GEMEENTEGRENZEN VAN EN OM LEIDEN
BLIJVEN BRON VAN ZORGEN EN DISCUSSIE
Onverwachte ontmoetingen
NIEUWE VOORSTELLEN KWAMEN VIA G.S.
NAAR GEMEENTERADEN, DIE VOOR 19 MEI
HUN OORDEEL KENBAAR MOETEN MAKEN
Leiderdorp ontspringt de dans
Isfunc
De bevolking van Leiden groeide
vorig jaar tot 96.440 personen
Opgericht 1 maart 1860
Woensdag 20 april 1960
Tweede blad no. 30029
De grenzen van de gemeente Leiden zijn reeds
tientallen jaren een bron van zorg en ergernis.
Leiden groeit, misschien tegen wil en dank, maar
toch onstuitbaar. Leiden deelt dat lot met alle
stedelijke agglomeraties in de Randstad Holland.
Maar Leiden heeft een te strakke huid. De
gemeentegrenzen hebben telkens weer deze groei
belemmerd. En bij elke grenswijziging ging het om
lapwerk. Er werd een stukje van omliggende
gemeenten bij Leiden gevoegd, dat in roofbouw
(zoals na de annexaties van 1896 en 1920) in
gebruik werd genomen. Tot een principiële oplos
sing kwam het bij deze grenswijzigingen niet.
Soortgelijk lapwerk dreigt bij de komende
grenswijziging, nu weer in de belangstelling
gekomen doordat via Gedeputeerde Staten nieuwe
grenswijzigingsvoorstellen van de overheid de
gemeentebesturen van Leiden en omliggende
gemeenten hebben bereikt, waarin enkele wijzigin
gen zijn opgenomen van de plannen van twee
jaar geleden. Voor één van die gemeenten
namelijk Leiderdorp zijn deze wijzigingen van
zeer grote betekenis, voor de andere gemeenten
zijn het details, die alleen uit prestige-overwegin-
gen tot problemen kunnen worden opgeblazen.
Maar ook deze nieuwe voorstellen geven geen
oplossing voor het grote probleem: hoe kan Leiden
uitgroeien tot een stad, die een eigen functie kan
uitoefenen in de gecompliceerde samenleving van
de Randstad Holland.
Aangezien echter de thans aanhangig gemaakte
nieuwe grenswijzigingsvoorstellen direct ingrijpen
in de gemeentelijke samenleving in Leiden en
directe omgeving willen wij in onderstaand artikel
de voornaamste aspecten van deze gewijzigde
voorstellen belichten, alvorens wij als conse
quentie van wat wij reeds schreven naar aanlei
ding van vorige plannen zoals het structuurplan
een artikel wijden aan de mogelijkheden,
welke geboden worden door een veel bredere en
minder egocentrische kijk op het gehele probleem
van de Leidse groei.
Vooropgesteld, dat de thans voorgestelde grenswijzigingen voor alle daarbij
betrokken gemeenten weinig „nieuws" bevatten Valkenburg, Zoeterwoude,
Oegstgeest, Rijnsburg en Voorschoten warén reeds enkele jaren met de plannen
geconfronteerd en hadden daarover hun mening kenbaar gemaakt voor het
gemeentebestuur van Leiderdorp was het een deels niet onverwachte verrassing,
dat deze gemeente „de dans ontspringt". Aanvankelijk lag het in de bedoeling
om de Zijl- en Meyepolder tussen provinciale weg 5, Zijldijk en de lijn van
de Berkenkade naar het noord-oosten, evenzydig aan Rijksweg 4A bij Leiden
te trekken, een oppervlakte van 463 ha, waarvoor Leiderdorp van Zoeterwoude
een grondgebied van 340 ha in ruil kreeg aangeboden. In de nieuwe plannen is
van deze „grondtransacties" afgezien. Leiderdorp blijft Leiderdorp en ontspringt
de dans van een grenswijziging.
Mag dit voor deze gemeente ver
heugend zijn .anderzijds zal zij wor
den de thans voorgelegde plannen ver
wezenlijkt in de toekomst haar
grondgebied niet zien uitgebreid met
de 340 ha. grond, waarover thans nog
Zoeterwoude de scepter zwaait. Leiden
zal hier straks aanspraak op maken.
