JONGEDAME Het avontuur van Joel en Brum iW. I Mevr. Wijsmuller-Meyer wist 10.000 joodse kinderen vrij te praten.... 27„ DE SCHIPBREUK VAN DE „ALEXIA" Door naïeve brutaliteit wist ze te zegevieren over Eichmann PANDA EN DE MEESTER-LIJFWACHT VERVOLGVERHAAL VOOR DE KLEINIJES ZATERDAG 2 JULI 1960 Advertentie U heeft er niet om gevraagd om een nieuwe sigaar. Er zijn al zoveel mer ken. zoveel soorten. En als sigarenroker heb je zo je vaste voorkeur, je lijfmak. Je weet wat je eraan hebt. je blijft er bij. En toch zoeken ze bij de sigarenfabrieken steeds naar nieuwe mogelijkheden, naar nieuwe melanges, naar betere ..bouw", betere brand. Daarom doet U zichzelf tekort, als U zich de .gemoderni seerde* KAREL 1 Elegant laat ontgaan. Lek kerder. geuriger, lichterOORDEELT U ZELF. Uw sigarenwinkelier heeft hem nu weer voorradig. los, in doosjes en in bijzonder fraaie kistjes. Wij vinden het een perfecta sigaar. En U zult het met ons eens zijn. Om een kistje Elegant? ONS DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL (Vertaling Margot Bakker) 20) Daarna kwam zij tot het besef, dat zij diezelfde middag de tijd had om een be zoek aan Elisabeth te brengen. Die zou nu vermoedelijk thuis zyn. Valentine ging er dadelijk op uit. En tijdens de rit door de chaos van kronkelwegen, die haar naar Pendrannek moesten brengen, vroeg zij zich af, of zij bereid zou zijn haar vakantie in Oostenrijk op te geven, als er uit andere bron geen middelen werden verstrekt. Die gedachte ontmoe digde haar zozeer en nam een zo drei gende realiteit aan dat zij, nog voor zij begreep welke vergissing zij had begaan, voor de zoveelste maal op het strand van Pendrannek terecht kwam, in plaats van bij het Grote Huls. Er ontsnapte haar een lelijk woord. Ook nu leek het verstandiger door te rijden dan terug te gaan. Dus reed zij de wagen de glooiing af en zette de tocht over het strand voort. Paul moet hier ook eens komen kijken, dacht zij. En het was niet, omdat dit de plek van de schipbreuk was, dat die gedachte bij haar opkwam. De Manatee, eenzaam oprijzend aan het eind van de rotsenrij, zag er indrukwekkend uit, maar niet dreigend. De golven 6loegen onophoude lijk op het gesteente stuk, maar waren te ver weg om werkelijk gevaarlijk te lijken. Het strand strekte zich voor de wielen uit, leeg, maar niet geheel verla ten, want een dik ingepakte gestalte bag gerde voor haar uit door het zand. En die gestalte deed haar aan Maurice den ken. Het was Maurice ook, bleek later. Hij had zijn muts ver over zijn oren getrok ken en zijn hals was verdwenen in een dikke sjaal. De handen had hij diep in de jaszakken gestoken. Valentine bracht de wagen naast hem tot staan en deed het portier open. „Dag, Maurice". „Dag, Valentine". Het rumoer van de branding drong met de ijskoude buiten lucht de wagen binnen. Maurice, die er lichtelijk verstoord uitzag, zocht met zijn hand steun op het dak van de wagen. „Lekker weer voor een wandeling", zei Advertentie Kom fris op en van Uw werk! door Ruth Aspïnall Valentine. „Ik stap geloof ik maar uit en loop met je mee. Ik ben op weg naar het Grote Huis, ik moet Elisabeth Mil- ner spreken. Maar als gewoonlijk ben ik verdwaald". „O eh ga je daar naar toe?" Wat was er toch met Maurice aan de hand, vroeg Valentine zich af. „Ik ben hier voor de vogels gekomen", legde Maurice zelf uit. „De vogels?" Maurice maakte een wijd gebaar in de richting van de baai. „Ja, ze zeggen, dat hier 's winters de meest onbekende soorten neerstrijken. Ik vond, dat ik maar eens moest gaan kijken". „Ik wist niet, dat jü studie van vogels maakte", zei Valentine afwezig. „Doe ik ook niet. Ik bedoel, ik ben pas begonnen. Een paar dagen geleden