Boeken der
bevrijding
Een Zoeklicht
Bartliolomeusnaclit van het Duitse
verzet kostte vijfduizend levens
G
Plannen doorkruist
WOORD
VAN
BEZINNING
v OP DE BOEKENMARKT
De bom van de twintigste juli was climaxmaar
tevens ondergang der georganiseerde oppositie
Ondergrondse beraamde steeds
nieuwe plannen tegen bewind
Zaterdag 7 mei 1960
(II, slot)
Reeds in november 1939 wilde Hitier zijn legers laten opmarcheren
tegen het Westen. Zijn plannen zaaiden schrik en ontsteltenis onder
de legerleiding, om verschillende redenen, waarvan de voornaamste
was, dat Frankrijks legendarische militaire macht Duitsland zou ver
pletteren. Stafchef Halder scheen volkomen bereid om de nazi's aan
te vallen, doch ditmaal stuitte hij tijdens een inspectiereis langs het
westfront op de onwil van de bevelvoerende troepencommandanten,
die voor een revolte in volle oorlogstoestand weinig voelden. Des
ondanks zou Halder, geruggesteund door een steeds krachtiger bur
gerlijke oppositie, wellicht hebben doorgezet als zich niet de tragedie
had voorgedaan, dat hij via de diplomatieke kanalen van de onder
grondse, volkomen aan elkaar tegenstrijdige berichten had ontvangen
over de houding van de geallieerden bij een politieke omwenteling in
Duitsland.
WAT een voordeel had moeten zijn
namelijk het veelvuldig con
tact van de oppositie met de
buitenlandse mogendheden ver
keerde hier in een nadeel. De enige
toezegging waaraan Halder houvast
had werd hem mondeling overgebracht
terwijl de stafchef reden had om te
vermoeden dat de verzekering van een
„geweer bij de voet'' van westelijke
zijde hem wat positiever werd over
gebracht dan zij in werkelijkheid was
bedoeld. De burgerlijke oppositie had
zo haar methoden om weifelmoedige
generaals een hart onder de riem te
steken...! Een bijkomstig nadeel was,
dat andere verantwoordelijke perso
nen in de legerleiding onder het mot
to „van uitstel komt afstel" op mili
tair-technische gronden een voortdu
rend verschuiven van de data der ope
raties in het westen van Hitier wis
ten af te dwingen, waardoor het ka
rakter van een acute noodtoestand
aan de situatie in eind 1939 werd ont
nomen.
Het gedenkteken voor de slacht
offers van de 20-ste juli in de
tuin van het vroegere Reichs-
kriegsministerium aan de Bend-
lerstrasse te Berlijn.
(Foto: Landesbildstelle Berlin)
Zo was tot in 1940 niet tot daden
gekomen, die iets positiefs opleverden.
De wanhoop nabij, besloot Erich Kordt
de diplomaat die ook de oppositie
in het buitenland gewichtige diensten
had bewezen zelf te handelen. Hij
wilde een bom in Hitiers hoofdkwar
tier plaatsen. Generaal Oster van de
„Abwehr" zou voor deze helse ma
chine zorgen, doch een onverwachte
aanslag op Hitler in de „Bürgerbrau-
keller" in München een stunt van
de SA, die Hitier het aureool van
onbeschadigde martelaar had willen
bezorgen doorkruiste Kordts plan.
De Gestapo, de ware toedracht van
de aanslag niet geheel doorziende, be
gon een onderzoek naar de herkomst
van de gebruikte bom en kwam te
recht bij Osters leverancier,
Hoe geladen" de atmosfeer in Duits
land was in die jaren van Hitiers po
litieke en militaire successen, blijkt
wel uit het feit dat er in 1939 ruim
21.000 politieke gevangenen in decon
centratiekampen van het Derde Rijk
zaten, zonder uitzondering Duitsers.
De Kreisauer Kreis
BEGIN maart 1940 klonken er op
nieuw hoopgevende geluiden.
Generaal Thomas, plaatsvervan
gend commandant van het thuisleger,
dat werd aangevoerd door de cor
rupte Fromm, die in juli 1944 één der
voornaamste oorzaken was van het
ineenstorten der revolte, wilde de ge
neraliteit tot dienstweigering bewegen
en hij dacht aan een arrestatie van
Hitler met behulp van het Berlijnse
garnizoen. Het leger zou vervolgens
het regime overnemen. Zijn streven
stuitte echter op de ontmoediging van
de generaals die de bevelen hadden
moeten geven. Spoedig daarop brak
Halder met de oppositie. Hij was vol
komen over zijn toeren en huilde als
een kind toen hi Goerdeler bekende
er genoeg van te hebben.
