GEMEENTEGRENZEN VAN EN OM LEIDEN BLIJVEN BRON VAN ZORGEN EN DISCUSSIE Onverwachte ontmoetingen NIEUWE VOORSTELLEN KWAMEN VIA G.S. NAAR GEMEENTERADEN, DIE VOOR 19 MEI HUN OORDEEL KENBAAR MOETEN MAKEN Leiderdorp ontspringt de dans Isfunc De bevolking van Leiden groeide vorig jaar tot 96.440 personen Opgericht 1 maart 1860 Woensdag 20 april 1960 Tweede blad no. 30029 De grenzen van de gemeente Leiden zijn reeds tientallen jaren een bron van zorg en ergernis. Leiden groeit, misschien tegen wil en dank, maar toch onstuitbaar. Leiden deelt dat lot met alle stedelijke agglomeraties in de Randstad Holland. Maar Leiden heeft een te strakke huid. De gemeentegrenzen hebben telkens weer deze groei belemmerd. En bij elke grenswijziging ging het om lapwerk. Er werd een stukje van omliggende gemeenten bij Leiden gevoegd, dat in roofbouw (zoals na de annexaties van 1896 en 1920) in gebruik werd genomen. Tot een principiële oplos sing kwam het bij deze grenswijzigingen niet. Soortgelijk lapwerk dreigt bij de komende grenswijziging, nu weer in de belangstelling gekomen doordat via Gedeputeerde Staten nieuwe grenswijzigingsvoorstellen van de overheid de gemeentebesturen van Leiden en omliggende gemeenten hebben bereikt, waarin enkele wijzigin gen zijn opgenomen van de plannen van twee jaar geleden. Voor één van die gemeenten namelijk Leiderdorp zijn deze wijzigingen van zeer grote betekenis, voor de andere gemeenten zijn het details, die alleen uit prestige-overwegin- gen tot problemen kunnen worden opgeblazen. Maar ook deze nieuwe voorstellen geven geen oplossing voor het grote probleem: hoe kan Leiden uitgroeien tot een stad, die een eigen functie kan uitoefenen in de gecompliceerde samenleving van de Randstad Holland. Aangezien echter de thans aanhangig gemaakte nieuwe grenswijzigingsvoorstellen direct ingrijpen in de gemeentelijke samenleving in Leiden en directe omgeving willen wij in onderstaand artikel de voornaamste aspecten van deze gewijzigde voorstellen belichten, alvorens wij als conse quentie van wat wij reeds schreven naar aanlei ding van vorige plannen zoals het structuurplan een artikel wijden aan de mogelijkheden, welke geboden worden door een veel bredere en minder egocentrische kijk op het gehele probleem van de Leidse groei. Vooropgesteld, dat de thans voorgestelde grenswijzigingen voor alle daarbij betrokken gemeenten weinig „nieuws" bevatten Valkenburg, Zoeterwoude, Oegstgeest, Rijnsburg en Voorschoten warén reeds enkele jaren met de plannen geconfronteerd en hadden daarover hun mening kenbaar gemaakt voor het gemeentebestuur van Leiderdorp was het een deels niet onverwachte verrassing, dat deze gemeente „de dans ontspringt". Aanvankelijk lag het in de bedoeling om de Zijl- en Meyepolder tussen provinciale weg 5, Zijldijk en de lijn van de Berkenkade naar het noord-oosten, evenzydig aan Rijksweg 4A bij Leiden te trekken, een oppervlakte van 463 ha, waarvoor Leiderdorp van Zoeterwoude een grondgebied van 340 ha in ruil kreeg aangeboden. In de nieuwe plannen is van deze „grondtransacties" afgezien. Leiderdorp blijft Leiderdorp en ontspringt de dans van een grenswijziging. Mag dit voor deze gemeente ver heugend zijn .anderzijds zal zij wor den de thans voorgelegde plannen ver wezenlijkt in de toekomst haar grondgebied niet zien uitgebreid met de 340 ha. grond, waarover thans nog Zoeterwoude de scepter zwaait. Leiden zal hier straks aanspraak op maken. Burgemeester Van Diepeninen, over deze gang van zaken uiteraard zeer te vreden, was toch nog