Een Zoeklicht
De muzikale rijkdom van Purcell en
Vivaldi maakte montering overbodig
EEN TWEE-MINUTEN MYSTERIE UIT HET
ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERLOK
ZATERDAG 13 AUGUSTUS
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
Heeft U een speurneus
WONDEREN DER NATUUR
v OP DE BOEKENMARKT
Mu ziekfeest van Aix-en-Provence
Mozart hier cle maat aller dingen
MET JOKE
„Cher ami, het is werkelyk een mirakel, dat U er achter gekomen bent
hoe dit wyntje heet! Mes compliments!" sprak de gastheer, de filmpro
ducent Jules Jabot, het glas van dokter Hompink voor de zoveelste maal
vullend. Alle gasten, waaronder ook inspecteur Herlok en zijn assistent
Harjans, barstten los in spontaan applaus. „U hebt de weddenschap ge
wonnen," vervolgde Jabot. „Morgenochtend verwacht ik U in de studiohal
B. Uw vrienden natuurlijk ook. De opnamen beginnen om 10 uur."
De dokter, die een kleine rol in de film „De Veelvraten van Mars"
bedongen had als hij, al proevend, de naam en het jaar van de wyn
feilloos zou raden, bracht blozend van blijdschap een dronk uit op het
hele gezelschap.
„Het wordt een science-fiction-film", hernam Jabot. „Het verhaal speelt
zich af op het platteland. Een schotel met Marsbewoners is geland. Mid
den in de nacht. Een opgewonden menigte nachtbrakers en fuifnum
mers, die opgebleven zijn spoedt zich naar het huis van de burgemees
ter om hem op de hoogte te stellen. De oude baas slaapt al lang. Zijn
dochter, gespeeld door Louise Polkeur, staat op 't punt om naar bed te
gaan. Opeens hoort ze lawaai op de gang. Ze opent de deur en loopt in de
armen vaneen Marsbewoner, een dankbare rol die Léon Bruël zal
spelenWe beginnen morgenochtend om 8 uur met de slaapkamer
scène. Om 10 uur komen dus de figuranten aan bod."
Dokter Hompink en zijn gevolg waren de volgende dag al vroeg in de
Jabotstudio's. Zy meldden zich als figuranten en konden zich meteen
verkleden. Toen ze als Marsbewoners studiohal B betraden, legde de
requisiteur Juist de laatste hand aan de slaapkamer.
„Requisieten in orde, Mare?" vroeg de opnameleider. Even later zei de
assistent van de regisseur, de scriptgirl Paula Piaf, het draaiboek raad
plegend: „Zeg, waar is het flesje cognac, dat op het nachtkastje hoort
te staan?"
Marc Hansen, de requisiteur, schoot naar voren. Hij was even sprake
loos van vex-bazing. „Zo even stond 't er nog," stamelde hij, „iemand moet
het weggenomen hebbenEnfin, er staat er nog ééntje in de
requisietenkamer. Ik.
„Ik haal het wel even," zei het make-up-meisje Mylène. „Ik weet waar
het staat
Tien minuten later riep de cameraman: „Wat mij betreft kunnen we
beginnen." De schijnwerkers flitsten aan. Het was doodstil geworden.
Achter een zuil staande sloegen Herlok en Hompink verrukt de verrich
tingen in de slaapkamer gade.
Louise Polkeur had als de dochter van de burgemeester een glanzende
kimono aangetrokken en zich vei-volgens een glaasje cognac ingeschonken.
Met een nonchalant gebaar sloeg ze de inhoud naar binnen. „Meesterlijk!"
prevelde Hompink. Daarna stond de actrice op van het bed en liep
bedachtzaam naar de deur. Ze deed maar twee stappen. Toen zakte ze,
verwilderd om zich heen ziende, in elkaar.
„Stop!" riep de regisseur. „Opstaan, madame Polkeur. Deze scène komt
straks. Als U die Marsiaan ontmoetMaar madame Polkeur stond
niet op. „Zij is echt flauw gevallen," opperde de scriptgirl. „Een dokter!"
Hompink, die zich alvast uit de omstanders had losgemaakt, drong
onbeschroomd de kamer binnen en onderzocht'het lichaam. „Dood!" zei
hy zacht.