De burgerlijke oppositie stond al
leen en kon weinig anders meer doen
dan fatsoenshalve de data en uren
van de Duitse aanval op de West-
europese landen aan de betrokken re
geringen meedelen. Na deze grote
terugslag duurde het lange tijd, eer de
politieke oppositie de generaals weer
met. kans op succes kon benaderen. De
generaals hielden zonder uitzondering
een militaire tegenslag, die Hitiers
prestige als oorlogsgenie zou aantas
ten, voor noodzakelijk. Zo'n tegenslag
liet op zich wachten tot 1943, het jaar
van Stalingrad en het jaar van de
mislukte aanslagen op Hitier.
De verzetsgeest leefde echter ook
lang voor die tijd. Het buitenlandse
contact richtte zich, via de A.P.-cor-
respondent, Louis P. Lochner, in Ber
lijn speciaal op de Ver. Staten die in
1941 nog niet in oorlog met Duitsland
waren en via de communistische on
dergrondse op de Sovjet-Unie, welke,
in tegenstelling tot de Westelijke lan
den, de Duitse geestverwanten aan
moedigend tegemoet trad, opleidde en
steunde. Na 1945 heeft de Sovjet-Unie
daarvan de vruchten geplukt.
Onder de niet-communistische oppo
sitie bezon men zich op de toekomst.
Een merkwaardige en unieke discus
siegroep was in dit opzicht de „Krei
sauer Kreis", een groep van vooraan
staande geleerden, politici, kunste
naars, geestelijken en mensen uit het
vakbondsleven, die zich op het land
goed Kreisau van Helmut J. graaf
von Moltke verenigd had, en studeer
de over een regeringsprogramma voor
de tijd die na de ineenstorting van het
nazi-regime zou volgen. Er mocht
geen regeringsvacuum ontstaan, zo re
deneerden zij, terwijl het tevens in hun
bedoeling lag een nieuwe staat te
scheppen die de naam „democratie"
waardig was.
Een vredesprogramma
DE idealen van de Kreisauer Kreis
waren bijzonder edel van gehalte.
Eén ervan was de absolute ge
weldloosheid, om welke reden deze
groep alhoewel zy nauwe relaties
onderhield met de kringen van Goer
deler, Beek, Oster, Gisevius en vele
anderen een moordaanslag op Hit-
Ier geen geschikte methode vond om
er de democratie mee te beginnen.
Dit heeft hun evenwel de bloed
wraak der nazi's in de grote proces
sen van 1944 niet bespaard. Zjj vie
len voor idealen, die in onze ogen
misschien naïef lijken, met de moed
en de overtuiging van ware marte
laren. Het is onmogelijk om niet ten
diepste ontroerd te worden bij het
lezen van hun laatste brieven en bij
het horen van hetgeen zij zeiden voor
.zij op de wreedste manier ter dood
werden gebracht.
De wrede president van het
Volksgerechtshof, dat de hoofd
figuren van ,20 juli" vrijwel zon
der uitzondering ter dood veroor
deelde. Dr. Roland Freisler werd
door Hitier waarderend „Unsere
Wyszinski" genoemd, nademaal hij
uit de rijen der communisten
voortkwam.
(Foto: Landesbildstelle Bonn)
In deze totslachtplaats ver
bouwde ruimte van de Berlijnse
gevangenis Plötzensee werden
de hoofdfiguren van het Duitse
verzet na het proces „20 juli" als
vee ter dood gebracht opge
hangen aan slachthaken. Op Hit-
Iers verzoek werden de executies
gefilmd.
(Foto: Landesbildstelle Berlin)
De Kreisauer Kreis was als het ware
„het geweten" van het Duitse, georga
niseerde verzet, dat zich intussen be
zighield met het op papier scheppen
van de naoorlogse staat. Regerings
posten waren al verdeeld onder de
hoogststaande figuren uit de opposi
tie, radio-proclamaties die direct na de
omwenteling zouden worden uitgezon
den, waren geschreven, een regerings
programma dat o.m. voorzag in be
rechting van de oorlogsmisdadigers,
ontruiming van de bezette gebieden en
vredesonderhandelingen op basis van
christelijke moraal was opgesteld en
het wachten was alleen op het ge
schikte moment om op te treden.
