Levenslang geëist tegen Berkelse
arts 11a een vlijmscherp requisitoir
Het pleidooi
veroorzaakte
van mr. Schootstra
geladen stilte
een
Deze spon een duivelse intrige
Hij concludeerde tot vrijspraak
DINSDAG 3 MEI 1960
Lijkbleek, met gebogen hoofd, strak
starend hoorde hij beschuldigingen aan
„In landen met een geordend gevangeniswezen gebeurt het wel eens
dat een gedetineerde een mede-gedetineerde om het leven brengt", zo
begon gisteren de officier mr. M. H. Gelinck zijn requisitoir in het
proces van de Berkelse arts, „maar bij mijn weten is het nog nooit
gebeurd door middel van een wel overwogen moord, zoals aan deze
verdachte is ten laste gelegd en waarvoor U, meneer de president en
heren rechters, hem ongetwijfeld zult veroordelen".
De officier vervolgt met uiteen te zetten, dat de betrokkenen beiden
in 1952 een gif moord op hun vrouw pleegden. Beiden kregen levens
lang. Alleen gebruikte Lodder arsenicum en de Berkelse arts cyaankali.
De laatste is een gestudeerd man en stak uit boven andere gedeti
neerden. Lodder was ook een ontwikkeld man, die werd geapprecieerd
door zijn mede-gevangenen als een aardige, vriendelijke kerel, terwijl
de arts een onbetrouwbare onruststoker is, die zichzelf altijd buiten
schot houdt, en die alleen maar bezeten is van zijn revisiepoging.
Naïeve reclasseerder
„Als één man zijn plicht gedaan had en
als hij zijn verhouding tot de arts beter
had begrepen, was deze moord niet ge
beurd. Ik bedoel de reclasseerder Ger-
hartl. Hij liet zich naief, kritiekloos en
en hersenloos voor het karretje van de
arts spannen. Toen de heer Gerhartl
na de arts te hebben meegedeeld dat het
onderzochte poeder cyaankali was, ko
mende van de cel van de arts rechtsaf
sloeg naar de uitgang van de gevangenis
in plaats van linksaf naar de directeur,
begon de doodsklok voor Lodder.
De officier vervolgt: „Gerhartl heeft
mü verteld geloofd te hebben in de
mogelijke onschuld van de arts mede
naar aanleiding van een boekje „Be
roemde gevallen van gerechtelijke dwa
ling." Ik ken dit boekje ook, het is
boeiend geschreven, maar tendentieus en
in handen van argeloze mensen kan het
tot verkeerde en gevaarlijke opvattingen
aanleiding geven. Gerhartl hoort tot de
bataljons der argelozen. Zij zijn meer
kinderlijk en hinderlijk dan gevaarlijk
meestal, maar soms maken zij ernstige
brokken wanneer zij met de werkelijk
heid in botsing komen. Deze zaak is
daarvan een tragisch en ontstellend
voorbeeld".
Geraffineerde leugenaar
„De dood van Lodder was een onder
deel van een duivelse intrige gesponnen
door de arts om revisie te krijgen van
zijn vonnis inzake de moord op zijn
vrouw", aldus de officier.
Hij had er niet aangedacht dat het
speeksel, waarmee hij Lodders brief
dichtlikte als het zijne aanwijsbaar zou
zijn. Had hij het geweten dan had hij
Lodders brief met water dichtgeplakt. De
arts heeft nu zijn aanvankelijke verhaal
moeten wijzigen: een ernstig verliespunt
voor hem. Ook het visverhaal moet hij
wijzigen, doordat hij niet wist dat
cyaankali op een andere stof (vis) on
middellijk verontreinigd wordt. De
cyaankali die de arts door Gerhartl liet
onderzoeken, was volkomen zuiver. Als
men na de zaak van de arts nog niet
wist hoe onwaarschijnlijk geraffineerd
hij kan liegen over de meest ingewik
kelde detailpunten dan weet men het
nu, nadat hij zijn verhalen over de
brieven en over het vinden van de
cyaankali op vis heeft gewijzigd. In zijn
huidige verhaal zijn echter nog allerlei
onhoudbare ogenschijnlijkheden aanwijs
baar", aldus de officier.