heb ik er een boek over gekocht. Maar je moet ze in de natuur bestuderen, zie Je". Maurice bleef zo onverwacht staan, dat Valentine hem al twee stappen vooruit was voor zij merkte dat hij achterbleef. „Jij bent er, geloof ik?" zei hij. „Ik moet dat troepje daar eens van dichtbij be kijken". „Succes en tot ziens", zei Valentine. Zij liep door naar het Grote Huis, nog nadenkend over het zonderling gesprek dat zij pas met haar collega had gevoerd. Opeens kreeg zij een ingeving. Zou Mau rice soms over het strand ronddrentelen in de hoop, dat Elisabeth Milner hem in het oog kreeg en naar buiten kwam? Valentine keek steels om. En daar stond Maurice ingespannen naar het Grote Huis te turen. Hij draaide zich haastig om zodra hij merkte dat hy be trapt werd. Valentine deed, alsof zij geen erg in hem had en stevende op de voor deur af. Zij merkte, dat deze deur merkwaar digerwijs onaangenamer herinneringen aan de schipbreuk wakker riep dan het strand zelf had kunnen doen. Zij belde aan. Elisabeth zelf deed open en de gedachte flitste door haar heen, dat Maurice een pracht van een kans kreeg. Maar zij be greep ook, dat Maurice vermoedelijk niet nog eens naar het Grote Huis had dur ven kijken. „O, dokter Manning", zei Elisabeth met een stralende lach. „Komt u voor moeder? Zij is niet thuis". „Nee, eigenlijk kom ik voor jou". „Heerlijk, komt u binnen". De vestibule zag er weer keurig uit. Als er geen uitgebeten plekken op het lichte parket van de vloer waren geweest zou niemand op de gedachte zijn geko men, dat zich hier een tragedie had afgespeeld. „Vindt u het goed, dat we in de leer kamer gaan zitten?" zei Elisabeth. „In de salon is iemand bezig, die in zijn vrye tyd onze vloeren bijwerkt". „Natuurlijk, het is gezellig in de leer kamer". En zo was het. De leerkamer was een van die vertrekken, die aan het op groeiend kind zelf hun gezelligheid ont lenen. Het haardscherm, hoog en stevig, stond om de haard. In een van de hoeken prykte een hobbelpaard en in de andere een tafeltje met een stoeltje, waaraan Elisabeth haar huiswerk had gemaakt. Op de boekenplanken waren de jaren te volgen. Kinderboeken, met vers jes of sprookjes, meisjesboeken, in hele series, en uit latere tijd spannende romans. Daarnaast leken een paar literaire werken slecht op hun plaats. Elizabeth schoof voor Valentine een oude rieten stoel aan en zelf ging zij op een pouf zitten, met kwasten, waarop in het verleden meer dan eens moest (Van onze Amsterdamse redacteur) Adolf Eichmann, „Juden-Eichmann" deze namen zullen nog vele malen in de kranten verschijnen, als deze massa-moordenaar en joden vervolger in Israël terecht zal staan. En iedere maal als ze die naam leest, zal het 64-jarige Amsterdamse V.V.D.-raadslid, mevrouw G. WijsmullerMeyer, denken aan die Sinterklaasdag in 1938 toen ze als eenzaam strijdster-voor-recht oog in oog stond met deze lugubere nazi-figuur, en met een grenzeloze flair niet minder dan 10.000 joodse kinderen lospraatte! Tienduizend kinderen, die aan de vernietiging ontkwamen, een vernietiging waaraan de wereld nog niet geloofde. In die decembermaand van 1938 trachtte een in Amsterdam gevestigd „Comité tot hulp aan joodse vervolgden" om te bemiddelen, dat enige duizenden joodse kinderen uit Oostenrijk naar de vrije wereld konden worden gebracht. De poging faalde. En toen een van de comité-leden aan de kleine, pittige mevrouw Wijsmuller vroeg of zij er misschien raar op wist om de Duitsers alsnog tot toestemming te bewegen, stond haar besluit onmiddellijk vast! vertelde hem onomwonden dat ze 10.000 joodse kinderen kwam halen, en dat ze die onmiddellijk mee wilde nemen. „Juden-Eichmann" dacht met een geestelijk