L
Geen buitenlandse bezoeker mag liet
enorme warenhuis GOEM overslaan
VERSTAAT U WAT U LEEST?
WOORD
VAN
BEZINNING
Handhaving van hoog niveau
in Salzhmrg is bijna ondoenlijk
Scherpe aanvallen op dirigent VonKarajan
Thermometer van de economische gesteldheid
Ouderwetse inrichting en zeer hoge prijzen
Zesduizend man personeel
Zaterdag G augustus 1960
MAG ik dit woord van bezin
ning laten beginnen met een
vraag over bezinning? Deze
vraag: verstaat u wat u leest?
Dit kan natuurlijk gevraagd
worden aan leder, die zinvolle let
ters voor zich heeft: krant, brochu
re, boek. De vraag zelf is al meer
dan negentien eeuwen gesteld. In
de bijbel, in het nieuw-testamen-
tisch boek „Handelingen der apos
telen": een vraag geadresseerd aan
een man uit het toenmalig-heiden
se Afrika. Hij had op zijn reiswagen
als reislectuur uit Jeruzalem mee
genomen een boekrol van de oud
testamentische profeet Jesaja. Hij
leest hardop, zoals het toen en ook
later nog de gewoonte was. Iemand
aan de kant van de weg hoort het
en doet de vraag: verstaat u wat u
leest? Het is dus oorspronkelijk een
vraag aan een bijbellezend mens, zo
wil ik die vraag vasthouden.
Bijbellezener is in ons land
een tijd geweest dat het haast van-
al meer dan elfhonderd. Onze voor
vaderen zijn opgegroeid bij de sta
tige klank van de prachtige Staten
vertaling. De nieuwe vertaling van
1951 is minder plechtig. Spreekt
deze minder plechtige vertaling be
ter aan dan de Staten-bijbel? Wie
met jongelui daarover een steek
proef neemt, komt tot de ontdek
king dat ook in deze vertaling me
nige zinsnede vreemd blijft. Ligt het
hieraan, dat de onnatuurlijke mens
de geestelijke dingen niet verstaat?
Dit zal blijven bij elke vertaling.
Wat denkt de doorsnee-kranten
lezer bij een zin als deze: „sommi
gen prediken den Christus wel uit
nijd en twistuit eigen belang,
In de taal van het gewone volk
heeft iemand als Luther zijn be
kende bijbelvertaling gegeven. Hü
vertelt hoe hij heeft geluisterd naar
de taal van de moeder thuis, de kin
deren op de straat, de gewoneman
op de markt. Daarom graag attentie
voor die brief van Paulus in eenvou
dig Nederlands. Ik hoop, dat u bij
gelegenheid een boekwinkel bin
nenloopt en die brief in uw zak
steekt. Het zal u verrassen hoe
menselijk deze gevangene schrijft
over de zaak van het Evangelie. Ik
citeer er dezelfde alinea uit als bo
ven, nu in eenvoudig Nederlands:
„wel zijn er, die Christus verkondi
gen omdat ze jaloers zijn en iets
tegen mij hebbenom er zelf
beter van te worden met de boze
bedoeling mijn gevangenschap nog
moeilijker te maken". Wie weet,
wordt zo de roep van de bijbel beter
verstaan. Een andere bijbelschrij
ver, Johannes geeft de bedoeling
van zijn geschrift aldus aan: „Ge
schreven heb ik, opdat ge gelooft
zelfsprekend was, in de gezinnen en
persoonlijk. Dat goed protestants of
liever zeg ik: goed-christelijk ge
bruik is er niet meer. Hebben wij er
geen tijd meer voor of geen aan
dacht? Is radio, televisie belang
rijker?
De bijbel is het boek van de we
reld. Waarom dat grote woord in
het geding brengen? Omdat naar
een hervormd-kerkelijk getuigenis
God gebruik wil maken van de
prediking uit de bijbel. Waar ergens
zijn gemeente tot openbaring komt,
daar komt vroeg of laat de vraag
naar de bijbel in die taal. Een ver
taling dus. De oorspronkelijke bij
beltaal: Hebreeuws en Grieks is
geen godgewijdertaal dan een ver
taling ervan in het Hollands of
Spaans. Anders dan de taal van de
Koran, 't heilige boek van de Islam;
de in het Arabisch geschreven Ko
ran mag niet vertaald worden. Zo
iets kennen wij niet. Vandaar de
vele vertalingen van de bijbel, nu
met de onzuivere bedoeling, mij de
gevangenschap zwaar te maken"?