Burgemeester Van Diepeninen, over
deze gang van zaken uiteraard zeer te
vreden, was toch nog zeer voorzichtig
in zijn vreugde over dit aanvankelijk
bereikte .akkoord". Het plan moet nog
een lange weg gaan: minister, Tweede
en Eerste Kamer en de handtekening
van de Koningin, voordat het zijn fiat
krijgt. Zelf had hij er echter goede moed
Kat of hond.
Burgemeester Smeets van Zoeterwoude
met wie wij nog even contact hadden,
was niet verrast over deze „omschake
ling" van het voor zijn gemeente in
wezen zelfde blijvende plan. „Of wij nu
door de hopd (Leiderdorp) of kat (Lei
den) gebeten worden, het blijft het
zelfde". En inderdaad is dit ook zo. Zoe
terwoude zal rekening moeten houden
met het feit, dat onder alle omstandig
heden van zijn grondgebied rond 670 ha.
wordt „afgeknabbeld". Stond in de plan
nen van 1958 reeds vast, dat Zoeter
woude aan Leiden 330 ha. en aan Lei
derdorp 340 ha. moest afstaan, in het
huidige voorstel speelt Leiderdorp aan
Leiden „leentjebuur", hetgeen met zo
veel woorden wil zeggen, dat Zoeter
woude (Rijndijk) niet onder beheer komt
van Leiderdorp, doch van de Sleutel
stad, hetgeen in planologisch opzicht
laten wij denken aan het Industrie
schap valt toe te juichen.
Groter amputatie'
Volgens de nieuwe plannen blijft
Oegstgeest het grote slachtoffer van de
grenswijziging. Indertijd was voorgesteld
dat Oegstgeest aan Leiden en Rijnsburg
zo grote stukken grondgebied zou moe
ten afstaan, dat het gemeentegebied
werd ingekrompen van 1403 tot 723 hec
taren. Deze amputatie zou volgens de
nieuwe voorstellen nog iets worden ver
groot .hoewel het daarbij om slechts en
kele tientallen hectaren gaat.
Oegstgeest zou aan Leiden moeten af
staan een groot gebied in de Broek- en
Simontjespolder en het gebied begrensd
door Mors-grens van Leiden, Rijn, Bui
tenkist, Rijksweg 4 en van tóaar een
doorsteek langs de Stadskwekerij naar
de Nachtegaallaan. Deze indertijd voor
gestelde grenswijzigingen zijn ook in de
nieuwe voorstellen gehandhaafd. Oegst
geest zou echter meer dan in de aan
vankelijke plannen moeten afstaan aan
Rijnsburg.
„Stank voor dank"
De grens tussen Rijnsburg en Oegst
geest is een wonderlijke zaak. Deze
loopt door het hart van de bloemen-
plaats, zelfs zo dat de veiling Flora op
Oegsigeester gebied ligt.. Maar dat mag
Oegstgeest niet euvel worden geduid. In
dertijd was Rijnsburg niet bereid, grond
beschikbaar te stellen voor bouw van
deze bloemenveiling en men nam toen
toevlucht op een gebied dat op Oegst-
geester terrein lag. Nu deze bloemen
veiling een bloeiend bedrijf is geworden,
vindt Rijnsburg dat het te gek is dat
JÜ op grondgebied van een buurgemeen
te ligt. Dat is ook te gek, maar Rjjns-
bnrg heeft dit min of meer (en meer
meer dan min) aan zich zelf te wjjten
gehad. Een en ander heeft er met
•Miskenning van de historische achter
gronden thans toe geleid, dat de
grens tussen Rijnsburg en Oegstgeest
aanzienlijk wordt verlegd ten gunste
van Rijnsburg. In de voorstellen van
twee jaar geleden was dit reeds het ge
val thans wordt deze nieuwe grens vol
gens de herziene voorstellen nog verder
vefschoven ten nadele van Oegstgeest.
üe grens zou nu ongeveer bij het bol-
enbedryf De Cler komen te liggen,
loodrecht op de RIjnsburgerweg tussen
ouitenlust en Flora ,aan beide zijden
van deze weg doorgetrokken tot Rijn
Rijksweg 4.
Dit betekent voor Oegstgeest een ver-
ies van bijna 200 hectare met bijna 700
inwoners.
Het af te stane gebied aan Leiden
°mvat ruim 500 hectare met 850 inwo
ners.
Ander karakter,
onuitvoerbare taak
Dit alles betekent dat Oegstgeest tot
minder dan de helft zal worden inge
krompen wat het grondgebied betreft en
bovendien een goed duizendtal aan in
woners zal verliezen op een totaal van
ruim 12.000 inwoners.