Een moordaanslag op Hitier, mede
teneinde het leger te ontslaan van zijn
eed van trouw aan de Führer, waar
omtrent het nog steeds scrupules
koesterde was in de oppositieplan
nen vanaf 1940 bijna permanent ver
disconteerd. Men wilde oprecht het
eigen huis reinigen.
Evenwel was. ook nu een voorwaar
de, dat Duitslands tegenstanders tij
dens de grote schoonmaak geen ge
bruik zouden maken van de interne
moeilijkheden. In dit opzicht kon de
oppositie een gerechtvaardigd wan
trouwen koesteren, want langzamer
hand was het westelijke standpunt zo,
dat men het vertrouwen in welke
Duitse regering dan ook, had opge
zegd en dat men eerst weieens daden
wilde zien voor er over eventuele
vrede kon worden gesproken.
Een vicieuze cirkel
INTUSSEN verlangde de oppositie
van de westelijken een misschien
té groot optimisme, teneinde de
verlangde dacjen te kunnen wagen.
Een vicieuze cirkel, welke pas in 1943
na de eerste grote militaire neder
laag werd doorbroken door opeen
volgende pogingen om Hitier te do
den. „Laat maar komen wat komen
moet", besloten de geschrokken ge
wetens. „Hitier is de Duitse ramp.
Laten we zien wat wij uit de chaos,
die onvermijdelijk volgen moet, nog
kunnen redden".
Doch steeds speelde een duivels
noodlot de aanslagplegers parten. Een
ingenieuze, als cognacfles vermomde
bom in een vliegtuig dat Hitler van
Smolensk naar Duitsland bracht, na
een inspectiereis langs het oostfront
waarbij een arrestatiepoging door en
kele militaire samenzweerders was
mislukt, ontplofte niet. Generaal Hen-
ning von Tresckow, die de bom had
geplaatst, had de grootste moeite het
vege lijf te redden.
Een bom die was binnengesmokkeld
in Hitiers hoofdkwartier mocht niet
ontploffen, omdat Hitier de conferen
tie waaraan hy zou deelnemen en die
zijn laatste had moeten worden, te
elfder ure afzegde. Een plan voor een
pistoolaanslag tijdens een frontbezoek
van Hitier werd overwogen en ver
worpen wegens het gevaar voor op
treden van Hitiers lijfwacht.
Een ware wanhoopsdaad was het
plan om Hitier te doden tijdens een
bezoek aan het tuighuis in Berlijn,
waar hij nieuwe uniformen zou be
zichtigen. Een officier zou hem om
helzen en tegelijkertijd enkele hand
granaten, die hij in de zak zou steken,
doen ontploffen daarmee zichzelf
en de tyran dodend. Een geallieerde
bom vernielde het tuighuis, eer Hitier
zijn bezoek kon brengen
Er werden plannen beraamd voor
een „paleisrevolutie" met inschakeling
van Himmler of Goering, die echter te
laf of te weinig eerzuchtig waren om
mee te doen. Alfred Speer, de minister
voor Bewapening, liep zelfs met het
plannetje rond om gifgas in het ven
tilatiesysteem van de „Führerbunker"
te blazen.
De bom van 20 juli
PAS op 20 juli 1944 ontplofte er
werkelijk een bom in Hitiers
directe nabijheid. Dit betekende
de climax en tevens de ondergang van
de georganiseerde Duitse oppositie. De
bom in de Wolfsschanze doodde Hitier
namelijk niet, doch verwondde hem
slechts. Generaal Claus Schenk von
Stauffenberg, die de bom had ge
plaatst, meende echter dat de tyran
IK schrift dit op woensdag
avond, de vierde mei.
Toen om 8 uur de torenklok
sloeg ben ik met mijn kinderen
voor het raam gaan staan. Een
enkele motorrijder moest wor
den gewaarschuwd, maar overi
gens werd de stilte bijna tast
baar hier in Oegstgeest. Mijn ge
dachten gingen terug naar die
bittere jaren, naar vrienden met
wie we toen zo intens hebben ge
leefd, omdat de diepste bronnen
van het leven moesten worden
aangeboord, en die hun verzet
met de dood hebben betaald. Ik
dacht aan de honger en de kou
en de vele vernederingen, die
we moesten ondergaan. Aan onze
machteloosheid om te verhinde
ren, dat de joodse landgenoten
werden weggevoerd. Aan de ont
zetting die ons beving als in die
laatste oorlogswinter een exe
cutiepeloton in de straten van
de goede stad waar ik woonde,
zijn luguber werk had verricht.