Het is een regel van de apostel Pau
lus vanuit zijn cel geschreven aan
de gemeente in de Griekse stad
Philippi. Nu is kort geleden deze
brief onder de titel: „een gevan
gene schrijft" in eenvoudig Neder
lands uitgegeven door het Neder
lands Bijbelgenootschap, een uit
gaafje van een paar kwartjes, pret
tig van druk en formaat als een
brochure, met een situatietekening
van de geadresseerde gemeente en
een reproduktie van een pagina uit
een van de beste bijbelhand
schriften. De gedachte van velen is,
dat de bijbel in min of meer plech
tige taal is geschreven, dan past
toch geen popularisering. Maar het
is de vraag of de oorspronkelijke
bijbeltaal zo gedragen was als men
denkt, het Grieks van ons nieuwe
testament is een volkstaal, niet de
taal van de klassieke Griekse schrij
vers.
Hoogtepunten verplichten
(Van onze Weense correspondent, dr. N. Greitemann)
De Festivalbezoeker vreest, dat de opening van de nieuwe schouw
burg en de prachtige opvoering van de „Rosenkavalier" misschien te
veel van Salzburg hebben gevergd. Het is een grote voldoening wan
neer er een top wordt bereikt, maar hoogtepunten verplichten en het is
bijna ondoenlijk om een zeer hoog niveau op den duur te handhaven.
In Salzburg schijnt de aanvankelijke inspanning zo groot te zijn geweest
dat er nog maar weinig kracht en élan overblijft voor het verdere
programma, waarmee men intussen is begonnen. Toch zijn ook deze
voorstellingen niet te onderschatten. Men moet integendeel toegeven,
dat de opera's van Mozart, die nu aan de beurt komen zoals „Zauber-
flöte", „Don Giovanni", „Figaro's Hochzeit" en „Cosi fan tutte" unieke
kwaliteiten hebben en dat de vertolking daarvan uitstekend is, doch ze
hebben het nadeel, dat ze tot het vaste repertoire van Salzburg behoren
en men er de kracht, de tijd en de middelen niet voor had om er iets
nieuws van te maken.
dat Jezus is de Christus, de door
God bestemde Behouder en opdat
ge gelovende, het leven hebt in zijn
naam". Met het verstaan van de
bijbel is het leven gemoeid.
Daarom is de vraag gerechtigd of
wij verstaan wat wij ervan lezen. De
Ethiopische reiziger, in het begin
genoemd, gaf eerlijk toe: ,Hoe zou
ik dit kunnen, als niet iemand my
de weg wijst?"
Die iemand kan de man op de
kansel zyn of de docent in de les
kamer of misschien wel een haast
vergeten lied van vroeger. Het kan
de levensstijl van vader of moeder
zijn, mensen van Gods verborgen
omgang. De apostel Paulus spreekt
ergens over mensen als levende
brieven van Christus: wegwijzers
vanuit en naar Christus, van wien
de bijbel getuigt.
J. de Wit,
pred. herv. gem.
te Leiden.
Zodoende heeft het nu komende ge
deelte eerder een routinekarakter, de
mise-en-scène is die van vroeger, de re
gie bleef dezelfde en ook in de rolver
deling valt er maar weinig verandering
te bespeuren. Dat neemt toch niet weg,
dat alles „gesmeerd" gaat en het artis
tieke peil er niet onder lijdt. Natuurlijk
is men benieuwd hoe hierop de muziek
kritiek zal reageren. Hoogstwaarschijn
lijk zal zij in de Weense bladen zuur en
zeer onzakelijk uitvallen. De diepste ver
klaring hiervoor ligt in de persoon van
de dirigent Von Karajan, wiens artistie
ke kwaliteiten door vriend en vijand
worden erkend, maar die door zijn dic
tatoriaal optreden de gehele pers, de fo
toreporters, de radio en televisie zozeer
tegen zich in het harnas heeft gejaagd,
dat sommige critici elke gelegenheid
waarnemen om hem hoè dan ook
te kraken.
