OOK VOORSCHOTENS COLLEGE SPREEKT
ZICH UIT TEGEN GRENSWIJZIGINGEN
Ruimtelijk geenszins noodzakelijk
economisch niet verantwoord
Samenwerking wellicht beter dan
elke vorm van grenswijziging
Yele bezwaren worden in een
uitvoerig prae-advies gemaakt
Gewonden per tram vervoerd bij
slotoefening B.B. Voorschoten
Dr. Bruins Slot acht versterking
verdediging Nieuw-Guinea juist
Tocli wel blij met 100 hectare
MAANDAG 16 MEI 1960
In hun pre-advies aan de gemeenteraad komen
B. en W. van Voorschoten tot de conclusie, dat
grote wijzigingen in de gemeentegrenzen, zoals
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland die voor
stellen, ruimtelijk geenszins noodzakelijk, tech-
nisch-economisch niet verantwoord en bestuurlijk
bepaald niet geboden zijn. Zelfs zijn er vele be
zwaren aan verbonden.
Het na door G.S. voorgestelde plan wijkt voor
Voorschoten niet af van het oorspronkelijke, in
B. en W. gaan in hun pre-advies uitvoerig in op de verschillende aspecten, die
aan deze grenswijziging verbonden zijn en op de nadelen. Zij bekijken het voorstel
op het gebied van de ruimtelijke voorziening, het technisch-economisch, het be
stuurlijk en het maatschappelijke aspect. Op al deze gronden komen zij, zoals we
nader zullen bezien, tot een volkomen afwijzing.
1958 besproken voorstel. Ook in dit plan wordt
gesproken van het afstaan van de gebieden Ste
venhoven en Boshuizen aan Leiden en van de
omgeving van de Valkenburg se weg aan Val
kenburg.
De nieuwe grenzen van Voorschoten zouden
lopen over de nieuw geprojecteerde Rijksweg 4b,
die de Leidseweg ter hoogte van de Hofweg zal
kruisen.
Onelegant van G.S.
Vooraf zeggen B. en W. echter zeer
duidelijk, dat zij het bijzonder „onele
gant" vinden van Ged. Staten, dat de
gemeente slechts een maand de tijd
heeft gekregen deze zaak opnieuw te
besturen en het pre-advies op te stellen.
Immers het schrijven van G.S. is geda
teerd 11 april en vóór 19 mei verwach
ten G.S. reeds antwoord. Een zo korte
termijn moet worden beschouwd als een
onderschatting van de waarde van het-
oordeel van de raad én van de staats
rechtelijke en sociologische betekenis
van historisch gegroeide gemeentegren
zen, nu er ongeveer een derde gedeelte
van het grondgebied van de gemeente
Voorschoten bij betrokken is.
Verontrusting
B. en W. voelen er behoefte aan hun
verontrusting uit te spreken over deze
overschrijding van de „maximum snel
heid", die in feite sterk belemmerend
werkt op een rustige bezinning op een
onderwerp, dat huns inziens van veel
wijder strekking is, dan het gebied, het
welk het tracht te regelen.
Zwakke argumentering
B. en W. zeggen, dat zij mét G.S. van
oordeel zijn, dat het, ter voorzieningin
Leidse behoeften, noodzakelijk zal zijn
het grondgebied der gemeente Leiden te
vergroten. Om nader uiteen te zetten re
denen zijn evenwel voor géén der ge
noemde Leidse behoeften Voorschotense
gronden benodigd. B. en W. doelen nl.
op de voor Leiden gewenste uitbreiding
van woongebieden, industrieterrein,
sport- en recreatieterreinen en op de
uitbreiding van het universiteitscomplex.
Niet Leids maar Haags
B. en W. van Voorschoten stellen na
drukkelijk vast, dat de wijken Stevenho
ven en Boshuizen voor Leiden van geen
betekenis zullen zijn in de toekomst
maar wel voor Den Haag.
