en plak
band: een ander wil raampjes, waar
bij hij de dia's wèl kan verwisselen of
schoonmaken.
Er ztfn ook zeer veel stemmen op
gegaan, die het kleurige plaatje niet
tussen glas willen hebben, maar open
en vrij, licht en luchtig, alleen maar
in een raampje van metaal, plastic of
karton. Omdat er volgens hun zeggen
meer bezwaren tegen cellulaire dia op
sluiting zijn dan voordelen. Misschien
kunnen we over deze dia-montage de
volgende keer eens een heel klein boek
je open doen.