Oegstgeest krijgt daardoor een veel
dichter bevolkingscijfer, een minder
agrarisch karakter en een veel groter
gevaar in huis, dat het als „stadswijk"
in villa-bouw toch op den duur door
Leiden wordt opgeslokt: is het niet door
grenswijziging, dan is het door karak
ter.
Het ligt voor de hand, dat randge
meenten van steden met dergelijke drei
gingen rekening moeten houden. Dein-
greep op Oegstgeest is echter naar onze
mening wel bijzonder zwaar: amputatie
van de helft van het grondgebied en
afname van slechts minder dan tien
procent van de bevolking betekent een
fundamentele karakterwijziging en zal
uiteindelijk resulteren in volkomen an
nexatie doordat een gemeente zich nu
eenmaal niet op een geheel andere ba
sis kan ontplooien dan de historisch
gegroeide.
Toch geen liquidatie
Op 11 mei zal de Oegstgeester ge
meenteraad een oordeel moeten geven
over de nieuwe grenswijzigingsplannen.
Het ligt voor de hand, dat dit oordeel
niet vleiend zal zijn. Oegstgeest kan er
zich anderzijds over verheugen, dat het
eenmaal in de persoon van burge
meester Baumann een „liquidatie
burgemeester" heeft gehad, die de grond
slag heeft gelegd voor de handhaving
van de gemeentelijke zelfstandigheid,
die zijn opvolger burgemeester Du
Boeuff listig en vaardig heeft behou
den. De jongste uitbreidingsplannen
(met uitgestrekte universitaire terreinen
en recreatiegebieden) leggen daar ge
tuigenis van af.
Voorschoten-Valkenburg
Voorschoten zal volgens de nieuwe
plannen iets meer moeten afstaan dan
in het oorspronkelijke plan. Men heeft
namelijk een afstand van 100 hectare
aan Valkenburg gehandhaafd, maar deze
100 hectare beginnen iets noordweste-
lijker dan aanvankelijk was bedoeld door
de thans voorgenomen verlegging van
Rijksweg 4. Aan de noordwestzij de van
deze weg langs de andere dan huidige
zijde van Rhijnhof worden deze 100 hec
tare naar Voorschoten overgeheveld.
Leiden krijgt door deze verlegging van
Rijksweg 4 iets meer van Voorschoten
dan aanvankelijk in de bedoeling lag.
Verf zelf met gemak en..
van Ceta-Bever
Het gehele Voorschotense gebied ten
zuidwesten van de Rijn tot aan de ont
worpen Rijksweg 4 B (ongeveer bij de
Zilverfabriek uitmondend) zou volgens
de nieuwe plannen naar Leiden gaan.
Een grond verlies voor Voorschoten van
bijna 300 hectare en het verlies van
ruim 2200 inwoners.
Duurt nog jareh
Ged. Staten en ook de minister van
Binnenlandse Zaken hanteren in hun
motivering voor deze nieuwe, voor het
merendeel bekende, plannen weer de
oude feiten. Rekening houdende met de
omstandigheid, dat de Leidse agglome
ratie uit zal moeten groeien tot een
grotere stad, waar plaats moet zijn voor
zeker 200.000 zielen, terwijl daarnaast
ook een royale ruimte moet worden ge
schapen voor universitaire doeleinden,
zijn zij van oordeel, dat deze ovewe-
gingen mede van beslissende invloed
zullen zijn bij de bepaling van de toe
komst van Leiden.
Hoewel de raden van de diverse
belanghebbende gemeenten voor 19
mei a.s. hun mening over de thans
ingediende plannen bekend moeten
maken, ligt het in de lijn der ver
wachting, dat met de realisering
van deze grenscorrecties nog wel
enige tijd is gemoeid. Zijn wij goed
geïnformeerd, dan zal eerst in de
komende Troonrede derde
dinsdag in september een pas
sage zijn gewijd aan de op handen
zijnde grenswijzigingen, w.o. die
van de Leidse agglomeratie, hoe
wel deze zeker niet met name zal
worden genoemd. Aan de hand
van dit werkschema voor het
komende parlementaire jaar, valt
af te leiden, dat er zeker nog wel
een kleine twee jaar overheen zul
len gaan eer het „kleine Leiden" is
uitgegroeid tot een „grote Sleutel
stad".
