Natuurrijkdom in de Wassenaarse duinen
Hevige Britse druk op Nederland
om Duitse ex-keizer uit te leveren
Memorandum vol dreigementen
ging in de prullenmand
Bron van studie
en vreugde voor
de liefhebbers
Bondgenoten moesten terugkrabbelen
(Van onze Londense correspondent)
In het droefgeestige gebouw van het Engelse ministerie van
Buitenlandse Zaken, dat met één gevel naar het korte, doodlopende
Downing-straatje gekeerd is, waar op het beroemde nummer tien de
Britse premiers wonen, is veertig jaar geleden (namelijk b?gin 1920)
een geheim memorandum, uitsluitend voor inwendig gebruik, rond
gegaan. In dat memorandum werd een reeks dwangmaatregelen, met
inbegrip van een eventuele oorlogsverklaring, opgesomd om de
Nederlandse regering op de knieën te krijgen, omdat deze weigerde
ex-keizer Wilhelm II aan de Geallieerden uit te leveren. Het is thans
voor het eerst gepubliceerd in het dezer dagen uitgekomen deel van
de eindeloze vervolgreeks over de Britse buitenlandse politiek, dat de
regering op gezette tijden het licht laat zien. Dit lijvige werk van
ruim 700 bladzijden, voornamelijk gevuld met teksten van nota's en
telegrammen, heeft betrekking op de Brits-Duitse politiek van het
belangrijke jaar 1920, toen de Geallieerden probeerden hun houding
tegenover het verslagen Duitsland te bepalen op de grondslag van
het pas afgesloten Verdrag van Versailles. Ongeveer 150 bladzijden
houden zich bezig met de toen brandende kwestie van de tot Neder
land gerichte eis om de ex-keizer uit te leveren.
daarvoor, hoewel hij zelfs bij die ge
legenheid niet kan nalaten nog en
kele zure opmerkingen te maken en
zich vinnig uit te laten over de Ne
derlandse eigengereidheid en behoefte
om te argumenteren terwille van het
argumenteren. De Britten begrepen
niet, dat in wezen het Engelse en Ne
derlandse volkskarakter weinig ver
schillen, hoe Van Karnebeek ook zijn
best deed dit duidelijk te maken en
betoogde dat angstaanjaging alleen
maar het verzet tegen de Geallieerde
eisen kon versterken.
Kras memorandum
Het krasse memorandum, ongeda
teerd en ongetekend en voor zover wij
konden nagaan ook door niemand ge
parafeerd, was bestemd voor premier
Lloyd George, maar het is waarschijn
lijk dat hij het nooit heeft gezien en
dat het spoedig na de opstelling zo al
niet in de prullenmand, dan toch in
een stoffig dossier is verwdenen, waar
uit het thans is opgediept. Het docu
ment was samengesteld door de thans
niet meer bestaande afdeling Oorlog
van het Britse Departement van Bui
tenlandse Zaken. Misschien was dit
memorandum alleen maar een kwestie
van zuivere routine. De Geallieerden
zaten met de handen in het haar over
de onwrikbaarheid van de Nederlandse
regering, welke het asielrecht hoog
hield en Juridisch in geen enkel op
zicht gebonden was de ex-keizer aan
zijn vroegere vijanden uit te leveren.
Het memorandum was kennelijk voor
bereid om te dienen als eventuele stok
achter de deur voor Den Haag.
Doch men mag niet vergeten, dat de
Britse regering in deze niet zelfstan
dig kon optreden. Indien het tot een
conflict met Nederland zou komen,
louden de geallieerden gezamenlijk tot
actie moeten overgaan en het is zeer
twijfelachtig of hierop ooit werkelijke
kans heeft bestaan.
