PROF. DR. W. J. HOOGLERAAR, 82 DE HAAS, JAAR OUD OUD LEIDS OVERLEDEN Romanticus in baanbrekend warm-menselijk in een rijk leven Eminent intuïtief geleerde droeg zijn geestdrift aan velen over Calve --tip voor chxb]oelTe]dc.e:r eten TANCHELIJN „Tanchelijn'', een zeer bijzondere manifestatie Upgericht 1 maart 1860 Donderdag 28 april 1960 Tweede blad no. 30036 Gelederen der figurenaanzienlijk gedund Een zeer zwaar verlies heeft Leiden, Nederland en de wetenschappelijke wereld getroffen door het overlijden te Bilthoven op 82-jarige leeftijd van prof. dr. W. J. de Haas, oud-hoogleraar in de natuurkunde en de meteorologie aan de Leidse Universiteit en oud-directeur van het mede door zijn werk wereldberoemd geworden Kamerlingh Onnes Laboratorium. De begrafenis van het stof- felijkoverschot vindt morgen plaats om 12 uur op de Algemene Begraafplaats Moscowa te Arnhem. Zo kort na het overlijden van een prominente figuur uit de jongere gelederen van de Neder- Prof. De Haas heeft zich wereldvermaardheid verworven door zijn werk op het gebied der extreem lage temperaturen, waarmede hij het Kamerlingh Onnes Laboratorium te Leiden tot het „koudste plekje op aarde" maakte. Maar op een zeer veel breder terrein van de natuurkunde heeft hij zijn stempel gedrukt door zijn geestdrift voor deze wetenschap op onnavolgbare wijze aan zijn leerlingen over te dragen. Hij beheerste dit bredere terrein met een intuïtieve visie, welke bij hem te vergelijken viel met een artistieke flair. landse natuurkundigen, prof. Bakker, treft dit verscheiden van prof. De Haas als een van de weinige wereldvermaarde prominenten uit de grootste opbloei der Nederlandse fysica in de eerste vier decennia van deze eeuw, de weten schappelijke wereld wel zeer zwaar. Temeer wordt dit verlies in wetenschappelijke kring en ver daarbuiten gevoeld, nu het niet alleen een groot geleerde betreft, maar tevens iemand wiens menselijke kwaliteiten de wetenschappelijke ten volle evenaarden. len hebben zijn werk beheerst, en mis schien zelfs is het on-systematische eer der dan de natuurwetenschappelijke systematiek een kenmerk van zyn werk geweest, dat niettemin een vaste lijn en een bewust streven naar een vast doel heeft getoond. Uranium voor Nederland Een voorbeeld daarvan is, dat prof. De Haas vóór het uitbreken van de tweede wereldoorlog de Nederlandse regering heeft geadviseerd een niet onbelangrijke hoeveelheid uranium aan te kopen, „om dat deze stof nog wel eens zeer belang rijk zou kunnen worden". Dat geschiedde op dit gezag. Het uranium, dat voor de oorlog vrijwel niets waard was maar na de „schepping" van de atoombom onbe taalbaar en bovendien vrijwel niet ver krijgbaar werd, bevond zich in Leiden, toen de Duitsers ons land overvielen en bezetten. Het bleef in de oorlogsjaren verborgen „ergens in de Pieterskerk". Dit uranium werd de basis voor de Noors-Nederlandse samenwerking op het gebied van kernreactoren, zoals het in Kjeller werd gerealiseerd. zoekingen in zijn Leidse tijd heeft door trokken. Niettemin willen wij enkele be langrijke punten uit zijn werk opsom men. Voor het grootste deel lag dat werk op het terrein van 't onderzoek naar aard en gedrag van de materie aan de hand van proeven bij extreem lage temperatu ren. Hy bereikte als meest spectaculaire effecten) als eerste een temperatuur van een tweehonderdvijftigste graad Keivin boven het (waarschijnlijk nooit bereik bare) absolute nulpunt, en hij slaagde er in 1946 in een zeer sterk magnetisch veld te creëren van 250.000 Gauss gedurende een tiende seconde. Beide „records" zijn zeer lange tijd ongeslagen gebleven in de gehele wereld. De laatste jaren heb ben aangetoond, van hoe groot belang deze „extreme" prestaties zijn bij het verdere fundamentele onderzoek van de materie, bij de kennis omtrent de atoomkern en bij ontwikkeling van kernsplitsings- en kemfusieprojecten. Samen met prof. Keesom heeft prof. De Haas belangrijke