OOK VOORSCHOTENS COLLEGE SPREEKT ZICH UIT TEGEN GRENSWIJZIGINGEN Ruimtelijk geenszins noodzakelijk economisch niet verantwoord Samenwerking wellicht beter dan elke vorm van grenswijziging Yele bezwaren worden in een uitvoerig prae-advies gemaakt Gewonden per tram vervoerd bij slotoefening B.B. Voorschoten Dr. Bruins Slot acht versterking verdediging Nieuw-Guinea juist Tocli wel blij met 100 hectare MAANDAG 16 MEI 1960 In hun pre-advies aan de gemeenteraad komen B. en W. van Voorschoten tot de conclusie, dat grote wijzigingen in de gemeentegrenzen, zoals Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland die voor stellen, ruimtelijk geenszins noodzakelijk, tech- nisch-economisch niet verantwoord en bestuurlijk bepaald niet geboden zijn. Zelfs zijn er vele be zwaren aan verbonden. Het na door G.S. voorgestelde plan wijkt voor Voorschoten niet af van het oorspronkelijke, in B. en W. gaan in hun pre-advies uitvoerig in op de verschillende aspecten, die aan deze grenswijziging verbonden zijn en op de nadelen. Zij bekijken het voorstel op het gebied van de ruimtelijke voorziening, het technisch-economisch, het be stuurlijk en het maatschappelijke aspect. Op al deze gronden komen zij, zoals we nader zullen bezien, tot een volkomen afwijzing. 1958 besproken voorstel. Ook in dit plan wordt gesproken van het afstaan van de gebieden Ste venhoven en Boshuizen aan Leiden en van de omgeving van de Valkenburg se weg aan Val kenburg. De nieuwe grenzen van Voorschoten zouden lopen over de nieuw geprojecteerde Rijksweg 4b, die de Leidseweg ter hoogte van de Hofweg zal kruisen. Onelegant van G.S. Vooraf zeggen B. en W. echter zeer duidelijk, dat zij het bijzonder „onele gant" vinden van Ged. Staten, dat de gemeente slechts een maand de tijd heeft gekregen deze zaak opnieuw te besturen en het pre-advies op te stellen. Immers het schrijven van G.S. is geda teerd 11 april en vóór 19 mei verwach ten G.S. reeds antwoord. Een zo korte termijn moet worden beschouwd als een onderschatting van de waarde van het- oordeel van de raad én van de staats rechtelijke en sociologische betekenis van historisch gegroeide gemeentegren zen, nu er ongeveer een derde gedeelte van het grondgebied van de gemeente Voorschoten bij betrokken is. Verontrusting B. en W. voelen er behoefte aan hun verontrusting uit te spreken over deze overschrijding van de „maximum snel heid", die in feite sterk belemmerend werkt op een rustige bezinning op een onderwerp, dat huns inziens van veel wijder strekking is, dan het gebied, het welk het tracht te regelen. Zwakke argumentering B. en W. zeggen, dat zij mét G.S. van oordeel zijn, dat het, ter voorzieningin Leidse behoeften, noodzakelijk zal zijn het grondgebied der gemeente Leiden te vergroten. Om nader uiteen te zetten re denen zijn evenwel voor géén der ge noemde Leidse behoeften Voorschotense gronden benodigd. B. en W. doelen nl. op de voor Leiden gewenste uitbreiding van woongebieden, industrieterrein, sport- en recreatieterreinen en op de uitbreiding van het universiteitscomplex. Niet Leids maar Haags B. en W. van Voorschoten stellen na drukkelijk vast, dat de wijken Stevenho ven en Boshuizen voor Leiden van geen betekenis zullen zijn in de toekomst maar wel voor Den Haag. Men gaat er immers van uit in het voorstel van G.S., dat 50.000 tot 70.000 mensen van de zgn. „Haagse overspil" in de Leidse agglomeratie zullen moeten worden ondergebracht. Deze opvang, al dus B. en W. van Voorschoten, maakt geen deel uit van de Leidse behoeften, maar van de Haagse. De aan te leggen wijken Stevenhoven en Boshuizen zullen, omdat ze ten op zichte van Den Haag zeer gunstig gele gen zijn, voor deze Haagse behoeften kunnen worden aangewend. Allereerst wijzen B. en W. erop, dat tot