Uiteraard ziet men in deze documen
ten vrijwel alleen de Engelse kant van
de zak. Men krijgt echter wel de in
druk, dat de Britten zich drukker
maakt over de ex-keizer dan met de
rest van de bondgenoten het geval
vas. Vooral de Verenigde Staten
rheen de kwestie koud te laten. De
•ritse regering deed het voorkomen
aof de eigen openbare mening on-
Tzoenlijk stond tegenover de ex-kei
zer en dat luide de eis klonk om hem
in handen te krijgen. Maar uit opmer
kingen van onze diplomaten en jour
nalisten, welke in de documenten terug
te vinden zijn, blijkt dat hierover aller
minst eenstemmigheid heerste. Wan
neer de Britse regering en ambassa
deurs op zoek naar argumenten om
Nederland murw te krijgen van de
Britse openbare mening gewagen, dient
men overigens op zijn hoede te zijn,
omdat deze allerminst op verantwoor
de wijze was gepeild opinie-onder
zoek bestond nog niet en voor een
belangrijk deel zelf door de regering
werd beïnvloed. Er lagen kranteknip
sels op de schrijftafels van de Britse
ambassade in Den Haag, welke moes
ten aantonen dat de Engelsen woe
dend waren over onze tegemoetko
mendheid tegenover de ex-keizer, maar
er waren evengoed Britse bladen, die
het Nederlandse standpunt deelden.
Dat men zich in feite over deze kwes
tie minder opwond dan sommige lie
den wilden doen geloven, wordt mis
schien wel bewezen door het feit dat
de Britse karikaturisten weinig inte
resse toonden voor het onderwerp, dat,
indien de publieke opinie zo wild was,
toch een kolfje naar hun hand had
behoren te zijn. Tot de sceptici be
hoorde in elk geval ook Sir Ronald
Graham, de Britse ambassadeur in
Den Haag, die zonder geestdrift de in
structies van zijn chef, Lord Curzon,
de Britse minister van Buitenlandse
Zaken, uitvoerde. Dat hij de Neder
landers en met name de scherpzinnige
jhr. Van Karnebeek, onze minister van
Buitenlandse Zaken, niet kon over
tuigen, weet hij steeds weer aan de
Nederlandse koppigheid.
Late hulde
Pas toen de slag voor de Geallieer
den volkomen verloren was, vond de
Britse ambassadeur de moed om open
lijk hulde te brengen aan het Neder
landse standpunt en de motieven
bondgenoten! Maar toen men aan het
eind van het liedje tenslotte zag, dat
er met Den Haag geen land te be
zeilen was, moest men ook wel toe
geven dat de ex-keizer veilig aan de
Nederlandse autoriteiten kon worden
toevertrouwd. Hoogstmerkwaardig is
intussen het gebrek aan aardrijkskun
dige kennis van de Britse ambassadeur
Sir Ronald Graham, die bij hoog en
laag bleef beweren dat Doorn veel te
gevaarlijk was als woonplaats voor de
ex-keizer, omdat het dorp immers
binnen de veertig kilometer van de
Nederlands-Duitse grens was gelegen!
Wilhelm kon daardoor gemakkelijk
ontsnappen of opnieuw indirect een
rol gaan spelen. Natuurlijk, Hitler was
zelfs nog niet aan de horizon versche
nen en men zag dus het grootste ge
vaar in een terugkeer van de ex-keizer
naar Duitsland. Misschien was dat wel
de hoofdreden waarom sommige Ge
allieerden zich zo druk maakten om
de ex-keizer uitgeleverd te krijgen en
dan naar buiten Europa te verban
nen, met of zonder proces, zulks als
toetsteen voor het nieuwe Verdrag van
toetssteen voor het nieuwe Verdrag van
Het was dit fiere onafhankelyk-
heidsgevoel, dat Nederland in de ge
schiedenis had doen standhouden, pre
cies als Engeland trouwens dat geen
enkele inmenging duldde, die een
schending zou hebben betekend van
grote rechtsbeginselen.
Maar er waren lieden in dat som
bere gebouw tegenover het lieflijke
St. James' Park, die niet veel meer
achting voor Nederland bezaten dan
voor een vèrafgelegen Balkanstaatje.
Vandaar dat er op een goede dag tus
sen ontbijt en lunch een Ijjstje werd
geproduceerd dat tot de capitulatie of
anders de val van de Nederlandse re
gering zou moeten leiden. De troef
kaart, die men achter de hand hield
was niets minder dan een oorlogsver- -
klaring!
Van dit plan dat intussen nooit
op de kabinetstafel aan de overkant
op nummer 10 Downing Street kwam
wist onze regering niets of althans
niet alles en zoals gezegd de Britse
regering waarschijnlijk evenmin.