Striemende zweepslagen
Als striemende zweepslagen laat de
officier zijn woorden op het hoofd van
de verdachte neerkomen. HU kent geen
barmhartigheid als hü de zUns inziens
onwaarachtigheden in de verklaringen
van de arts en verhalen aan de kaak
stelt. Deze zit lijkbleek dan eens met
gebogen hoofd, dan weer strak voor zich
uit te staren.
Mr. Gerlinck laat het tartend door de
zaal klinken wanneer hU een verhaal
van de Berkelse arts ontrafelt: „Gelove
wie het geloven wil
Ietwat honend zegt hij: „O. heeft zUn
celbezoeker Gerhartl niet laten draven
maar laten hollen".
Na het fles-verhaal ontleed te hebben
dat later plaats heeft moeten maken
voor de Piet Berger-story komt de offi
cier van Justitie op de door L. onder
tekende brieven.
„HU, O, wil ons wijsmaken, dat hij die
brieven de avond voor de dood van L.
uit diens cel heeft weggenomen. Ook,
dat L, na een ruzie met O. waarvan ove
rigens niemand iets heeft bemerkt, zo
bevreesd was geworden toen hfrwist dat
O. over zijn, L's, „bekentenis" beschikte
zelfmoord wilde plegen".
,Het is allemaal niet waar wat de arts
heeft verteld. Er is een verklaring van
de bewaarder, dat hij tot de zogenaamde
„plakkers" behoorde. Het zou toch opge
vallen zijn wanneer de arts na de film
voorstelling zich bijzonder had gehaast
om in de cel van Lodder te kunnen ko
men om daaruit de brieven weg te
nemen.
De officier toont dan aan als de arts
Inderdaad op die avond in de cel van
Lodder zou' zijn geweest, dat bijzonder
kort moet zijn geweest.
Geen zelfmoord van Lodder
De officier wyst op de vele verklarin
gen die Lodder hebben gekend.
„Daaruit blijkt dat niemand Iets van
zelfmoordvoornemens heeft bemerkt. De
gehele zelfmoord valt uit te sluiten.
Daarvoor pleit ook nog, dat Lodder een
nog jonge man was, die een redelyke
kans had om nog een deel van zün leven
in vryheid te kunnen doorbrengen.
Daarop rekende hü gezien zUn studie,
zün revisie- en gratiepogingen. Ook zün
geloofsovertuiging verzette zich tegen
zelfmoord. Nu kan men wel zeggen:
„Ja, maar hü heeft desondanks zün
vrouw toch maar vermoord." „Akkoord,
maar het is toch altüd nog iets anders
of men een ander voor de hemelpoort
schuift, dan er zelf voor te gaan staan".
Hij was opgewekt
Uitvoerig gaat de officier van Justitie
in op het opgewekte karakter van Lod
der, waarvan hü nog zo vlak voor zijn
dood heeft latten blijken. Van tevoren is
hij bij een gedetineerde geweest om zün
pijp te laten lijmen, terwijl hij tegen een
ander heeft gezegd: ..Morgen heb ik mis
schien een klusje in de huishoudelijke
dienst voor je te doen".
Hij heeft met een andere lotgenoot
nog een spelletje schaak gespeeld. Hij
speelde zo intensief, dat hij het nog bij
na had gewonnen. Op de filmavond was
Lodder een en al aandacht. De man die
zo gehecht was aan zijn moeder en haar
van alles op de hoogte bracht, zou, nu
hy het voornemen had om zelfmoord te
plegen nalaten voor haar een brief of
een notitie achter te laten.
De opgewekte brief van 26 januari
naar huis wees ook niet in de richting
van zelfmoord. En die brief zou zyn ge
schreven op de dag waarop Lodder, vol
gens de verklaringen van de arts, deze
nerveus stotterend zün bekentenis zou
hebben gedaan, een verhouding met de
vrouw van de arts te hebben gehad.
Dat Lodder met zijn overhemd nog op
het bed lag kan ook zó worden ver
klaard, dat hü door de werking van de
cyaankali niet meer in staat is geweest
dat hemd uit te trekken.
Nogmaals, na alles wat wij van Lodder
uit diens laatste levensdagen weten, moet
zelfmoord worden uitgesloten.
Dan brengt de officier het verhaal
Piet Berger ter sprake.
Zot verhaal
„Het is een verhaal zo zot, zo onwaar-
schijnlük en zo in strijd met de feiten,
dat uw rechtbank het zal moeten ver
werpen."