gestoorde te doen te hebben. Had zij een organisatie achter zich staan? Neen. Door wie was ze gestuurd? Door niemand. Wat heeft hem bewogen die eenzame Hollandse vrouw tóch haar zin te geven? Wilde hij een spelletje met haar spelen? Wilde hy haar laten zien dat ze met een kindertransport zonder papieren toch by iedere grens staande Opmerkelijke stunt Men had haar gezegd dat een zekere Adolf Eichmann in deze affaire zou kunnen beslissen. Zy pakte de telefoon, besprak een plaats in een KLM-toestel en bereikte dezelfde avond nog Berlijn. De volgende dag reisde zij naar Wenen, waar Eichmann zijn hoofdkwartier had in de weelderige villa, die de Nazi's van de familie Rotschild hadden gestolen. „Ik zat meteen al in moeilijkheden", vertelde mevr. Wijsmuller, toen zij de oude herinneringen voor ons ophaalde. „Er werd gecollecteerd voor de Winter- hilfe, en ik vertelde een straatcollec tant dat ik het een schandaal vond dat de joodse kinderen niet van de collecte zouden profiteren. Dat mocht ik niet zeggen en ik werd prompt naar een po litiebureau gebracht. Het feit, dat ik Nederlandse was gaf me tenslotte de vrijheid". Niemand had mevr. Wijsmuller ge zegd dat Adolf Eichmann een van Hit- Iers naaste medewerkers was en dat hij gold als een der meest genadeloze men sen van het Derde Rijk. Het kostte een halve dag werk om door te dringen tot de nazi-beul. Mevr. Wijsmuller vertelt: „Hij zat in een mo derne kamer en hy was de eerste Duit ser die ik in een zwart uniform zag. Uiterlijk leek hy een beschaafd mens, maar zijn ware aard was mij toen al spoedig duidelijk. Hij snauwde me toe dat hij geen tijd had en toen vond ik dat ik maar een stoel moest nemen om eens rustig te praten. Ik kwam immers alleen maar met het doel een eerste contact te leggen om voor de kinderen de weg naar de vrijheid te openen?" Voorwaardelijk Maar mevr. Wijsmuller zat niet lang op die stoel. Eichmann beval dat zij hem haar handen moest laten zien. Ver volgens moest zij haar kousen en schoe nen uitdoen en heen en weer lopen. Toen deze vreemde handeling was ver richt, zei Eichmann: „Hoe komt het dat U als arisch mens zo „verrückt" bent?". Mevr. Wijsmuller, die in Amsterdam bekend staat als een moedige vrouw, die in haar werk op sociaal terrein niet rust voor zij een gesteld doel heeft be reikt, waarbij het haar niets kan sche len of ze door bepaalde mensen als een „enfant terrible" wordt aangemerkt, keek Eichmann recht in de ogen, en zou worden gehouden? Tenslotte zei hU: „Goed, U krijgt van mU 600 kinderen. Ais U die binnen een paar dagen het land uit kan krijgen, kimt U ze alle 10.000 krijgen". Een maand later Zes dagen later reed de eerste trein met 600 kinderen Nederland binnen. Mevr. Wijsmuller had zonder hulp van wie dan ook in haar eentje alle beno digde papieren weten los te praten. En een maand later waren alle 10.000 kin deren uit het getto van Wenen overge bracht naar de vrije wereld, waar ze werden gedistribueerd over gastvrije landen. Het is slechts een van de vele .stunts" geweest die op naam staan van de moe dige mevr. Wijsmuller, de vrouw die in de oorlog wegens haar menslievende, maar de vijand onwelgevallige werk, vele malen in de gevangenis werd ge worpen. die bij de bevrijding van ons land 120 krijgsgevangenen uit Duitse handen wist te peuteren, en die in het Amsterdamse sociale en maatschappe lijke werk een stuwende kracht is voor wie geen opgave te groot is, als ze haar medemens maar van dienst kan zijn. Zij was een der eersten die oog in oog stond met „Juden-Eichmann" in een tjjd dat niemand nog in de vernietiging van de joden geloofde. Maar mevr. Wijs muller doorzag de schandelijke prak tijken van de nazi's en zy