nu toe de totstandkoming van een uitbreidingsplan voor de Rijndijk en om geving werd belemmerd door allerlei on zekerheden ten aanzien van het tracé van Rijksweg 4b. Dit plan had reeds lang vastgesteld kunnen worden indien deze onzekerheden de activiteiten van het gemeentebestuur van Voorschoten niet hadden tegengehouden. Het ge meentebestuur van Voorschoten is wel degelijk diligent geweest op dit punt. Het tracé van Rijksweg 4b zou de toe komstige gemeentegrens met Leiden moeten vormen. Maar, zeggen B. en W.. dit tracé mag dan in principe door Rijkswaterstaat zijn bepaald, het defini tieve beloop staat pas vast zodra met de aanleg wordt begonnen, zo heeft de er varing geleerd. Het is daarom ge.enszins onwaar schijnlijk, dat de zich steeds wijzigende verkeersbehoeften wederom tot een be langrijke verschuiving in zuidelijke rich ting zouden leiden, teneinde de behoef ten van de Haagse agglomeratie beter te kunnen dienen. Eveneens vinden B. en W. het vreemd, dat wat de grens van Voorschoten be treft Rijksweg 4b (die er nog lang niet is) aangehouden wordt, terwijl de be staande Rijksweg 4a voor Leiderdorp en Zoeterwoude niet als richtinggevend aangehouden wordt. By Leiderdorp wordt immers het kanaal gehandhaafd, terwijl de Korte Vliet, die nu de grens met Leiden vormt en die zelfs in de toe komst verbreed zal worden, teneinde het verkeer te water buiten Leiden om te leiden, in de toekomst eerder een schei dend dan een overbruggend element zal vormen. Zou Rijksweg 4b de grens gaan vor men, dan zou immers de Korte Vliet in de gemeente Leiden komen te liggen en dan zou het omleggen van het scheep vaartverkeer door deze Korte Vliet de integratie van de wijken Stevenhoven en Boshuizen met de stad Leiden juist in de weg staan. Niet naar noorden Planologisch moeten de wijken Ste venhoven en Boshuizen niet uitzien naar het noorden, maar naar het zuiden. Deze wijken, met een capaciteit van on geveer 20.000 inwoners zijn qua ligging als het ware voorbestemd om een gedeel te van de in de Leidse agglomeratie op te vangen Haagse overspill te huisvesten. Het grillige grensverloop, dat verkre gen zou worden na realisering van de genoemde plannen, vindt zijn oorzaak slechts in de verwerving voor Leiden van onbebouwde terreinen, zonder enig ver band met de stedebouwkundige vormge lijk gezien worden als een definitieve be paling van het territoir van de gemeen te Leiden, maar zal de grondslag zyn voor nieuwe pogingen tot gebiedsuitbrei ding. 31 Haags Voorschoten is in de Leidse agglome ratie in de jaren 1949-1959 het sterkst gegroeid. Die groei bedroeg liefst 37.6 Daaruit blijkt wel, dat het de gemeente Voorschoten aan bestuurlijke voortva rendheid en technische mogelijkheden niet ontbroken heeft en ook niet ontbre ken zal om de wijken Stevenhoven en Boshuizen tot ontwikkeling te brengen. Van de in de jaren 1955 tot 1959 in Voorschoten gereed gekomen particuliere nieuwbouwwoningen werd gemid. 31 door rechtstreeks uit Den Haag afkom stige gezinnen bewoond. En dan is er nog een groot aantal inwoners van el ders gekomen, die in Den Haag him werk hebben. Voorschoten kreeg 51 van het ves tigingsoverschot uit de Haagse agglome ratie, Leiden deelde in dit vestigings overschot met slechts 16 De trek van Hagenaars naar Voorschoten is dus bij zonder groot. Er is geen enkel argument aan te voe ren, waarom de taak, die Voorschoten tot nu toe ter voorziening in de woning behoefte van Hagenaars naar behoren heeft vervuld, door Leiden overgenomen zou moeten worden. Het lijkt zelfs niet verstandig „in de stroom de paarden te verwisselen". Door sanering van plm. 3000 wonin gen in de Leidse binnenstad zou Leiden zelf voor een groot deel in zijn eigen behoeften voor woningvoorziening kun nen voorzien. Ook