In die enkele minuten kwam
veel naar boven van de pijn en
de ellende, die we hebben door
leefd.
Maar ook andere beelden zag
ik weer. De avond van die vierde
mei toen opeens overal de deu
ren opengingen en iedereen jui
chend de straat opging. En die
vijfde mei toen heel de stad één
vlaggenzee was en onze jongens
en meisjes dansten in de stra
ten, toen ik mezelf weer na
maanden vrij mocht bewegen,
bevrijd van spanning en waarom
dat niet eerlijk toegegeven? Ook
van angst. Nooit zullen zij, die
dit alles intens hebben beleefd,
het kunnen vergeten.
Hebben mijn kinderen, met
wie ik die paar minuten voor de
ramen stond, het ook zo gevoeld?
Ik weet wel zeker van niet. Zo
het doorleven kan alleen maar
een mens, die er zelf in 1945 met
zijn hele hart bij is gweeest.
Maar toch mag het niet geheel
aan ze voorbijgaan. Ze moeten
iets weten van onze ellende, op
dat ze verstaan dat het een kost
baar goed is te mogen leven in
de vrijheid. Daarom hebben we
er vandaag ook over gesproken
in ons gezin. Die kinderen willen
er ook wel iets van weten, daar
om hebben ze met aandacht ge
lezen wat er in de kranten over
geschreven werd.
Het is goed, dat er over ge
schreven is door mensen, die dit
toen hebben meegemaakt, zoals
het ook goed is dat er in deze
weken veel boeken met foto's en
tekst over de oorlog en over de
bevrijding in onze boekhandels
verschenen zijn. Alleen door
daarvan kennis te nemen, kan
dat deel van ons volk, dat de be
vrijding niet bewust heeft be
leefd, gaan verstaan waarom het
ging-
Drie weken geleden was het
Pasen. Toen is in alle kerken ook
over een bevrijding gesproken,
de grootste bevrijding aller
tijden. Het is door een dichter
aldus onder woorden gebracht:
Ik denk aan het lied, dat
eenmaal diep
in donkere catacomben klonk
en juichend zijn gelove riep,
waardoor de dood tot niets
verzonk:
,X)e Heer is waarlijk opgestaan!
Geopen is door Hem de poort,
waardoor wij in de glorie gaan
van dit geloven in Zijn woord.
De dag was donker van gevaar
en leven zwaar door
doodsgewicht
Nu is de naam van leven waar
want dood geeft leven vergezicht!
In Christus, broeders, aarzelt
niet,
Waar Hij ons zelf is voorgegaan!
Wij volgen met ons levenslied:
De Heer is waarlijk opgestaan!"
Hoe weten we daarvan? Iets
dat zoveel eeuwen geleden is ge
schied.
We weten er alleen maar van,
omdat er boeken der bevrijding
geschreven zijn door mensen, die
dat toen, zeer bewust, hebben
beleefd. Ook deze boeken, waar
in over deze bevrijding en over
wat eraan voorafging wordt be
richt, zijn in iedere boekhandel
verkrijgbaar. Ze zijn geschreven,
zegt Johannes, één van die
schrijvers, opdat gij gelooft, dat
Jezus is de Christus, de Zoon
van God, en opdat gij gelovende,
het leven hebt in zijn naam.
P. J. Mackaay,
Herv. predikant te
Oegstgeest..
Zo stonden de leiders van de
opstand van 20 juli voor hun
rechters. Hier dr. Julius Leber,
vooraanstaand sociaal-democraat,
die een grote rol speelde in de
Kreisauer Kreis.
(Foto: Landesbildstelle Bonn)
niet meer leefde. Terstond gingen de
bevelen voor de militaire opstand, die
gedurende jaren was voorbereid en
waarvoor talrijke leidende figuren in
het leger en in de burgermaatschap
pij waren gewonnen, naar de in aan
merking komende sleutelpersonen. In
Berlijn werd het regeringskwartier be
zet. In Parijs en Wenen werden SS-
en Gestapo-autoriteiten gearresteerd
en de politieke gevangenen bevrijd.
Politiek of militair succes verwacht
ten de samenzweerders niet meer.
Daarvoor was het te laat. Hun enige
streven is geweest, te redden wat er
nog te redden viel ende morele reha
bilitatie van althans d&t deel van het
Duitse volk dat door de aanslag en de
daarop volgende gebeurtenissen heeft
getoond met eigen handen de terreur
te willen vernietigen.