wist dat daar daden tegenovergesteld moesten worden. Haar oordeel over Eichmann? „Denk niet dat het feit dat hy mij die 10.000 kinderen gaf, ook maar iets zal afdoen van de massamoord, die hij op zyn ge weten heeft. Het klinkt hard voor een vrouw om het te zeggen, maar hij ver dient m.i. de zwaarste straf, die een mens kan krijgen". Nieuwe uitgaven Bij A. J. Oslnga te Bolsward is versche nen, in samenwerking met het ANVV, het Algemeen Toeristenboek van Nederland 1960. In dit uitstekend verzorgde boek staan zowel in het Nederlands als in het Frans. Duits en Engels allerlei interes sante bijzonderheden vermeld over een groot aantal plaatsen in ons land. Een toeristische gids waar men veel aan heeft. Geschonden heelal. Gedichten van M. Trippas, en Blauw gra9. Gedichten van Fem Rutke. Uitg.: A. A. M. Stols/J. P. Barth, Den Haag. Madame Bovary, door G. Flaubert, en Een vrouwenleven, door Guy de Mau passant. Uitg.: Contact, Amsterdam. De Koepelkamer, door M. de Vos. Ver schenen in de Jeugdserie by N.V. de Ar beiderspers, Amsterdam. Nederlandse chansons. Verzameld en in geleid door J. v. d. Merwe. Uitg.: N.V. De Arbeiderspers. Amsterdam. Astrologische serie De Sterrenspiegel, door André Barbault; Kon. Uitgeverij Erven J. J. Tyl, Zwolle, waarin opge nomen uitg. G. W. Breughel, Zwolle Legio is het aantal uitgaven van grotere of kleinere omvang op het gebied van de astrologie en met deze reeks komt er dan nog eens een bij. Om twee redenen lykt ons deze vertaling van de Franse serie ,Le Zodiaque" van André Barbault sympathieker dan menige andere publi- katie op dit omstreden terrein: voorin komt een soort „waarschuwing" voor, waarin op de betrekkelijke waarde van de astrologie gewezen wordt (er zit „iets waars" in en de tekens van de Dieren riem hebben vooral symbolische en psy chologische betekenis) en, in de tweede plaats, deze uitgaafjes (een deeltje van ongeveer 124 bladzijden per teken) zijn bijzonder aantrekkelijk uitgegeven door het opnemen van illustraties uit oude boeken op dit gebied. Bovendien is deze uitgave aangepast aan Nederlandse be hoeften, zodat ook bekende landgenoten behandeld worden en tenslotte is de in deling buitengewoon overzichtelijk: we zen, verschijning, levensloop en werk wijze. Tot nu toe verschenen: Dat bent U, Ram, idem Stier, idem Tweelingen, idem Kreeft, idem Leeuw, idem Maagd, idem Boogschutter, waaraan in de loop van dit Jaar ook de overige deeltjes zullen toegevoegd worden. Het roofdier, door C. Vos, en Ballade van de zeeman Joris Breebaert, door J. Fabrlclus. Uitg.: H. P. Leopold N.V., Den Haag. Vet maakt U slank, door dr. Richard Mackarness. Oorspr. titel: „Eat fat and grow slim". Vertaald door C. Klla, onder toezicht van H. H. van Vliet, Arts. Uitg.: Kon. Uitgeverij van de Erven J. J. Tyl N.V., Zwolle. Mijn tuin en planten ABC, beknopte knopte encyclopaedic voor liefhebbers van tuinieren en van planten en bloemen ln Hoge eisen (Van onze correspondent in Bonn) Als overal in de westelijke wereld zijn ln West-Duitsland dienstmeisjes uiter mate schaars. Men kan als 1624-jarige nu eenmaal in de eerste de beste fabriek meer verdienen dan in de huishouding. Men heeft daar meer vrije tijd, men ontmoet meer mannen en vrouwen. On langs bood zich desondanks een jonge vrouw aan als dienstmeisje. Haar eisen waren niet mis: een netto maandloon van 200 mark, een eigen kamer met radio, televisie, verwarming en wat dies meer zij, twee vrije dagen in de week, een achturige werkdag. Ze vond des ondanks een werkgeefster1 Het Leidsch Dagblad Als van ouds de MEEST GELEZEN COURANT van Leiden en Omstreken. Wegens technische storing ontbreken heden de dagelykse scheepsberichten. tuin en huls. door A. C. Muller-Idzerda en A. Jansen. 