sucros PeekgCloppenburg LAATSTE STUKJE Voorstel Portlieine: demping met 10-19 LEVEND AAL DEMPEN gedeeltelijke st. verworpen School- Amerika ontdekt zoetstof zonder bijsmaak! pantalons 11 13» Weth. Jongeleen: „open riool" elke woensdag jongensmarkt Er mogen nog 3136 gezinnen van gerepatrieerden naar Amerika Vermoeden van de politie onjuist; chauffeur zat wel achter stuur Opgericht 1 maart 1860 Dinsdag 5 juli 1960 Tweede blad no. 30090 Leidse raad besluit: Er komt een pedologisch instituut niet daaraan verbonden school Ook het laatste stukje Levendaal zal worden gedempt! Na een discussie van enkele uren eerst om zeven uur ging men uiteen heeft de Leidse raad gistermiddag het hiertoe strekkende voorstel van B. en W. z.h.s. aangenomen. Zonder hoofdelijke stemming, hetgeen nog niet wil zeggen, dat de raad zich in eerste instantie con amore achter dit voorstel schaarde. Een aantal raadsleden sloot zich aan bij de door de Gem. Monumentencommissie geopperde suggestie om het in het verlengde van de Garenmarkt liggende gedeelte van het water te handhaven en dus slechts tot gedeeltelijke demping over te gaan. De heer Portheine diende hiertoe zelfs een mede door mej. Van Nienes en de heer Sommeling ondertekend voorstel in. Het werd echter met 10 tegen 19 stemmen verworpen, waarna het voorstel van het College, dat tevens voorziet in het leggen van een verbindingsriool van de Langebrug naar de Korevaarstraat en het verbreden van de Groene- brug, werd aangenomen. In totaal is hiermede een bedrag van f. 418.000 gemoeid. Bovendien besloot de raad deze mid dag eveneens zonder hoofdelijke stemming om over te gaan tot de stichting van een pedologisch instituut, met een daaraan verbonden school, welke ondergebracht zal worden in het schoolgebouw aan de Langebrug 62. Voor het treffen van de allernoodzake lijkste herstellingen aan dit gebouw zal een bedrag van naar voorlopige raming f. 65.000 moeten worden uitge trokken. De kosten van het pedologisch instituut zijn voor het jaar 1961 be groot op f. 5000.— en voor eerste in richting van de school op f. 21,.282. De jaarlijkse exploitatiekosten voor het jaar 1961 zijn begroot op rond f. 11.81,0 en zullen in de toekomst naar ver wachting een bedrag van f. 21.260 niet te boven gaan. perceel aan te brengen, doch waardoor het euvel van wateroverlast niet verhol pen kon worden. Tegen demping Kon de heer Zitman zich wel vereni gen met het leggen van een verbindings riool naar de Korevaarstraat, het daar in tevens vervatte voorstel van demping van het laatste stukje Levendaal kwam hem ongewenst voor. Indien er in deze omgeving echter toch iets moet worden opgeofferd, dan slechts het eerste stukje. In dit verband sloot hy zich aan bij de zienswijze van de Gem. Monumenten commissie. Indien de minister van O. K. en W. rijkssubsidie voor de school toekent, ko men de lasten, voortvloeiende uit de sala riëring van het onderwijzend personeel, geheel voor rekening van het rijk. De heer Wiertz (KVP), die over dit voorstel als eerste spreker het woord voerde, kon daarmee akkoord gaan, doch brak reeds bij voorbaat een lans voor het bijzonder onderwijs indien uit deze kring dergelijke initiatieven worden ontwik keld. De heer Woudstra (Prot. Chr.) hand haafde zijn bezwaren, welke door hem reeds in een vorige zitting t.a.v. dit voor stel naar voren waren gebracht. Is het wel zeker, zo vroeg de heer Woudstra, dat O. K. en W. een subsidie verlenen? De heer Portheine (VVD) zeide, dat zijn fractie thans met dit voorstel akkoord kon gaan, vooral nu het College op aan drang van zijn fractievoorzitter de heer Hagen was deze middag afwezig Red. nadere financiële gegevens had verstrekt. De heer Harmsen (Prot. Chr.) ver wachtte van de wethouder nog een nadere omschrijving van het begrip pedologisch