is het geenszins onwaarschijnlijk, dat de woningproduktie in de Leidse ag glomeratie eerder zal toenemen, als meer dan één gemeente daarvoor de verant woordelijkheid zal dragen. B. en W. ontkennen pertinent, dat de ontsluiting van deze gebieden onder Leids regime sneller zou gaan. Door deze taak aan Voorschoten te laten zal het algemeen belang beter worden gediend en zal aan de behoeften van de Haagse overloop sneller en meer doeltreffend kunnen worden voldaan. Geen Leidse zaak Uitbreiding van de universiteit, van industriegronden en van woningbouw is een Leidse zaak, maar het opvangen van de Haagse overspil behoort beslist niet tot de Leidse problemen. Het is toch wel „Met betrekking tot de compensatie aan onze gemeente van ongeveer 100 ha. voor het verlies van 250 ha. aan militair terrein, dit kunnen wy alleen om billijkheidsoverwegingen toejuichen, al was het ons liever geweest, dat dit argument in het voorstel met name was genoemd", aldus B. en W. Volgens B. en W. behoort het middel van grenswijziging, ter regeling van bestuursproblemen, slechts te worden gehanteerd in gevallen van uiterste noodzaak, wanneer gebleken is, dat alle andere ten dienste staande middelen als intercommunale samenwerking e.d. hebben gefaald. Waar ons niet bekend is althans niet gebleken is dat op het terrein van de gemeenschappelijke belangenbehartiging niet tot een ge wenste oplossing van terzake gerezen problemen kon worden gekomen, heb ben wij ons op het standpunt gestelei ciat naar onze mening eerst een rede lijke poging behoorde te worden gedaan om door overleg tot een bruikbare sa- menwerkingsregeling te komen, en dat ving. Zo'n grillige verloop kan onmoge- wij in afwachting van de resultaten een heel vreemd verschijnsel, vinden B. en W. van Voorschoten, dat de taak ter opvanging van de Haagse overspil aan Leiden toebedeeld zou worden, terwijl die op haar beurt in de voorziening van woonruimte voor Leidse gezinnen is aangewezen op woningbouw verzorgd door en gebouwd in Leiderdorp Valt Voorschoten dus buiten de pro blemen van woningbouw en woonruimte verdeling van Leiden, met betrekking tot de industriële werkgelegenheid is dit evenzeer het geval. Blijkens de algemene woningtelling werkten er in 1956 meer werknemers uit Leiden in Voorschoten dan omgekeerd. Gesteld kan dus worden, dat Voor schoten valt buiten de eigenlijke be stuurlijke vraagstukken van Leiden, waarmede B. en W. niet willen zeggen, dat een stad als Leiden niet bepaalde taken ten behoeve van Voorschoten zal hebben te vervullen, doch wederkerig is het functioneren van een stad als Lei den ondenkbaar zonder levenskrachtige randgemeenten. De wederkerige afhan kelijkheid tussen de stad en het gehele omliggende rayon wordt nu eenmaal steeds groter, doch hieraan kan ook door grenswijziging geen halt worden toege roepen. Voorschoten heeft reeds lang bewust gekozen voor het vervullen van een zo groot mogelijke woontaak ten dienste van de Randstad Holland. Het daarop afgestemde bestuursbeleid zou beslist wijziging behoeven, indien de wijken Stevenhoven en Boshuizen voor dit doel verloren zouden gaan. Les van Noord-Brabant B. en W. van Voorschoten wijzen als laatste punt van hun pre-advies op de maatschappelijke bezwaren verbonden aan het stichten van te grote centra. Uit de nota van Ged. Staten is hun, me nen zy, niet gebleken, dat G.S. daaraan veel gewicht hechten. In de praktijk Is echter gebleken, dat het stichten van sub-centra een gelukki ger systeem is dan het uitdijen van ste den met oorspronkelijk niet aan haar toebehorende gebieden. In de provincie Noord-Brabant, spe ciaal in de agglomeratie Eindhoven, heeft men door het stichten van sub centra in de randgemeenten een betere oplossing gevonden dan door het laten