De 20ste juli heeft inderdaad in het
oog van de wereld zij het pas jaren
later deze morele rehabilitatie op
geleverd, doch tegelijkertijd is zij de
noodlotslag voor de oppositie gewor
den. Terwijl in het gehele Rijk, aan
het front (o.a. in de sector welke werd
gecommandeerd door veldmaarschalk
Rommel) de oppositie haar gezicht
toonde en zich zonder meer blootgaf,
bepaalde Hitier gewond, maar niet
gedood meedogenloze tegenmaat
regelen. Diverse generaals, onder wie
Fromm, commandant van het thuis
leger, en regeringsgetrouwe leiders,
voerden de tegenactie uit.
Het aantal arrestaties beliep meer
dan zevenduizend. Tegen de verant
woordelijke leiders, onder wie velen
van wie men nimmer reactie tegen het
regime had verwacht, werd de dood
straf als eenheidsvonnis uitgesproken.
Niet minder dan 4980 doodvonnissen
zyn op de wreedste manier, variërend
van ophanging aan vleeshaken in de
gevangenis Plötzensee in Berlijn tot
aan «fluipmoord en dood door mishan
deling toe, ten uitvoer gelegd. Tot in
de meidagen van 1945 gingen de exe
cuties voort!
Duizenden anderen kwamen In de
concentratiekampen terecht. De ter
dood veroordeelden mochten zelfs geen
B. Roest Crollius. „Noodsignalen
en Hartsgeheimen". Stols/Barth
's-Gravenhage 1960.
Wie zich de vorige bundel verhalen
van Roest Crollius, getiteld „Vertrou
welijke Vertellingen", nog herinnert en
die gewaardeerd heeft, zal zich verheu
gen in het verschijnen van deze nieu
we reeks. Evenals de eerste zijn ook
deze geschreven van uit de obsessie
van de eenzaamheid, overwonnen door
een milde ironie. Opvallend is dat deze
nieuwe verhalen een grotere realisti
sche inslag hebben. Dit krachtiger be
trekken van de werkelijkheid in de lot
gevallen van zyn individuen, heeft de
schrijver er waarschijnlijk toe gebracht
de eerste twee „Het Bezoek" en ,De
Gast", de lichte toon van de anekdote
geestelijke bijstand in hun laatste uren
ontvangen. Rouwadvertenties waren
op straffe des doods verboden en
bitter cynisme de nabestaanden
moesten de proceskosten en zelfs de
beul betalen.
Een rechtvaardig oordeel
ENERAALS, politici, geleerden,
-j geestelijken, kunstenaars dui
zenden in totaal, hebben de tol
van hun leven betaald met een moed
die de grootste bewondering afdwingt.
De 2Ö-ste Juli heeft slechts enkelen
gespaard. Deze overlevenden van de
Bartholomeusnacht der nazi's bestaan
thans voort als voorbeelden van „de
goede Duitser", indien al niet de „dolk
stootlegende" wordt geloofd, dat de
opstand van 20 juli de daad was van
een groepje teleurgestelde, ambiteuze
Pruisische generaals.
De 20-ste juli was integendeel de
slotfase van een ontwikkeling welke
begon op een moment, dat miljoenen
in Duitsland en daarbuiten nog op
recht geloofden in Hitier als de pro
feet van een nieuw Rijk, toen buiten
landse staatslieden met hem paoteer
den, diplomaten hem de hand reikten
en op hem toostten en zelfs een man
als Churchill zei: „Ik heb altijd ge
zegd, dat ik hoop dat God ons een
man als Adolf Hitler zal zenden, als
Engeland ooit in de positie komt te
verkeren waarin Duitsland zich in
1933 bevond..."
Het is een kant van de gruwel die
het Derde Ryk is geweest, welke vjj
beslist niet over het hoofd mogen
zien. In de eerste plaats omwille van
een rechtvaardi-, historisch oordeel.