Er zün bepaalde details in deze zaak
die ook zün terug te vinden in het eer
ste proces. In de Berkelse zaak is er
nooit iets gebleken van een verhouding
die de vrouw van de arts met een ander
heeft gehad. Als er ooit zo'n figuur zou
zün geweest dan zou een bekwaam man
als mr. Huygens niets hebben nagelaten
deze figuur op te sporen." De officier
brengt in herinnering hoe de arts in zün
eerste proces ook al briefjes een rol heeft
laten spelen. Na negen maanden deten
tie kwam hU toen met een zogenaamd
„suicide" briefje van zün vrouw voor de
dag, dat hü achter een foto had gevon
den. Dan zien we in die tijd ook voor het
eerst een onbekende heer opduiken. Die
zou met de vrouw van de arts in een
Haags restaurant een onderhoud hebben
gehad. En deze zou van zelfmoordpogin
gen hebben gesproken. Die onbekende
heer is nooit bekend geworden.
De officier zet dan uiteen op welke
wüze geleidelük aan de Lodder-Berger
figuur is ontstaan.
Pasklaar gemaakt
„De arts, bezeten door de wil om uit
de gevangenis te komen, heeft zün Ber
ger-verhaal, geslepen, geschaafd en pas
klaar gemaakt. Wanneer er een Berger
is geweest, waarom komt die zich dan
onder een valse naam bij de arts mel
den? Is het niet meer dan onwaarschün-
lijk dat de arts niet achterdochtig is ge
worden toen een man voor een onbedui
dende verwonding zich herhaaldelyk
naar Berkel zou hebben begeven om zich
door hem te laten behandelen?
Advertentie
Calve -"tip -voor
cL"ixb>]o el-leüceitr eten.
Casten Trakteer dan eens op dunne, korstloze sneetjes brood g
met een rolletje u orst of een plakje ei en - om het dubbel-
lekker te maken - Calvé Mayonaise u
LEUKE VERRASSING VOOR UW IDEE!
Zo'n idee om Uw gasten eens extra te verwennen kunt U
zelf ook vinden. Want Calvé Mayonaise maakt heel veel
hartige hapjes dubbel-lekker. Doe Uzelf en Uw eters
een plezier. Ontdek zo'n nieuwe verrassing met
Calvé Mayonaise en schrijf die aan Calvé.
Dan krijgt U als Uw idee bruikbaar is
een leuke, welkome verrassing!
Zend Uw idee per briefkaart aan Calvé,
postbus 1000, Delft. De ideeën moeten
voor 1 juli I960 worden ingezonden
en worden het eigendom yan Calvé.
Maak: e:r méérvan.
met Calvé
Het tweede uitgangspunt Is nog dwa
zer. Uit vrees dat zü in verwachting
was zou de vrouw van de arts zelfmoord
hebben gepleegd. Maar de sectie en de
verklaringen van de huisgenoten hebben
duidelijk aangetoond, dat zü geen enkele
vrees behoefde te hebben dat die zoge
naamde verhouding van haar met een
ander gevolgen had gehad. Zij ging nooit
uit. Lodder, alias Berger, heeft nooit
iemand in het drukke doktershuis gezien.
En "het was een vol doktershuis, wanit
de moeder van de arts was er, de kinde
ren. de apothekersassistente en er was
ook nog het risico van het onverwachte
thuiskomen van de arts zelf. Slechts een
man heeft Lodder dus op een motor ge
zien.
In de brief van Lodder wordt uitvoe
rig ingegaan op het gescharrel met fles
jes in de apotheek en het wordt geschre
ven door een man die niets van een
apotheek en wat zich daarin afspeelt af
weet.
Criminele fantasie
Nogmaals legt de officier aan het
slot van zijn requisitoir uit, dat zelf
moord van Lodder absoluut onwaar
schijnlijk is, terwijl de arts daarente
gen een duidelijk motief had v*ior
moord. Via de brief hoopte hij revisie
te krijgen van het vonnis voor zijn
eerste moord.
Dat kon alleen met de bekentenis
van een dode. De officier beschrijft de
arts dan als een man, ivie geen crimi
nele fgntasie te veel is, iemand die
men niet anders kan betitelen dan als
een sluipmoordenaar, die eerst een ge
raffineerde moord op zijn vrouw pleegt
en die dan een medegedetineerde
tegenover wie hij vriendschap hui
chelt op even geraffineerde wijze
vermoordt omdat hij daar voordeel in
ziet.
