JONGEDAME
Het avontuur van Joel en Brum
iW. I
Mevr. Wijsmuller-Meyer wist 10.000
joodse kinderen vrij te praten....
27„
DE SCHIPBREUK
VAN DE „ALEXIA"
Door naïeve brutaliteit wist ze
te zegevieren over Eichmann
PANDA EN DE MEESTER-LIJFWACHT
VERVOLGVERHAAL VOOR DE KLEINIJES
ZATERDAG 2 JULI 1960
Advertentie
U heeft er niet om gevraagd
om een nieuwe sigaar. Er zijn al zoveel mer
ken. zoveel soorten. En als sigarenroker heb
je zo je vaste voorkeur, je lijfmak. Je weet
wat je eraan hebt. je blijft er bij. En toch
zoeken ze bij de sigarenfabrieken steeds naar
nieuwe mogelijkheden, naar nieuwe melanges,
naar betere ..bouw", betere brand. Daarom doet
U zichzelf tekort, als U zich de .gemoderni
seerde* KAREL 1 Elegant laat ontgaan. Lek
kerder. geuriger, lichterOORDEELT
U ZELF. Uw sigarenwinkelier heeft hem nu
weer voorradig. los, in doosjes en in bijzonder
fraaie kistjes. Wij vinden het een perfecta
sigaar. En U zult het met ons eens zijn.
Om een kistje Elegant?
ONS DAGELIJKS VERVOLGVERHAAL
(Vertaling Margot Bakker)
20)
Daarna kwam zij tot het besef, dat zij
diezelfde middag de tijd had om een be
zoek aan Elisabeth te brengen. Die zou
nu vermoedelijk thuis zyn. Valentine
ging er dadelijk op uit. En tijdens de rit
door de chaos van kronkelwegen, die
haar naar Pendrannek moesten brengen,
vroeg zij zich af, of zij bereid zou zijn
haar vakantie in Oostenrijk op te geven,
als er uit andere bron geen middelen
werden verstrekt. Die gedachte ontmoe
digde haar zozeer en nam een zo drei
gende realiteit aan dat zij, nog voor zij
begreep welke vergissing zij had begaan,
voor de zoveelste maal op het strand van
Pendrannek terecht kwam, in plaats van
bij het Grote Huls.
Er ontsnapte haar een lelijk woord.
Ook nu leek het verstandiger door te
rijden dan terug te gaan. Dus reed zij
de wagen de glooiing af en zette de tocht
over het strand voort. Paul moet hier
ook eens komen kijken, dacht zij.
En het was niet, omdat dit de plek
van de schipbreuk was, dat die gedachte
bij haar opkwam. De Manatee, eenzaam
oprijzend aan het eind van de rotsenrij,
zag er indrukwekkend uit, maar niet
dreigend. De golven 6loegen onophoude
lijk op het gesteente stuk, maar waren
te ver weg om werkelijk gevaarlijk te
lijken. Het strand strekte zich voor de
wielen uit, leeg, maar niet geheel verla
ten, want een dik ingepakte gestalte bag
gerde voor haar uit door het zand. En
die gestalte deed haar aan Maurice den
ken.
Het was Maurice ook, bleek later. Hij
had zijn muts ver over zijn oren getrok
ken en zijn hals was verdwenen in een
dikke sjaal. De handen had hij diep in
de jaszakken gestoken. Valentine bracht
de wagen naast hem tot staan en deed
het portier open.
„Dag, Maurice".
„Dag, Valentine". Het rumoer van de
branding drong met de ijskoude buiten
lucht de wagen binnen. Maurice, die er
lichtelijk verstoord uitzag, zocht met
zijn hand steun op het dak van de wagen.
„Lekker weer voor een wandeling", zei
Advertentie
Kom fris op en van Uw werk!
door Ruth Aspïnall
Valentine. „Ik stap geloof ik maar uit
en loop met je mee. Ik ben op weg naar
het Grote Huis, ik moet Elisabeth Mil-
ner spreken. Maar als gewoonlijk ben ik
verdwaald".