Men gaat er immers van uit in het
voorstel van G.S., dat 50.000 tot 70.000
mensen van de zgn. „Haagse overspil" in
de Leidse agglomeratie zullen moeten
worden ondergebracht. Deze opvang, al
dus B. en W. van Voorschoten, maakt
geen deel uit van de Leidse behoeften,
maar van de Haagse.
De aan te leggen wijken Stevenhoven
en Boshuizen zullen, omdat ze ten op
zichte van Den Haag zeer gunstig gele
gen zijn, voor deze Haagse behoeften
kunnen worden aangewend.
Allereerst wijzen B. en W. erop, dat
tot nu toe de totstandkoming van een
uitbreidingsplan voor de Rijndijk en om
geving werd belemmerd door allerlei on
zekerheden ten aanzien van het tracé
van Rijksweg 4b. Dit plan had reeds
lang vastgesteld kunnen worden indien
deze onzekerheden de activiteiten van
het gemeentebestuur van Voorschoten
niet hadden tegengehouden. Het ge
meentebestuur van Voorschoten is wel
degelijk diligent geweest op dit punt.
Het tracé van Rijksweg 4b zou de toe
komstige gemeentegrens met Leiden
moeten vormen. Maar, zeggen B. en W..
dit tracé mag dan in principe door
Rijkswaterstaat zijn bepaald, het defini
tieve beloop staat pas vast zodra met de
aanleg wordt begonnen, zo heeft de er
varing geleerd.
Het is daarom ge.enszins onwaar
schijnlijk, dat de zich steeds wijzigende
verkeersbehoeften wederom tot een be
langrijke verschuiving in zuidelijke rich
ting zouden leiden, teneinde de behoef
ten van de Haagse agglomeratie beter te
kunnen dienen.
Eveneens vinden B. en W. het vreemd,
dat wat de grens van Voorschoten be
treft Rijksweg 4b (die er nog lang niet
is) aangehouden wordt, terwijl de be
staande Rijksweg 4a voor Leiderdorp en
Zoeterwoude niet als richtinggevend
aangehouden wordt. By Leiderdorp
wordt immers het kanaal gehandhaafd,
terwijl de Korte Vliet, die nu de grens
met Leiden vormt en die zelfs in de toe
komst verbreed zal worden, teneinde het
verkeer te water buiten Leiden om te
leiden, in de toekomst eerder een schei
dend dan een overbruggend element zal
vormen.
Zou Rijksweg 4b de grens gaan vor
men, dan zou immers de Korte Vliet in
de gemeente Leiden komen te liggen en
dan zou het omleggen van het scheep
vaartverkeer door deze Korte Vliet de
integratie van de wijken Stevenhoven
en Boshuizen met de stad Leiden juist
in de weg staan.
Niet naar noorden
Planologisch moeten de wijken Ste
venhoven en Boshuizen niet uitzien naar
het noorden, maar naar het zuiden.
Deze wijken, met een capaciteit van on
geveer 20.000 inwoners zijn qua ligging
als het ware voorbestemd om een gedeel
te van de in de Leidse agglomeratie op
te vangen Haagse overspill te huisvesten.
Het grillige grensverloop, dat verkre
gen zou worden na realisering van de
genoemde plannen, vindt zijn oorzaak
slechts in de verwerving voor Leiden van
onbebouwde terreinen, zonder enig ver
band met de stedebouwkundige vormge
lijk gezien worden als een definitieve be
paling van het territoir van de gemeen
te Leiden, maar zal de grondslag zyn
voor nieuwe pogingen tot gebiedsuitbrei
ding.
31 Haags
Voorschoten is in de Leidse agglome
ratie in de jaren 1949-1959 het sterkst
gegroeid. Die groei bedroeg liefst 37.6
Daaruit blijkt wel, dat het de gemeente
Voorschoten aan bestuurlijke voortva
rendheid en technische mogelijkheden
niet ontbroken heeft en ook niet ontbre
ken zal om de wijken Stevenhoven en
Boshuizen tot ontwikkeling te brengen.