Bruël was aarzelend op de rand van het bed gaan zitten. „Hoe is het
mogelijk," zei hy, de vuisten ballend, „vlak voordat ik op moet komen
doodzo'n groot actrice." Marc Hansen staarde schuldbewust naar de
fles cognac. Het make-up-meisje was zo aangegrepen door de onver
wachte wending in het verhaal, dat ze onhoorbaal huilde.
De uitslag van een grondig onderzoek luidde, dat zich in de „cognac"
doodgewoon gekleurd water een snelwerkend vergift bevond.
Herlok belde zyn collega, inspecteur Pathé op en zei: „Als deze film
ooit voortgezet wordt, zal één van de medewei-kenden helaas niet meer
van de partij kunnen zijn. Deze persoon hoort niet thuis tussen décors,
maar tussen gevangenismuren. Ik vei'denk
Vraag: WIE VERDACHT INSPECTEUR HERLOK EN OP GROND
WAARVAN?
■unmsunjfl
sin uamon noz snd aj udd jaaxa jaiu iaat u.a Ciy ;np ua 'uap
-jo<n uapnoz jaza6do;s xpg% uauwudo ap jnp unnq^tijq jstcn
(!H 'anuaj asónnpaun uCiz ui 6ou uexuoq jsaoiu do Ciy
jnpjooa otpiei unajon azap si 6aoua6 6ipjvmuy.idj\i jBuup
-uauuiq uajqoops.idjsaaiud6jiiq ap una .laxumidnnis ap aip
ddiiocixaqs-inpi uaa sin do ngiuig uo?q jpaa.ij uap.iocn uaipiz
uaxuouaódo axp saunas uaaaxqasaq joqnp doop ap sudfyoA :puoooijuv
Nu de boter in de pan en we bak
ken de fUngesnipperde ui er licht
bruin in. Prik je nu een stukje maca
roni om te proeven of ze al gaar is.
Jan? Dan moet ze voorzichtig in een
vergiet gedaan worden en weer terug
in de pan.
We kennen de bonte specht byna alleen als insekten-
jager, die op de boomschors tikt om te horen of er iets van
zyn gading onder verborgen zit. Maar als we ook zyn
vei'dere verrichtingen konden gadeslaan, zouden we van de
ene verbazing in de andere vallen. Behalve van insekten
houdt deze specht, zoals trouwens de meeste vogels, van
noten en denne-appels. Maar hy is een van de weinige
slimmerikken, die ze ook weet te kraken. Hy had n.l. eerst
al gezocht naar een mooie, doelmatige werkplaats en die
gevonden in een boom met een spleet, net groot genoeg
om als bankschroef te gebruiken. Daarin klemt hy de
denne-appel stevig vast, houdt hem met zyn pootje ten
overvloede nog op zyn plaats en beitelt er dan met zyn
snavel op los tot de stukken in het rond vliegen. De
hardste noot kan hy op die manier kraken. Door de
schillen en doppen onder de boom kunnen we gemakkelyk
zo'n spechtensmidse ontdekken. Maar in het voorjaar
krygt de boomspleet een heel andere bestemming. Hij
maakt er dan een origineel muziekinstrument in, dat hy
bespeelt inplaats van te fluiten. Na lang zoeken en keuren
heeft hy uit veel dorre takjes één gekozen, dat aan eisen
van een bepaalde lengte, dikte en veerkracht voldoet. Dat
zet hij ook klem in de spleet en door er nu vlug met zyn
snavel tegenaan te roffelen, maakt het een vroiyk snor
rend geluid, dat door de vrouwtjes-spechten direct her
kend wordt. Ze komen erop af en als de uitverkorene ook
muzikaal is, kunnen we zelfs een harmonisch samenspel
verwachten.
Jan heeft de bloemkool kleinge-
maakt, nu doen we alles bU de maca
roni en roeren het voorzichtig door
elkaar. Mammie en Pappie kunnen
jullie nu laten smullen!
Wie wast de macaroni? jy. Kok?
Zet ze dan meteen op met wat zout
en zoveel water, dat ze een heel eind
onder staat. Dan 20 min. laten koken.
De Spaanse zangeres Teresa Berganza (ontdekking ran Aixals Dido in Pur-
cells opera „Dido and Aneas".