„O eh ga je daar naar toe?" Wat
was er toch met Maurice aan de hand,
vroeg Valentine zich af. „Ik ben hier
voor de vogels gekomen", legde Maurice
zelf uit.
„De vogels?"
Maurice maakte een wijd gebaar in de
richting van de baai. „Ja, ze zeggen, dat
hier 's winters de meest onbekende
soorten neerstrijken. Ik vond, dat ik
maar eens moest gaan kijken".
„Ik wist niet, dat jü studie van vogels
maakte", zei Valentine afwezig.
„Doe ik ook niet. Ik bedoel, ik ben pas
begonnen. Een paar dagen geleden heb
ik er een boek over gekocht. Maar je
moet ze in de natuur bestuderen, zie Je".
Maurice bleef zo onverwacht staan, dat
Valentine hem al twee stappen vooruit
was voor zij merkte dat hij achterbleef.
„Jij bent er, geloof ik?" zei hij. „Ik moet
dat troepje daar eens van dichtbij be
kijken".
„Succes en tot ziens", zei Valentine.
Zij liep door naar het Grote Huis, nog
nadenkend over het zonderling gesprek
dat zij pas met haar collega had gevoerd.
Opeens kreeg zij een ingeving. Zou Mau
rice soms over het strand ronddrentelen
in de hoop, dat Elisabeth Milner hem in
het oog kreeg en naar buiten kwam?
Valentine keek steels om. En daar
stond Maurice ingespannen naar het
Grote Huis te turen. Hij draaide zich
haastig om zodra hij merkte dat hy be
trapt werd. Valentine deed, alsof zij geen
erg in hem had en stevende op de voor
deur af.
Zij merkte, dat deze deur merkwaar
digerwijs onaangenamer herinneringen
aan de schipbreuk wakker riep dan het
strand zelf had kunnen doen. Zij belde
aan.
Elisabeth zelf deed open en de gedachte
flitste door haar heen, dat Maurice een
pracht van een kans kreeg. Maar zij be
greep ook, dat Maurice vermoedelijk niet
nog eens naar het Grote Huis had dur
ven kijken.
„O, dokter Manning", zei Elisabeth
met een stralende lach. „Komt u voor
moeder? Zij is niet thuis".
„Nee, eigenlijk kom ik voor jou".
„Heerlijk, komt u binnen".
De vestibule zag er weer keurig uit.
Als er geen uitgebeten plekken op het
lichte parket van de vloer waren geweest
zou niemand op de gedachte zijn geko
men, dat zich hier een tragedie had
afgespeeld.
„Vindt u het goed, dat we in de leer
kamer gaan zitten?" zei Elisabeth. „In
de salon is iemand bezig, die in zijn vrye
tyd onze vloeren bijwerkt".
„Natuurlijk, het is gezellig in de leer
kamer".
En zo was het. De leerkamer was een
van die vertrekken, die aan het op
groeiend kind zelf hun gezelligheid ont
lenen. Het haardscherm, hoog en stevig,
stond om de haard. In een van de
hoeken prykte een hobbelpaard en in de
andere een tafeltje met een stoeltje,
waaraan Elisabeth haar huiswerk had
gemaakt. Op de boekenplanken waren de
jaren te volgen. Kinderboeken, met vers
jes of sprookjes, meisjesboeken, in hele
series, en uit latere tijd spannende
romans. Daarnaast leken een paar
literaire werken slecht op hun plaats.
Elizabeth schoof voor Valentine een
oude rieten stoel aan en zelf ging zij
op een pouf zitten, met kwasten, waarop
in het verleden meer dan eens moest
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Adolf Eichmann, „Juden-Eichmann" deze namen zullen nog vele
malen in de kranten verschijnen, als deze massa-moordenaar en joden
vervolger in Israël terecht zal staan. En iedere maal als ze die naam
leest, zal het 64-jarige Amsterdamse V.V.D.-raadslid, mevrouw G.