Hij is Teil en gevoelloos ten opzichte
van zijn medemensen, die hij alleen
waardeert op de waarde die zij voor
hèm hebben, als stukken in een schaak
spel, die door hem worden geofferd
om het spel te kunnen winnen.
Zijn bezetenheid, sluwheid en mis
dadigheid hebben hem tenslotte te
gronde gericht.
Tenslotte eiste de officipr gelijk
gisteren kort gemeld levenslange
gevangenisstraf.
Nog nooit was de zaal zo vol, toen de president na een onderbreking
van een ruim een uur de zitting heropende.
De verdediger, mr. Schootstra ving aan met te zeggen, dat hij zo
veel mogelijk de Berkelse zaak in zijn pleidooi buiten beschouwing zal
laten. „Gezien het feit, dat er vooraf over de thans dienende affaire
zoveel is gepubliceerd en mijn cliënt in de ogen van velen al een
veroordeelde is, is het voor mij als raadsman een bijzonder zware taak"
Dat heb ik al direct gevoeld toen de
president mij uitnodigde om als verde
diger van verdachte op te treden. In de
anderhalf jaar dat ik mü met de zaak
heb bemoeid en dat steeds intensiever
heb gedaan, deden zich aspecten voor
die zeker de moeite waard zyn om er
hier nader op in te gaan.
Aspecten die het mij aangenaam ma
ken om op het verzoek van de officier
van Justitie in te gaan om andere
theorieën te geven dan de zijne. Mis
schien interesseert het Uw rechtbank te
weten dat zich al in 1868 een geval heeft
voorgedaan waarbü in de gevangenis in
Hoorn een gedetineerde van hetzelfde
feit werd verdacht als mijn cliënt, na
melijk een medegedetineerde om het le
ven te hebben gebracht.
Ten laste is gelegd in deze zaak:
moord. De officier van Justitie, zo over
tuigd van de schuld van de arts, is bü
zün ten lastelegging maar voor één an
ker gegaan. Hij heeft een groot aantal
getuigen gedagvaard en van die lange
lüst was ik zo verrukt dat ik geen an
dere getuigen heb doen oproepen.
Wil men de arts terzake van moord
veroordelen dan had de officier van Jus
titie in de dagvaarding toch wel duide-
lük moeten stellen dat Lodder niet
heeft geweten dat hij gif innam en dus
een willoos werktuig van de arts was ge
worden.
Het zou wat onhartelük klinken nie
tigverklaring van de dagvaarding te
vragen, maar de rechtbank zal toch met
het door mü gestelde terdege rekening
moeten houden".
Mr. Schootstra citeerde uit enkele wer
ken van befaamde juristen om duidelük
te doen worden dat de rechter nooit tot
een veroordeling mag komen alleen op
grond van wettig overtuigende bewüs-
middelen. Er moet in dat geval sprake
zijn van een volkomen overtuiging ge
staafd door een bewüslast.
„Wü moeten in dit geval scherp in het
oog houden dat wij in deze zaak te ma
ken hebben met een beslist ontkennende
verdachte. Ik geloof dat mijn straks te
ontwikkelen theorieën meer gestaafd
worden door feiten dan bü de suppo
sities van meneer de officier. Het zün
die feiten die elke twüfel moeten uitslui
ten".
De raadsman bracht dan in herinne
ring enkele zaken door prof. Wiarda in
zijn werken genoemd, dat ook rechter-
lüke instanties bü een eerste behande
ling hebben gefaald. In de Hoogerhuüs-
zaak, de Giessen-Nieuwkerk-affaire en
in de moordzaak-Lans is dat gebleken.
Dezelfde deskundige hoogleraar heeft
ten aanzien van de Berkelse zaak ge
zegd, dat hü twijfelde aan de juistheid
van de veroordeling van de verdachte.
Is het nu zo vreemd dat ook in deze
zaak mensen zün gaan twüfelen?
TWIJFEL
Pleiter bracht ter sprake het feit
waaraan de officier van Justitie twüfelt,
namelijk dat Lodder zich heeft bediend
van de naam Piet Berger.