uitdijen van de grote stad. In Noord-Brabant blijkt men dus aan de maatschappelijke aspecten wel de no dige aandacht te schenken. Daar ziet men in, dat een verzuim in dit opzicht toteen massificatie zou leiden van niet te stuiten omvang. WOONFORENSEN De bevolking van de toekomstige wij ken Stevenhoven en Boshuizen zal, uit gaande van de bovenomschreven aan deze wijken toebedachte taak ter opvan ging van een gedeelte van de Haagse overspil, ook door haar woonforensistisch karakter moeilijk integreren met de Leidse bevolking, welke laatste immers economisch zowel als sociaal-cultureel totaal anders is georiënteerd. Voor integratie met de Voorschotense bevolking, welke thans reeds vele ge- integreerde Haagse woonforensen telt, zjjn, mede door de meer gelijkgerichte belangensfeer, onbetwist gunstiger fac toren aanwezig. Ervaring Voorschoten heeft reeds een belangrijke ervaring op dit gebied. Bovendien zal ook in de wijken Vlietwijk II, Boschgeest en Bijdorp een groot aantal woonforen sen opgenomen worden. Conclusies In de slotconclusies komen B. en W. van Voorschoten met de in de aanvang van ons artikel overgeno men alinea, waarna zij opmerken, dat het niemand verwonderen kan, wanneer zij stellen, dat het totnu- toe aan deugdelijke argumenten ontbroken heeft, waaruit een wijzi- ging van de grens tussen Leiden en Voorschoten zou kunnen voort vloeien, zoals die door G.S. wordt voorgesteld. Dit betekent echter niet, dat elke grenswijziging in de zin van grenscorrectie tussen Valkenburg en Voorschoten ener zijds en tussen Leiden en Voor schoten anderzijds beslist achter wege zou moeten blijven. B. en W. noemen daarbij de Ommelandse polder (de omgeving van de Valkenburgseweg), die voor de specifieke woonfunctie van Voorschoten van minder be lang is. Voor de Stevenshofjes en Boshuizerpolder echter kunnen B. en W. en dan nog alleen in een later stadium meegaan met ge ringe grenscorrecties en dan nog alleen als bijvoorbeeld door ver breding en een gewijzigd verloop van de Korte Vliet zo'n correctie logisch zou zijn. Deze uitvoerige nota zal woens dag 18 mei 's avonds om 8 uur in een openbare raadsvergadering worden behandeld. De grote slotoefening van de B.B. werd zaterdagmiddag gehouden. Was twee jaar geleden daarvoor de Wijngaardenlaan in Voorschoten uitgekozen en vorig jaar het terrein van de zilverfabriek, dit jaar had men weer een prachtig terrein in het centrum van het dorp genomen, namelijk in de in aanbouw zijnde wijk Adegeest. Er was zaterdagmiddag veel publiek en het waren vooral jongeren, die belang stelling toonden voor deze grote oefening. Natuurlijk was de daling en opstijging van een helikopter daar niet vreemd aan. Het hefschroefvliegtuig trok trouwens ook de aandacht van vele ouden van dagen, die kennelijk de gelegenheid, zo'n modern verkeersmiddel eens van dichtbij te kunnen zien, aangrepen. Daarvoor was echter deze helikopter niet ingeschakeld. De nadruk van deze oefening lag namelijk op het vervoer van gewonden. En deze helikopter werd voor het vervoer van een ge wonde gebruikt. De oefening begon, toen om halfvier zaterdagmiddag twee vliegtuigen over kwamen, die .bommen" lieten vallen. Met veel lawaai werd het ontploffen van deze bommen gerealiseerd. Toen kwam de B.B. in actie. Een brand werd door de Voorscho tense Vrijwillige Brandweer, met assis tentie van de B.B.-brandweerploeg, spoedig geblust. De gewonden werden door de B.B.- A.R. Partijconvent Ingenomenheid wet kabinet De Quay De voorzitter van de Tweede Kamer fractie van de A.-R. Partij, dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot, heeft op het zaterdag morgen te Utrecht gehouden A.