Van de in de jaren 1955 tot 1959 in
Voorschoten gereed gekomen particuliere
nieuwbouwwoningen werd gemid. 31
door rechtstreeks uit Den Haag afkom
stige gezinnen bewoond. En dan is er
nog een groot aantal inwoners van el
ders gekomen, die in Den Haag him
werk hebben.
Voorschoten kreeg 51 van het ves
tigingsoverschot uit de Haagse agglome
ratie, Leiden deelde in dit vestigings
overschot met slechts 16 De trek van
Hagenaars naar Voorschoten is dus bij
zonder groot.
Er is geen enkel argument aan te voe
ren, waarom de taak, die Voorschoten
tot nu toe ter voorziening in de woning
behoefte van Hagenaars naar behoren
heeft vervuld, door Leiden overgenomen
zou moeten worden.
Het lijkt zelfs niet verstandig „in de
stroom de paarden te verwisselen".
Door sanering van plm. 3000 wonin
gen in de Leidse binnenstad zou Leiden
zelf voor een groot deel in zijn eigen
behoeften voor woningvoorziening kun
nen voorzien.
Ook is het geenszins onwaarschijnlijk,
dat de woningproduktie in de Leidse ag
glomeratie eerder zal toenemen, als meer
dan één gemeente daarvoor de verant
woordelijkheid zal dragen.
B. en W. ontkennen pertinent, dat de
ontsluiting van deze gebieden onder
Leids regime sneller zou gaan. Door deze
taak aan Voorschoten te laten zal het
algemeen belang beter worden gediend
en zal aan de behoeften van de Haagse
overloop sneller en meer doeltreffend
kunnen worden voldaan.
Geen Leidse zaak
Uitbreiding van de universiteit, van
industriegronden en van woningbouw is
een Leidse zaak, maar het opvangen van
de Haagse overspil behoort beslist niet
tot de Leidse problemen. Het is toch wel
„Met betrekking tot de compensatie
aan onze gemeente van ongeveer 100
ha. voor het verlies van 250 ha. aan
militair terrein, dit kunnen wy alleen
om billijkheidsoverwegingen toejuichen,
al was het ons liever geweest, dat dit
argument in het voorstel met name was
genoemd", aldus B. en W.
Volgens B. en W. behoort het middel
van grenswijziging, ter regeling van
bestuursproblemen, slechts te worden
gehanteerd in gevallen van uiterste
noodzaak, wanneer gebleken is, dat alle
andere ten dienste staande middelen
als intercommunale samenwerking e.d.
hebben gefaald. Waar ons niet bekend
is althans niet gebleken is dat op
het terrein van de gemeenschappelijke
belangenbehartiging niet tot een ge
wenste oplossing van terzake gerezen
problemen kon worden gekomen, heb
ben wij ons op het standpunt gestelei
ciat naar onze mening eerst een rede
lijke poging behoorde te worden gedaan
om door overleg tot een bruikbare sa-
menwerkingsregeling te komen, en dat
ving. Zo'n grillige verloop kan onmoge- wij in afwachting van de resultaten
een heel vreemd verschijnsel, vinden B.
en W. van Voorschoten, dat de taak ter
opvanging van de Haagse overspil aan
Leiden toebedeeld zou worden, terwijl die
op haar beurt in de voorziening van
woonruimte voor Leidse gezinnen is
aangewezen op woningbouw verzorgd
door en gebouwd in Leiderdorp
Valt Voorschoten dus buiten de pro
blemen van woningbouw en woonruimte
verdeling van Leiden, met betrekking tot
de industriële werkgelegenheid is dit
evenzeer het geval. Blijkens de algemene
woningtelling werkten er in 1956 meer
werknemers uit Leiden in Voorschoten
dan omgekeerd.