instituut en wenste te weten aan welke instantie de deskundige ver antwoording verschuldigd zijn. De heer Zunderman (P. v. d. A.) daarentegen had bijzondere waardering voor de visie van B. en W. School en instituut zullen niet alleen pedagogisch, doch vooral ook preventief kunnen werken. Het obser veren van het kind is daarnaast een andere en belangrijke facet van het onderwijs. Kleine klassen Wethouder Van Schaik, die dit ook reeds in een vorige zitting had gedaan, gaf de raad nogmaals een indruk van de opzet en betekenis van instituut en school, waarbij hij eveneens wees op de gunstige ervaringen elders in ons land met dit onderwijs opgedaan. Er komen kleine klassen ten hoogste twaalf Wethouder j. C. van Schaik zonder rijkssubsidie geen schoolt kinderen hetgeen de mogelijkheid biedt, dat aan ieder kind speciale aan dacht kan worden besteed. In tegenstelling met het instituut van de V.U. te Amsterdam is de school uit sluitend bestemd voor externe kinderen, dus hier geen internaatsverpleging. Men verwacht, aldus de wethouder, dat de kinderen na verloop van een aan tal maanden weer terugkeren naar de school, welke zij voorheen bezochten. De opzet van het instituut blyft een voudig, doch verkeert in het voordeel, dat het gevestigd is in een Universiteits stad. Leden van de universitaire gemeen schap, willen zich voor dit werk inzetten. Voor wat het wetenschappelijk gedeelte van het instituut betreft wordt de lei ding in handen gelegd van een peda goog. Hoewel B. en W., zoals by iedere openbare school, de supervisie houden, wordt een hoofd in nauwe samenwer king met vier leden van de wetenschap pelijke staf straks met de leiding van de school belast. De wethouder heeft het volste ver trouwen t.a.v. een gunstige beslissing van het departement inzake een toekenning van subsidie. Zonder rijkssubsidie zal de school niet beginnen! Na deze toelichting ging de raad ak koord met het voorstel. Voor de heer Woudstra was het een grote geruststel ling, dat de school niet begint zonder rijkssubsidie. Het riool in de Langebrug Een uitvoerige discussie ontspon zich over het voorstel om een bedrag van f. 418.000 te voteren voor het leggen van een verbindingsriool van de Langebrug naar de Korevaarstraat, voor het dem pen van het resterende gedeelte van het Levendaal en het verbreden van de Groenebrug. Zoals te verwachten was kwam bij deze discussie wederom ter sprake de overlast, welke sommige be woners van de Langebrug na het aan brengen van de nieuwe riolering bij hevige regenval in hun kelders onder vinden. In verband met deze overlast werd indertijd een voorstel van de heren Van Iterson en Woudstra aangenomen, waarin het College werd verzocht de raad voorstellen te doen met betrekking tot de maatregelen, welke genomen die nen te worden om de lozing van de per celen aan de Langebrug op afdoende wijze te verbeteren. Aan de hand van adviezen van het Technisch Adviesbureau der Ver. van Ned. Gemeenten en de directeur van ge meentewerken kwamen B. en W. tot bovengenoemd voorstel, terwijl zij met de rechtsgeleerde raadsman der gemeente en de Rechtskundige Commissie van me ning zijn, dat er voor de gemeente geen aanleiding is om enige aansprakelijkheid voor de wateroverlast te aanvaarden. De voorzieningen in de panden moeten door de eigenaren zelf worden getroffen. Technische discussie Tijdens de discussie, welke ten deze zeer technisch was, ging o.a. de heer Zit man (VVD) uitvoerig in op de uitge brachte adviezen, welke eerst met elkaar in tegenspraak waren en later op theore tische gronden passend zijn gemaakt. Een donderbui, aldus spreker, ontlast zich echter niet theoretisch, doch prak tisch. Hoewel naar zijn overtuiging het riool niet ruim genoeg is, kan nooit garantie gegeven worden voor overmacht, dus