Prof. mr. dr. N. W. Posthumus overleden
Oud-directeur van Drukkerij
v.h. E. J. Brill
In de ouderdom van tachtig jaar is
te Bussum overleden prof. mr. dr. N. W.
Posthumus, oud-hoogleraar in de poli
tieke en economische geschiedenis aan
de Gemeentelijke Universiteit te Am
sterdam en van 1949 tot 1 april 1958 di
recteur van de N.V. Oosterse Drukkerij
en Uitgeverij v.h. E. J. Brill alhier, aan
welke NV hij nog steeds als adviseur
verbonden was.
Nicolaas Wilhelmus Posthumus, die te
Amsterdam werd geboren, begon zijn
loopbaan in 1907 als tijdelijk leraar in de
staatshuishoudkunde en het handels
recht aan de Openbare Handelsschool in
zijn geboortestad. In 1908 promoveerde
Bond van Hoqer
Onderwijspersoneel
De afdeling Leiden van de Bond van
Hoger Onderwijspersoneel zal a.s. vrij
dag, zoals reeds in het kort gemeld, het
feit herdenken, dat zij voor veertig jaar
werd opgericht. De aanleiding tot deze
oprichting waren de slechte salarissen en
arbeidsverhoudingen in de tijd na de
eerste wereldoorlog. Sindsdien is daarin,
dank zij krachtige actie van de Bond,
veel veranderd en verbeterd.
Naast deze materiële zaken wordt ook
aandacht besteed aan vakontwikkeling
en ontspanning.
Dat het doel van de oprichting zin
heeft gehad bewijst de gestadige leden
winst. Begon men in 1920 met 8 leden
en waren er na de heroprichting in 1945
ongeveer 70 leden, thans is Leiden met
316 leden de grootste afdeling van de
verschillende universiteiten.
Aan dit jubileum is tevens de jaar
lijkse, landelijke vergadering verbonden.
Na het officiële gedeelte bestaande uit
een ontvangst der vertegenwoordigers
der verschillende afdelingen uit: Gro
ningen, Utrecht, Wageningen, Delft en
tegenwoordig ook Eindhoven, door de
rector-magnificus der Leidse Universi
teit, prof. mr. J. E. Jonkers in het Aca
demiegebouw, wordt 's middags gereci
pieerd in het Snouck-Hurgronjehuis aan
het Rapenburg, 's Avonds is er een feest
avond in de Schouwburg.
De zaterdag is bestemd voor de be
spreking van de huishoudelijke zaken.
hy tot doctor in de rechtswetenschap
en in de staatswetenschap op een disser
tatie getiteld: „De geschiedenis van de
Leidsche Lakenindustrie".
In 1913 werd mr. dr. Posthumus be
noemd tot hoogleraar in de economische
geschiedenis aan de Handelshogeschool
te Rotterdam. Een jaar later richtte
prof. Posthumus het „Nederlandsch
Economisch-Historisch Archief" op, dat
ten doel heeft oudere bedrijfsarchieven
bijeen te brengen en voor wetenschap
pelijk onderzoek toegankelijk te maken,
alsmede kleinere en grotere publikaties
op het gebied der economische geschie
denis in het licht te geven.
In 1921 werd prof. Posthumus be
noemd tot hoogleraar aan de Gem. Uni
versiteit van Amsterdam in hetzelfde
vak als hij te Rotterdam doceerde. Met
medewerking van de gemeente Amster
dam richtte hij enige jaren later ten be
hoeve van zijn onderwijs en zijn studen
ten de „Economisch-Historische Bi
bliotheek" op waarin ouderen en nieu
were literatuur op economisch-historisch
gebied wordt samengebracht. Met steun
van de toenmalige voorzitter van de
Centrale Arbeidersverzekeringsbank riep
hij in 1934 het „Internationale Instituut
voor Sociale Geschiedenis" in het leven.
De bedoeling van de instelling is om ar
chieven van personen en bewegingen in
binnen- en buitenland, die zich op so
ciaal terrein bewegen, te verzamelen, te
inventariseren en te bewerken.
In het belang van onze kennis van de
bezettingstijd van Nederland richtte
prof. Posthumus, in overleg met prof. G.
A. van Poelje het Rijksinstituut voor
Oorlogsdocumentatie op.
In. 1949 werd hij benoemd tot directeur
van de Oosterse Drukkerij en Uitgeverij
v.h. E. J. Brill NV alhier.