Doch tevens als een aspect in onze
beschouwingen over heden en toe
komst. Hitler is weliswaar dood, doch
de dictatuur bestaat nog in vele lan
den; volwassen, zoals in de Sovjet-
Unie, of in de kiem, gelijk in Indo
nesië. Maar, evenmin als in het Derde
Rijk, zo leert ons dit helaas fragmen
tarische en beknopte overzicht van
het Duitse verzet, zal de dictatuur
ooit ergens ter wereld onbeperkt en
absoluut kunnen zijn. Het geweten zal
steeds een minderheidsfactor, een „ver
geten groep" zelfs vormen. Doch zwij
gen zal het nimmer.
te geven. „De Gast" is niet veel meer
dan een amusante dwaasheid, waar
van men de pointe al bladzijden van
tevoren ruikt. Het is eigenlijk jammer,
dat het in deze voor het overige zo
voortreffelijke bundel, is opgenomen.
Want het is ongetwijfeld een vooruit
gang, dat Roest Crollius de realiteit zo
dicht bij de op het oog uitzonderlijke
ervaringen van deze mensenzielen
weet te plaatsen, dat men niet meer de
indruk krijgt dat „zulke mensen er ook
zijn", maar dat de mens in wezen zo is.
Dat laatste is het beste wat een schrij
ver bereiken kan; deze volledige over
tuiging.
Voor zover de handeling van een
verhaal niet reëel te aanvaarden is, in
„Stadhuis" bijv., is die handeling toch
een logisch doortrekken van iets, dat
reëel van oorsprong was. De ironie,
waarmee de reëel lokettenmentaliteit
van „Ik verlang een officieel stuk
waaruit blijkt dat U degene is die U
voorgeeft te zijn", in dit verhaal wordt
volgehouden, letterlijk totterdood, is
kostelijk en oorspronkelijk.
Het laatste verhaal is een Sornero-
verhaal. De schrijver heeft de jurist
Sornero al enige malen als verteller op
laten treden in min of meer metafi-
sisch getinte geschiedenissen met per
soonsverdubbelingen en verbeelde lief
des. Persoonlijk acht ik deze verhalen
minder sterk dan die, welke direct
voorgedragen worden.
„Noodsignalen en Hartsgeheimen" -
de schrijver had geen betere titel kun
nen kiezen voor deze uit de diepten
van ie menselijke aard geputte merk
waardigheden, die de hele octaaf van
dwaas tot tragisch omspannen.
Antoinette Neyssel. „Gesloten
Grenzen". De Arbeiderspers. Am
sterdam 1959.
Antoinette Neyssel geeft in haar
tweede Boekvink twee novellen op één
thema. Haar „Gesloten Grenzen" zijn
zeer echt, want zy worden gevormd
door de grens tussen West- en Oost-
Duitsland.
In het titelverhaal gaat Maarten de
Bruyne, die een bezoek brengt aan
Berlyn, zijn jeugdvriend ontmoeten,
die aan de andere kant van de demar
catielijn toeft. Julius, een econoom,
blijkt communist geworden en daar
vriendschap tussen communist en niet-
communist niet mogelijk is, sneeft de
vriendschap. Maar Maarten ontmoet
in Oost-Berlijn ook de grote liefde van
zijn leven in de gestalte van het meis
je Luise. Hoewel zij elkaar diep be
minnen, wil geen van beiden zyn over
tuiging loslaten. Luïse wil niet mee
naar het oude Westen en Maarten
voelt niets voor het Oosten. Een tra
gisch afscheid is al wat him rest.
Een uitermate moderne problema
tiek, zal men op het eerste gezicht zeg
gen. Toch herinner ik mU reeksen van
dergelijke conflicten tussen gelieven.
Alleen ging het vroeger om geloofs
overtuigingen: een katholiek meisje en
een protestantse jongen of omgekeerd.
Ook de tweede novelle brengt niet
veel verrassends. De aanvangspassage,
met mama „op het lage met glanzende
blauwe zij overtrokken bankje, voor
haar kaptafel" en dochterlief, bloe-
menplukkende in de tuin voor de ta
felversiering - de vrolijke, onbezorgde
lach van het meisje drong tot in de
slaapkamer door -, kon zo uit een
ouderwetse damesroman gelicht zijn.
Men staat dan ook ietwat versteld, dat
de eigenaar van de toilettafelmevrouw
en de zomerse dochter, de op het pre
sidentschap hopende partijman Leo
Luka, in de cel wordt gesleurd. Maar
goed, mogelijk gaat dat zo in de com
munistische landen en kruipt het bur
gerlijk bloed nu eenmaal waar het niet
gaan kan. Dat Luka de strijd opgeeft
als zijn dochter hem onder bedekte
termen komt vertellen, dat zij met
haar verloofde over de grens gaat
vluchten, la we! aanvaardbaar.
CLARA EGGINK