In de „Wiener Kurier" verscheen naast
de vakkundige bespreking van de onvol
prezen „Rosenkavalier" een hatelijke en
persoonlijke „glos" over Von Karajan,
waarin wordt gezegd hoe „verheffend"
het was, dat hij als Oostenrijker en als
Salzburger by de opening van de nieu
we schouwburg het Oostenrijkse volks
lied dirigeerde, ofschoon hij zijn belas
ting in het buitenland betaalt. Nu heeft
deze dirigent weliswaar stalen zenuwen,
maar het is toch mogelijk dat hij er op
zekere dag de brui aan geeft. Dan heeft
de Weense boulevard-pers haar doel be
reikt, maar over tien jaar zal een andere
meer zakelijke pers van oordeel zyn, dat
Oostenrijk zijn beste dirigent heeft ver
loren .omdat de muziek-kritiek zich door
persoonlijke animositeit en door gevoe
lens van haat heeft laten leiden.
Mismoedige stemming
Op t ogenblik hangt er ontegenzeglijk
een mismoedige stemming over de Fes
tivalstad, wat grotendeels aan het drui
lerige weer te wijten is. Bovendien zijn
veel bezoekers teleurgesteld, omdat al
leen de „Rosenkavalier" en een tweetal
concerten in de nieuwe schouwburg ten
gehore worden gebracht, doch alle an
dere opera's in een van de drie „oudere"
theaters worden opgevoerd. Slechts wei
nig bezoekers krijgen dus de gelegenheid
om het Festspielhaus te bezichtigen, na
dat elk Oostenrijks en buitenlands blad
van betekenis er uitvoerig over had ge
schreven. Dat zijn nu eenmaal de na
delen van een Festival, dat dadelyk met
een sensatie en een hoogtepunt begon.
Doch wanneer men zich ook maar enigs
zins inspant, ontdekt men toch enkele
lichtpuntenDe opvoering van Mozarts
opera „Cosi fan tutte" bewijst, dat er
verrassingen mogelijk zyn. Zelfs zonder
een nieuwe schouwburg. Deze kleine,
charmante en elegante opera werd voor
het eerst niet meer in de Residentie op
gevoerd, maar in het Landestheater met
nieuwe decoraties, kostuums en gedeel
telijk nieuwe krachten. Vooral de vertol
king van de twee vrouwelijke hoofdrol
len door Elisabeth Schwarzkopf en
Ohrista Ludwig kan men zich niet vol
maakter voorstellen. Zelden werd dit
werk zo speels, elegant en zozeer in de
geest van het pastelkleurige rococo-tijd
perk opgevoerd als in deze stad, die in
dertijd een leidende rol heeft gespeeld
bij de overgang van de barokkunst naar
het rococo.
Sloperswerk van de tijd
Zodoende kan een Festivalondanks
zijn traditionele repertoire, tóch nog
bewondering afdwingen, ook al stemt
het somtijds weemoedig, wanneer men
bemerkt dat in de loop der jaren be
paalde zangers en zangeressen lang
zaam van het toneel verdwijnen. Anton
Dermota en Irmgard Seefried zijn nu
op de achtergrond geraakt en daarvoor
in de plaats trekken Lisa della Casa,
Sena Jurinac en Christa Ludwig nu de
aandacht. Hïlde Güden heeft zich nog
weten te handhaven, maar men voelt
dat zij over haar hoogtepunt heen is
en men vreest, dat dit ook met Elisa
beth Schwarzkopf het geval zou kunnen
zijn. Met niets ontziende hardheid de
monstreert een Festival dat kunste
naars komen en gaan en dat de men
selijke stem een teer instrument is,
weerloos overgeleverd aan het slopers-
werk van de medogenloze tijd.
Sena Jurinac en Lisa della Casa
(rechts) in ..Rosenkavalier" van
Richard Strauss.
(Foto PSF)
Amerikaanse journaliste in de Sovjet-Unie (VII)
brii" zei ze („U bent erg vriendelijk")
en verdween toen in de menigte.
Slechte kwaliteit
De speelgoedafdeling was fascine
rend. Ik zag dezelfde soorten speel
goed als in Amerika, maar de kwali
teit was over het algemeen slecht.
Vliegtuigen, tanks, kanonnen, poppen
beesten en spellen waren de voornaam
ste artikelen. De meeste poppen waren
gemaakt van ontvlambaar celluloid. Al
jaren geleden werd in Amerika een
wettelijk verbod om zulke poppen te
maken uitgevaardigd.