Gesteld kan dus worden, dat Voor
schoten valt buiten de eigenlijke be
stuurlijke vraagstukken van Leiden,
waarmede B. en W. niet willen zeggen,
dat een stad als Leiden niet bepaalde
taken ten behoeve van Voorschoten zal
hebben te vervullen, doch wederkerig is
het functioneren van een stad als Lei
den ondenkbaar zonder levenskrachtige
randgemeenten. De wederkerige afhan
kelijkheid tussen de stad en het gehele
omliggende rayon wordt nu eenmaal
steeds groter, doch hieraan kan ook door
grenswijziging geen halt worden toege
roepen.
Voorschoten heeft reeds lang bewust
gekozen voor het vervullen van een zo
groot mogelijke woontaak ten dienste
van de Randstad Holland. Het daarop
afgestemde bestuursbeleid zou beslist
wijziging behoeven, indien de wijken
Stevenhoven en Boshuizen voor dit doel
verloren zouden gaan.
Les van Noord-Brabant
B. en W. van Voorschoten wijzen als
laatste punt van hun pre-advies op de
maatschappelijke bezwaren verbonden
aan het stichten van te grote centra.
Uit de nota van Ged. Staten is hun, me
nen zy, niet gebleken, dat G.S. daaraan
veel gewicht hechten.
In de praktijk Is echter gebleken, dat
het stichten van sub-centra een gelukki
ger systeem is dan het uitdijen van ste
den met oorspronkelijk niet aan haar
toebehorende gebieden.
In de provincie Noord-Brabant, spe
ciaal in de agglomeratie Eindhoven,
heeft men door het stichten van sub
centra in de randgemeenten een betere
oplossing gevonden dan door het laten
uitdijen van de grote stad.
In Noord-Brabant blijkt men dus aan
de maatschappelijke aspecten wel de no
dige aandacht te schenken. Daar ziet
men in, dat een verzuim in dit opzicht
toteen massificatie zou leiden van niet
te stuiten omvang.
WOONFORENSEN
De bevolking van de toekomstige wij
ken Stevenhoven en Boshuizen zal, uit
gaande van de bovenomschreven aan
deze wijken toebedachte taak ter opvan
ging van een gedeelte van de Haagse
overspil, ook door haar woonforensistisch
karakter moeilijk integreren met de
Leidse bevolking, welke laatste immers
economisch zowel als sociaal-cultureel
totaal anders is georiënteerd.
Voor integratie met de Voorschotense
bevolking, welke thans reeds vele ge-
integreerde Haagse woonforensen telt,
zjjn, mede door de meer gelijkgerichte
belangensfeer, onbetwist gunstiger fac
toren aanwezig.
Ervaring
Voorschoten heeft reeds een belangrijke
ervaring op dit gebied. Bovendien zal
ook in de wijken Vlietwijk II, Boschgeest
en Bijdorp een groot aantal woonforen
sen opgenomen worden.
Conclusies
In de slotconclusies komen B. en
W. van Voorschoten met de in de
aanvang van ons artikel overgeno
men alinea, waarna zij opmerken,
dat het niemand verwonderen kan,
wanneer zij stellen, dat het totnu-
toe aan deugdelijke argumenten
ontbroken heeft, waaruit een wijzi-
ging van de grens tussen Leiden
en Voorschoten zou kunnen voort
vloeien, zoals die door G.S. wordt
voorgesteld. Dit betekent echter
niet, dat elke grenswijziging in
de zin van grenscorrectie tussen
Valkenburg en Voorschoten ener
zijds en tussen Leiden en Voor
schoten anderzijds beslist achter
wege zou moeten blijven.
B. en W. noemen daarbij de
Ommelandse polder (de omgeving
van de Valkenburgseweg), die
voor de specifieke woonfunctie
van Voorschoten van minder be
lang is. Voor de Stevenshofjes en
Boshuizerpolder echter kunnen B.
en W. en dan nog alleen in een
later stadium meegaan met ge
ringe grenscorrecties en dan nog
alleen als bijvoorbeeld door ver
breding en een gewijzigd verloop
van de Korte Vliet zo'n correctie
logisch zou zijn.