metingen verricht op het gebied van de compressibiliteit van gassen en de susceptibiliteit van water. Een weloverwogen wetenschappelijk goed gefundeerd advies van prof. De Haas? Nee! Een inval, uiteraard gebaseerd op wetenschappelijke overweging, maar toch op dat moment niet meer dan een in tuïtieve gok. Nauwelijks aanvaarde rust Buiten zijn wetenschappelijk werk is prof. De Haas steeds een warmbloedig mens, een strijdbaar vaderlander (zoals de oorlogsjaren leerden) en een humaan leidsman geweest, tot hij zich na zijn gedwongen heengaan bij het bereiken van de pensioenverplichte leeftijd in 1958 op de Veluwe heeft teruggetrokken. Later betrok hij een woning in Biltho ven, waar hij op 26 april is overleden. Een „figuur" Zijn sinds zijn jeugd delicate gezond heid ten spijt heeft hij na een zeer in tensieve arbeid als hoogleraar na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd nog twaalf jaar „rust" mogen genieten. Deze rust schonk hem echter de gelegenheid, geheel naar eigen voor keur zijn belangstelling voor de ontwik keling der natuurkunde te ontplooien, niet meer gebonden aap de in de latere jaren van zijn professoraat zo talrijk geworden niet-wetenschappelijke ver plichtingen als hoogleraar. Hij heeft die pensioenjaren door een levendige inte resse behouden voor deze ontwikkeling, voor Leiden en voor de arbeid van zijn vroegere medewerkers en leerlingen, die zijn eigen op extrapolaties ten aanzien van zijn gezondheid gebaseerde ver wachtingen omtrent zijn levensduur wel eens zijn eerste grote wetenschappelijke fout hebben genoemd. Deze leerlingen en medewerkers, die hem bij zijn tachtigste verjaardag nog een warme hulde brachten, zijn dank baar voor de lange tijd, dat zij prof. De Haas nog, zij het ver van Leiden, in gedachten in hun midden wisten, doch zij treuren, ondanks deze dank baarheid, thans over een verlies, dat zeer sterk aangrijpt. Zij beseffen zeer wel, dat niemand onvervangbaar is, en dat de tegenwoordige natuurkun dige ontwikkeling in het bijzonder ge dragen moet worden door jongere krachten. Juist deze wetenschap vraagt om steeds nieuwe gedachten, waarvan de ontplooiing niet geremd mag worden door reeds verworven ge vestigde inzichten. Niettemin is het heengaan van prof. De Haas als een der grootste prominenten uit de gele deren der oudere natuurkundigen een zwaar verlies voor de wetenschappe lijke wereld, waarvan het gewicht mede bepaald wordt door de bijzon dere achting welke men alom aan prof. De Haas als mens, als weten schappelijk onderzoeker, als blijmoedig geleerde, kortom als „figuur" toe droeg. Figurenzijn zeldzaam in onze maatschappij. Hun gelederen zijn thans gevoelig gedund. Samenwerking met prof. Einstein Op velerlei gebied heeft hij samenge werkt met de grote natuurkundige van deze eeuw die enige jaren geleden over leed, prof. dr. Albert Einstein, die even eens een Leidse leerstoel heeft bekleed. Proefondervindelijk bewezen zij het be staan van de moleculaire stromen van Ampère, en de door die stromingen op tredende draaiing in een magneetveld draagt sindsdien de naam van het „Ein- stein-De Haas-effect". Gasten PTrakteer dan eens op dunne, korstloze sneetjes brood met een rolletje worst of een plakje ei en om het dubbel- lekker te maken Calvé Mayonaise! LEUKE VERRASSING VOOR UW IDEE! Zo'n idee om Uw gasten eens extra te verwennen kunt U zelf ook vinden. Want Calvé Mayonaise maakt heel veel hartige hapjes dubbeldekker. Doe Uzelf en Uw eters een plezier. Ontdek zo'n nieuwe verrassing met Calvé Mayonaise en schrijf die aan Calvé. Dan krijgt U - als Uw idee bruikbaar is een leuke, welkome verrassing! Zend Uw idee per briefkaart aan Calvé, postbus 1000, Delft. De ideeën moeten voor 1 juli I960 worden ingezonden en worden het eigendom van Calvé. Maak er méérvan met Calvé Stuur vandaag nog Uw idee tn f Lezers schrijven Bevrijdingskaarten gevraagd! Het wordt ons toch bijzonder moei lijk gemaakt de „bevrijdingskaarten" te verkrijgen. Achtereenvolgens ben ik, be ginnende bij het postkantoor, doorge stuurd naar: VW gebouwtje: boekhandel Zand vliet: boekhandel De Winter; kantoor boekhandel Demmenie; boekhandel Gheir: tijdschriften centrale; kruide nier „De Spar". Resultaat: geen bevrijdingskaart. Hoogachtend, E. Steenwinkel—Miihleisen. Algemene Ned. Invalidenbond FEESTAVOND MET „JONG EN JOLIG" Gisteren was de grote zaal van „Den Burcht" geheel gevuld met leden van de Alg. Ned. Invalidenbond, afdeling Leiden, ter bijwoning van een propa- ganda-feestavond, die hen geheel be langeloos werd aangeboden door Sem- pre Avanti's „Jong en Jolig". In zijn woord van welkom richtte de afde lingsvoorzitter, de heer H. P. Panne- koek, zich in het bijzonder tot de af gevaardigden van het hoofdbestuur, de gemeentelijke sociale- en medische diensten en de zusterverenigingen, waarna hij bestuur en leden van ..Jong en Jolig" hartelijk dank bracht voor hun blijk van medeleven met de min der validen in de Sleutelstad. Ook de leden van het Rode Kruis en de EHBO, die altijd behulpzaam zijn wanneer dit nodig is, bracht spreker gaarne alle hulde. Het behoeft nauwelijks meer te wor den vermeld, dat ,,'n Avondje Uit" met „Jong en Jolig" de feestgangers enige uren van gezelligheid en vrolijkheid bezorgt. Ook gisteravond werd dit weer overduidelijk bewezen. Men heeft zich kostelijk geamuseerd! Openbare les lector dr. P. Hartman Op dinsdag 3 mei te 4.15 uur hoopt dr. P. Hartman, benoemd tot lector voor de kristallografie in de faculteit der wis- en natuurkunde zijn ambt openlijk te aanvaarden door het uitspreken van een openbare les in het Klein Auditorium. Advertentie HARRY MULISCH Kroniek van een ketter. Prijs f2.50 Voorhanden bij. Fa. F. A. B. DE KLER, boekhandel Nieuwe Rijn 45 Leiden Saxbrath, pastoor van Antwerpen, wa ren volledig voor hun taak berekend. De regie was bij Henk Rigters in vertrouwde handen. De toepasselijke muziek was van Hans Kox en de ontwerpen van de simpele, maar doeltreffende decors en kostuums waren van Igael Tumarkin. Een langdurig en staande gebracht applaus bevestigde de indruk, dat het stuk en voornamelijk het spel ..ge pakt" had en zo werd het tweede oor spronkelijk Nederlandse stuk binnen drie dagen een succes! Lous Hensen ontving bloemen na men* K. en O. B. H. Wander Johannes de Haas werd op 2 maart 1878 te Lisse geboren. Hij volgde de lessen van de lagere school en de HBS te Middelburg waarna hij het gymnasiaal eindexamen aflegde. Aan vankelijk leek het er op dat zijn loop baan in notariële richting zou liggen. Hij ving studies in die richting aan, Officiële publikaties INZAMELING HUISVUIL In verband met de Koninginnedag zal op zaterdag 30 april a.s. geen huisvuil wor den Ingezameld. Men gelieve op die dag geen emmers aan de openbare straat te plaatsen. Het ophalen van huisvuil uit die per celen, welke gewoonlijk op zaterdag wor den bediend, zal nu plaatsvinden op woensdag 4 mei a.s. De directeur Gem. Reinlgings- en Ontsmettingsdienst. SLUITINGSUUR VERGUNNINGS- EN VERLOFSLOKALITEITEN OP 30 APRIL EN 5 MEI 1960. De Burgemeester van Lelden brengt ter openbare kennis, dat door hem onthef fing is verleend van het sluitingsuur voor vergunnings- en verlofslokaliteiten in de nacht van 30 april op 1 mei a.s. tot 1.00 uur en ln de nacht van 5 op 6 mei a.s. eveneens tot 1.00 uur. Houders van muziekvergunnlngen mo gen gedurende genoemde nachten tot dat tijdstip muziek ten gehore doen brengen. BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Wilhelmina Maria Catharlna, dr. van J. de Vries en W. M. C. Peeters; Johan nes Marinus, zn. van L. F. Coertse en L. van de Vlekkert; Johanna Helena, dr. van H. Otgaar en J. H. M. de Boer; Robert, zn. van A. Verboom en J. Mieremet; Willem Jacob, zn. van L. Hoek en G. P. van Duij ven voorde; Maria Johanne, dr. van D. Endeveld en J. Hoppenbrouwer Johanna Adriana Helena Wflhelmlna, dr. van J. T. RomiJn en A. W. van Tol; Johanna Paulina, dr. van J. van Santen en E. Wassenaar; Lucia Bernedette The- resla, dr. van H. M. J. Dazert en G. Hlnze; Franclscus Johannes Maria, zn. van T. P. Kortekaas en C. P. J. Kraan. GETROUWD B. Madrigall en E. A. M. van Lamoen. OVERLEDEN G. den Hollander, 74 Jr., man; A. Lee- mans, 81 Jr.. man; J. Kalkhoven. 