zeer voorzichtig in zijn vreugde over dit aanvankelijk bereikte .akkoord". Het plan moet nog een lange weg gaan: minister, Tweede en Eerste Kamer en de handtekening van de Koningin, voordat het zijn fiat krijgt. Zelf had hij er echter goede moed Kat of hond. Burgemeester Smeets van Zoeterwoude met wie wij nog even contact hadden, was niet verrast over deze „omschake ling" van het voor zijn gemeente in wezen zelfde blijvende plan. „Of wij nu door de hopd (Leiderdorp) of kat (Lei den) gebeten worden, het blijft het zelfde". En inderdaad is dit ook zo. Zoe terwoude zal rekening moeten houden met het feit, dat onder alle omstandig heden van zijn grondgebied rond 670 ha. wordt „afgeknabbeld". Stond in de plan nen van 1958 reeds vast, dat Zoeter woude aan Leiden 330 ha. en aan Lei derdorp 340 ha. moest afstaan, in het huidige voorstel speelt Leiderdorp aan Leiden „leentjebuur", hetgeen met zo veel woorden wil zeggen, dat Zoeter woude (Rijndijk) niet onder beheer komt van Leiderdorp, doch van de Sleutel stad, hetgeen in planologisch opzicht laten wij denken aan het Industrie schap valt toe te juichen. Groter amputatie' Volgens de nieuwe plannen blijft Oegstgeest het grote slachtoffer van de grenswijziging. Indertijd was voorgesteld dat Oegstgeest aan Leiden en Rijnsburg zo grote stukken grondgebied zou moe ten afstaan, dat het gemeentegebied werd ingekrompen van 1403 tot 723 hec taren. Deze amputatie zou volgens de nieuwe voorstellen nog iets worden ver groot .hoewel het daarbij om slechts en kele tientallen hectaren gaat. Oegstgeest zou aan Leiden moeten af staan een groot gebied in de Broek- en Simontjespolder en het gebied begrensd door Mors-grens van Leiden, Rijn, Bui tenkist, Rijksweg 4 en van tóaar een doorsteek langs de Stadskwekerij naar de Nachtegaallaan. Deze indertijd voor gestelde grenswijzigingen zijn ook in de nieuwe voorstellen gehandhaafd. Oegst geest zou echter meer dan in de aan vankelijke plannen moeten afstaan aan Rijnsburg. „Stank voor dank" De grens tussen Rijnsburg en Oegst geest is een wonderlijke zaak. Deze loopt door het hart van de bloemen- plaats, zelfs zo dat de veiling Flora op Oegsigeester gebied ligt.. Maar dat mag Oegstgeest niet euvel worden geduid. In dertijd was Rijnsburg niet bereid, grond beschikbaar te stellen voor bouw van deze bloemenveiling en men nam toen toevlucht op een gebied dat op Oegst- geester terrein lag. Nu deze bloemen veiling een bloeiend bedrijf is geworden, vindt Rijnsburg dat het te gek is dat JÜ op grondgebied van een buurgemeen te ligt. Dat is ook te gek, maar Rjjns- bnrg heeft dit min of meer (en meer meer dan min) aan zich zelf te wjjten gehad. Een en ander heeft er met •Miskenning van de historische achter gronden thans toe geleid, dat de grens tussen Rijnsburg en Oegstgeest aanzienlijk wordt verlegd ten gunste van Rijnsburg. In de voorstellen van twee jaar geleden was dit reeds het ge val thans wordt deze nieuwe grens vol gens de herziene voorstellen nog verder vefschoven ten nadele van Oegstgeest. üe grens zou nu ongeveer bij het bol- enbedryf De Cler komen te liggen, loodrecht op de RIjnsburgerweg tussen ouitenlust en Flora ,aan beide zijden van deze weg doorgetrokken tot Rijn Rijksweg 4. Dit betekent voor Oegstgeest een ver- ies van bijna 200 hectare met bijna 700 inwoners. Het af te stane gebied aan Leiden °mvat ruim 500 hectare met 850 inwo ners. Ander karakter, onuitvoerbare taak Dit alles betekent dat Oegstgeest tot minder dan de helft zal worden inge krompen wat het grondgebied