Deze uitvoerige nota zal woens
dag 18 mei 's avonds om 8 uur in
een openbare raadsvergadering
worden behandeld.
De grote slotoefening van de B.B. werd zaterdagmiddag gehouden. Was twee
jaar geleden daarvoor de Wijngaardenlaan in Voorschoten uitgekozen en vorig
jaar het terrein van de zilverfabriek, dit jaar had men weer een prachtig terrein
in het centrum van het dorp genomen, namelijk in de in aanbouw zijnde wijk
Adegeest.
Er was zaterdagmiddag veel publiek en het waren vooral jongeren, die belang
stelling toonden voor deze grote oefening. Natuurlijk was de daling en opstijging
van een helikopter daar niet vreemd aan. Het hefschroefvliegtuig trok trouwens
ook de aandacht van vele ouden van dagen, die kennelijk de gelegenheid, zo'n
modern verkeersmiddel eens van dichtbij te kunnen zien, aangrepen.
Daarvoor was echter deze helikopter
niet ingeschakeld. De nadruk van deze
oefening lag namelijk op het vervoer
van gewonden. En deze helikopter
werd voor het vervoer van een ge
wonde gebruikt.
De oefening begon, toen om halfvier
zaterdagmiddag twee vliegtuigen over
kwamen, die .bommen" lieten vallen.
Met veel lawaai werd het ontploffen
van deze bommen gerealiseerd. Toen
kwam de B.B. in actie.
Een brand werd door de Voorscho
tense Vrijwillige Brandweer, met assis
tentie van de B.B.-brandweerploeg,
spoedig geblust.
De gewonden werden door de B.B.-
A.R. Partijconvent
Ingenomenheid wet kabinet De Quay
De voorzitter van de Tweede Kamer
fractie van de A.-R. Partij, dr. J. A. H.
J. S. Bruins Slot, heeft op het zaterdag
morgen te Utrecht gehouden A.-R.
Partijconvent, als zijn mening te kennen
gegeven, dat het juist is dat de Neder
landse regering de versterking van de
verdediging op Nieuw-Guinea ter hand
heeft genomen. „Dit is noodzakelijk", zo
zei hij, „als wij de pretentie hebben het
volk in Nieuw-Guinea naar zelfbeschik
king te leiden".
Hij meent, dat een oorlog op Nieuw-
Guinea door Nederland niet gevoerd kan
worden. Daarvoor is ons land aangewe
zen op de hulp van onze normale bond-
B. en W. Valkenburg over grenswijziging
Het college van B. en W. van Valkenburg heeft zich in een vrij
uitvoerig pre-advies uitgesproken over de grenswijzigingsvoorstellen van
G.S. B. en W. zijn van mening, dat grenswijziging wel het laatste
middel is. dat gehanteerd kan worden, maar zijn toch ook wel erg blij
met de 100 hectare als compensatie van het aan het vliegveld afgestane
gebied van ongeveer 250 hectare.
„Ten aanzien van het plan tot regeling van de Leidse agglomeratie
menen wij nog steeds op het standpunt te moeten blijven staan, dat hier
het middel van grenswijziging wordt gehanteerd, terwijl naar ons oor
deel eerst uit en te na had behoren te worden onderzocht of door inter
communale samenwerking dit „ultimum remedium" niet had kunnen
worden voorkomen. Overigens geven wij G.S. gaarne na. dat ook naar
ons oordeel de wegen in het algemeen en de hoofdwegen in het bijzon
der, ook die rondom Leiden, een sterk scheidende functie vervullen."
zeggen B. en W.
daarvan ons voorhands als tegen
stander van grenswijziging behoorden
te verklaren.