voor een donderbui. Uit géén der stukken blykt iets over de rioolverbinding Langebrug naar Ko revaarstraat. Totdat in de vergadering van de commissie van Openbare Werken op 6 mei 1960 de directeur een uitvoerige technische uiteenzetting geeft, waarin tot uitdrukking komt dat het aan te li gen verbindingsriool in zekere zin een oplossing biedt. „Het riool Langebrug ligt nu onder water en is dus vol. De afvoer vindt plaats door de waterbeweging in het riool. Bij aansluiting op de centrale rio lering Levendaal zal bij normale omstan digheden het riool leeg zyn. De water berging bij hevige regenval wordt dus aanzienlijk vergroot vergeleken bij de huidige situatie". (Aldus het betoog van de directeur). In feite, aldus spreker, geeft de direc teur bij dit betoog toe, dat het riool, om dat het nu permanent vol staat, geen enkele reserve heeft, zelfs voor een zware regenbui te klein is. Tevens geeft hij te kennen, dat het diepriool naar de Kore vaarstraat dus eerst (hoogstens gelijk tijdig met het riool Langebrug) gelegd had moeten worden. Volgens de heer Zitman zal eerst het riool van de Langebrug naar de Kore vaarstraat er moeten zijn en functione ren alvorens van een rechtmatige over- heidsdaad sprake kan zijn. De opmerking van B. en W.: „De over last is niet rechtstreeks en voorzienbaar gevolg van de demping, doch van de ab normale en slechte toestand waarin de bewuste panden hoofdzakelijk verkeren" dient, volgens spreker, te vervallen te meer daar hem een geval bekend is waarbij een eigenaar vele duizenden heeft besteed om verbeteringen in zijn Mr. F. Portheine Niet dempenstadsschoon bewaren. Zijn fractiegenoot, de heer Portheine, ontwikkelde vrijwel dezelfde bezwaren. Z.i. is de schoonheid van een oude stad en die is in deze omgeving zeker aan wezig van grote betekenis. Bovendien trekt men bij demping een intensief ver keer aan, hetgeen gevaarlijke aspecten opent voor een oude stad (verzakking en beschadiging van oude huizen en gebou wen). Tenslotte is er aan deze zaak ook nog een financiële kant. Met behoud van de oude toestand ook de minister van O. K. en W. is hiervoor kan mogelijk voor herstel nog subsidie verkregen wor den. Voor demping De heer Van Iterson (Prot. Chr.), die evenals de heer Zitman bezwaren had tegen de uitgebrachte technische advie zen en het niet juist vond om alle pan den, welke last van rioolwater hebben, als slecht te diskwalificeren, liet t.o.v. de demping van het Levendaal echter een geheel ander geluid horen. Hoewel een voorstander van het behoud van stads schoon, blijft z.i. in deze omgeving ook in verkeerstechnisch opzicht maar een mogelijkheid open: dempen! In de aansluiting van de Langebrug op het centrale rioleringsstelsel ziet spre ker een groot voordeel. Op deze wijze komt er doorstroming! Steenwoestijn De heer Piena (P. v. d. A.>, die het meerderheidsstandpunt van zijn fractie verdedigde, is van oordeel, dat de dem ping van het Levendaal totaal moet zijn. In een gedeeltelijke demping ziet spre ker een verplaatsing van het vuil in deze gracht. Totale demping is bovendien van belang voor het verkeer en de parkeer ruimte. Zijn fractiegenote, mej. Van Nienes, deelt dit standpunt niet en sluit zich aan bij het advies van de Gem. Monu mentencommissie. Indien het voorstel van B. en W. wordt aangenomen, krij gen wij in deze omgeving, aldus mej. Van Nienes, een „steenwoestijn", met op de achtergrond de Lodewykskerk! Kon de heer Ten Broek (KVP) ak koord gaan met het voorstel tot dem ping, de heer Woudstra (Prot. Chr.), die een verbindingsriool geen afdoende op lossing vindt, sluit zich aan bij de be zwaren, welke de heer Portheine en mej. Van Nienes hebben tegen algehele dem ping. Ook de heer Lambermont (KVP) is van deze gedachte vervuld. De heer De Kier kon het