Een allegorische verhandeling tus
sen de deugd, de gouden eeuw en de
Seine (die dan nog in het Italiaans
wordt gevoerd) had de ongenoemde
regisseur blykbaar en begrypeiyker-
wys niet een aanknopingspunt voor
ook maar een schim van een hande
ling geboden, zodat de drie zingende
protagonisten twee vrouwen en een
man niets beters wisten te doen
dan in kaarsrechte waardigheid op
hun tronen te blyven kleven om suc-
cessievelyk die houding dan even op
te geven en een stap naar voren te
treden, wanneer ieder, volgens toer
beurt, haar of zyn aria mocht komen
geven. En ieder nummer, met het
discreet-nerveuze orkest onder Pierre
Dervaux in de bak, was een verruk
king voor het oor en gelyktydig een
onding voor het oog (dat wy persoon-
lyk dan ook maar snel hebben ge
sloten).
By Purcells ,,Dido and Aeneas" la
gen de verhoudingen in beginsel even
zo. Ook voor dit meesterwerk, dat
Purcell op zyn dertigste jaar schreef
voor een pensionaat voor jonge meis
jes, die wel waar voor haar (school)-
geld hebben gehad, had Suzanne La-
Aarcello Cortis als de pseudo-dokter in Gounods
Médecin Malgré lui".
Maps Valk. „Mijn vriendin Jacoba"
Querido Amsterdam 1960.
„Myn vriendin Jacoba" is het tweede
boek van de schryfster Maps Valk.
Twee jaar geleden heeft zy een ver
haal gepubliceerd, dat „Michiel Ema
nuel Frederik" heet en dat een zeer
goede pers gehad heeft.
Het is zonder twyfel juist dat Maps
Valk over een zeer goede pen beschikt
en een goed inzicht heeft in de mense-
lyke structuur.
De intrige van dit verhaal is eenvou
dig. Het terrein is een meisjespensio
naat en de hoofdfiguren zijn het
meisje Claire, dat de geschiedenis ver
telt en de Engelse lerares, Jacoba
Maas. Als het verhaal begint, zullen de
meisjes, die in de hoogste klassen ge
komen zyn, les krygen van deze lera
res, die een omstreden figuur is. zy on
derscheidt zich van de anderen door
intelligentie, een eigen styl van kleden
en haar kamer inrichten, een grotere
culturele belangstelling en door haar
afzydigheid. Over het algemeen mo
gen de meisjes haar niet. Zij noemen
haar lastig, ironisch een ongeduldig.
Wel heeft zij meestal in haar klasse
enige uitverkorenen tegenover wie zy
zij redelijk en vriendelijk is. Dat zijn
gewoonlyk meisim waar, wat men
noemt, „wat by zit".
Merkwaardig is dat de leerlingen van
te voren deze Claire al aanwyzen als de
toekomstige uitverkorene van juffrouw
Maas: Zij blijken gelijk te hebben. Er
ontstaat een grote vriendschap tussen
die beiden. Een vriendschap dat
dient met nadruk gezegd waarbij
Claire de zeer bevoordeelde party is en
waarby totaal niets wyst op minder
oorbare bedoelingen van de zijde van
juffrouw Maas.
Alles is pais en vree totdat Claire,
met haar vader voor de Paasvakantie
in Londen, daar juffrouw Maas ont
moeten zal, die aan haar dissertatie
werkt in een van de bibliotheken.
Claire is te vroeg voor de afspraak en
gezeten in de hal, verscholen achter
een plant, ziet zij jufrfouw Maas met
een vriendin de trap afkomen. Plotse
ling treft het haar het zeer manne-
lyke in deze vrouw met haar mantel
pakken en overhemdblouses. De gene
genheid van het meisje slaat om in
haat. De zeer vrouwelyke Claire ziet
kans haar eens zo bewonderde lerares
op de meest vileine manier te treffen;
redeloos en doelloos. Het is dan ook
geenw onder, dat Jacoba Maas nooit
meer iets van deze Claire heeft willen
weten. Niet omdat zij „Coba uitspeelde
teen een andere minnaar', zoals de
schrijfster eindigt, maar omdat ge
bleken is. dat Claire een meisje is, dat
geen subtiele onderscheidingen kan
maken.
Er bestaat overigens een even korte
Engelse roman, die naast deze Neder
landse gelegd kan worden „Olivia
door Olivia" (1950) De Engelse wint
het in menselykheid.
ger, die op het toneel kennelijk nog
enige ervaring mist, de aandacht af
leidden van een muziek, die geen en
kele toevoeging van visuele of thea
trale orde vraagt, omdat nogmaals
Purcell alle dramatische schoonheid
hier in de partituur zelf had gelegd.