Wij hebben echter tevens gemeend
van de aanhangige kwestie gebruik te
moeten maken om Ged. Staten van
Zuid-Holland, voor zoveel nodig, te wij
zen op de bijzondere situatie waarin
onze gemeente sinds 1939 verkeert, in
verband met de aanwezigheid van het
militaire vliegkamp Valkenburg op het
grondgebied van Valkenburg.
genoten, aldus dr. Bruins Slot. Wel kan
men de infiltraties op Nieuw-Guinea te
niet doen door het vormen van kleine
Nederlandse militaire bruggenhoofden
e.d. „Het kabinet-De Quay", zo zei dr.
Bruins Slot, „heeft de versterking van de
verdediging in Nieuw-Guinea gereali
seerd en daaruit blijkt, dat Nederland
zijn woorden waar gaat maken". De Ne
derlanders. en ook de Papoea's op
Nieuw-Guinea, zijn door deze regerings
maatregelen opgelucht", aldus dr. Bruins
Slot, die voorts meent, „dat de opvoeding
tot zelfbeschikking zich in een zeer snel
tempo zal moeten voltrekken. Men zal
alles op alles moeten zetten, om in een
zo snel mogelijk tempo een kader op
Nieuw-Guinea te krijgen, om het zelfbe
schikkingsbewind tot stand te brengen.
In Nieuw-Guinea verkeren we in de ge
lukkige omstandigheid dat, naarmate de
bevolking in aanraking komt met de
Westerse techniek en cultuur, zij tegelij
kertijd in contact komt met het chris
tendom. In dit verband wees hij erop,
dat het christelijk onderwijs op Nieuw-
Guinea door de aanwezigheid van zen-
dings- en missieposten van veel grotere
betekenis is, dan het openbaar onderwijs.
Dr. Bruins Slot toonde zich voorts bij
zonder ingenomen met het kabinet-De
Quay, dat streeft naar sociale rechtvaar
digheid, naar meer vrijheid in het maat
schappelijk leven, naar bezitsvorming
voor de grote massa, en naar een vrijere
loonvorming.
De socialistische hoon die werd uitge
stort op dit kabinet en de mededeling
van de socialisten dat het zonder de
P. v. d. A. niet zou gaan ten spijt, is, al
dus dr. Bruins Slot, gebleken, dat er
reeds veel is geschied. De bezitsvorming -
boot kwam van de wal en er kwam een
spaarregeling tot stand die zelfs het
NVV deed besluiten een spaarbank op
te richten voor kleine spaarders. De
huurblokkering is vervallen, de gediffe
rentieerde loonpolitiek werkt uitermate
goed, en zelfs de door de socialistische
minister Lieftinck aangestelde president
van de Ned. Bank heeft moeten verkla
ren, dat de loon- en prijspolitiek van
ploegen en de Rode Kruis-ploeg zo snel
mogelijk afgevoerd.
Dicht bü de weg was een tent opge
steld, waar de eerste hulp werd ver
leend. De bezetting van deze tent was
wat aan de krappe kant.
Volgens plan
Overigens verliep het vervoer geheel
volgens plan. De helikopter nam een
gewonde mee en vele gewonden wer
den per „blauwe tram" naar het cen
trum van het dorp gevoerd, waar in
het Gezondheidscentrum een hulppost
en in het Cultureel Centrum een nood
ziekenhuis was ingericht.
De blauwe tram bleek wat moeilijk
te gebruiken voor gewonden op een
brancard (zie foto), want die moesten
door de ramen naar binnen worden ge
bracht.
Burgemeester L. de Kool, die voor
het eerst in Voorschoten een grote B.B.
slotoefening meemaakte, toonde zijn
grote belangstelling door deze middag
op alle punten en gedurende de hele
duur van de oefening aanwezig te zijn.