„Toch zijn er mensen die hebben ver
klaard dat Lodder zich wei eens een an
dere naam heeft toegemeten. Vooral als
Lodder op „vrijersvoeten" was deed hij
dat. Ik kan U al zo vier van die schuil
namen noemen: Van der Linden, De
Bruin, Van den Berg en PUI. Ook zün
voornaam wisselde nog al eens.
Ik heb hier een telefoongids van het
jaar 1946 toen Lodder in Gouda woonde.
Daarin komen begrüpelük heel veel na
men voor. ook de door mü genoemde. Is
het nu zo boud gesproken wanneer ik
beweer dat Lodder voor het kiezen van
een schuilnaam de telefoongids gebruik
te? En nu komt in diezelfde gids ook de
naam Berger voor. Interessant is het
daarbü nog te vermelden dat er 'n firma
Berger is die Waterstaatwerken uitvoert.
Het is de bewaker uit het Huis van
Bewaring in Den Haag Sontrop geweest,
die al medio mei 1954 van de arts hoor
de dat de man die tegenover hem in de
cel zat en waarvan hij maar een glimp
had opgevangen toen deze zijn ton bui
ten zette niet Lodder was, maar Piet
Berger.
MAAGPIJN
Maar de arts vertelt Sontrop daarbij
ook het hele motorverhaal waaraan nu
zo wordt getwüfeld.
Het feit van het motorrijden heeft
verdachte niet van Lodder gehoord, want
in het Huis van Bewaring hebben ze
niet met elkaar gesproken.
Er is toch een verklaring van iemand
die Lodder op een motor lieeft zien rü-
den. Een ander heeft hem zelfs een le
ren jas zien dragen. Degeen die hem op
de motor zag. heeft gezegd: „Hetleek op
het rijden van een beginneling".
Veel routine heeft hü ook niet gekre
gen. want Lodder komt enkele jaren la
ter in de buurt van Berkel, slipt en ver
wondt zichNu zijn er veel men-,
sen die Lodder niet op een motor heb
ben gezien. Maar dat zegt niets. Het
waarnemingsvermogen van niet ieder
een is scherp.
Ik mag in dit verband nog wüzen op
wat zich vrüdag j.l. hier in de rechtzaal
afspeelde. Myn cliënt had last van
maagkrampen. De parketwachter die
vlak naast hem zat. bemerkte er niets
van Buiten Uw rechtbank en ik
heeft niemand er iets van bespeurd. Ik
heb de arts toen iets gegeven.
President: „Ik dacht dat U de griffier
even later hetzelfde gaf?".
Verdediger: „Nee meneer de president,
dat was iets anders. Myn cliënt heb ik
een saridon gegeven. Een pleiter heeft
er alle belang bü om op goede voet te
blüven met een griffier. Het zou daarom
niet bij mü opkomen hem te bedwelmen"
President: „Maar U wilt wél van mü
aannemen dat de griffier van deze zaak
ook maagpün krügt
BRIEF VAN LODDER
Na nog eens gewezen te hebben op
het feit dat niet is bewezen dat Lodder
geen motor heeft gereden, wees pleiter
erop, dat Lodder gewerkt heeft aan
RÜksweg nummer 3 onder Nieuwkerk,
tussen Gouda en Berkel. „Gezien de af
stand is het denkbaar dat Lodder in-
plaats van naar Gouda te gaan, een
slippertje is gaan maken in Berkel.
En nü die verhalen: de vrouw van de
arts ging nooit uit. Ik ga ook wel eens
uit wat niemand weet. De arts zelf
heeft gezegd dat zün vrouw rülessen
nam. Zou ze nu altüd onder geleide zün
geweest, ook bü het doen van bood
schappen? Naar Rotterdam was op de
fiets maar een wipje.
Bü alle raadselen kan er toch iets po
sitiefs worden gezegd en dat heeft be
trekking op de bü Lodder gevonden foto
van de vrouw van de arts. De arts kon
alleen tot de cel van Lodder worden
toegelaten wanneer deze aanwezig was.
Die foto is, evenals de tien gulden, ge
vonden in het kaft van een boek dat
Lodder bezat. Nu zou het dus zo gebeurd
moeten zün, dat de arts op bezoek bü
Lodder, zou hebben gezegd: „Zeg. draai
jü je eens even om. Dan kan ik die foto
in dat boek stoppen
Wie de situatie en de geschiedenis
kent - en ik ken die ook als reclasseer
der - ja meneer de officier, ik ben ook
één van die domme, argeloze celbezoe
kers - kan alleen maar om zo'n verloop
lachen.