Die partituur was overigens door zijn
hedendaagse nazaat en opvolger Ben
jamin Britten met smaak en piëteit
herzien, een herzieningdie zich in
tussen bepaalde tot het uitwerken van
de klavecimbelpartij en het versobe
ren van enkele orkestrale stemmen
en waarvan Aix, gelijk het program
ma wat pompeus verklaarde, nu de
„wereldpremière" heeft beleefd.
Britten herzag Purcells „Dido and Aeneas"
(Van onze Parijse correspondent)
DE muzikale schare is vanuit alle windhoeken van Parijs en Frank
rijk zelfs van nóg verder, weer in Aix-en-Provence neergestreken,
leder weet dat 't goed is zo en dat aan deze traditie van twaalf jaren
niet meer getornd zal kunnen worden. Aix is de stad met de eeuwig
spuitende fonteinende stad van Cézanne en de stad vooral van Mozart
(die hier wel nimmer fysiek geweest is. maar die in Aix nu niettemin
zijn geestelijke geboortegrond gevonden heeft). Wanneer de muzikale
(en de mondaine) leden'van de Festival-schare elkander iedere zomer,
wéér een jaartje ouder, grijzer en soms krommer terugzien, dan blijft
Aix onveranderd, in zijn intieme verhouding tot Mozart: stad. omge
ving en componist hebben inderdaad een huwelijk uit pure liefde, of
schoon door de omstandigheden met de handschoen, gesloten, een hu
welijk dat nooit meer zal worden ontbonden. Over die relaties kan
geen versi hil van mening meer heersen: ze bepalen de geest en de sfeer
van het hele feest en ze vormen de muzikale basis van het repertoire.
Mozart is hier, sterker misschien nog dan in Salzburg, de maat aller
muzikale dingen.
NU Aix het tweede dozyn van zyn
geschiedenis als Festivalstad is
binnengetreden, hebben de orga
nisatoren, de heren Bigonnet, Dussur-
get en Pincherle de behoefte gevoeld
de balans op te maken (tydens een
drietal lezingen met debat) om de
condities te onderzoeken, en zo mo
gelijk te scheppen, voor een modern
en Frans opera-repertoire, dat zich
harmonisch zou kunnen voegen naar
bleem van de repertoire-vernieuwing
zich ook hier elk jaar wat nypender
voordoet is nü al wel weer gebleken.
Een Festival dat een internationale
reputatie levend en op heeft te hou
den ,kan het in onze dagen nu een
maal niet zonder een wereldpremière
stellen. En het object van die pre
mière wordt hier dus niet alleen on
derworpen aan eisen van kwaliteit en
belangrijkheid in algemene zin, xnaar
ook nog getoetst aan dat Mozartiaanse
schoonheidsideaal (waardoor, xiiter-
aard, de spoeling wèl dun moet wor
den).
die traditie van Aix, welk als ge
zegd uit de kunst van Mozart is
gegroeid. Op de conclusies die Fran
cis Poulenc, trouwe festivalier in Aix,
wiens eenacter ,,La voix humaine"
hier dit jaar op het programma staat,
uit de balans getrokken heeft, en de
eventuele perspectieven, die er door
zouden kunnen worden geopend, hoop
ik in een volgende brief nog nader
terug te komen. Doch dat het pro-
Naast de ,,Don Giovanni" en ,,Le
nozze di Figaro" van de meester zélf
had de Festival-directie, behalve de
reeds vermelde Voix Humaine van
Cocteau-Poulenc. Gounod's Le Mé
decin malgré lui" op het programma
geplaatst, een werk dat er, zo dicht
in de buurt van Mozart, nog wel ble
ker uit moest komen te zien, alsmede
Vivaldi's ,,Senne Festeggiante" en
Purcell's ,,Dido and Aeneas". By die
laatste twee werken bleek de muzi
kale rekening ideaal te sluiten. De
schoen wrong hier echter weer pUn-
lijk met betrekking tot het visueel-
dramatische aspect dat bij een opera
toch ook niet heleméél veronacht
zaamd kan worden. Antonio Vivaldi,
aan wiens come-back", om de sport-
term te gebruiken, de secretaris-gene
raal van het Festival Mare Pincherle,
die een ruim deel van zyn leven
aan de bestuering en beschryving
van diens oeuvre wydde, geenszins
vreemd is geweest, heeft behalve voor
ontelbare instrumentale stukken voor
grote en kleine ruimte ook nog de
tyd gevonden liefst 49 opera's te
schryven, die, sedert ruim twee
eeuuwen, zelden of nooit meer wor
den uitgevoerd.