2e druk, geïll. 100 kamerplanten en noe ze behandeld moeten worden, door A. C. Muller-Idzer da. Geïll. 10e, herziene druk Aanleg en onderhoud van kleine tuinen, door A. C. Muller-Idzerda. 8e druk. Geïll. Snoeien van bomen en struiken. doorG. Bleeker. 7e druk Geïll. Fruitteelt ln kleine tuinen, door P. Dekker. 2e druk. Geïll. De plant lp huls, door A. C. Muller-Id zerda. 7e druk. Geïll. Uitgaven van N.V. Kosmos. Amsterdam. Egerie, Je moet verdwynen, door P. van Overveer De gevaarlijke reis, door E. Ambler Een Journalist zwerft over de wereld, door A. van Sprang. Uitg.: V. A. Kramers, Den Haag. Kies zelf uw auto, door A. Spoerl Wat ls dat voor een vliegtuig, door W. Green en G. Polllnger. Vert, van H. Hooft- man. Uitg.: Hollandia N.V., Baarn. Annoezza, door H. Grit Seuberllch. Uitg.: N.V. De Tijdstroom. Lochem. Circus ln de sneeuw, door R. L. Davls Pablo en zyn ooms, door H. Behn Rasmus en de degenslikker, door A. Llndgren. Uitg.: C. P. J. van der Peet, Amsterdam. Favoriete des Konlngs, door A. en S. Golon. Uitg.: Zuld-Holl. Uitg.: Mij, Den Haag. Kinderen van Kaapstad. Gefotografeerd door J. du Plessls, Kaapstad. Tekst van N. Scheepmaker. Uitg.: Zuld-Holl. Uitg. My, Den Haag. Op ons AANNEEMBUREAU (advertenties en abonnementen) wordt voor zo spoedig moge lijk gevraagd een Leeftijd plm. 18 jaar. Mulo-diploma strekt tot aanbeveling. Uitvoerige, eigenhandig geschreven sollicitaties te richten aan de directie van LEIDSCH DAGBLAD N.V., Postbus 54 (Witte Singel I). zyn gekauwd. Zy keek Valentine nieuws gierig aan. „Ik kom voor die jongen Je weet wel, die in de nacht na de schipbreuk gevlucht is", begon Valentine. „Ja, ik herinner me hem heel goed. Is die al terug?" „Vijf dagen geleden hebben ze hem gevonden. Hy logeert nu bij mevrouw Spencer. Hy is ziek geweest, hij had bijna een longontsteking opgelopen in die kou de nacht. Maar hij knapt aardig op en nu kom ik eigenlyk vragen of jy niet eens naar hem toe wilt gaan". „Natuuriyk wil ik dat", zei Elisabeth, dadeiyk bereid. „Weet u, hoe hy heet?" heet?" „Dat wil zeggen", zei Valentine, „wy denken dat hij Joe heet. Joe Smith noemt hy zichzelf. Maar we zitten een beetje met hem in de maag. zyn naam komt niet op de passagiersiyst voor en hy be weert in het geheel geen familie te heb ben". „Die heeft hy wel!" riep Elisabeth. „Hy vroeg immers naar zyn moeder zo dra hy by kennis kwam. Weet u dat niet meer?" „Ik wel", zei Valentine. „Ik hoor het hem nog zeggen. Dat is het juist. We weten niet goed raad met hem, we den ken, dat hy iets verborgen houdt. Ik ver wacht, dat hy met jou gemakkelyker over zichzelf zal praten. Ik weet het niet maar als hy die neiging toont, moedig hem dan vooral aan". „Ik ga naar hem toe, zei Elisabeth. „Maandag tydens de middagpauze Mevrouw Berridge zal het wel goed vinden dat ik iets later terug kom". „Ach, neem me niet kwalyk", zei Valentine. „Ik had er niet aan gedacht, dat je op het ogenblik werkt". „Zo kunt u het eigenhjk niet noemen", zei Elisabeth. „Het is gewoon wat helpen met het afwikkelen van de scheepsramp. Er viel heel wat te doen. Er waren mas sa's mensen in de stad ondergebracht, zoals u weet. Wij hebben de telefoon aangenomen als er familieleden belden die inlichtingen wilden hebben, wy heb ben de kleren gesorteerd die binnenkwa men en aan de slachtoffers uitgedeeld. Wy hebben aan de schipbreukelingen doorgegeven waar zij hun familie konden treffen, wy hebben gezinnen zoveel mo- geiyk onder één dak verzameld en trei nen opgezocht nou ja, alles wat er zo te doen viel. Maar het zal nu wel gauw afgelopen zyn". „Er heeft niemand naar een Jongen van zestien tot achttien gevraagd, die Smith of Jozef of zoiets heette?" „Beslist niet. En in het ziekenhuis ook niet?" „Nee". „Dat is werkelijk gek", zei Elisabeth. „Ja, dat vind ik ook". 