WijsmullerMeyer, denken aan die Sinterklaasdag in 1938 toen ze
als eenzaam strijdster-voor-recht oog in oog stond met deze lugubere
nazi-figuur, en met een grenzeloze flair niet minder dan 10.000 joodse
kinderen lospraatte! Tienduizend kinderen, die aan de vernietiging
ontkwamen, een vernietiging waaraan de wereld nog niet geloofde. In
die decembermaand van 1938 trachtte een in Amsterdam gevestigd
„Comité tot hulp aan joodse vervolgden" om te bemiddelen, dat enige
duizenden joodse kinderen uit Oostenrijk naar de vrije wereld konden
worden gebracht. De poging faalde. En toen een van de comité-leden
aan de kleine, pittige mevrouw Wijsmuller vroeg of zij er misschien
raar op wist om de Duitsers alsnog tot toestemming te bewegen, stond
haar besluit onmiddellijk vast!
vertelde hem onomwonden dat ze 10.000
joodse kinderen kwam halen, en dat ze
die onmiddellijk mee wilde nemen.
„Juden-Eichmann" dacht met een
geestelijk gestoorde te doen te hebben.
Had zij een organisatie achter zich
staan? Neen. Door wie was ze gestuurd?
Door niemand. Wat heeft hem bewogen
die eenzame Hollandse vrouw tóch haar
zin te geven? Wilde hij een spelletje met
haar spelen? Wilde hy haar laten zien
dat ze met een kindertransport zonder
papieren toch by iedere grens staande
Opmerkelijke stunt
Men had haar gezegd dat een zekere
Adolf Eichmann in deze affaire zou
kunnen beslissen. Zy pakte de telefoon,
besprak een plaats in een KLM-toestel
en bereikte dezelfde avond nog Berlijn.
De volgende dag reisde zij naar Wenen,
waar Eichmann zijn hoofdkwartier had
in de weelderige villa, die de Nazi's van
de familie Rotschild hadden gestolen.
„Ik zat meteen al in moeilijkheden",
vertelde mevr. Wijsmuller, toen zij de
oude herinneringen voor ons ophaalde.
„Er werd gecollecteerd voor de Winter-
hilfe, en ik vertelde een straatcollec
tant dat ik het een schandaal vond dat
de joodse kinderen niet van de collecte
zouden profiteren. Dat mocht ik niet
zeggen en ik werd prompt naar een po
litiebureau gebracht. Het feit, dat ik
Nederlandse was gaf me tenslotte de
vrijheid".
Niemand had mevr. Wijsmuller ge
zegd dat Adolf Eichmann een van Hit-
Iers naaste medewerkers was en dat hij
gold als een der meest genadeloze men
sen van het Derde Rijk.
Het kostte een halve dag werk om
door te dringen tot de nazi-beul. Mevr.
Wijsmuller vertelt: „Hij zat in een mo
derne kamer en hy was de eerste Duit
ser die ik in een zwart uniform zag.
Uiterlijk leek hy een beschaafd mens,
maar zijn ware aard was mij toen al
spoedig duidelijk. Hij snauwde me toe
dat hij geen tijd had en toen vond ik
dat ik maar een stoel moest nemen om
eens rustig te praten. Ik kwam immers
alleen maar met het doel een eerste
contact te leggen om voor de kinderen
de weg naar de vrijheid te openen?"
Voorwaardelijk
Maar mevr. Wijsmuller zat niet lang
op die stoel. Eichmann beval dat zij
hem haar handen moest laten zien. Ver
volgens moest zij haar kousen en schoe
nen uitdoen en heen en weer lopen.
Toen deze vreemde handeling was ver
richt, zei Eichmann: „Hoe komt het
dat U als arisch mens zo „verrückt"
bent?".