betreft en bovendien een goed duizendtal aan in woners zal verliezen op een totaal van ruim 12.000 inwoners. Oegstgeest krijgt daardoor een veel dichter bevolkingscijfer, een minder agrarisch karakter en een veel groter gevaar in huis, dat het als „stadswijk" in villa-bouw toch op den duur door Leiden wordt opgeslokt: is het niet door grenswijziging, dan is het door karak ter. Het ligt voor de hand, dat randge meenten van steden met dergelijke drei gingen rekening moeten houden. Dein- greep op Oegstgeest is echter naar onze mening wel bijzonder zwaar: amputatie van de helft van het grondgebied en afname van slechts minder dan tien procent van de bevolking betekent een fundamentele karakterwijziging en zal uiteindelijk resulteren in volkomen an nexatie doordat een gemeente zich nu eenmaal niet op een geheel andere ba sis kan ontplooien dan de historisch gegroeide. Toch geen liquidatie Op 11 mei zal de Oegstgeester ge meenteraad een oordeel moeten geven over de nieuwe grenswijzigingsplannen. Het ligt voor de hand, dat dit oordeel niet vleiend zal zijn. Oegstgeest kan er zich anderzijds over verheugen, dat het eenmaal in de persoon van burge meester Baumann een „liquidatie burgemeester" heeft gehad, die de grond slag heeft gelegd voor de handhaving van de gemeentelijke zelfstandigheid, die zijn opvolger burgemeester Du Boeuff listig en vaardig heeft behou den. De jongste uitbreidingsplannen (met uitgestrekte universitaire terreinen en recreatiegebieden) leggen daar ge tuigenis van af. Voorschoten-Valkenburg Voorschoten zal volgens de nieuwe plannen iets meer moeten afstaan dan in het oorspronkelijke plan. Men heeft namelijk een afstand van 100 hectare aan Valkenburg gehandhaafd, maar deze 100 hectare beginnen iets noordweste- lijker dan aanvankelijk was bedoeld door de thans voorgenomen verlegging van Rijksweg 4. Aan de noordwestzij de van deze weg langs de andere dan huidige zijde van Rhijnhof worden deze 100 hec tare naar Voorschoten overgeheveld. Leiden krijgt door deze verlegging van Rijksweg 4 iets meer van Voorschoten dan aanvankelijk in de bedoeling lag. Verf zelf met gemak en.. van Ceta-Bever Het gehele Voorschotense gebied ten zuidwesten van de Rijn tot aan de ont worpen Rijksweg 4 B (ongeveer bij de Zilverfabriek uitmondend) zou volgens de nieuwe plannen naar Leiden gaan. Een grond verlies voor Voorschoten van bijna 300 hectare en het verlies van ruim 2200 inwoners. Duurt nog jareh Ged. Staten en ook de minister van Binnenlandse Zaken hanteren in hun motivering voor deze nieuwe, voor het merendeel bekende, plannen weer de oude feiten. Rekening houdende met de omstandigheid, dat de Leidse agglome ratie uit zal moeten groeien tot een grotere stad, waar plaats moet zijn voor zeker 200.000 zielen, terwijl daarnaast ook een royale ruimte moet worden ge schapen voor universitaire doeleinden, zijn zij van oordeel, dat deze ovewe- gingen mede van beslissende invloed zullen zijn bij de bepaling van de toe komst van Leiden. Hoewel de raden van de diverse belanghebbende gemeenten voor 19 mei a.s. hun mening over de thans ingediende plannen bekend moeten maken, ligt het in de lijn der ver wachting, dat met de realisering van deze grenscorrecties nog wel enige tijd is gemoeid. Zijn wij goed geïnformeerd, dan zal eerst in de komende Troonrede derde dinsdag in september een pas sage zijn gewijd aan de op handen zijnde grenswijzigingen, w.o. die van de Leidse agglomeratie, hoe wel deze zeker niet met name zal worden genoemd. Aan de hand van dit werkschema