-R. Partijconvent, als zijn mening te kennen gegeven, dat het juist is dat de Neder landse regering de versterking van de verdediging op Nieuw-Guinea ter hand heeft genomen. „Dit is noodzakelijk", zo zei hij, „als wij de pretentie hebben het volk in Nieuw-Guinea naar zelfbeschik king te leiden". Hij meent, dat een oorlog op Nieuw- Guinea door Nederland niet gevoerd kan worden. Daarvoor is ons land aangewe zen op de hulp van onze normale bond- B. en W. Valkenburg over grenswijziging Het college van B. en W. van Valkenburg heeft zich in een vrij uitvoerig pre-advies uitgesproken over de grenswijzigingsvoorstellen van G.S. B. en W. zijn van mening, dat grenswijziging wel het laatste middel is. dat gehanteerd kan worden, maar zijn toch ook wel erg blij met de 100 hectare als compensatie van het aan het vliegveld afgestane gebied van ongeveer 250 hectare. „Ten aanzien van het plan tot regeling van de Leidse agglomeratie menen wij nog steeds op het standpunt te moeten blijven staan, dat hier het middel van grenswijziging wordt gehanteerd, terwijl naar ons oor deel eerst uit en te na had behoren te worden onderzocht of door inter communale samenwerking dit „ultimum remedium" niet had kunnen worden voorkomen. Overigens geven wij G.S. gaarne na. dat ook naar ons oordeel de wegen in het algemeen en de hoofdwegen in het bijzon der, ook die rondom Leiden, een sterk scheidende functie vervullen." zeggen B. en W. daarvan ons voorhands als tegen stander van grenswijziging behoorden te verklaren. Wij hebben echter tevens gemeend van de aanhangige kwestie gebruik te moeten maken om Ged. Staten van Zuid-Holland, voor zoveel nodig, te wij zen op de bijzondere situatie waarin onze gemeente sinds 1939 verkeert, in verband met de aanwezigheid van het militaire vliegkamp Valkenburg op het grondgebied van Valkenburg. genoten, aldus dr. Bruins Slot. Wel kan men de infiltraties op Nieuw-Guinea te niet doen door het vormen van kleine Nederlandse militaire bruggenhoofden e.d. „Het kabinet-De Quay", zo zei dr. Bruins Slot, „heeft de versterking van de verdediging in Nieuw-Guinea gereali seerd en daaruit blijkt, dat Nederland zijn woorden waar gaat maken". De Ne derlanders. en ook de Papoea's op Nieuw-Guinea, zijn door deze regerings maatregelen opgelucht", aldus dr. Bruins Slot, die voorts meent, „dat de opvoeding tot zelfbeschikking zich in een zeer snel tempo zal moeten voltrekken. Men zal alles op alles moeten zetten, om in een zo snel mogelijk tempo een kader op Nieuw-Guinea te krijgen, om het zelfbe schikkingsbewind tot stand te brengen. In Nieuw-Guinea verkeren we in de ge lukkige omstandigheid dat, naarmate de bevolking in aanraking komt met de Westerse techniek en cultuur, zij tegelij kertijd in contact komt met het chris tendom. In dit verband wees hij erop, dat het christelijk onderwijs op Nieuw- Guinea door de aanwezigheid van zen- dings- en missieposten van veel grotere betekenis is, dan het openbaar onderwijs. Dr. Bruins Slot toonde zich voorts bij zonder ingenomen met het kabinet-De Quay, dat streeft naar sociale rechtvaar digheid, naar meer vrijheid in het maat schappelijk leven, naar bezitsvorming voor de grote massa, en naar een vrijere loonvorming. De socialistische hoon die werd uitge stort op dit kabinet en de mededeling van de socialisten dat het zonder de P. v. d. A. niet zou gaan ten spijt, is, al dus dr. Bruins Slot, gebleken, dat er reeds veel is geschied. De bezitsvorming - boot kwam van de wal en er kwam een spaarregeling tot stand die zelfs het NVV deed besluiten een spaarbank op te richten voor kleine spaarders. De huurblokkering is vervallen, de gediffe rentieerde loonpolitiek werkt uitermate goed, en zelfs de door de socialistische minister Lieftinck aangestelde president van de Ned. Bank heeft moeten verkla ren, dat de loon- en prijspolitiek van ploegen en de Rode