64 Jr., echtgenote van J. C. Kuisen: J. Donker, 56 Jr., man; H. Duwel* 68 Jh, man4 A. Bonte, 68 man. maar kwam na enige tijd tot de over tuiging, zich meer aangetrokken te voe len voor de wis- en natuurkunde, welke hjj aan de Leidse Universiteit ging be oefenen. In 1912 behaalde hij te Leiden de doc torstitel op een proefschrift getiteld: „De compressibiliteit van waterstof bij lage temperaturen". Dit onderwerp van zijn dissertatie wees reeds op zijn geestelijke verbondenheid met zijn leermeester, prof. dr. H. Kamerlingh Onnes, als wiens as sistent hij fungeerde van 1905 tot 1911, en tevens op de richting die zijn latere wetenschappelijke arbeid zou nemen. Inmiddels was hij in 1910 in het huwe lijk getreden met de dochter van prof. dr. H. A. Lorentz, zelf een begaafd natuurkundige op het gebied van de thermodynamica Van 1911 tot 1913 was dr. De Haas assistent aan het Bosscha-laboratorium te Berlijn, van 1913 tot 1915 assistent aan de Physikalisch Technische Reichs anstalt in de Duitse hoofdstad, van 1915, tot 1916 leraar in de wis- en natuurkun de aan het gymnasium en de HBS te Deventer en daarna gedurende twee jaar conservator van Teyler's Stichting te Haarlem. In 1917 werd dr. De Haas benoemd tot hoogleraar aan de Technische Hoge school te Delft, welk ambt hij in 1922 verwisselde voor een professoraat te Groningen. Wederom twee jaar later, in 1924, werd prof. De Haas benoemd tot Leids hoog leraar in de natuurkunde en meteoro logie. Op 3 december van dat jaar, thans dus meer dan een derde eeuw geleden, aanvaardde hij deze leerstoel met een oratie over „Electrische en andere stro men". De natuurkundigen Debije en Giauque wezen hem respectievelijk in 1926 en 1927 de weg naar een van zijn reeds genoem de spectaculaire prestaties, namelijk het bereiken van de temperatuur van 0,27 graad Kelvin in 1933 door middel van de adiabatische demagnetisatie van para- magnetische zouten ceriumfluorideNa dat succes werden de proeven in Leiden met velerlei zouten voortgezet en werd de methode technisch verbeterd. Inmiddels was de belangstelling van prof. De Haas gewekt voor problemen van warmtegeleiding en elektriciteits geleiding van metalen en legeringen bij extreem lage temperaturen, evenals voor het verschijnsel van de super geleiding. In samenwerking met Bier- masz staat op zijn naam de ontdekking van het vormeffect van de warmtegelei ding van isolatoren bij lage tempera turen. Nieuwe actualiteit De laatste jaren staat een van de be langrijkste onderzoekingen van prof. De Haas weer zeer in de belangstelling, om dat de resultaten hiervan dienstbaar kunnen worden gemaakt aan het on derzoek van de kleinste bouwstenen van de materie. Dit onderzoek betrof het samengaan van paramagnetische eigen schappen en veranderingen in de elek trische weerstand in magneetvelden, welk verschijnsel de wetenschappelijke naam verwierf van het De Haas-Van Alphen-effect. Op 5 juli 1948 nam prof. De Haas af scheid als Leids hoogleraar, in 1951 trad hy af als voorzitter van de Vereniging tot Bevordering van de Opleiding tot Instrumentmaker, welke functie hij 25 jaar had bekleed. Tijdens zijn emeritaat is zijn belangstelling voor de ontwikke ling van de natuurkunde onverflauwd gebleven. Daarnaast ging zyn interesse in de laatste jaren ook uit naar de bac teriologie, in het bijzonder de melkzuur bacteriën. Getuigenis en eer Prof. De Haas legde de resultaten van zijn wetenschappelijke arbeid vast in talloze publikaties. De belangrijkste daarvan zijn wel die in de Verhandelin gen van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, in het