Gebrek aan ruimte
Nu de grenzen van het mogelijke en
uitvoerbare op dit overgebleven gemeen
telijk grondgebied praktisch zijn be
reikt, terwijl steeds meer aandacht
wordt gevraagd en behoort te worden
geschonken aan vraagstukken van
volkshuisvesting, cultuur, sport en volks
gezondheid ten behoeve van deze, qua
leeftijdsopbouw der bevolking zeer
jeugdrijke gemeente (ruim 33% der be
volking is jonger dan 10 jaar), doet zich
het gebrek aan ruimte steeds ernstiger
gevoelen.
Naar het gevoelen van B. en W. is
het op billijkheidsoverwegingen te
rechtvaardigen, dat compensatie voor j deze regering een goede kans van slagen
in het landsbelang ontnomen grondge- maakt", zo zei hij.
bied. aan onze gemeente zal worden 1 Over de Mammoetwet zei dr. Bruins
verleend. Slot, dat de A.-R.-fractie wel eens ver
is w „QCnweten wordt geen duidelijk standpunt te
y w aandacht op, hebben ten aanzien van deze wet. In dit
o! i i r Nestle verband legde dr. Bruins Slot er de na-
van de Leidse agglomeratie, van de door druk op, dat eerst nog een voorlopig
G. S. noodzakelyk geachte her-indeling verslag en een memorie van antwoord
Soekarno naar Rome
President Soekarno is zaterdag via
Porto Rico en Mexico naar Rome ver
trokken na een bezoek van vijf dagen
aan Cuba als gast van de Cubaanse re
gering en na het tekenen van een ge
meenschappelijk communiqué, waarin
o-m. een veroordeling wordt uitgespro
ken van de Zuidafrikaanse politiek van
apartheid. De Cubaanse premier, dr.
Fidel Castro, en president Dorticos na
men een uitnodiging van president Soe
karno om Indonesië te bezoeken aan.
Er werd ook een culturele overeen
komst tussen beide landen getekend.
Oefeningen van de
Indonesische Marine
De Indonesische Marine houdt vloot-
en landingsoefeningen in de oostelijke
wateren van Indonesië, aldus heeft de
Indonesische Marine gisteren bekend
gemaakt. Aan deze oefeningen, de ope
ratie „Waspada" (.geweld'), wordt deel
genomen door torpedoboot jagers, torpe-
doboten, duikboten, mariniers en vlieg
tuigen van de marine en de luchtmacht.
De vlootoefeningen bestaan uit het be
schermen van konvooien, het leggen van
mijnen, het lanceren van torpedo's door
duikboten en motortorpedoboten.
De woordvoerder van de Indonesische
I Marine, majoor Imam Soedjono. heeft
gisteren in antwoord op de vraag of
deze oefeningen iets te maken hebben
met de Nederlandse militaire maatre
gelen ten aanzien van Nieuw-Guinea
gezegd: „U moet er zelf maar een uit
leg aan geven, maar het is wél zo dat
deze operatie de meest omvattende is
die de Indonesische Marine tot dusver
heeft ondernomen".
„De Indonesische Marine is klein
maar neemt snel in sterkte toe", aldus
Soedjono. Het grootste oppevlakteschip
is een torpedobootjager In het laatste
jaar zijn een duikbootafdeling en een
luchtvaartdienst aan de Marine toege
voegd.
Onevenredig
Al Is het verstaanbaar, dat de lands
belangen wat het vliegveld betreft
hebben moeten prevaleren, toch valt
niet te ontkennen, dat de vestiging van
dit militaire luchtvaartterrein op het
•/rondgebied van een in oppervlakte toch
il zo kleine gemeente, onevenredige of-
?ers hee>ft geëist. Onder die omstandig-
-den is het alleszins rededQk te achten,
lat de hierdoor getroffen gemeente van
rijkswege in staat wordt gesteld het
hoofd te bieden aan alle consequenties
van deae grondgebiedbeperking.
van gemeenten wordt gebruik gemaakt,
om aan Valkenburg enige compensatie
te verlenen voor destijds door Valken
burg in het algemeen belang afgestaan
gebied.
