triomf
Melk
Bibliotheek en leeszaal Reuvens:
bron van kennis en ontspanning
Thans een halve eeuw
Boekenbezit in 50 jaar van
4.511 naar 31.748 exemplaren
FILMS
„De muilkorf
FIT MET
Opgericht 1 maart 1860
Zaterdag 26 maart 1960
Tweede blad no. 30010
Met een volksleeszaal geboren....
De Openbare Leeszaal en Bibliotheek Reuvens aan de Breestraat:
bron van kennis en ontspanning, bestaat thans een halve eeuw. Maan
dagavond zal dit gouden feest, geheel in overeenstemming met de
beperkte geldmiddelen, in „De Lakenhal" op bescheiden wijze worden
herdacht. Na een inleidend woord van Reuvens voorzitter, mr. P. J.
Teebaal, zal Henri Knap een voordracht houden.
Reuvens, voor vele Leidenaren een begrip „ik moet nog even
naar Reuvens" verbergt achter haar oude gevel een ontzaglijke
waarde aan litteraire schoonheid, waaraan velen zich in de loop der
jaren hebben kunnen laven. Terwijl reeds velen in hun prille jeugd
de weg naar het thans jubilerende Reuvens vonden, hebben weer
anderen op latere leeftijd deze „nimmer opdrogende bron van geeste
lijke lafenis" ontdekt, hun geest eraan verkwikt en er hun kennis door
vermeerderd.
Stond voor de jongeren het kinderboek of de jeugdlitteratuur op
het eerste plan, daarnaast zochten de ouderen het in een roman of in
een populair wetenschappelijk werk. Hoe gevarieerd bij dit alles de
smaak moge zijn: Reuvens uitgebreide en geselecteerde boekerij, waar
aan een keur van wetenschappelijke tijdschriften is toegevoegd, stond
en staat nog elke dag iedereen ten dienste. In dit gouden jubeljaar
zelfs met bijna 32.000 boeken, met aan de Plantage een afzonderlijke
jeugdbibliotheek, waar in het afgelopen jaar ruim 78.000 boeken „van
hand tot hand gingen". Voegen wij hierbij nog het aantal uitleningen
aan de Breestraat, dan komen wij aan een totaal aantal van 219.593
boeken, dat in 1959 via Reuvens zijn weg naar de huis- en studeer
kamers in Leiden en omgeving vond. In het jaar van oprichting waren
dit er nog maar 4.511. Een aanzienlijke stijging, waaruit duidelijk valt
af te leiden, dat Reuvens voor velen niet alleen veelzijdige schatten
van culturele schoonheid heeft ontsloten, doch daarnaast ook tien
duizenden in onze stad en omgeving vele uren van goede ontspanning
heeft geschonken. Reuvens en dit mag in dit gouden jubeljaar wel
eens worden gezegd heeft recht op onze belangstelling en waar
dering.
Wat aan oprichting
vooraf ging
Zoals iedere vereniging of stichting
lieeft ook Reuvens haar geschiedenis,
welke in casu teruggaat tot het einde
der vorige eeuw. Wij schrijven 1892,
toen op 30 mei van dat jaar ten huize
van prof. mr. W. v. d. Vlugt een ge
zelschap bijeenkwam, onder wie prof.
dr. J. F. van Bemmelen, mr. J. H.
Goudsmit, mr. A. van Gijn, de heren
W. A. Kuenen, L. W. H. Tjeenk Wil
link, H. P. Marchant, dr. J. W. Mul
ler en mr. S. R. Steinmetz, teneinde
van gedachten te wisselen over het
voortbestaan van de door enige studen
ten in 1891 opgerichte Volksleeszaal
Terwijl het presidium werd bekleed
door prof. dr. Greven, deed in deze ver
gadering mr. Van Gijn verslag over het
financieel beheer. Na langdurige debat
ten werd een commissie van voorberei
ding gevormd, waaruit later een dage
lijks bestuur, waarin zitting hadden dr.
A. Beets, mr. S. R. Steinmetz, mr. A. van
Gijn en de heren C. Dros en D. Broex
werd gekozen.
Dit „Comité Volksleeszaal" startte met
een grondkapitaal van f 600.terwijl
de contributie der leden werd vastge
steld op f. 0.20 per jaar. Ook werd
er een fonds gevormd tot aankoop van
een „lampen-uitblazer"(
Mr. Van Gijn ontwierp een regelment
waarin werd bepaald, dat 13 burgers en
13 studenten in het comité zouden zit
ting hebben. Doel was bijdragen te ver
zamelen tot instandhouding en uitbrei
ding van de leeszaal. Op 26 oktober 1893
werd de latere prof. dr. H. T. Colen
brander tot secretaris van het comité
benoemd. In deze tijd was de leeszaal
die al spoedig over een kleine biblio
theek beschikte, ondergebracht op de
Haarlemmerstraat 163. Het aantal leden
bedroeg plm. 300. Terwijl in de eerste
tyd van de vrijwillige diensten van bur
gers en studenten werd geprofiteerd,
werd in april 1894 de heer Cornet, be- j
ambte bij de Universiteitsbibliotheek, j
als eerste vaste kracht in dienst geno
men.
of er in Leiden mogelijkheden aanwezig
waren voor de oprichting van een open
bare leeszaal en bibliotheek. Tijdens een
bijeenkomst in februari 1909 van het
inmiddels gevormde hoofdcomité, waar
van prof. dr. J. P. Kuenen het voorzit
terschap bekleedde, werd bepaald: „Wij
vormen geen vereniging, doch een
vriendschappelijke bond, zonder vast
bestuur".