In de loop der jaren verschenen tal
van publikaties van zijn hand, o.a. het
grote werk „Inquiry into the history op
prizes in Holland".
In 1947 werd op zyn initiatief de zoge
naamde „Zevende Faculteit" opgericht
met volle medewerking van prof. Ro
mein en thans wijlen prof. Kohnstamm.
Prof. Posthumus was lid van de Kon.
Ned. Academie van Wetenschappen en
lid van de commissie voor Vaderlandse
Geschiedenis. Hij was houder van de
N. G. Pierson-medaille en van de zilve
ren medaille van de stad Amsterdam.
De commissaris van de Koningin
in Noord-Holland, dr. M. J. Prinsen
heeft gisteren in het RAI-gebouw
te Amsterdam de efficiency-beurs
geopend. Dr. Prinsen (midden) en
burgemeester Van Hall van Am
sterdam (rechts) bij een van de
elektronische rekenmachines.
De Henry Dunant vaart
OPVARENDEN
MAKEN HET UITSTEKEND
De gasten aan boord van het Rode
Kruis-schip J. Henry Dunant hebben
gisteren een feestelijke dag gehad. Het
begon al vroeg. Toen men om half zes
wakker werd, ontdekte men, dat 's
nachts één der bedden in een „praalbed
met hemel" was omgetoverd. Deze ver
siering was aangebracht ter ere van
een jarige. Al spoedig klonk het „Lang
zal hij leven", over het schip. Vervol
gens namen allen deel aan een span
nende wedstrijd, wie het eerst gewassen
en gekleed zou zijn. Ook een der hoofd
verpleegsters bleek jarig te zijn. Zij zat
aan tafel in een fraai versierde stoel.
Om aöht uur liet de kapitein de tros
sen losgooien en via Hollandse IJssel en
Lek voer men langs Rotterdam. Lekker-
kerk. Nieuwpoort. Vianen en Vreeswijk.
Bij Vreeswijk ging de Henry Dunant
door de Beatrixsluizen, bij Lopik zag
men van dichtbij de zendmasten.
Nadat een uur was gerust, vervolgde
men de tocht langs Utrecht, Breuke-
len, Loenen en Weesp. Om kwart voor
zes kwam men in Amsterdam aan, het
eindpunt van de tweede dag. De kok
had alle eer van zijn werk. Er werd
erg veel gegeten. Om half acht liep
het storm van familieleden en belang
stellenden. Allerlei goede gaven bleven
niet uit. Van het Amsterdams welfare
korps kregen de gasten een keurig
pakketje paaseieren. Een der opvaren
den had een kleed geborduurd. Dat
werd verloot. De opbrengst was voor
het Rode Kruis.
De stemming aan boord bleef de hele
dag door opperbest, niet in het minst
door het prettige weer. Een ieder had
het naar de zin. De dag werd besloten
met een korte avondsluiting door mej.
dokter Verbrugge.
OVER DE GOEDE TOON EN GLADSTONE
Kijk, daar ontmoet U plotseling
een onde kennis. Een dienst-
makker. Of een reisvriend van
vroeger. Wat hebt U die in lang
niet gezien Nu opgepast!
Roep niet spontaan van:
Kerel, wat ben jij dik gewor
den!** of: „Ik herkende je haast
niet, zeg, met die dikke bril
en dat grijze haar!" Weet U,
we veranderen allemaal met de
jaren. Maar wie wil er nu zo
pardoes met dat feit geconfron
teerd worden U toch ook
niet? Hernieuw de vriendschap
goed! Weet U wat altijd een
goed begin is van de hernieuwde
vriendschap? Het presenteren
van een GladstoneWant
Gladstone is - met of zonder
filter - een sigaret die ledereen
voldoening schenkt!
KING SIZE
VOORNAAM EN AANGENAAM
20 STUKS F U
Volgens de cijfers, die ons vandaag
werden verstrekt zijn we met 96.440 Lei-
denaars 1960 ingegaan. Dat betekent,
dat de bevolking van de gemeente Lei
den vorig jaar met 558 personen is toe
genomen, ondanks het feit, dat het ver-
treksaldo (534) hoger was dan in 1958
(438).
In Leiden werden in 1959 1791 baby's
geboren, hetgeen iets minder is dan in
1958 (1833), zoals trouwens ook het aan
tal sterfgevallen iets lager lag (699 tegen
740 in 1958).