ditmaal niet met zyn fractiegenoot, de heer Woud stra, eens zijn. „Het resterende onge dempte Levendaal is een blindedarm, welke ons last veroorzaakt. Indien wij met een klein stukje ongedempt blijven zitten, worden wü er niet wijzer van. Ook hier geldt", aldus spreker, „dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken". De heer Van Dyk (KVP) begrijpt niet waarover de raad zich thans zo druk maakt. In februari 1959 is immers reeds een besluit tot demping gevallen? Geen aansprakelijkheid! Wethouder Jongeleen, die in zijn ant woord eerst de rioleringskwestie ter sprake bracht, zette nog eens uiteen, dat de in de Langebrug aangelegde riolering, ojn. wat diameter betreft, niet foutief is berekend en/of aangelegd. De gemeen te kan dan ook generlei aansprakelijk heid aanvaarden. Open riool T.a.v. de voorgestelde demping merkte spreker op, dat reeds herhaalde malen uit de raad is aangedrongen om hiertoe over te gaan. Ook het College is een voorstander de voorbeelden liggen voor het grypen van het behoud van stadsschoon, doch het stukje Levendaal is een open riool. Bovendien komt dem ping het verkeer en de parkeerruimte ten goede. Het stukje Levendaal, waar het thans omgaat, komt niet voor op de voorlopige Rijksmonumentenlijst, noch op die van de Gem. Monumentenlijst. De Leefsteen- en de Groenebrug zijn geen historische bruggen. Over een vakindeling van de aan te brengen bestrating valt nog te praten. Hoe gelukkig is dat ook niet opgelost in de omgeving van de Pieterskerk! Voor een steenwoestijn behoeft men zich geen zorgen te maken! Voor een gedeeltelijke demping voelt het College niets. Men blijft dan toch zitten met vervuiling van „het kolkje". Beperkte demping Na deze uiteenzetting blijken de tegen standers van demping niet te zijn over tuigd. De heer Portheine, die uit hem in Den Haag verstrekte inlichtingen meent te kunnen opmaken, dat er voor de gemeente gunstige financiële aspec ten zijn bij gedeeltelijke demping, dient een voorstel in om slechts tot een be perkte demping over te gaan. Dit voorstel in stemming gebracht, wordt verworpen met 19 tegen 10 stem men (voor de heren Van Aken, Somme ling, Den Dubbelden en mej. Van Nienes (P. v. d. A.), Woudstra (Prot. Chr.), Lambermont (KVP), Portheine, Duyver man, Zitman (VVD) en wethouder mr. Drijber, die zijn stem motiveert met er o.a. op te wijzen, dat de door wethouder Jongeleen aangevoerde verkeersargumen- ten hem niet hebben overtuigd. Boven dien ware het te onderzoeken of bij ge deeltelijke demping rijkssteun kan wor den verkregen. Na de verwerping van dit voorstel ging de raad z.h.s. akkoord met het voorstel van B. en W., hetgeen deze middag ook het geval was met alle overige door ons reeds gepubliceerde voorstellen. (Advertentie) ijzersterke kamgaren 60/40 modern mode' voor de speciaal verlaagde J.M. prijs jaar 75 12 jaar 16 jaar 7S 75 (kleine stijging per maat 10.000 visa door Pastore Walterwet vrij Het Regeringscommissariaat voor de Emigratie deelt het volgende mede: „De Amerikaanse Senaat en het Huis van Afgevaardigden hebben thans een wetsvoorstel aanvaard, waarbij de z.g. Pastore-Walterwet is verlengd en het aantal onder deze wet uit te geven immigratievisa is verdubbeld. De nieuwe wet, welke naar verwacht in de loop van de volgende week door president Eisenhower zal worden ondertekend, zal het mogelyk maken, dat nog maals 3136 gerepatrieerden uit Indonesië met hun gezinnen tot de V.S. zullen worden toegelaten. Blijkens de ervaring opgedaan onder eerste programma van vorengenoemde wet, dat op 30 juli j.l. werd afgesloten, houdt dit in dat 9000 a 10.000 gerepatrieerden zich buiten de normale quotumregeling om in de eerst komende jaren in de V.S. zullen kunnen vestigen. Het congreslid Walter en senator Pastore hebben het initiatief tot de ver lenging en uitbreiding van genoemde wet genomen in verband met het gunstige verloop van het eerste programma en de zowel in economisch als sociaal opzicht goede inpassing van de gerepatrieerden in de Amerikaanse samenleving. Voor de Leidse kantonrechter Inhalen in gevaarlijke bocht: f.200.