Het werkwaardige is dat de Gealli
eerde diplomaten blijkbaar moeilijk
konden worden overtuigd van de goede
trouw van onze regering tegenover de
Ex-keizer Wilhelm II van
Duitsland.
krachtens dit verdrag gebonden hun
oorlogsmisdadigers ter berechting uit
te leveren, maar verzetten zich daar
tegen uit alle macht. De Duitse so
ciaal-democratische minister van Bin
nenlandse Zaken, Noske, verklaarde
tegenover de Britse ambassadeur in
Berlijn, dat zijn politie en waarschijn
lijk hijzelf ook, zouden worden ver
moord indien hij opdracht gaf tot ar
restatie. De Geallieerden weken steeds
meer terug en verkortten de toch al
korte lijstjes van oorlogsmisdadigers
steeds meer. Het Duitse volk schreeuw
de moord en brand tegen de gevraagde
uitlevering, daartoe door bepaalde po
litici en dagbladen aangemoedigd,
waarbij het communistische gevaar
mede als belangrijk argument werd ge
hanteerd.
De communisten waren namelijk de
enigen, die de uitlevering wilden
steunen. Berljjn Juiohte over Neder
lands vasthoudendheid wat betreft de
ex-keizer. Het Vaticaan waarschuwde,
dat een actie tegen de ex-keizer een
risico zou meebrengen voor de monar
chie als instituut. De Spaanse koning
was bereid persoonlijk de ex-keizer
voor een geallieerd tribunaal te ver
dedigen. Vorsten, zo betoogde hfj, wa
ren niet verantwoordelijk voor de po
litiek van hun onderdanen. Naarmate
de Duitsers halsstarriger werden over
de oorlogsmisdadigers, kwam Neder
land evenwel steeds meer onder Ge
allieerde druk, omdat de bondgenoten,
speciaal Frankrijk en Engeland een
prestige-succes nodig hadden.
Vijf
Het mes op de keel
Het ergste vonden de Britten het, dat
Nederland de geallieerde agitatie niet
ernstig nam, wat zeker met de Ne
derlandse pers het geval was.
De heer Van Karnebeek verzekerde
de Britse ambassadeur, dat de rege
ring wel degelijk doordrongen was van
de ernst van de zaak, maar de Brit
kon niet begrijpen, dat Van Karne-
beeks verzet voortkwam uit innerlijke
overtuiging, gesteund door een krach
tige persoonlijkheid en dat zijn wei
gering om de keizer uit te leveren,
helemaal niet het gevolg was van een
geringschatting van de Engelsen, wier
trots gekwetst was omdat een klein
land hen durfde te weerstaan.
Vandaar misschien, dat op een mis
tige winterdag van het jaar 1920,
toen het midden op de dag al zwart
was als de nacht en de stemming in
de hoge kille kamers, waaraan een
walmend vuur van vettige kolen wat
lauwe warmt etoevoegde, er niet beter
op werd, een verkleumde, jjsberende
ambtenaar op bitse toon het genoem
de memorandum begon te dicteren.
sancties
„Indien de Nederlandse regering in
zjjn hardnekkige houding blijft vol
harden, kunnen wy op de volgende
manier korte metten met haar maken:
1. verbreking van de diplomatieke
betrekkingen.
2. Economische blokkade, bestaande
uit: a. weigering om Nederlandse sche
pen toe te staan Britse havens aan te
doen („heel goed, uitstekend", merkte
de opsteller van het plan erbij op),
b. weigering om steenkolen aan Neder
land te leveren („niet zo geweldig",
bedacht hij. „Nederland is niet zo
sterk van buitenlandse steenkool af
hankelijk", aldus merkte hij In zijn
Blitse bunkerstations („prachtstunt.
commentaar op), c. weigering om Ne
derlandse schepen toe te laten tot
Een dergelijke maatregel hielp ons
enorm in de oorlog", schrijft de En
gelse ambtenaar).
3. Nederland afsnijden van Neder-
lands-Indië door het onmogelijk ma
ken van scheepvaartverbindingen en
onderbreking van het PTT-verkeer
(„uitstekend", aldus noteerde de ont
werper van het plan. Indië is een
tere plek voor Holland!).