Bij de geboorte-aangifte van de tot de
Leidse bevolking behorende kinderen
zijn de volgende opgaven verstrekt over
de kerkgenootschappen, waartoe de kin
deren zullen behoren: 581 N.H., 562 r.-k.,
148 geref. grondslag, 59 overige gods
diensten en 441 geen kerkgenootschap.
Van 57 procent van kinderen geboren
uit gemengde huwelijken wordt aange
geven, dat zij tot geen kerkgenootschap
behoren.
Voorts werden in Leiden nog 1369 kin
deren geboren, die niet tot de Leidse be
volking behoorden, hetgeen erop neer
komt, dat van de in onze stad geboren
kinderen ongeveer 44 tot de bevolking
Lezers schrijven
Rij-examens te Leiden
Als erkend instructeur wil ik me niet
afzijdig houden en omtrent deze exa
mens ook mijn ervaringen openbaar
maken. Al lang zit het mij dwars hoe
examinatoren vaak op kleinigheden
fitten en er dikwijls gezoöht wordt naar
motieven om kandidaten af te wijzen.
Het stuit mij telkens weer tegen de
borst, dat zo'n examen slechts door èèn
persoon wordt beoordeeld; dit is abso
luut mis en af te keuren. En zou er op
zo'n examen na afwijzing beroep open
staan? Dat kan toch niet wanneer er
slechts één persoon bij is geweest, die
geheel alleen de dienst uitmaakt? Neen;
gezakt blijft gezakt, terwijl soms nog
voor het theoretische gedeelte voorkomt,
dat geslaagd lang niet altijd geslaagd
betekent.
En wat is nu mijn bevinding van de
laatste jaren? Dat kandidaten, die uit
stekend kunnen rijden, verscheidene
malen worden afgewezen, terwijl zwak
kelingen, die het eindelijk maar eens
gaan wagen, dikwijls bij het eerste of
tweede examen slagen.
De goede rijders gaan dan hoe langer
hoe meer tegen het examen opzien en
hebben geen -vertrouwen meer in zich
zelf. En wanneer je iemand maanden
lang les hebt gegeven, dan weet je heel.
goed of de persoon bekwaam of niet
bekwaam is om te rijden. Dat kan een
instructeur beter dan iemand, die even
een kwartiertje met zo'n persoon rijdt.
Het komt mij voor, dat te weinig
wordt gekeken naar het rijden zelf en
meer wordt gewacht op een motief om
de kandidaat af te wijzen. Hij ontvangt
dan een kaart thuis met de redenen
waarom hij wordt afgewezen, terwijl
hem tijdens het rijden nooit wordt ge
zegd wat hij niet goed gedaan heeft.
Geen wonder dat men dan versteld
staat over zo'n manier van examen
doen. Het wordt tijd dat hierin veran
dering komt.
T. v. d. Bos
VOOR CHR. JEUGDHULP f.2423.—
De collecte, welke hier ter stede is
gehouden ten bate van de Ver. Chr.
Jeugdhulp, heeft f.2423 opgebracht.
CORRESPONDENTIE
W. C. v. d. M. te Leiden. Voor inlich
tingen kunt u zich wenden tot de Huur
adviescommissie, Hooigracht 14—16 (bo
ven toonzaal SLF) maandag, woensdag
en vrijdag, telkens van 9—11.30 uur,
commissie zitting voor het geven van
voorlichting.
van andere gemeenten behoort. Deze
kinderen werden vrijwel allemaal in een
ziekenhuis geboren (34 procent van de
Leidse kinderen eveneens in een zieken
huis) waaruit wel degrote betekenis
van de ziekenhuizen in Leiden voor de
omgeving van Leiden blykt.
Bij het overlijden is gebleken, dat het
laatste jaar gemiddeld 51.4 procent van
de mannen 70 jaar en ouder was. By
de vrouwen bedroeg dat percentage 62.3.
Ook het aantal huwelijken liep iets te
rug (767 tegen 804 in 1958), evenals het
aantal echtscheidingen (53 tegen 71).
Zowel by de mannen als bij de vrouwen
geven de cyfers een langzame verschui
ving naar trouwen op jongere leeftijd te
zien. In totaal werden er 187 zgn. „ge
mengde huwelijken" gesloten, waarvan
112, waarbij één partij r.-k. was en 74,
waarbij één partij protestant was en de
ander tot geen kerkgenootschap behoor
de. Van de eerste categorie werden er
24 r.-k. ingezegend en 3 protestants. Van
de laatste categorie werden er 13 kerke
lijk ingezegend.