— boete Wethouder A. J. Jongeleen Dempenopen riool Een 38-jarige Leidse sloper stond te recht, omdat hy in de nacht van 6 februari j.l. met een personenauto op de provinciale weg onder Alkemade vlak vóór een bocht een drietal voor hem rijdende auto's wilde inhalen, hoewel een tegenligger zeer dicht was genaderd. Doordat de voorste van de drie auto's sterk afremde, omdat de bestuurder het gevaar zag aankomen, en de tegenligger half de berm inreed, kon een frontale botsing worden voorkomen en bleef de schade beperkt tot een verbogen bumper van de tegenligger en een kras over de gehele lengte van verdachte's auto. Ondanks het lawaai, dat met een en ander gepaard ging, was verdachte doorgereden. Hij kon later echter worden achterhaald, daar zijn kentekennummer bekend was. Ter zitting vroeg verdachte's raadsman om uitstel van behandeling der zaak, omdat hy eerst kort vóór de zitting in zage van het proces-verbaal had kunnen nemen en zich dus onvoldoende op de verdediging had kunnen voorbereiden. Daar de drie gedagvaarde getuigen ter zitting aanwezig waren, wees de plv. kantonrechter, mr. W. de Koning, dit verzoek af. Wel was hij bereid na het onderzoek en het requisitoir de zaak tijdelijk te schorsen om de raadsman gelegenheid te geven zich alsnog voor te bereiden op zijn pleidooi. Uit het onder zoek bleek, dat de politie het vermoeden had, dat niet verdachte, doch de eige naar van de auto destijds achter het stuur zat en dat verdachte de schuld op zich had genomen. Bedoelde eigenaar verklaarde echter onder ede ook na dat hem door de plv. kantonrechter op het gewicht van de eed was gewezen dat niet hy, maar verdachte de auto bestuurde. Verdachte beaamde dit en verklaarde tevens, dat hy zich wel kon herinneren, dat er destyds een benarde situatie was ontstaan, doch van een aanrijding niets had gemerkt. De eige naar zou hem de volgende dag pas op de kras over de gehele lengte van de auto hebben gewezen. De officier, mr. J. A. L. Brada, achtte verdachte's wijze van ryden destyds méér dan erg en eiste dan ook naast een geldboete van f. 150 subs, een maand, de onvoorwaardelyke ontzegging van de rybevoegdheid voor de tyd van 2 jaar. Nadat de plv. kantonrechter nogmaals nadrukkelijk had gevraagd of verdachte by zyn verklaring bleef, dat hy de auto had bestuurd, werd de zaak geschorst. Na de schorsing verklaarde de raads man, dat zyn cliënt inderdaad zeer on voorzichtig had gereden en dus niet aan een zeker vonnis kon ontkomen. De eis t.a.v. de intrekking van het rybewys achtte hy echter te zwaar, omdat het vermoeden, dat verdachte niet zelf heeft gereden niet op de strafmaat mocht drukken, daar in deze niets was bewezen. T.a.v. de geldboete vroeg hij uiterste clementie. De officier bleef echter by zyn eis en nadat de raadsman in zyn repliek nog op de mogelykheid, dat zyn cliënt oververmoeid was, had geatten deerd, wees de plv. kantonrechter direct vonnis. Dit luidde f. 175 boete subs, een maand, de voorwaardeiyke intrekking van het rijbewijs voor de tyd van 3 maanden, proef tyd 6 maanden en de be- Onder de tot nu toe tot stand geko men bijzondere migratieprogramma's in de VB. werd aan 15.000 uit Indonesië gerepatrieerde Nederlanders de mogelyk heid geboden zich in Amerika een nieuw bestaan op te bouwen. Bij voltooiing van het nieuwe programma, dat zal gelden voor gerepatrieerden van Nederlandse nationaliteit, die tussen 1 januari 1949 en 2 september 1958 vanuit Indonesië in Nederland zyn aangekomen, zal