voor het komende parlementaire jaar, valt af te leiden, dat er zeker nog wel een kleine twee jaar overheen zul len gaan eer het „kleine Leiden" is uitgegroeid tot een „grote Sleutel stad". Prof. mr. dr. N. W. Posthumus overleden Oud-directeur van Drukkerij v.h. E. J. Brill In de ouderdom van tachtig jaar is te Bussum overleden prof. mr. dr. N. W. Posthumus, oud-hoogleraar in de poli tieke en economische geschiedenis aan de Gemeentelijke Universiteit te Am sterdam en van 1949 tot 1 april 1958 di recteur van de N.V. Oosterse Drukkerij en Uitgeverij v.h. E. J. Brill alhier, aan welke NV hij nog steeds als adviseur verbonden was. Nicolaas Wilhelmus Posthumus, die te Amsterdam werd geboren, begon zijn loopbaan in 1907 als tijdelijk leraar in de staatshuishoudkunde en het handels recht aan de Openbare Handelsschool in zijn geboortestad. In 1908 promoveerde Bond van Hoqer Onderwijspersoneel De afdeling Leiden van de Bond van Hoger Onderwijspersoneel zal a.s. vrij dag, zoals reeds in het kort gemeld, het feit herdenken, dat zij voor veertig jaar werd opgericht. De aanleiding tot deze oprichting waren de slechte salarissen en arbeidsverhoudingen in de tijd na de eerste wereldoorlog. Sindsdien is daarin, dank zij krachtige actie van de Bond, veel veranderd en verbeterd. Naast deze materiële zaken wordt ook aandacht besteed aan vakontwikkeling en ontspanning. Dat het doel van de oprichting zin heeft gehad bewijst de gestadige leden winst. Begon men in 1920 met 8 leden en waren er na de heroprichting in 1945 ongeveer 70 leden, thans is Leiden met 316 leden de grootste afdeling van de verschillende universiteiten. Aan dit jubileum is tevens de jaar lijkse, landelijke vergadering verbonden. Na het officiële gedeelte bestaande uit een ontvangst der vertegenwoordigers der verschillende afdelingen uit: Gro ningen, Utrecht, Wageningen, Delft en tegenwoordig ook Eindhoven, door de rector-magnificus der Leidse Universi teit, prof. mr. J. E. Jonkers in het Aca demiegebouw, wordt 's middags gereci pieerd in het Snouck-Hurgronjehuis aan het Rapenburg, 's Avonds is er een feest avond in de Schouwburg. De zaterdag is bestemd voor de be spreking van de huishoudelijke zaken. hy tot doctor in de rechtswetenschap en in de staatswetenschap op een disser tatie getiteld: „De geschiedenis van de Leidsche Lakenindustrie". In 1913 werd mr. dr. Posthumus be noemd tot hoogleraar in de economische geschiedenis aan de Handelshogeschool te Rotterdam. Een jaar later richtte prof. Posthumus het „Nederlandsch Economisch-Historisch Archief" op, dat ten doel heeft oudere bedrijfsarchieven bijeen te brengen en voor wetenschap pelijk onderzoek toegankelijk te maken, alsmede kleinere en grotere publikaties op het gebied der economische geschie denis in het licht te geven. In 1921 werd prof. Posthumus be noemd tot hoogleraar aan de Gem. Uni versiteit van Amsterdam in hetzelfde vak als hij te Rotterdam doceerde. Met medewerking van de gemeente Amster dam richtte hij enige jaren later ten be hoeve van zijn onderwijs en zijn studen ten de „Economisch-Historische Bi bliotheek" op waarin ouderen en nieu were literatuur op economisch-historisch gebied wordt samengebracht. Met steun van de toenmalige voorzitter van de Centrale Arbeidersverzekeringsbank riep hij in 1934 het „Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis" in het leven. De bedoeling van de instelling is om ar chieven van personen en bewegingen in binnen- en buitenland, die zich op so ciaal terrein bewegen, te verzamelen, te