Mevr. Wijsmuller, die in Amsterdam
bekend staat als een moedige vrouw,
die in haar werk op sociaal terrein niet
rust voor zij een gesteld doel heeft be
reikt, waarbij het haar niets kan sche
len of ze door bepaalde mensen als een
„enfant terrible" wordt aangemerkt,
keek Eichmann recht in de ogen, en
zou worden gehouden? Tenslotte zei hU:
„Goed, U krijgt van mU 600 kinderen.
Ais U die binnen een paar dagen het
land uit kan krijgen, kimt U ze alle
10.000 krijgen".
Een maand later
Zes dagen later reed de eerste trein
met 600 kinderen Nederland binnen.
Mevr. Wijsmuller had zonder hulp van
wie dan ook in haar eentje alle beno
digde papieren weten los te praten. En
een maand later waren alle 10.000 kin
deren uit het getto van Wenen overge
bracht naar de vrije wereld, waar ze
werden gedistribueerd over gastvrije
landen.
Het is slechts een van de vele .stunts"
geweest die op naam staan van de moe
dige mevr. Wijsmuller, de vrouw die in
de oorlog wegens haar menslievende,
maar de vijand onwelgevallige werk,
vele malen in de gevangenis werd ge
worpen. die bij de bevrijding van ons
land 120 krijgsgevangenen uit Duitse
handen wist te peuteren, en die in het
Amsterdamse sociale en maatschappe
lijke werk een stuwende kracht is voor
wie geen opgave te groot is, als ze haar
medemens maar van dienst kan zijn.
Zij was een der eersten die oog in oog
stond met „Juden-Eichmann" in een
tjjd dat niemand nog in de vernietiging
van de joden geloofde. Maar mevr. Wijs
muller doorzag de schandelijke prak
tijken van de nazi's en zy wist dat daar
daden tegenovergesteld moesten worden.
Haar oordeel over Eichmann? „Denk
niet dat het feit dat hy mij die 10.000
kinderen gaf, ook maar iets zal afdoen
van de massamoord, die hij op zyn ge
weten heeft. Het klinkt hard voor een
vrouw om het te zeggen, maar hij ver
dient m.i. de zwaarste straf, die een
mens kan krijgen".
Nieuwe uitgaven
Bij A. J. Oslnga te Bolsward is versche
nen, in samenwerking met het ANVV, het
Algemeen Toeristenboek van Nederland
1960. In dit uitstekend verzorgde boek
staan zowel in het Nederlands als in het
Frans. Duits en Engels allerlei interes
sante bijzonderheden vermeld over een
groot aantal plaatsen in ons land. Een
toeristische gids waar men veel aan heeft.
Geschonden heelal. Gedichten van M.
Trippas, en
Blauw gra9. Gedichten van Fem Rutke.
Uitg.: A. A. M. Stols/J. P. Barth, Den
Haag.
Madame Bovary, door G. Flaubert, en
Een vrouwenleven, door Guy de Mau
passant. Uitg.: Contact, Amsterdam.
De Koepelkamer, door M. de Vos. Ver
schenen in de Jeugdserie by N.V. de Ar
beiderspers, Amsterdam.
Nederlandse chansons. Verzameld en in
geleid door J. v. d. Merwe. Uitg.: N.V. De
Arbeiderspers. Amsterdam.
Astrologische serie De Sterrenspiegel,
door André Barbault; Kon. Uitgeverij
Erven J. J. Tyl, Zwolle, waarin opge
nomen uitg. G. W. Breughel, Zwolle
Legio is het aantal uitgaven van grotere
of kleinere omvang op het gebied van
de astrologie en met deze reeks komt er
dan nog eens een bij. Om twee redenen
lykt ons deze vertaling van de Franse
serie ,Le Zodiaque" van André Barbault
sympathieker dan menige andere publi-
katie op dit omstreden terrein: voorin
komt een soort „waarschuwing" voor,
waarin op de betrekkelijke waarde van
de astrologie gewezen wordt (er zit „iets
waars" in en de tekens van de Dieren
riem hebben vooral symbolische en psy
chologische betekenis) en, in de tweede
plaats, deze uitgaafjes (een deeltje van
ongeveer 124 bladzijden per teken) zijn
bijzonder aantrekkelijk uitgegeven door
het opnemen van illustraties uit oude
boeken op dit gebied. Bovendien is deze
uitgave aangepast aan Nederlandse be
hoeften, zodat ook bekende landgenoten
behandeld worden en tenslotte is de in
deling buitengewoon overzichtelijk: we
zen, verschijning, levensloop en werk
wijze. Tot nu toe verschenen: Dat bent
U, Ram, idem Stier, idem Tweelingen,
idem Kreeft, idem Leeuw, idem Maagd,
idem Boogschutter, waaraan in de loop
van dit Jaar ook de overige deeltjes
zullen toegevoegd worden.