tijdschrift Phy sica en in de Communications of the Kamerlingh Onnes Labatory". Vele onderscheidingen zijn hem ten deel gevallen, zowel nationaal als inter nationaal. Prof. De Haas was Officier in het Legioen van Eer, Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, drager van de Rumford Medaille, erelid van vele wetenschappelijke instellingen en uiter aard lid van de Kon. Akademie van We tenschappen en ook erelid van de Fran se zuster-akademie. Mogelijkheden tot ontplooiing Het Kamerlingh Onnes Laboratorium te Leiden, waarvan hij naast prof. dr. W. H. Keesom het directoraat aanvaard de, en dat reeds wereldfaam verworven had door het baanbrekende werk zowel van Lorentz als van Kamerlingh Onnes, schonk prof. De Haas de mogelijkheden om zijn fundamenteel-technisch-weten- schappelijke gaven te ontplooien op een breed natuurkundig terrein. Wetenschappelijke hoogtepunten Het is niet doenlijk, voor de leek een wetenschappelijk verantwoord beeld te vaa da vaste lijn, die zijn onder- Hulde voor Nederlandse Comedie en K&O Voor het K. en O.-publiek, dat gisteravond de Schouwburg tot de laatste plaats bezette, gaf de Nederlandsche Comedie een opvoering van Harry Mulisch' „Tanchelyn", kroniek van een ketter, geen historisch toneelstuk in vyf bedryven. Na een drietal romans is dit zijn eerst gespeelde toneelstuk, dat hy in september/ oktober 1958 schreef in opdracht van de gemeente Amsterdam. Meer „uitvinder" dan systematicus Aan de bijzondere resultaten van zijn wetenschappelijke arbeid lag een warm bloedig-menselijke interesse voor de ro mantiek van de fysica ten grondslag. Hij was niet een systematicus als de meeste tegenwoordige natuurkundigen, maar een romanticus die de inval als uit gangspunt nam voor een overigens na tuurwetenschappelijk tot in details ver antwoord onderzoek. De meeste van zijn wetenschappelijke prestaties vinden hun wortels in deze intuitieve „feeling", voortspruitend uit een gevoel dat de na tuur het niet zo ingewikkeld maakt als wel eens wil voorkomen, en dat eenvou diger grondslagen voor haar constructie le vinden zouden moeien zijn. Hij wist steeds voortreffelijke niedewerkers te ki/.en, die hem hielpen met het ontwik kelen van fundamentele nieuwe inzich ten uit dergelijke intuïtieve gevoelens. Prof. De Haas is meer „uitvinder" dan systematisch uitbouwer geweest. Inval- Uit het rapport van de jury, be staande uit Marie Hamel, Ben Stro man, ds. W. Barnard (Guillaume v. d. Graft), Alfred Kossman en A. De- fresne, mag het volgende niet onver meld blijven: „Het stuk is geschreven vanuit een grote dichterlijke vervoering, die ge leid heeft tot een fascinerende en ont roerende taalbehandeling, vol impres sionistische en, tn de goede zin der woorden, zeer verwonderende beeld vorming, dikwijls drijvend op een bijna hallucinerend ritme, dat even vaak tot grote poëtische hoogten voert. De vol strekt negatieve en eenzijdige levens houding, die het stuk tot uiting brengt, ondervond weerstand bij een minder heid der jury. Deze minderheid er kende echter, dat het een der princi piële rechten van de kunstenaar is, uiting te geven aan zijn waarachtige overtuiging. Aan de waarachtigheid van de schrijver kan niet getwijfeld xoorden. Op grond van deze erkenning stemde deze minderheid dan ook zon der reserve voor aanvaarding van het stuk, zich aansluitend bij de algemene mening, dat door Mulisch' „Tanche lijn" de Nederlandse toneellitteratuur met- een belangrijk werk vermeer derd is." De handeling verplaatst ons naar het begin van de twaalfde eeuw. De afval lige priester Everwachter, die zich van God heeft afgewend en de kerk haat, omdat zich in zijn brein de overtuiging heeft verankerd, dat vergeving van zonden het bedrijven daarvan niet te gen gaat, doch in de hand werkt. Hij ziet in zi.jn verbeelding de mensen „rein leven niet omdat zij dan in de hemel komen, maar die rein leven ofschoon er geen hemel is: omdat de mens rein moet