De televisie-afdeling was stampvol.
Een 25 cm toestel kost ruim driehon
derd gulden. De regering zorgt er voor,
dat televisie binnen het bereik van de
meeste gezinnen is. Het is een prachtig
propaganda-middel. Bijna elke Rus
heeft een televisietoestel.
De lingerie-afdeling (nylon nacht
hemden (100 gulden) was minder druk
dan de meeste andere afdelingen, hoe
wel men ook hier in de rij stond. Op
deze afdeling had ik de beste kans om
de artikelen en de vitrines goed te
bekijken. Hoewel GOEM in 1950 is ge
opend, ziet de zaak er circa 40 jaar oud
uit. Het pleisterwerk en de tegels zijn
gescheurd. De vitrines zijn onbeholpen
en ouderwets. De kasregisters riepen
oude herinneringen bij me op.
Een grote broeikas
Een glazen koepel over de gehele
lengte van het warenhuis, gaf me het
gevoel in een grote broeikas te zijn. De
volop door het glazen dak naar bene
den schijnende zon veroorzaakte een
atmosfeer als van een badhuis. Er was
geen luchtverversing.
„Ik vroeg of GOEM liften had.
„Waarom?", vroeg men, „het waren
huis heeft maar vier verdiepingen". Er
waren geen roltrappen, hoewel de on-
dergrondsen in Rusland gestroomlijnde
roltrappen hebben die tweemaal zo snel
gaan als die in Amerika.
Via luidsprekers, die door het ge
hele gebouw hoorbaar zijn, worden ge
regeld mededelingen gedaan. „Als u uw
kind kwijtgeraakt bent of degene waar
mee U boodschappen doet, gaat u dan
naar de grote fontein om elkaar weet
te treffen".
„Wil degene, die haar pakjes op de
corsetten-afdeling heeft laten liggen,
korsetten-afdeling heeft laten liggen,
den voorwerpen, op de tweede verdie
ping". Talrijke telefoons hingen aan de
muur ten gerieve van de klanten. Deze
apparaten zijn verbonden met een
centrale in het gebouw. Een klant die
een bepaald artikel niet kan vinden
neemt een telefoon van de haak, deelt
zijn positie mee en krijgt dan aanwij
zingen.
Ik probeerde het ook. „Ik sta bij de
afdeling lederwaren op de eerste ver
dieping en ik kan de spreien niet vin
den", zei ik tegen de telefoniste. „Gaat
u dan naar het middenpad en slaat u
rechtsaf", luidde het advies. GOEM
levert niets op krediet of afbetaling.
Alles is contant. Terugbetalen of
ruilen is er niet bij. Van speciale ca
deau-verpakkingen heeft men nog
nooit gehoord: tot voor kort werd er
helemaal niets ingepakt. Vele klan
ten hebben tassen bij zich waar alles
zonder verpakking wordt ingestopt.
Vijf en veertig dagen werk
voor een kostuum
Ik verzocht mijn inkopen zo mogelijk
in een doos te doen. De doos was niet
aan elkaar geplakt of geniet en viel
uit elkaar voor ik in het hotel terug
was. Alleen het paktouw hield de boel
nog by elkaar.
Op dat ogenblik liepen we voorbij de
afdeling herenkleding. Er stonden drie
ryen van zes man elk. „Hoeveel kost
een herenkostuum?" vroeg ik. „Onge
veer 150 dollar (zeshonderd gulden)",
antwoordde Eleonora, mijn tolk.
„En wat is het gemiddelde loon van
een arbeider?", vroeg ik. „Ongeveer
100 dollar per maand". „Dat betekent
dat een man 45 dagen moet werken
voor een pak. In Amerika kan men een
pak kopen voor minder dan de helft
van een gemiddeld weekloon". „Jullie
Amerikanen met dat dwaze gereken",
was haar antwoord. „Ik hoor dat elke
dag. Jullie willen allemaal roebels om
rekenen in dollars en dat is onmoge
lijk. In Rusland betaalt een arbeider
ongeveer 4% aan belastingen. Nie
mand in de Sovjet-Unie, ongeacht zijn
inkomen, betaalt meer dan 13% aan
belastingen. De huren zijn 4% van het
inkomen. Medische en tandheelkun
dige verzorging zijn gratis. De onder
grondse kost 5 cent, haarknippen 20
cent, telefoonabonnementen kosten 2,50
dollar per maand voor een onbeperkt
aantal gesprekken. Vakantie twee en
vier weken in een vakantie-oord
wordt door de fabrieken betaald. On
derwijs is kosteloos. Bijna elk Russisch
gezin heeft twee kostwinners".