Niet mün cliënt heeft achter op die
foto „mevrouw O." gezet, zoals een on
derzoek heeft uitgewezen. Ook een min
naar doet dat niet. Hooguit zet die erop
- en dat móest wel bü een zo drukke
praktük als Lodder had - dit is Jantje,
Pietje of Klaasje.
Is het zo vreemd te veronderstellen
dat Lodder die de bekentenisbrief had
geschreven, argwanend is geworden toen
de arts zo'n grote belangstelling had.
Een ding staat vast. Lodder heeft de
brieven ondertekend met Piet Berger. In
beide brieven is geen spoor van de stül
van de arts gevonden. Deze brief is van
Lodder en van Lodder alléén!"
VERDWENEN CYAANKALI
Over de verdwenen grammen cyaan
kali zei de verdediger: „De arts beweert
dat de groothandel met de af te leveren
hoeveelheid nogal ruig omspringt. Dat
werd bevestigd door drs. Boer van het
gerechtelük laboratorium. Die had 100
gram besteld en kreeg maar 98 gram.
Omdat we zwemmen met veronderstel
lingen, heb ik zelf eens een proef geno
men door een buisje te vullen met zout.
Hoe omzichtig ik dat ook deed, ik mors
te ettelijke grammen.
Bü het vullen heeft Vanderhaegen het
ook gedaan. Wanneer we alles goed na
rekenen dan komen die verdwenen
grammen ook wel op de proppen.
Evenals in de Berkelse zaak is bü het
vooronderzoek in deze zaak ook veel ver
waarloosd.
Er zün geen foto\s van de cel van
Lodder gemaakt, ook niet een foto van
Lodder toen hü uitgestrekt lag op zijn
bed en het afgekloven stukje chocolade
dat bü Lodders mond heeft gelegen is
zoek. Hoe lagen de kleren van Lodder?
Waren ze netjes opgeruimd of waren ze
in wanhoop in een hoek gesmeten?
Wel is komen vast te staan, dat er
van wanorde geen sprake was en dat
Lodder er zo rustig bü lag, dat hij de
indruk maakte aan een hartverlamming
te zün overleden.
„LODDER PLEEGDE
ZELFMOORD"
Pleiter zette dan uiteen, dat Lodder
voortdurend gedacht heeft aan zelf
moord. Hü vroeg zün medegedetineerden
naar de morele kant van zelfmoord,
vooral ten aanzien van familieleden. Hij
overwoog dus kennelük zelfmoord. Hü
was niet erg gul, maar desondanks be
gon hü vlak voor zün dood allerlei ei
gendommen weg te geven. Tegenover
zün celbezoeker zei Lodder levenslang
onmenselük te vinden. Zün vorige celbe
zoeker had hem gezegd niet veel gat te
zien in revi&ie. Trouwens, als Lodder
werkelijk Piet Berger geweest is, als hij
werkelijk de hand in de dood van de
vrouw van de arts heeft gehad, dan
heeft hü geen enkele kans op gratie of
revisie gehad. Lodder overwoog dus zelf
moord. Hü interesseerde zich buiten
dien sterk voor vergif. Toen hü gearres
teerd werd droeg hij vergif in zün zak.
Hü bezat in zün cel een door hem zelf
geschreven lüstje met dodelüke doses
van arsenicum, insektenmiddel, morfine,
cocaine, atropine, strychnine, nicotine,
cyaankali, blauwzuur en nog talrijke an
dere vergiften, met de bereidingsmetho
den, werking en andere eigenschappen
en veelal zelfs de adressen waar zü ver-
krügbaar waren.
Achter nicotine, waarvan Lodder een
dodelüke dosis in zün cel had. stond:
vrü snel werkend, kan men zelf maken
door tabak af te koken met water. Ach
ter cyaankali stond: onmiddellük wer
kend.
Blükbaar had hü nicotine afgekeurd
omdat hü twüfelde aan de doeltreffend
heid van dit middel. Uit dit lüstje blijkt
overduidelük dat Lodder sterk aan zelf
moord dacht. Meneer de officier heeft er
daarom geen woord aan gewüd.
„U had het door mü kunnen laten
voorlezen.' zegt de president.