Het roofdier, door C. Vos, en
Ballade van de zeeman Joris Breebaert,
door J. Fabrlclus. Uitg.: H. P. Leopold
N.V., Den Haag.
Vet maakt U slank, door dr. Richard
Mackarness. Oorspr. titel: „Eat fat and
grow slim". Vertaald door C. Klla, onder
toezicht van H. H. van Vliet, Arts. Uitg.:
Kon. Uitgeverij van de Erven J. J. Tyl
N.V., Zwolle.
Mijn tuin en planten ABC, beknopte
knopte encyclopaedic voor liefhebbers van
tuinieren en van planten en bloemen ln
Hoge eisen
(Van onze correspondent in Bonn)
Als overal in de westelijke wereld zijn
ln West-Duitsland dienstmeisjes uiter
mate schaars. Men kan als 1624-jarige
nu eenmaal in de eerste de beste fabriek
meer verdienen dan in de huishouding.
Men heeft daar meer vrije tijd, men
ontmoet meer mannen en vrouwen. On
langs bood zich desondanks een jonge
vrouw aan als dienstmeisje. Haar eisen
waren niet mis: een netto maandloon
van 200 mark, een eigen kamer met
radio, televisie, verwarming en wat dies
meer zij, twee vrije dagen in de week,
een achturige werkdag. Ze vond des
ondanks een werkgeefster1
Het Leidsch Dagblad
Als van ouds de
MEEST GELEZEN COURANT
van Leiden en Omstreken.
Wegens technische storing ontbreken
heden de dagelykse scheepsberichten.
tuin en huls. door A. C. Muller-Idzerda
en A. Jansen. 2e druk, geïll.
100 kamerplanten en noe ze behandeld
moeten worden, door A. C. Muller-Idzer
da. Geïll. 10e, herziene druk
Aanleg en onderhoud van kleine tuinen,
door A. C. Muller-Idzerda. 8e druk. Geïll.
Snoeien van bomen en struiken. doorG.
Bleeker. 7e druk Geïll.
Fruitteelt ln kleine tuinen, door P.
Dekker. 2e druk. Geïll.
De plant lp huls, door A. C. Muller-Id
zerda. 7e druk. Geïll. Uitgaven van N.V.
Kosmos. Amsterdam.
Egerie, Je moet verdwynen, door P. van
Overveer
De gevaarlijke reis, door E. Ambler
Een Journalist zwerft over de wereld,
door A. van Sprang. Uitg.: V. A. Kramers,
Den Haag.
Kies zelf uw auto, door A. Spoerl
Wat ls dat voor een vliegtuig, door W.
Green en G. Polllnger. Vert, van H. Hooft-
man. Uitg.: Hollandia N.V., Baarn.
Annoezza, door H. Grit Seuberllch. Uitg.:
N.V. De Tijdstroom. Lochem.
Circus ln de sneeuw, door R. L. Davls
Pablo en zyn ooms, door H. Behn
Rasmus en de degenslikker, door A.
Llndgren. Uitg.: C. P. J. van der Peet,
Amsterdam.
Favoriete des Konlngs, door A. en S.
Golon. Uitg.: Zuld-Holl. Uitg.: Mij, Den
Haag.