Een herenkostuum kost 150 dollar,
maar wat zou dat? Onze andere kosten
zijn zo laag, dat niemand daar last van
heeft."
Ik wilde haar in de rede vallen, maar
ze was nog niet uitgesproken.
„Het is in Rusland niet nodig om te
sparen. De regering zorgt voor onze
oude dag."
Mal-zindelijk
Omdat dit onderwerp ons opwond,
vroeg ik Eleonora: „Waarom zien de
meeste Russen er in het openbaar zo
haveloos uit? Die vrouw daar (ik wees
iemand aan) draagt een gescheurde
sjaal om haar hoofd. De knopen zyn
van haar mantel af. Haar schoenen
zijn met een touw vastgemaakt. En
toch koopt ze ijsjes van 20 cent per
stuk voor haar kinderen". „Die have
loos geklede mensen komen meestal
van het platteland. Ze zijn niet arm.
Ze weten alleen maar niet, hoe ze zich
in de stad moeten kleden. Zien Ameri
kaanse boeren er anders uit?"
„Ja," antwoordde ik. „Amerikaanse
boeren zien er netjes uit". „De Russi
sche cultuur verschilt van de uwe. Wij
zijn niet wat je noemt een „mal-zin
delijk" volk. Amerikanen letten altijd
op de nagels. Een werkend volk dat
wegenbouwt en tractors bestuurt, kan
zyn nagels niet schoonhouden. Wij zijn
pioniers. Pioniers hebben het te druk
om zich met zulke kleinigheden bezig
te houden. Uw regering is 150 jaar oud.
De onze 42 jaar. Vroegen de vrouwen
van de Amerikaanse kolonisten in de
18de eeuw zich af, of hun kousen wel
precies recht zaten. In dat stadium
verkeert Rusland nu, als we een ver
gelijking willen maken. Als het belang
rijke werk gedaan is, leren we ook wél
stijl in ons leven te brengen. Over 20
jaar zien Parijs en New York mis
schien naar Moskou op als modecen
trum. Geef ons tijd".
Een bezoek aan het GOEM-warenhuis mag geen buitenlandse
toerist nalaten. Men trapt U op de voeten, port U in de ribben,
kortom een zenuwslopende gebeurtenis. Hier komt II werkelijk in
aanraking met het volk. U voelt ze op uw voeten, uw rug en op uw
hoofd.
Ik interviewde de directeur, Wladimir Georgewitsj, een intelligente,
knappe man, die een van de topfuncties van Moskou bezet. Hij sprak
met groot enthousiasme over het warenhuis en scheen graag antwoord
te geven op mijn vragen.
Volgens Georgewitsj is „zijn" warenhuis het grootste ter wereld.
De dagelijkse omzet is een miljoen dollar. Het is in elk geval verreweg
het grootste warenhuis in de Sovjet-Unie. De naam GOEM wordt
gevormd door de beginletters van de Russische woorden Gosoed-
arstwennii Oeniwersalnii Magazin, d.i. Universele staatswinkel.
GOEM behoort dus aan de staat en de winsten gaan naar de
Moskouse regering.
Ann Landers in gesprek met een paar Russinnen
Eindeloze rijen
De winkel heeft 6000 man personeel
en is zeven dagen per week open, van
8 uur 's morgens tot 8 uur 's avonds.
Het is méér dan een warenhuis. Het
is de thermometer van de economi
sche gesteldheid van Moskou. Te oor
delen naar wat ik zag, heeft Rusland
hoge koorts. Ik bracht er driemaal een
bezoek. Ik kon het niet geloven: ik heb
nog nooit zoveel zien betalen voor zo
weinig!