De schrijver, die was gaan zitten,
stond op, wreef zich vergenoegd in de
handen en ging weer heen en weer
lopen. Langzaam met grote nadruk en
stemverheffing dicteerde hij verder:
4. „Indien al deze maatregelen
zouden falen, dan blijft er maar één
middel over - oorlog!".
Heeft U dat, miss?".
Hü wachtte even, keek naar buiten
en ontwaarde de gedrongen gestalte
van Lloyd George, die zijn natte pa
raplu dichtklapte en door de statige
zwarte deur van nummer tien ver
dween.
„Waar was ik ook weer?"
„O ja, ik ben bezig oorlog te ver
klaren
„Wij gaan verder, Juffrouw":
„Wij zullen door geweld moeten be
reiken wat niet verkregen kon worden
door argument of bedreiging."
Hy noemde ook nog als iets dat hem
later inviel, als punt 5: „Weigering
om Nederland tot de Volkenbond toe
te laten". Men kwam echter al gauw
tot de slotsom, dat dit vliegertje in
elk geval niet kon opgaan.
Vrij spoedig moest Sir Eric Rowe,
de secretaris-generaal van het depar
tement in een tweede memorandum
toegeven, dat het hele plan op een
hersenschim berustte, aangezien het
ondoelmatig en onuitvoerbaar was.
Vandaar dat het wel zo goed als
zeker is, dat het Britse kabinet het
nooit heeft gezien.
Het viel als een kaartenhuis in el
kaar. Bij de onderhandelingen in Den
Haag was er al iets gemompeld over
mogelijke verbreking van de diploma
tieke betrekkingen en een economi
sche actie, maar Van Karnebeek bleef
onwrikbaar. In Den Haag had men,
toen de kwestie begon, het gevoel ge
kregen, dat de Geallieerden, die niet
zo heel zeker van hun zaak bleken,
bluften. Dat was genoeg om een aan
vankelijke aarzeling in de regering
Ruys de Beerenbrouck in vastbera
denheid om te zetten Bluf of geen
bluf, Van Karnebeek liet zich overi
gens niet bang maken.
Inmiddels had de Nederlandse rege
ring al of niet onder invloed van de
gebeurtenissen, de nodige maatregelen
getroffen om te verzekeren dat de ex-
keizer ln de toekomst onschadelijk
zou zijn.
Niet Nederland, maar de Geallieer
den moesten toen over de hele linie
capituleren.
Eindelijk zullen ook zij wel hebben
beseft, dat Nederland niet de gering
ste sympathie voor de Duitse ex-kei
zer en diens politiek koesterde. Zij
moesten, nadat zy ook hun eis lieten
vallen dat Wilhelm in Nederlands-
Indië zou moeten worden geïnter
neerd volmondig toegeven de
Britse ambassadeur deed het in elk
geval dat by deze kwestie de hoog
ste beginselen van recht en humani
teit op het spel stonden.
Of de ambtenaar die het „oorlogs"-
memorandum opstelde, spoedig promo
tie heeft gemaakt, vermeldt het docu
mentaire betoog niet
Aanvaring in mist
bij eiland Borkum
Bemanning in sloepen
(Speoiale berichtgeving).
Omstreeks kwart voor vyf vanmor
gen is in de mist by de routeboei J.E.
7 bij het eiland Borkum de Engelse
tanker „British Workman" (12.000
ton) in aanvaring gekomen met het
9.000 ton metende Zweedse vracht
schip „Mongabarra". De aanvaring
was zo hevig, dat het Zweedse schip
een groot lek onder de waterlün
kreeg en snel in zinkende toestand
verkeerde.
De „Monga Barra" is later op acht
vadem water bij Borkum aan de grond
gezet. Op de kapitein en de stuurlieden
na, is de bemanning van de Zweed in
de sloepen gegaan. Een sloep met 16
opvarenden is omstreeks half zeven
door de Groninger kustvaarder ..Wegro"
gevonden. De 17 bemanningsleden uit
een andere sloep werden door de Duitse
kustvaarder „Nicolai" aan boord geno
men. Een sloep met vijf opvarenden van
de „British Workman", die werd uitge
zet om hulp te verlenen aan de zinken
de Zweed, wordt nog vermist. De En
gelse tanker, die ook zwaar beschadigd
werd. is op eigen kracht naar Wil-
helmshafen gevaren. De Duitse zeesle
per „Atlas" is ter assistentie uitgevaren
naar de ..Monga Barra". Later is ge
bleken, dat de kustvaarder „Wegro"
wegens het slechte zicht voor anker was
gegaan.