„Ik bewaarde het liever, meneer de
president, als een zevenklappertje voor
mün pleidooi," antwoordt de verdediger.
Achthonderd dokters
in Frankrijk legden
werk één dag neer
(Van onze Parüse correspondent)
Gisteren hebben 800 Franse medici
geweigerd te werken. De staking, die
gericht was tegen een wet, die in de
maak is en waarbij de geneeskundige
tarieven van hoger hand zouden kunnen
worden vastgesteld, trof in 't byzonder 't
departement van de Alpes Maritimes
ZELFMOORD-NEIGING
Pleiter toonde dan o.a. aan aan de
hand van literatuur van psychiaters met
faam dat de zelfmoordenaar zich ten
eerste pleegt te verschuilen aohter een
facade van opgewektheid en zelfverze
kerdheid en ten tweede dat bü de zelf
moord heel vaak de wraakgedachbe
speelt.
Dit klopt volkomen met het karakter
van Lodder zulks ondanks de bewerin
gen van allerlei mensen dat deze geen
zelfmoord-type" was. Pleiter las dan
de psychiatrische rapporten voor, welke
over Lodder zün uitgebracht. Daarin
staat lebterlük „emotioneel labiel, affec
tief onvolgroeid, depressief, neurotische
persoonlijkheid, facade-mens. neuroti
sche angstgevoelens."
Over de mens die zelfmoord pleegt,
zeggen de deskundigen dat hü veelal
behept is met intensieve haatgedach-
ten. wraakzuchtige gevoelens en een
neiging tot zelfbestraffing.
„De zelfmoordenaar is iemand met
het voorkomen van een opgewekt en
vrolük mens, waarin achter de facade,
driften en angsten strüden". aldus mr.
Schoolstra. Pleiter resumeert tenslotte,
dat Lodder het adres van zün ouders
heeft gegeven aan de arts. dat Lod
der daarna twee keer bü zün ouders
heeft geïnformeerd of het pakje al was
aangekomen („Is Piet al terug van
vakantie, heeft hü nog een cadeautje
meegebracht?"), dat Lodder zün
ouders opdroeg het hem te bezorgen
(het recept), dat Lodder vrijwillig be
kend heeft de hand te hebben gehad
in de dood van de vrouw van de arts,
dat Lodder ook de gevangenisdirecteur
per brief hierover inlichtte, dat hü het
gif vrüwillig innam en dat hü daarna
geen alarm heeft geslagen.
Mr. Schoolstra kwam tot de conclusie
dat de arts door de Leeuwarder recht
bank zal moeten worden vrygespro-
ken van het hem ten laste gelegde.
Toen hü uitgesproken was hing in de
stampvolle rechtszaal een geladen
stilte.
NIET MEER VERBITTERD
Hierna richtte de president zich weer
tot verdachte.
Uit de dossiers blükt, dat u verbit
terd bent over uw behandeling. It dat
juist?"
,Ja".
,U hebt dit pleidooi gehoord?"
,Ja".
,Als u zich bedenkt dat wij u deze
raadsman hebben toegewezen, vindt u
dan niet dat u nu deze verbittering
maar eens opzü moet zetten?"
Dat ben ik met u eens edelacht
bare", beaamt de verdachte.
Dan krügt de officier van Justitie
het woord voor het houden van een
repliek. Zün voornaamste opmerking
betreft de nicotine, die in de cel van
Lodder is aangetroffen.
„Lodder had ook planten in zün cel,
en nicotine is een bekend bestrüdings-
middel van bladluis".
Over de giflüst die In Lodders cel
aangetroffen rept de officier met
geen woord. De verdediger zeide in
zün dupliek over de nicotine: „Op de
giflüst stond nicotine genoemd als een
vrü snelwerkend gif. Dat spreekt boek
delen maar inderdaad, het is ook
een bestrüdingsmiddel voor bladluis."
Verdachte kreeg gelegenheid voor
zyn „laatste woord". „Over de zaak
zelf wil ik niets meer zeggen. Alleen
wil ik niyn dank uitspreken aan de
mensen, die zich voor my zoveel moeite
hebben gegeven, in het byzonder myn
zowel ietterlük als figuurlyk, gróte
raadsman".