inventariseren en te bewerken. In het belang van onze kennis van de bezettingstijd van Nederland richtte prof. Posthumus, in overleg met prof. G. A. van Poelje het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie op. In. 1949 werd hij benoemd tot directeur van de Oosterse Drukkerij en Uitgeverij v.h. E. J. Brill NV alhier. In de loop der jaren verschenen tal van publikaties van zijn hand, o.a. het grote werk „Inquiry into the history op prizes in Holland". In 1947 werd op zyn initiatief de zoge naamde „Zevende Faculteit" opgericht met volle medewerking van prof. Ro mein en thans wijlen prof. Kohnstamm. Prof. Posthumus was lid van de Kon. Ned. Academie van Wetenschappen en lid van de commissie voor Vaderlandse Geschiedenis. Hij was houder van de N. G. Pierson-medaille en van de zilve ren medaille van de stad Amsterdam. De commissaris van de Koningin in Noord-Holland, dr. M. J. Prinsen heeft gisteren in het RAI-gebouw te Amsterdam de efficiency-beurs geopend. Dr. Prinsen (midden) en burgemeester Van Hall van Am sterdam (rechts) bij een van de elektronische rekenmachines. De Henry Dunant vaart OPVARENDEN MAKEN HET UITSTEKEND De gasten aan boord van het Rode Kruis-schip J. Henry Dunant hebben gisteren een feestelijke dag gehad. Het begon al vroeg. Toen men om half zes wakker werd, ontdekte men, dat 's nachts één der bedden in een „praalbed met hemel" was omgetoverd. Deze ver siering was aangebracht ter ere van een jarige. Al spoedig klonk het „Lang zal hij leven", over het schip. Vervol gens namen allen deel aan een span nende wedstrijd, wie het eerst gewassen en gekleed zou zijn. Ook een der hoofd verpleegsters bleek jarig te zijn. Zij zat aan tafel in een fraai versierde stoel. Om aöht uur liet de kapitein de tros sen losgooien en via Hollandse IJssel en Lek voer men langs Rotterdam. Lekker- kerk. Nieuwpoort. Vianen en Vreeswijk. Bij Vreeswijk ging de Henry Dunant door de Beatrixsluizen, bij Lopik zag men van dichtbij de zendmasten. Nadat een uur was gerust, vervolgde men de tocht langs Utrecht, Breuke- len, Loenen en Weesp. Om kwart voor zes kwam men in Amsterdam aan, het eindpunt van de tweede dag. De kok had alle eer van zijn werk. Er werd erg veel gegeten. Om half acht liep het storm van familieleden en belang stellenden. Allerlei goede gaven bleven niet uit. Van het Amsterdams welfare korps kregen de gasten een keurig pakketje paaseieren. Een der opvaren den had een kleed geborduurd. Dat werd verloot. De opbrengst was voor het Rode Kruis. De stemming aan boord bleef de hele dag door opperbest, niet in het minst door het prettige weer. Een ieder had het naar de zin. De dag werd besloten met een korte avondsluiting door mej. dokter Verbrugge. OVER DE GOEDE TOON EN GLADSTONE Kijk, daar ontmoet U plotseling een onde kennis. Een dienst- makker. Of een reisvriend van vroeger. Wat hebt U die in lang niet gezien Nu opgepast! Roep niet spontaan van: Kerel, wat ben jij dik gewor den!** of: „Ik herkende je haast niet, zeg, met die dikke bril en dat grijze haar!" Weet U, we veranderen allemaal met de jaren. Maar wie wil er nu zo pardoes met dat feit geconfron teerd worden U toch ook niet? Hernieuw de vriendschap goed! Weet U wat altijd een goed begin is van de hernieuwde vriendschap? Het presenteren van een GladstoneWant Gladstone is - met of zonder filter - een sigaret die ledereen voldoening schenkt! KING SIZE VOORNAAM EN AANGENAAM 20 STUKS F U Volgens de cijfers, die ons vandaag werden verstrekt zijn we met 96.440 Lei- denaars 1960 ingegaan. Dat