7663. Met een juichkreet boog Palmer zich over de geldzak en veegde teder de muntjes er in. die er uitgerold waren. „Mijn lieve goeie geld je." mompelde hij verrukt, „ach. wat ben ik blij dat ik je weer terug heb." Wij hebben het teruggegeven!" klonk het uit de struiken. Verbaasd keken Panda en Jut, om en daar zagen zij de moeilijke jongens te voorschijn komen. Teruggegevenherhaalde Panda, „hadden jullie dus spijt, dat jullie het gestolen hadden?" .tja," antwoordde Sluiper, „we hadden daar spijt van omdat er in die zak alleen maar stuivers zitten! We hadden in de geldzak van een miljonair heel wat meer verwacht!" Tegelijkertijd rukte hij het geweer uit handen van de verblufte lijf wacht, richte het wapen op Palmer en snauwde: „En nu zul je ons vertellenwaar je je miljoenen hebt verborgen1" Het bleef een ogenblik stil. Toen merk te Elisabeth op: „Als dit achter de rug is, ga ik een echte baan zoeken". „Meen Je dat?" „En of. Sedert ik dit heb gedaan eigen lyk sedert ik u die avond na de schip breuk heb geholpen lijkt het zo onbe nullig, niets te doen dan wat uit te gaan en mensen op de thee te nodigen. Be- grypt u wat ik bedoel? Nee, natuuriyk niet. U werkt immers zelf zo hard. Maar- wat ik tot dusver gedaan heb lykt eigen lyk volkomen onbelangryk". „En dat sedert de schipbreuk?" „Ja", zei Elisabeth. Traag voegde zy eraan toe: „Die heeft alles hier veran derd. Ik geloof, dat het nooit meer wordt zoals vroeger". „Nee, dat kan niet", zei Valentine half binnensmonds, maar Elisabeth verstond haar toch en keek haar aandachtig aan. „Ik dacht het zo", zei zy bescheiden. „Al die mensen aan boord. Sommigen zyn verdronken. In het begin spoelden hier steeds maar lyken aan. Het was gruwelyk. Mevrouw Darley heeft er ont slag om genomen en nu zitten we zonder keukenmeid. En dan de anderen, die de ramp hebben overleefd. Sommigen wil den emigreren en zyn al hun geld kwyt. En dan die generaal, weet u nog weg wel? De eerste die by ons binnen gebracht werd. Hy was een som bere oude vry gezel en hy wilde naar Australië omdat hij in Engeland toch niets meer had. En pappa, die was er ook al niet te best aan toe, er was hier nie mand in de buurt met wie hy eens kon praten over wat hem na aan het hart ligt. Hy is de generaal in het ziekenhuis gaan opzoeken en nu komt de generaal by ons in huis. zy hebben het er al over, dat zy samen in Ierland willen gaan vissen". „Dat ls toch wel leuk", zei Valentine. „Ja, vindt u ook niet? O, wat praat ik veel". „Ik geloof eerder, dat je veel nage dacht hebt, de laatste tyd", zei Valentine. „Dat heb ik zeker. Het ls heerlyk, dat u gekomen bent. Ik moest met iemand praten. Hebt u zin om mee naar de bio scoop te gaan?" Valentine schrok enigszins van de on verwachte uitnodiging. Zy dacht snel na. allereerst over Paul, die by haar thuis is bed lag. Maar zij had Paul immers opdracht gegeven, de hele zaterdag te biyven rusten? (Wordt vervolgd) 45-46. Maar eindelijk, toen foef en Brum bijna geen hand meer konden verroeren van moeheid, kwam de kikkerkoning terug. Ziezo, dat is genoeg voor vandaag. Hier heb je je eten. Hij duwde ieder een paar groenige takken in de handen: het zag er uit als glibberige waterplanten, zoals ze wel in aquariums gezien hadden. Joef en Brum keken elkaar aan en dan weer met vieze gezichten naar die rare lekkernij. Ze probeerden het te eten. maar ze konden er geen hap van door hun keel krijgen. Toen begonnen ze te geeuwen, want ze hadden erge slaap gc kregen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 19