Kruis-ploeg zo snel mogelijk afgevoerd. Dicht bü de weg was een tent opge steld, waar de eerste hulp werd ver leend. De bezetting van deze tent was wat aan de krappe kant. Volgens plan Overigens verliep het vervoer geheel volgens plan. De helikopter nam een gewonde mee en vele gewonden wer den per „blauwe tram" naar het cen trum van het dorp gevoerd, waar in het Gezondheidscentrum een hulppost en in het Cultureel Centrum een nood ziekenhuis was ingericht. De blauwe tram bleek wat moeilijk te gebruiken voor gewonden op een brancard (zie foto), want die moesten door de ramen naar binnen worden ge bracht. Burgemeester L. de Kool, die voor het eerst in Voorschoten een grote B.B. slotoefening meemaakte, toonde zijn grote belangstelling door deze middag op alle punten en gedurende de hele duur van de oefening aanwezig te zijn. Gebrek aan ruimte Nu de grenzen van het mogelijke en uitvoerbare op dit overgebleven gemeen telijk grondgebied praktisch zijn be reikt, terwijl steeds meer aandacht wordt gevraagd en behoort te worden geschonken aan vraagstukken van volkshuisvesting, cultuur, sport en volks gezondheid ten behoeve van deze, qua leeftijdsopbouw der bevolking zeer jeugdrijke gemeente (ruim 33% der be volking is jonger dan 10 jaar), doet zich het gebrek aan ruimte steeds ernstiger gevoelen. Naar het gevoelen van B. en W. is het op billijkheidsoverwegingen te rechtvaardigen, dat compensatie voor j deze regering een goede kans van slagen in het landsbelang ontnomen grondge- maakt", zo zei hij. bied. aan onze gemeente zal worden 1 Over de Mammoetwet zei dr. Bruins verleend. Slot, dat de A.-R.-fractie wel eens ver is w „QCnweten wordt geen duidelijk standpunt te y w aandacht op, hebben ten aanzien van deze wet. In dit o! i i r Nestle verband legde dr. Bruins Slot er de na- van de Leidse agglomeratie, van de door druk op, dat eerst nog een voorlopig G. S. noodzakelyk geachte her-indeling verslag en een memorie van antwoord Soekarno naar Rome President Soekarno is zaterdag via Porto Rico en Mexico naar Rome ver trokken na een bezoek van vijf dagen aan Cuba als gast van de Cubaanse re gering en na het tekenen van een ge meenschappelijk communiqué, waarin o-m. een veroordeling wordt uitgespro ken van de Zuidafrikaanse politiek van apartheid. De Cubaanse premier, dr. Fidel Castro, en president Dorticos na men een uitnodiging van president Soe karno om Indonesië te bezoeken aan. Er werd ook een culturele overeen komst tussen beide landen getekend. Oefeningen van de Indonesische Marine De Indonesische Marine houdt vloot- en landingsoefeningen in de oostelijke wateren van Indonesië, aldus heeft de Indonesische Marine gisteren bekend gemaakt. Aan deze oefeningen, de ope ratie „Waspada" (.geweld'), wordt deel genomen door torpedoboot jagers, torpe- doboten, duikboten, mariniers en vlieg tuigen van de marine en de luchtmacht. De vlootoefeningen bestaan uit het be schermen van konvooien, het leggen van mijnen, het lanceren van torpedo's door duikboten en motortorpedoboten. De woordvoerder van de Indonesische I Marine, majoor Imam Soedjono. heeft gisteren in antwoord op de vraag of deze oefeningen iets te maken hebben met de Nederlandse militaire maatre gelen ten aanzien van Nieuw-Guinea gezegd: „U moet er zelf maar een uit leg aan geven, maar het is wél zo dat deze operatie de meest omvattende is die de Indonesische Marine tot dusver heeft ondernomen". „De Indonesische Marine is klein maar neemt snel in sterkte toe", aldus Soedjono. Het grootste oppevlakteschip is een torpedobootjager In het laatste jaar zijn een duikbootafdeling en een luchtvaartdienst aan de Marine toege voegd. Onevenredig Al Is het verstaanbaar, dat de lands belangen wat het vliegveld betreft hebben moeten