Jonge ransuil in gedeeltelijk donskleed
Broedende grutto op het
nest
Als we het fietspad opgaan vanaf het Wassenaarse Slag richting Meyendel
zien we aan onze rechterhand talrijke duinmeertjes, die bevolkt zijn met talloze
Watervogels. Deze duinmeertjes zijn kunstmatig gevormd.
Enige jaren geleden heeft men een grote pijpleiding aangelegd van Berg
ambacht naar dit duingebied bij Scheveningen en het opgepompte Lekwater
in de duinen gebracht, waardoor de buffervoorraad, die byna geheel verbruikt
was, weer werd aangevuld. Dat hiervoor geweldige hoeveelheden w:fter nodig
zyn geweest behoeft geen betoog.
Het is een bekend feit, dat onze voorraad duinwater gevormd is door eeuwen
lange neerslag. Jaar op jaar heeft de regen in het onderduinse reservoir een
nieuwe voorraad zoet water gebracht.
Men heeft wel eens gemeend, dat de voorraad zó groot was geworden, dat
er bij voldoende winningsmiddelen onbeperkt water te onttrekken zou zijn.
Sinds lang weet iedereen wel beter.
Men wacht nu echter met spanning af, hoe de plantengroei op de kunstmatige
toevoer van rivierwater zal reageren. Dit des te meer, omdat de samenstelling
van het Lekwater anders is dan die van de neerslag. Komen vele verdrongen
planten terug en misschien zelfs geheel nieuwe soorten? Een feit is het, dat de
vogelbevolking reeds verveelvoudigd is en gevarieerder.
Ook in deze tyd van het jaar kan
men er reeds naar hartelust genieten
van de talrUke watervogels. Als men
dan bovendien nog over een kyker
beschikt, kan men hun intieme leven
bespieden en-zien. hoe de wilde een-
den-mannetjes luidkeels het hof ma
ken aan de minder opvallend ge
kleurde wyfjes en hoe de meerkoe
ten en waterhoentjes met plat op het
water liggende kop hun wijfjes laten
zien wat voor toegewyde echtgenoot
ze zullen worden.
Op de kleine eilandjes, die mid
den in de duinmeertjes liggen, zUn
de scholeksters luidruchtig roepend
hun broedgebied aan het verdedigen
tegen de aldaar aanwezige zilver- v
meeuwen, kapmeeuwen en verspreid
voorkomende kieviten. De wulpen
roepen hun ..wuuuliep" vanaf een
kleine duintop of vliegen onrustig
langs en boven de meertjes.
In de vochtiger duinen broedt de
grutto op zijn 4 peervormige eieren,
ilijfgroen gekleurd met donkere vlek
ken. In de broedtyd vliegt het man
netje hoog in de lucht rond en gooit
zich dan van de ene op de andere
zü en roept snel „grieto-grieto".
Daar waar een groep dennen staat,
heeft de ransuil, de uilensoort, die
duidelijke oorpluimen heeft gebroed.
Als ik dicht in de buurt van het nest
kom, maken de oude vogels een
knappend geluid met de snavel en
klappen hoorbaar met de vleugels
tegen elkaar.
Uilen zyn buitengewoon nuttige
vogels, die byna uitsluitend muizen
eten.
Het gehoor van de uilen is uiterst
fUn ontwikkeld, hetgeen de vogels
uitstekend van pas komt, zodat zy
de muizen over de grond kunnen ho
ren lopen.
Als we onze tocht vervolgen en in
het eigeniyke Meyendel zyn gekomen,
ruiken we de heeriyke geur van uit
gelopen balsempopulieren en dennen-
loten. Het kleine driekleurige duin
viooltje is er ook weer. De hegge-
mussen. tuinfluiters, fitissen, rood-
borsttapuit en als we nog even geduld
hebben de koning aller zangvo
gels: de nachtegaal fluiten in het
duinstruweel dat het een aard heeft.
Een bezoek aan dit duingebied kan
ik u byzonder aanbevelen.
F. VAN OMMEN.