De huwelyksduur van de 53 echtschei
dingen ingeschreven in 1958 bedroeg in
twee gevallen slechts één jaar of korter.
Drie huwelijken duurden twee jaar, drie
hadden een levensduur van 3 jaar, twee
van 4 jaar, 17 van 5 tot 10 jaar, 6 van
10 tot 15 jaar, 8 van 15 tot 20 jaar en
12 van 20 jaar of langer.
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GEBOREN
Annlgje, dr van J. J. Kok en C. Raven
horst, Wanda Derkjen Maria, dr van S.
Wlelogroch en N Domburg. Walter Rudolf
Maria, zn van J Flerlg en C. S. H. Sap,
Clementine Maria, dr. van L. W. A. van
Es en H. Kuipers. Stephanus Aloyslus, zn
van A. G. M. Smulders en P. T. Bekman.
Marco Martin, zn van M. J. de Bock en
A. G. SJouke, Antle, dr van H. Tukker en
A. van Duijn, Erno, zn van I. J. Dobronyl
en I. Z. Szabó'. Apolonla Jacoba Maria,
dr. van A. C. Witteman en P. W. Schrama,
Maria Theodora Allda, dr van J. W. van
Halm en A. Los, Helena Christina Anna
Maria, dr van A. G. M. van der Poel en
C. J. A. M. Stryk, Anna Maria Gertrudls,
dr van A. T. Waaljer en G. T. T. van
Haaster, Kurt Josef, zn v. H. J. Sachums-
ky en A. C. van Dooremaal, Abraham, zn
van H. B. Groenheljde en A. M. van Hll-
ten, Ronald Arthur, zn van J. A. HeiJ en
J. W. de Jong. Tjeerd. zn van W. de vries
en G. Toren. Simon Hendrik, zn van S.
H. Braxhoven en F. Langeveld. Eddie, zn
van J, C. van Houten en E. Te(Jn. Geer-
truida Elisabeth Wllhelmlna, dr v. W. C.
van Dorp en E. Dlehl, Maria Wllhelmlna,
dr. van T. Phlllppo en K. J. Kikkert, Al-
bertus, zn van H. de Graaf en T. Mulder
Willem, zn van W. de Roode en C. M.
Kerkvliet. Hester. dr van A. Pardon en H.
Kluivers. Geraldlne Monique, dr van W.
Scheffer en G. Schneider. Theodora, dr v.
G. A. Schulte en S. N. Tan, Johanna Eli
sabeth Christina, dr van A. C. G. Damen
en E. E. Taris, Guldo Armand, zn van M.
W. de Best en H, I. A. Janse. Klaas Pleter
zn van K. P Bosman en D. Slngerllng,
Cornells Bartholomeus Franclscus. zn van
P. Singeling en C. M. Bijman. Adrians,
dr. van J. A. Kok en W. Mol, Jan, zn van
K. Ent en W. van den Wijngaard, Diana,
dr. van D. van Tol en A. Knetsch, Johan
nes Antonius Henricus, zn van A. F. Bre-
dewold en E. M. Keijzer, Johan Pleter, zn
van P. Starre en J. M. Hermsen, Yvonne
Maria, dr van A. P. C. M. Brans en M.
Musters, Lucienne Maria Ellse Augusta, dr
van W. P. J. Houben en M. L. A. Vollers,
Ronald Henry Michel, zn van P. J. Muu-
sers en C. H. Mulder. Heleen Johanna Ja
coba, dr van J. A. Vllegenthart en Z. de
Mol.
GETROUWD
O. A. M. Vlasman en L. T. M. A. Elshof.
OVERLEDEN
A. van Duijn, 64 Jaar, man. A. C. H. v.
Woudenberg. 32 Jaar, echtgenote van B
A. Thljssen, D. van Duyn, 52 Jaar, man.
A. van Duyn, 23 Jaar, echtgenote van H.
Tukker. J. van Bemmel, 62 Jaar, man, D
W. van Eeden Petersman. 70 Jaar. man,
C. J. van Klaveren. 86 Jaar, weduwe van
N. van der MelJ, J. A. Buijsman. 4 Jaar.
zoon. C. Boot. 79 Jaar, man. D. P. Kul)-
venhoven. 78 Jaar, man, W. J. Lancel, 8C
Jaar, man, J. Boom, 57 Jaar, man.