WANNEER men deze Senna
Festeggiante", die men in 1949
voor het Festival van Venetie
al had opgegraven, heeft gezien, dan
valt die veronachtzaming muzikaal
gesproken, zeker te betreuren, maar
uit het oogpunt van een operadirec
teur toch niet zo erg lastig te begry-
pen. Ondanks alle motorische kracht
en het gespierde lyrisme, die ook deze
partituur weer in overvloed bezit en
waaruit Vivaldi's muzikale wederop
standing in onze tyd vooral wel ver
klaard moet worden, mist dit werk,
dat in 1725 ter opluistering van de
kroningsfeesten van Lodewyk XV ge
schreven werd, toch wel ieder ele
ment waardoor het als opera vandaag
nog bestaansrecht zou kunnen hebben.
Eva Ramm. „Stof in myn hersens"
Zuid-Hollandsche Uitgeversmy
Den Haag z.j.
Een vrolyke roman over het gezins
leven is de ondertitel. Voorts schijnt
het boek „een bekroonde Huisvrouwen
roman" te zyn whatever that may
be en is er in het land van her
komst, Noorwegen, een film van ge
maakt. Foto's daarvan verluchten het
geheel.
Wy worden binnengeleid in een flat
gebouw vol boenwassende huisvrouwen
met daartussen enkele uitzonderingen.
Randi Svendsen is zo'n eeuwige gla
zenwasster en stofafneemster. Haar
moet moet dientengevolge in de gang
zijn pijp op steken en de kinders mo
gen niets. Nooit heeft ze tyd niet
voor de liefde en niet voor een wande
ling. Zodoende is haar uiterlijk er ook
niet op vooruit gegaan. Haar vriendin
Edna denkt er heel anders over. Zij is
de propagandiste van „eerst de liefde
en dan de huishouding". Randi veracht
haar daarom. Maar o jé, als Randi's
man verstrikt dreigt te raken in de
netten van een vamp van drie hoog!
Als de wind verandert zy van taktiek
en het huweiyk is weer gered.
Een humoristisch verteld, opgewekt
verhaal zonder twyfel. Dat een voor
stelling van zaken, zoals die in deze ro
man gegeven wordt, natuurlijk van
a tot z vals is, aangezien de boenwas
neigingen, gepaard aan het op de borst
kloppen en het slachtoffer uithangen
van dit soort vrouwen doodeenvoudig
neerkomt op machtswellust en zelfver
heffing moeten wy maar op de koop
toe nemen.
CLARA EGGINK
lique in sobere donkergrUze tonen dé
cors ontworpen, die, met de aangry-
pende ouverture la Frangaise, on-
middellyk hét drama in zyn atmos
feer van grandeur en mateloze smart
en menselykheid wisten te plaatsen,
wy hebben die muziek mede dank zy
de grammofoon zeker honderd keren
in ons leven gehoord. En we weten
dat we ook in de toekomst iedere
maal weer even diep bewogen zullen
worden door de majestueuze schroom
waarmee de drie hoofdpersonen Dido,
haar zuster Belinda en haar minnaar
Aeneas (en de koren in hun klaagzan
gen) uitdrukking geven aan gevoe
lens en emoties waarvoor inderdaad
geen woorden te vinden zijn. We heb
ben persoonlyk ook nooit behoefte
gevoeld die woorden te zoeken noch
zelfs het verhaal van de koningsdoch
ter, die een onmogelyke, doch beant
woorde liefde voor de schipbreuke
ling-piraat Aeneas had opgevat, by
Virgilius, aan wie het tekstboek werd
ontleend, na te slaan of laat staan
na te lezen. Zoals by iedere opera
geloofden wy het libretto ook zo van
horen zeggen wel.
De ganse dramatische kracht zetelt
hier in de muziek, waarvan de uitwer-
wordt zodra ge engeltjes en goden
over de planken ziet huppelen of wan
neer wanhoopsgebaren van een prach
tig zingende, doch iets te potige Te
resa Berganza als Dido, of een Ge
rard Souzay, de uitgelezen liedzan-
Hebben we al eens macaroni ge
kookt? We nemen een pakje maca
roni, verder een grote ui, koud ge
hakt vlees, 7 geraspte worteltjes, een
stuk ongekookte bloemkool en fynge-
sneden prei, iets zout en aroma.
9
MACARONISCHOTEL