leven, of niet leven." De van een denkbeeld bezeten kun stenaar kan niet wachten, móét zich uiten. Gods molens malenl angzaam is hem een wanbegrip. Zó moeten wij Mulisch' literaire uitbarsting, want dót is dit werk inderdaad, trachten te be schouwen. Dergelijke klanken hebben in de ont wikkelingsgang van de mensheid hun betekenis, hoe vreemd wij er bij het aanhoren tegenover mogen staan. I Everwachter, gedreven door zijn I geestelijke vervoering, maar zich niet in staat wetend deze op de menigte over te brengen, heeft zyn denkbeel den overgedragen op Eckbrecht, de zeventienjarige zoon van de smid Ma- nasse en Ghiote, die ze voor hem uit draagt. Hij wordt door de Inquisitie ter dood gebracht. Dan verschijnt Tanchelijn. Deze heeft een welhaast magische in vloed op vrouwen. Hij laat zich door Everwachter overhalen de plaats van de ter dood gebrachte Eckbrecht in te nemen en slaagt er inderdaad in het ontevreden en zich bedrogen voelende volk aan zijn voeten te brengen, waar van hijzelf het slachtoffer wordt. Hoog moedswaanzin doet hem zichzelf tot God uitroepen. Everwaohter ziet het noodlot zich voltrekken: de door hem ontketende krachten vermag hij niet te breidelen. In wanhoop verlaat hij het kamp, wordt gegrepen en in de kerker van het bisdom Keulen gewor pen. Frederik, de aartsbisschop van Keulen, draagt Hubert, subdiaken aan het Keulse hof op om Everwachter te bewegen Tanchelijn te doden, ter ver krijging van absolutie. Everwachter stemt toe, gaat naar het kamp terug en op zijn aandringen doodt Manasse de inmiddels geheel waanzinnig ge worden Tanchelyn. Wy betwijfelen of het Ingespannen luisterend publiek, voor zover het zich tenminste van de inhoud door lezing niet van te voren op de hoogte gesteld heeft, dit eerste werk van Mulisch in zyn geheel heeft kunnen waarderen. Daartoe was de dialoog te gecompli ceerd en het tempo, vooral vóór de pauze, te snel. Dat de schrijver in zijn niets ont ziende dichterlijke vervoering ook geen blad voor de mond neemt, is conse quent, maar droeg er toch niet toe bij zyn bedoelingen ingang te doen vinden. Voor een uiterst moeilijk te vervul len opdracht plaatste hij Han Bentz v. d. Berg, die de figuur van Ever wachter uit te beelden had. Deze van de gedachte bezeten hervormer, dat de mens goed moet zijn om der wille van het goed zijn zelve, zonder hoop op be loning, mist het vermogen dit denk beeld uit te dragen en heeft een man nodig, die de gave des woords heeft om Everwachters geestvervoering over te brengen op de massa. Zeer terecht moest deze acteur zich dus beperken tot louter verstandelijke uiteenzettin gen, waardoor zijn betogen de gloed der innerlijke overtuiging en vervoe ring moesten missen. Als gevolg hier van kreeg deze figuur een minder sym- patiek accent dan de schrijver zich vermoedelijk heeft voorgesteld. Des ondanks werd het een creatie van for maat, die vooral in het 4e en 5e be drijf zijn hoogtepunten vond. Tanchelijn, de meest zuiver gete kende figuur, vond in Ko van Dijk de ideale vertolker. Zijn aanvankelijke twijfel, de aarzelende toezegging, het opgaan in zijn taak de massa op te zwe pen. zijn hoogmoedswaanzin overgaan de in volslagen krankzinnigheid, het werd een beheerste manifestatie van zyn groot uitbeeldingsvermogen. Lous Hensen was een alleszins aan vaardbare, soms ontroerende Ghiote, die zich echter nauwelijks op het hoge niveau van eerstgenoemden wist te handhaven. Van Eli Blom zagen wij een uitste kende weergave van de stomme Wibel; hetzelfde kan gezegd worden van Paul Meyer als de stoere, domme smid Ma nasse en van Joop Admiraal als de ge brekkige Heylaes. Henk Rigters opende met een wel doende rust het vierde bedrijf als de aartsbisschop van Keulen en gaf deze figuur voortreffelijk gestalte met zijn nogal sinistere levensbeschouwing. Ramses Shaffy als Herbert, subdiaken aan het Keulse hof en Johan Fiolet als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 3