dit aantal tot ca. 25.000 zyn gestegen. De VB. vormen dank zy deze bijzon dere wetgeving, in de totstandkoming waarvan het congreslid Walter steeds een belangrijk aandeel heeft gehad, veruit het belangrlijkste immigratieland voor deze categorie der Nederlandse be volking, voor wie de emigratie-mogelijk heden in het algemeen beperkt zyn. taling van f. 45 schadevergoeding aan de bestuurder van de tegenligger. GEEN „SMARTEGELD" Een 29-jarige Leidse dierenarts reed op 13 april jJ. met zijn auto op de Hoge Rijndijk onder Zoeterwoude. Hij haalde met hoge snelheid in de bocht enige auto's in, kwam op het linkerweggedeel te terecht, schoot vlak vóór een auto busje met militairen weer naar rechts en vervolgde hierna met grote snelheid zyn weg. De militair achter het stuur wist door sterk af te remmen een botsing te voor komen, doch hy liep hierbij enige won den in het gezicht op, omdat zijn bril by het botsen van zyn hoofd tegen de voorruit volkomen vernield werd. Ver dachte had wel een nieuwe betaald, doch de chauffeur meende in aanmer king te komen voor f. 25 smartegeld. Verdachte liet verstek gaan en had schriftelijk verklaard, dat hij destyds niets van een tegenligger had gemerkt en zich ook niet kon indenken, dat hij in die gevaarlijke bocht was gaan in halen. De verklaringen van de getuigen waren echter in zijn nadeel en de offi cier eiste derhalve een boete van f. 175 subs. 25 dagen, alsmede de voorwaarde- lyke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de tyd van 6 maanden, proeftijd 2 jaar. De plv. kantonrechter vonniste met f. 200 boete subs. 40 dagen, bracht de voorwaardelijke ontzegging op 3 maan den en een jaar proeftijd en wees de eis tot f. 25 smartegeld af. OPZETTELIJK? Nadat een 35-jarige chauffeur uit Oegstgeest met zyn vrachtauto op de Hoge Ryndyk twee achter elkaar ryden- de bromfietsers had ingehaald, sneed hy de voorste van de twee plotseling de weg af, zodat deze in grote moeilykheden geraakte. Getuigen hadden de indruk, dat verdachte opzettelijk handelde en één der getuigen verklaarde zelfs, dat verdachte „iets tegen de bromfietser had" en hem daarom eens wilde „nemen". De officier noemde het „een kwalijke zaak" en hekelde de onverant- woordelyke wyze waarop verdachte had gereden. Zyn eis was f. 150 boete subs. 15 dagen. Deze geldboete achtte de plv. kanton rechter wel wat aan de hoge kant. Hy vonniste derhalve met f. 35 boete subs 7 dagen, doch achtte een voorwaardelyke intrekking van het rijbewys voor de tyd van 3 maanden, proeftyd 3 maanden als „waarschuwing" wel op zyn plaats. KIJKGELD UITGESPAARD Een opperman uit Katwyk stond te recht, omdat hy op het aangifteformu lier van zyn televisietoestel een onjuiste datum van aanschaffing had ingevuld en zodoende enige tientallen guldens „kykgeld" had uitgespaard. De opperman voerde aan, dat hy zich in de datum had vergist. Hy vond het ook nogal kortzichtig, dat de ambtenaar hem niet de gelegenheid gaf een cor rectie op het aangifteformulier aan te brengen. Het ging hem niet om de voor delen. „Die bedroegen toch maar zo'n f. 40", aldus de officier. Hy wees ver dachte erop, dat hy biy mocht zyn met het is nu niet erg meer om geen suiker gebruiken l In Amerika is een nieuwe zoetstof ontdekt met zulk een zuivere smaak, dat men in de hele wereld enthousiast is. Eerst was ze vrij kostbaar, maar nu wordt Sucrosa tegen een billijke prijs ver krijgbaar gesteld. Plastic koker k 125 tabl. f 0,95 Voordelige fiacon k 500 tabl. f 2,95 de nieuwe zoetstof zonder saccharic de vervolging om het niet betaalde k geld en dat hy niet was vervolgd wegen valsheid in geschrifte. Nadat ook de plv kantonrechter verdachte hierop had ge wezen, vonniste hy conform met f 4 boete subs. 8 dagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 3