prevaleren, toch valt niet te ontkennen, dat de vestiging van dit militaire luchtvaartterrein op het •/rondgebied van een in oppervlakte toch il zo kleine gemeente, onevenredige of- ?ers hee>ft geëist. Onder die omstandig- -den is het alleszins rededQk te achten, lat de hierdoor getroffen gemeente van rijkswege in staat wordt gesteld het hoofd te bieden aan alle consequenties van deae grondgebiedbeperking. van gemeenten wordt gebruik gemaakt, om aan Valkenburg enige compensatie te verlenen voor destijds door Valken burg in het algemeen belang afgestaan gebied. „Vanzelfsprekend zou de in bedoelde toevoeging van 100 ha grond enig sol laas betekenen voor onze, in een keurs lijf van enge grenzen gecomprimeerde gemeente, waardoor onder meer pers pectieven zouden worden geopend met betrekking tot aangelegenheden, die thans wegens gebrek aan grondgebied onuitvoerbaar zijn, al zouden wij, door het onder deze motieven aanvaarden van aan onze gemeente toegedachte compensatie, niet geacht willen worden te streven naar gebiedsuitbreiding ten koste van nabuurgemeenten", zo stel len B. en W. „Resumerende, menen wij ter zake als onze aanvankelijke mening te mogen kenbaar maken, dat wij in uw voorstel moeten worden uitgebracht. Het is on juist, en in strijd met de parlementaire procedure, zo zei hij, dat men reeds nu daarover zijn standpunt bepaalt, omdat nog onbekend is hoe het wetsontwerp er uiteindelijk uit komt te zien. De A.-R.- fractie meent, dat het onderwijs door het nieuwe wetsontwerp in een keurslijf wordt geperst en een bedenkelijke zaak is voor de vrije scholing. Sprekende over de wereldproblematiek, zei hij, dat de topconferentie zal beginnen onder zeer slechte voortekenen. De op dracht van 't Westen, zo zei hij, is om tot een zo spoedig mogelijke interne verster king te komen. De Europese integratie en de Navo moeten, volgens hem, krachtig worden voortgezet. Daarnaast zal het Westen zoveel mogelijk vrienden en bondgenoten buiten het Westen moeten vinden, waarbjj dr. Bruins Slot, met name het Zwarte Afrika noemde. Aan dacht vroeg dr. Bruins Slot ook voor de een voor onze gemeente verheugend j onderontwikkelde gebieden. De hulp begin zien tot compensatie van sedert daaraan, is, volgens hem, het econo- 1939 in het algemeen belang afgestaan mische belang maar nok een morele grondgebied", zegt het college. I plicht. Multatuli-herdenking In verband met de honderdste ver jaardag van de „Max Havelaar" hebben mevrouw Roelfsema-Tenge en Henri A. Ett van het Multatulimuseum zaterdag ochtend namens het Multatuli-genoot- schap een krans gelegd bij het Multa- tuli-monument op Westerveld, waar de urnen met de as van Multatuli en zijn vrouw worden bewaard. Deze korte, so bere plechtigheid werd bijgewoond door een deputatie van het Muitatuli-genoot- schap. Prof. dr. G. Stuiveling, voorzitter van het Genootschap, sprak enkele her denkingswoorden. Ter gelegenheid van de Max Have- laar-Multatuli-herdenking vergaderde zaterdagochtend het Multatuli-genoot- schap in Krasnapolsky. Het genootschap bestond een halve eeuw. Dit feit werd zaterdagmiddag herdacht met een re ceptie van het jubilerende bestuur in de Waag te Amsterdam. Deze receptie werd gehouden na de opening van de tentoonstelling „Honderd jaar Max Havelaar" in de Waag door wethouder A. de Roos van Amsterdam, 's Avonds werd in het Instituut voor de Tropen een herdenkingsbijeenkomst gehouden. Prof. dr. G. Stuiveling behandelde in zijn herdenkingsrede .Honderd jaar Max Havelaar" de dubbele vraag, „waardoor" en „waarom" de Max Havelaar een meesterwerk is. Op de herdenkingsbijeenkomst droe gen Enny Mols-De Leeuwe, Albert Vogel en Jaap Harten enkele fragmenten voor uit de „Max Havelaar".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 5