„Vanzelfsprekend zou de in bedoelde
toevoeging van 100 ha grond enig sol
laas betekenen voor onze, in een keurs
lijf van enge grenzen gecomprimeerde
gemeente, waardoor onder meer pers
pectieven zouden worden geopend met
betrekking tot aangelegenheden, die
thans wegens gebrek aan grondgebied
onuitvoerbaar zijn, al zouden wij, door
het onder deze motieven aanvaarden
van aan onze gemeente toegedachte
compensatie, niet geacht willen worden
te streven naar gebiedsuitbreiding ten
koste van nabuurgemeenten", zo stel
len B. en W.
„Resumerende, menen wij ter zake als
onze aanvankelijke mening te mogen
kenbaar maken, dat wij in uw voorstel
moeten worden uitgebracht. Het is on
juist, en in strijd met de parlementaire
procedure, zo zei hij, dat men reeds nu
daarover zijn standpunt bepaalt, omdat
nog onbekend is hoe het wetsontwerp er
uiteindelijk uit komt te zien. De A.-R.-
fractie meent, dat het onderwijs door
het nieuwe wetsontwerp in een keurslijf
wordt geperst en een bedenkelijke zaak
is voor de vrije scholing.
Sprekende over de wereldproblematiek,
zei hij, dat de topconferentie zal beginnen
onder zeer slechte voortekenen. De op
dracht van 't Westen, zo zei hij, is om tot
een zo spoedig mogelijke interne verster
king te komen. De Europese integratie en
de Navo moeten, volgens hem, krachtig
worden voortgezet. Daarnaast zal het
Westen zoveel mogelijk vrienden en
bondgenoten buiten het Westen moeten
vinden, waarbjj dr. Bruins Slot, met
name het Zwarte Afrika noemde. Aan
dacht vroeg dr. Bruins Slot ook voor de
een voor onze gemeente verheugend j onderontwikkelde gebieden. De hulp
begin zien tot compensatie van sedert daaraan, is, volgens hem, het econo-
1939 in het algemeen belang afgestaan mische belang maar nok een morele
grondgebied", zegt het college. I plicht.
Multatuli-herdenking
In verband met de honderdste ver
jaardag van de „Max Havelaar" hebben
mevrouw Roelfsema-Tenge en Henri A.
Ett van het Multatulimuseum zaterdag
ochtend namens het Multatuli-genoot-
schap een krans gelegd bij het Multa-
tuli-monument op Westerveld, waar de
urnen met de as van Multatuli en zijn
vrouw worden bewaard. Deze korte, so
bere plechtigheid werd bijgewoond door
een deputatie van het Muitatuli-genoot-
schap. Prof. dr. G. Stuiveling, voorzitter
van het Genootschap, sprak enkele her
denkingswoorden.
Ter gelegenheid van de Max Have-
laar-Multatuli-herdenking vergaderde
zaterdagochtend het Multatuli-genoot-
schap in Krasnapolsky. Het genootschap
bestond een halve eeuw. Dit feit werd
zaterdagmiddag herdacht met een re
ceptie van het jubilerende bestuur in de
Waag te Amsterdam. Deze receptie
werd gehouden na de opening van de
tentoonstelling „Honderd jaar Max
Havelaar" in de Waag door wethouder
A. de Roos van Amsterdam, 's Avonds
werd in het Instituut voor de Tropen
een herdenkingsbijeenkomst gehouden.
Prof. dr. G. Stuiveling behandelde in
zijn herdenkingsrede .Honderd jaar Max
Havelaar" de dubbele vraag, „waardoor"
en „waarom" de Max Havelaar een
meesterwerk is.
Op de herdenkingsbijeenkomst droe
gen Enny Mols-De Leeuwe, Albert Vogel
en Jaap Harten enkele fragmenten voor
uit de „Max Havelaar".