De prijzen zijn buitensporig hoog vol
gens onze begrippen, uitgezonderd van
boeken, schoolbehoeften en sommige
stoffen. De kwaliteit der goederen was
ontzettend, in verhouding tot de prij
zen. Een plastic portemonnaie, die in
een Amerikaans warenhuis ongeveer
98 cents (een kleine vier gulden) zou
kosten, was geprijsd voor 89 roebel (of
ficieel ruim tachtig gulden). Vrouwen
duwden en drongen om een plaatsje
in de rij voor deze portemonnaies. Voor
elke toonbank stonden rijen. Er staat
altijd een menigte voor de deur, als de
winkel opengaat, en tegen sluitings
tijd moet het publiek de deur uitge
werkt worden.
„De verkoopsters kunnen deze be
proeving onmogelijk 12 uur per dag
doorstaan," zei ik tegen Eleonora, mijn
tolk. „Ze zouden binnen een maand
rijp zyn voor een rusthuis."
„Er zijn twee ploegen," vertelde ze.
„De meeste meisjes werken maar zes
uur per dag, hoewel sommigen drie da
gen per week een dubbele dienst doen
tegen dubbele betaling. De meisjes
houden van de drukte en ze krijgen
een percentage van alles wat ze ver
kopen. In Amerika noemt u het pro
visie."
„Werkt men gra-ag in GOEM?"
„Heel graag. Er worden geen speciale
diploma's voor gevraagd en het is ge-
makk lijker dan grondwerk.' (Naar
mijn mening was het verschil niet
groot)
Gejaagd en moe
De verkoopsters, die ons bedienden
waren vriendelijk en hulpvaardig, of
schoon ze transpireerden en er gejaagd
en moe uitzagen. Elke toonbank had
dubbel zoveel personeel kunnen heb
ben. De hoedenafdeling had vier meis
jes en een caissière. Er stonden 40
mensen te wachten op hun beurt.
De meeste verkoopsters waren tussen
de 25 en 50 jaar. Ze droegen jurken
van bedrukte stof (dat wij schorten-
bont zouden noemen), waren niet op
gemaakt en hadden zeer weinig dis
tinctie. Twee meisjes droegen pantof
fels achter de toonbank. Een droeg he
lemaal geen schoeisel, alleen maar
sokjes.
Vrijwel iedere verkoopster die glim
lachte ,had tandheelkundige hulp no
dig. Het kostte mij moeite om te wen
nen aan de roestvrije stalen tanden
van de Russen. Zelfs de meest over
tuigde aanhanger van „het systeem"
gaf toe, dat de Russische tandheelkun
dige verzorging „achter" is.
„De vrouwen uit de Europese landen
die hier komen schijnen dezelfde ge
bitsverzorging te krijgen als in Rus
land", was het commentaar van mijn
tolk, die zich kennelijk vergiste, want
ook in de Europese vrije wereld kent
men nergens stalen kunsttanden. „De
Amerikanen schijnen de bestverzorgde
tanden ter wereld te hebben.
Vriendelijk voor vreemden
Ik merkte (tot mijn verlegenheid)
dat de verkoopsters zeer hoffelijk wa
ren tegen Amerikanen. „Amerikanski
toerista, pasjé-lsta," plachten ze uit te
roepen: „Maakt u alstublieft ruimte
voor de Amerikaanse toeristen." De
Russen maakten er geen bezwaar te
gen om mij voor te laten gaan. Ik be
duidde ze, dat ik geen haast had en
op mijn beurt wilde wachten, maar ze
zeiden vrolijk, „Njet, njet" en drongen
erop aan, dat ik voorging.
By een speelgoedafdeling stond een
oudere boerenvrouw met een lief ge
zicht achter mij. Ze betastte mijn zij
den japon met haar ruwe werkhanden.
„Mooi", zei ze Ik bedankte haar voor
het compliment. Ze straalde. Ze wilde
zien wat voor petticoat ik droeg, die
mijn wijde rok zo deed uitstaan. De
vriendelijke vrouw keerde de zoom van
mijn jurk om en toen ze de stijve petti
coat zag, zuchtte ze: „Priwlikótilnii"
(„leuk"). Op dat ogenblik lichtte een
streng uitziende cheffin de hand van
de oude vrouw van mijn rok. Op ver
manende toon sprak ze, „U moet niet
aan de mensen komen. Dat is onbe
leefd. Daar houdt men niet van."
„Het hindert niet. Ik vind het niet
erg," zei ik en klopte het vrouwtje
goedkeurend op de hand. Toen sloeg
ze haar armen om mijn sohouders en
kuste me op mijn wang. „Otsjen dó-