Kinderen van Kaapstad. Gefotografeerd
door J. du Plessls, Kaapstad. Tekst van
N. Scheepmaker. Uitg.: Zuld-Holl. Uitg.
My, Den Haag.
Op ons AANNEEMBUREAU (advertenties en
abonnementen) wordt voor zo spoedig moge
lijk gevraagd een
Leeftijd plm. 18 jaar.
Mulo-diploma strekt tot aanbeveling.
Uitvoerige, eigenhandig geschreven sollicitaties te richten aan de
directie van LEIDSCH DAGBLAD N.V., Postbus 54 (Witte Singel I).
zyn gekauwd. Zy keek Valentine nieuws
gierig aan.
„Ik kom voor die jongen Je weet
wel, die in de nacht na de schipbreuk
gevlucht is", begon Valentine.
„Ja, ik herinner me hem heel goed.
Is die al terug?"
„Vijf dagen geleden hebben ze hem
gevonden. Hy logeert nu bij mevrouw
Spencer. Hy is ziek geweest, hij had bijna
een longontsteking opgelopen in die kou
de nacht. Maar hij knapt aardig op en
nu kom ik eigenlyk vragen of jy niet
eens naar hem toe wilt gaan".
„Natuuriyk wil ik dat", zei Elisabeth,
dadeiyk bereid. „Weet u, hoe hy heet?"
heet?"
„Dat wil zeggen", zei Valentine, „wy
denken dat hij Joe heet. Joe Smith noemt
hy zichzelf. Maar we zitten een beetje
met hem in de maag. zyn naam komt
niet op de passagiersiyst voor en hy be
weert in het geheel geen familie te heb
ben".
„Die heeft hy wel!" riep Elisabeth.
„Hy vroeg immers naar zyn moeder zo
dra hy by kennis kwam. Weet u dat niet
meer?"
„Ik wel", zei Valentine. „Ik hoor het
hem nog zeggen. Dat is het juist. We
weten niet goed raad met hem, we den
ken, dat hy iets verborgen houdt. Ik ver
wacht, dat hy met jou gemakkelyker
over zichzelf zal praten. Ik weet het niet
maar als hy die neiging toont, moedig
hem dan vooral aan".
„Ik ga naar hem toe, zei Elisabeth.
„Maandag tydens de middagpauze
Mevrouw Berridge zal het wel goed
vinden dat ik iets later terug kom".
„Ach, neem me niet kwalyk", zei
Valentine. „Ik had er niet aan gedacht,
dat je op het ogenblik werkt".
„Zo kunt u het eigenhjk niet noemen",
zei Elisabeth. „Het is gewoon wat helpen
met het afwikkelen van de scheepsramp.
Er viel heel wat te doen. Er waren mas
sa's mensen in de stad ondergebracht,
zoals u weet. Wij hebben de telefoon
aangenomen als er familieleden belden
die inlichtingen wilden hebben, wy heb
ben de kleren gesorteerd die binnenkwa
men en aan de slachtoffers uitgedeeld.
Wy hebben aan de schipbreukelingen
doorgegeven waar zij hun familie konden
treffen, wy hebben gezinnen zoveel mo-
geiyk onder één dak verzameld en trei
nen opgezocht nou ja, alles wat er zo
te doen viel. Maar het zal nu wel gauw
afgelopen zyn".
„Er heeft niemand naar een Jongen
van zestien tot achttien gevraagd, die
Smith of Jozef of zoiets heette?"
„Beslist niet. En in het ziekenhuis ook
niet?"
„Nee".
„Dat is werkelijk gek", zei Elisabeth.
„Ja, dat vind ik ook".
7663. Met een juichkreet boog Palmer zich over de geldzak en
veegde teder de muntjes er in. die er uitgerold waren.
„Mijn lieve goeie geld je." mompelde hij verrukt, „ach. wat ben ik blij
dat ik je weer terug heb."
Wij hebben het teruggegeven!" klonk het uit de struiken.