betekent, dat de bevolking van de gemeente Lei den vorig jaar met 558 personen is toe genomen, ondanks het feit, dat het ver- treksaldo (534) hoger was dan in 1958 (438). In Leiden werden in 1959 1791 baby's geboren, hetgeen iets minder is dan in 1958 (1833), zoals trouwens ook het aan tal sterfgevallen iets lager lag (699 tegen 740 in 1958). Bij de geboorte-aangifte van de tot de Leidse bevolking behorende kinderen zijn de volgende opgaven verstrekt over de kerkgenootschappen, waartoe de kin deren zullen behoren: 581 N.H., 562 r.-k., 148 geref. grondslag, 59 overige gods diensten en 441 geen kerkgenootschap. Van 57 procent van kinderen geboren uit gemengde huwelijken wordt aange geven, dat zij tot geen kerkgenootschap behoren. Voorts werden in Leiden nog 1369 kin deren geboren, die niet tot de Leidse be volking behoorden, hetgeen erop neer komt, dat van de in onze stad geboren kinderen ongeveer 44 tot de bevolking Lezers schrijven Rij-examens te Leiden Als erkend instructeur wil ik me niet afzijdig houden en omtrent deze exa mens ook mijn ervaringen openbaar maken. Al lang zit het mij dwars hoe examinatoren vaak op kleinigheden fitten en er dikwijls gezoöht wordt naar motieven om kandidaten af te wijzen. Het stuit mij telkens weer tegen de borst, dat zo'n examen slechts door èèn persoon wordt beoordeeld; dit is abso luut mis en af te keuren. En zou er op zo'n examen na afwijzing beroep open staan? Dat kan toch niet wanneer er slechts één persoon bij is geweest, die geheel alleen de dienst uitmaakt? Neen; gezakt blijft gezakt, terwijl soms nog voor het theoretische gedeelte voorkomt, dat geslaagd lang niet altijd geslaagd betekent. En wat is nu mijn bevinding van de laatste jaren? Dat kandidaten, die uit stekend kunnen rijden, verscheidene malen worden afgewezen, terwijl zwak kelingen, die het eindelijk maar eens gaan wagen, dikwijls bij het eerste of tweede examen slagen. De goede rijders gaan dan hoe langer hoe meer tegen het examen opzien en hebben geen -vertrouwen meer in zich zelf. En wanneer je iemand maanden lang les hebt gegeven, dan weet je heel. goed of de persoon bekwaam of niet bekwaam is om te rijden. Dat kan een instructeur beter dan iemand, die even een kwartiertje met zo'n persoon rijdt. Het komt mij voor, dat te weinig wordt gekeken naar het rijden zelf en meer wordt gewacht op een motief om de kandidaat af te wijzen. Hij ontvangt dan een kaart thuis met de redenen waarom hij wordt afgewezen, terwijl hem tijdens het rijden nooit wordt ge zegd wat hij niet goed gedaan heeft. Geen wonder dat men dan versteld staat over zo'n manier van examen doen. Het wordt tijd dat hierin veran dering komt. T. v. d. Bos VOOR CHR. JEUGDHULP f.2423.— De collecte, welke hier ter stede is gehouden ten bate van de Ver. Chr. Jeugdhulp, heeft f.2423 opgebracht. CORRESPONDENTIE W. C. v. d. M. te Leiden. Voor inlich tingen kunt u zich wenden tot de Huur adviescommissie, Hooigracht 14—16 (bo ven toonzaal SLF) maandag, woensdag en vrijdag, telkens van 9—11.30 uur, commissie zitting voor het geven van voorlichting. van andere gemeenten behoort. Deze kinderen werden vrijwel allemaal in een ziekenhuis geboren (34 procent van de Leidse kinderen eveneens in een zieken huis) waaruit wel degrote betekenis van de ziekenhuizen in Leiden voor de omgeving van Leiden blykt. Bij het overlijden is gebleken, dat het laatste jaar gemiddeld 51.4 procent van de mannen 70 jaar en ouder was. By de vrouwen bedroeg dat percentage 62.3. Ook het aantal huwelijken liep iets te rug (767 tegen 804 in 1958), evenals het aantal echtscheidingen (53 tegen 71). Zowel by de mannen als bij de vrouwen geven de cyfers een langzame verschui ving naar trouwen op jongere leeftijd te zien. In totaal werden er 187 zgn. „ge mengde huwelijken" gesloten, waarvan 112, waarbij één partij r.