Ook de president sprak zyn waarde
ring uit voor de enorme moeite, die
deze toegevoegde raadsman zich wmr
zyn cliënt gegeven heeft. Hü bepaalde
de uitspraak dan op maandag 16 mei
om haLTdrie 's middags.
waar, zeer ernstige en urgente gevallen
uitgezonderd, alle zieken aan hun lot
bleven overgeleverd.
Op het bureau van de vakvereniging
der geneesheren was wel een dertigtal
medici en chirurgen aanwezig, maar die
derangeerden zich slechts voor de zeer
dringende ziektegevallen. In de zieken
huizen waren alle leden van het lagere
personeel, verplegers en zusters echter
op hun post gebleven om eventueel de
bijstand van de dokters in te kunnen
roepen. De apothekers hadden zich
solidair met de dokters verklaard, doch
werkten overigens gewoon door.
Het was de eerste maal in FrankrUk,
dat in een vrü beroep een staking werd
geproclameerd om büna algemeen ge
volgd te worden, vroeger initiatief
van de regering om^ie medische stand
te reglementeren werd, al onder de
Vierde Republiek, weer ingetrokken ten
gevolge van de heftige protesten van de
dokters. De staking van gisteren was nog
slechts als een waarschuwing bedoeld,
en men is ook in politieke kringen
daarom wel benieuwd of de huidige
regering haar plannen nu niettemin
toch door zal durven zetten.
Zuid-Afrika een stap
dichter bij republiek
Fabrieken van elektrische apparaten in
Johannesburg en omgeving hebben gis
teren opdracht gekregen werkloze blan
ken het werk te geven, dat op het ogen
blik door 2450 negers en 100 kleurlingen
wordit verricht, zo meldt de .Johannes
burg Star". Er zün niet voldoende spe
ciaal voor blanken voorbehouden betrek
kingen beschikbaar. Het gevolg hiervan
is volgens het blad. dat, vele negers met
een lange staat van dienst ontslagen
zullen worden.
Te Kimberley in de Kaapprovincie is
gisteren deaplaatselüke voorzitter van
het verbodeff Afrikaanse Nationale Con
gres. John Itholeng. veroordeeld tot zes
zweepslagen en anderhalf jaar gevange
nisstraf omdat hü negers had aange
spoord hun persoonsbewüs te verbran
den. Voorts kregen hü en nog een ander
een boete van duizend gulden of zes
maanden gevangenisstraf omdat zü hun
eigen persoonsbewüzen hadden vernie
tigd. Een achttal andere inheemsen
kreeg voor soortgelüke vergrüpen gevan
genisstraffen van anderhalf jaar of 1500
gulden boete.
Het Zuidafrikaanse parlement heeft
gisteravond het plan van de regering
voor een referendum over het uitroepen
van de republiek goedgekeurd. De goed
keuring door de senaat beschouwt men
als een formaliteit. Alle amendementen
van de oppositie zün verworpen. De re
gering heeft verklaard, dat een eenvou
dige meerderheid voor de republiek vol
doends zal zün. Waarnemers verwach
ten, dat die meerderheid net kan worden
behaald. Aan de volksstemming zullen
alleen de blanken deelnemen.
Toeristen kopen vele
be vrij dingskaar ten
Naar het Comité Vluchtelingenjaar
meedeelt zün tot dusverre in paleis
Soestdijk 500.000 „bevry dingskaar ten"
ten behoeve van de vluchtelingenhulp
ontvangen. De halfmiljoenste kaart
was gisteren bü de post.
De bevrydingskaarten blijken een
sterke aantrekkingskracht uit te oefe
nen op de ons land bezoekende Duitsers.
Uit Soestdük waar voor het paleis een
verkoopstand van bevrijdingskaarten
staat, en uit Maastricht wordt onder
andere gemeld, dat vele Duitsers stop
pen by de stalletjes waar „Post voor
Soestdijk" of „Post voor Koningin Ju
liana" aangeplakt staat. Nadat hun is
uitgelegd, waarom het gaat volgt her-
haaldelük de vraag „Zou de Koningin
ons vergeven hebben?" en „Wij hebben
wat goed te maken", gevolgd door het
verzoek of zü als Duitsers ook een kaart
mogen sturen. Hetgeen uiteraard niet
verboden is. Ook de ons bezoekende
Belgische' toeristen kopen veel bevry-
iingskaarten, en hopen dat ook zü die
naderhand met de handtekening van de
Koningin bedrukt terug zullen ontvan
gen.