Verbaasd keken Panda en Jut, om en daar zagen zij de moeilijke
jongens te voorschijn komen.
Teruggegevenherhaalde Panda, „hadden jullie dus spijt, dat
jullie het gestolen hadden?"
.tja," antwoordde Sluiper, „we hadden daar spijt van omdat
er in die zak alleen maar stuivers zitten! We hadden in de geldzak van
een miljonair heel wat meer verwacht!"
Tegelijkertijd rukte hij het geweer uit handen van de verblufte lijf
wacht, richte het wapen op Palmer en snauwde:
„En nu zul je ons vertellenwaar je je miljoenen hebt verborgen1"
Het bleef een ogenblik stil. Toen merk
te Elisabeth op: „Als dit achter de rug
is, ga ik een echte baan zoeken".
„Meen Je dat?"
„En of. Sedert ik dit heb gedaan eigen
lyk sedert ik u die avond na de schip
breuk heb geholpen lijkt het zo onbe
nullig, niets te doen dan wat uit te gaan
en mensen op de thee te nodigen. Be-
grypt u wat ik bedoel? Nee, natuuriyk
niet. U werkt immers zelf zo hard. Maar-
wat ik tot dusver gedaan heb lykt eigen
lyk volkomen onbelangryk".
„En dat sedert de schipbreuk?"
„Ja", zei Elisabeth. Traag voegde zy
eraan toe: „Die heeft alles hier veran
derd. Ik geloof, dat het nooit meer wordt
zoals vroeger".
„Nee, dat kan niet", zei Valentine half
binnensmonds, maar Elisabeth verstond
haar toch en keek haar aandachtig aan.
„Ik dacht het zo", zei zy bescheiden.
„Al die mensen aan boord. Sommigen
zyn verdronken. In het begin spoelden
hier steeds maar lyken aan. Het was
gruwelyk. Mevrouw Darley heeft er ont
slag om genomen en nu zitten we zonder
keukenmeid. En dan de anderen, die de
ramp hebben overleefd. Sommigen wil
den emigreren en zyn al hun geld
kwyt. En dan die generaal, weet u nog
weg wel? De eerste die by ons binnen
gebracht werd. Hy was een som
bere oude vry gezel en hy wilde naar
Australië omdat hij in Engeland toch
niets meer had. En pappa, die was er ook
al niet te best aan toe, er was hier nie
mand in de buurt met wie hy eens kon
praten over wat hem na aan het hart
ligt. Hy is de generaal in het ziekenhuis
gaan opzoeken en nu komt de generaal
by ons in huis. zy hebben het er al over,
dat zy samen in Ierland willen gaan
vissen".
„Dat ls toch wel leuk", zei Valentine.
„Ja, vindt u ook niet? O, wat praat ik
veel".
„Ik geloof eerder, dat je veel nage
dacht hebt, de laatste tyd", zei Valentine.
„Dat heb ik zeker. Het ls heerlyk, dat
u gekomen bent. Ik moest met iemand
praten. Hebt u zin om mee naar de bio
scoop te gaan?"
Valentine schrok enigszins van de on
verwachte uitnodiging. Zy dacht snel na.
allereerst over Paul, die by haar thuis
is bed lag. Maar zij had Paul immers
opdracht gegeven, de hele zaterdag te
biyven rusten?
(Wordt vervolgd)
45-46. Maar eindelijk, toen foef en Brum bijna geen hand meer
konden verroeren van moeheid, kwam de kikkerkoning terug.
Ziezo, dat is genoeg voor vandaag. Hier heb je je eten.
Hij duwde ieder een paar groenige takken in de handen: het zag er
uit als glibberige waterplanten, zoals ze wel in aquariums gezien
hadden.
Joef en Brum keken elkaar aan en dan weer met vieze gezichten
naar die rare lekkernij. Ze probeerden het te eten. maar ze konden
er geen hap van door hun keel krijgen.
Toen begonnen ze te geeuwen, want ze hadden erge slaap gc
kregen