-k. was en 74, waarbij één partij protestant was en de ander tot geen kerkgenootschap behoor de. Van de eerste categorie werden er 24 r.-k. ingezegend en 3 protestants. Van de laatste categorie werden er 13 kerke lijk ingezegend. De huwelyksduur van de 53 echtschei dingen ingeschreven in 1958 bedroeg in twee gevallen slechts één jaar of korter. Drie huwelijken duurden twee jaar, drie hadden een levensduur van 3 jaar, twee van 4 jaar, 17 van 5 tot 10 jaar, 6 van 10 tot 15 jaar, 8 van 15 tot 20 jaar en 12 van 20 jaar of langer. BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Annlgje, dr van J. J. Kok en C. Raven horst, Wanda Derkjen Maria, dr van S. Wlelogroch en N Domburg. Walter Rudolf Maria, zn van J Flerlg en C. S. H. Sap, Clementine Maria, dr. van L. W. A. van Es en H. Kuipers. Stephanus Aloyslus, zn van A. G. M. Smulders en P. T. Bekman. Marco Martin, zn van M. J. de Bock en A. G. SJouke, Antle, dr van H. Tukker en A. van Duijn, Erno, zn van I. J. Dobronyl en I. Z. Szabó'. Apolonla Jacoba Maria, dr. van A. C. Witteman en P. W. Schrama, Maria Theodora Allda, dr van J. W. van Halm en A. Los, Helena Christina Anna Maria, dr van A. G. M. van der Poel en C. J. A. M. Stryk, Anna Maria Gertrudls, dr van A. T. Waaljer en G. T. T. van Haaster, Kurt Josef, zn v. H. J. Sachums- ky en A. C. van Dooremaal, Abraham, zn van H. B. Groenheljde en A. M. van Hll- ten, Ronald Arthur, zn van J. A. HeiJ en J. W. de Jong. Tjeerd. zn van W. de vries en G. Toren. Simon Hendrik, zn van S. H. Braxhoven en F. Langeveld. Eddie, zn van J, C. van Houten en E. Te(Jn. Geer- truida Elisabeth Wllhelmlna, dr v. W. C. van Dorp en E. Dlehl, Maria Wllhelmlna, dr. van T. Phlllppo en K. J. Kikkert, Al- bertus, zn van H. de Graaf en T. Mulder Willem, zn van W. de Roode en C. M. Kerkvliet. Hester. dr van A. Pardon en H. Kluivers. Geraldlne Monique, dr van W. Scheffer en G. Schneider. Theodora, dr v. G. A. Schulte en S. N. Tan, Johanna Eli sabeth Christina, dr van A. C. G. Damen en E. E. Taris, Guldo Armand, zn van M. W. de Best en H, I. A. Janse. Klaas Pleter zn van K. P Bosman en D. Slngerllng, Cornells Bartholomeus Franclscus. zn van P. Singeling en C. M. Bijman. Adrians, dr. van J. A. Kok en W. Mol, Jan, zn van K. Ent en W. van den Wijngaard, Diana, dr. van D. van Tol en A. Knetsch, Johan nes Antonius Henricus, zn van A. F. Bre- dewold en E. M. Keijzer, Johan Pleter, zn van P. Starre en J. M. Hermsen, Yvonne Maria, dr van A. P. C. M. Brans en M. Musters, Lucienne Maria Ellse Augusta, dr van W. P. J. Houben en M. L. A. Vollers, Ronald Henry Michel, zn van P. J. Muu- sers en C. H. Mulder. Heleen Johanna Ja coba, dr van J. A. Vllegenthart en Z. de Mol. GETROUWD O. A. M. Vlasman en L. T. M. A. Elshof. OVERLEDEN A. van Duijn, 64 Jaar, man. A. C. H. v. Woudenberg. 32 Jaar, echtgenote van B A. Thljssen, D. van Duyn, 52 Jaar, man. A. van Duyn, 23 Jaar, echtgenote van H. Tukker. J. van Bemmel, 62 Jaar, man, D W. van Eeden Petersman. 70 Jaar. man, C. J. van Klaveren. 86 Jaar, weduwe van N. van der MelJ, J. A. Buijsman. 4 Jaar. zoon. C. Boot. 79 Jaar, man. D. P. Kul)- venhoven. 78 Jaar, man, W. J. Lancel, 8C Jaar, man, J. Boom, 57 Jaar, man.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 3