Kosten voor ieder
uitgeleend boek 45 ct.
Reuvens en dit is ons uit de
balans duidelijk geworden is
een culturele instelling, vandaar
ook de grote subsidie van Rijk,
provincie en stedelijke overheid,
en geenszins een lichaam, dat uit
is op het maken van winst. Een
verschijnsel, dat Reuvens met
alle andere openbare leeszalen en
bibliotheken in ons land gemeen
heeft.
Hoewel Reuvens een behoorlijke
.omzet" heeft en het bestuur
steeds nauwlettend toeziet op een
verantwoorde en zuinige exploita
tie. rust op elk uitgeleend boek
onverschillig of dit een roman,
een kinderboek of een populair-
wetenschappelük werk is een
last van vijfenveertig cent.
De lage contributieheffing, welke
overigens van hogerhand is vast
gesteld. brengt van deze 45 cent
weer negen cent in de kas van
Reuvens terug. Blijft nog een on
gedekt tekort van zesendertig cent.
Rijk, provincie en gemeente ne
men hiervan op de basis van hun
wettelijke verplichtingen zeventien
cent voor hun rekening, terwijl,
om de kas sluitend te maken, de
gemeente nog weer eens negen
tien cent subsidieert.
15 maart 1910 opening
leesxaal
Op 15 maart 1910 was het zo ver, dat
in tegenwoordigheid van een aantal be
langstellenden de leeszaal kon worden
geopend. De voorzitter, prof. Kuenen,
hield een toespraak, waarin hij het be
lang van een dergelijke inrichting voor
onze stad uiteenzette.
Op 9 mei d.o.v. kon met het uitlenen
van boeken worden begonnen.
Voor hen, die zich veel moeite had
den getroost met de voorbereiding en
inrichting van Reuvens, was het een
grote voldoening, dat de Leidse burgerij
reeds kort na de opening zulk een grote
belangstelling aan de dag legde. In 1910
werd door niet minder dan 17252 perso
nen de leeszaal en bibliotheek bezocht!
Het gemeentebestuur, dat zich nim
mer onbetuigd had gelaten, verleende
reeds direct een subsidie van f 450.
terwijl ook pogingen en met succes
werden aangewend om een Rijkssubsi
die te verkrijgen.
Van Haarlemmerstraat
naar Volkshuis
Hoewel reeds in 1898 stemmen waren
opgegaan om de leeszaal te verplaatsen,
zou het nog tot 1900 duren voordat een
overeenkomst met het Volkshuis op de
Apothekersdijk kon worden afgesloten,
waarbij 3 benedenlokalen aan de volks
leeszaal werden afgestaan. Ofschoon in
die tyd over meerdere ruimte beschik
kend, bleek het bezoek aan de leeszaal
nog bedroevend slecht te zijn. Stam
gasten, zo lezen wij, waren anarchisten
en socialisten. Het is uit deze tijd, dat
een warm pleidooi stamt om de lees
zaal op zondag geopend te houden.
Hierdoor, zo werd geoordeeld, houdt
men de werkman uit de kroeg. Teneinde
de gezelligheid in de leeszaal te verho
gen werd de aanschaffing van „een
nieuwe mat en een biljart" overwogen.
Nadat de studenten zich al meer en
meer van de leeszaal en bibliotheek
hadden gedistantieerd, stelde het be
stuur onder leiding van mr. G. A. W.
ter Pelkwijk, voor om de leiding in
hoofdzaak in handen te leggen van de
Leidse burgers en voorts om de instel
ling financieel los te maken van het
Leidse Volkshuis.
1 september 1908 werd
leeszaal gesloten
Terwijl in mei 1908 de Leidse burgerij
nog bijeen was geroepen voor een ver
gadering, waarin de vraag onder ogen
werd gezien „of Leiden een openbare
leeszaal en bibliotheek moet bezitten",
kondigde een publikatie in het Alg. Ned.
Studentenweekblad „Minerva" aan, dat
de leeszaal op 1 september van dat jaar
werd gesloten.
Op initiatief van prof. dr. H. A. Lo-
rentz en mr. W. v. d. Vlugt (mr. Ter
Pelkwijk moest zich wegens vertrek naar
elders terugtrekken) en met medewer
king van de toenmalige burgemeester
jhr. mr. N. C. de Gijselaar, werd een
commissie in het leven geroepen, die tot
taak kreeg zich op de hoogte te stellen
Vebo paasvee
Vrijdag op Leidse markt
De tot een traditie uitgegroeide paas-
veetentoonstelling van de Vebo wordt
aj. vrijdag op de Leidse veemarkt ge
houden. De belangstelling onder de
mesters voor deze vetveetentoonstelling
is ook dit jaar weer bijzonder groot.
Niet minder dan 131 runderen zullen,
naar te verwachten valt, het bewijs le
veren, dat het de vetweiders ernst is
met een kwaliteitsprodukt aan de markt
te komen. Dat zij de verbeterde voe
dingsinzichten meer eiwit en minder
zetmeel zijn er op uit meer aan de
vraag van het publiek: meer vlees en
minder vet, tegemoet te komen, al zal
dit de prijs van „het stukje vlees" dan
ook enigermate doen stijgen. Het rood
bont is ook ditmaal sterk in de meer
derheid. In vergelijking met het zwart
bonte vee levert dit een verhouding op
van 3 staat tot één. Waren de inschrij
vingen het vorig jaar verdeeld over acht
groepen drie of vier dieren gemest
door één eigenaar thans is het aan
te voeren vee verdeeld over twaalf groe
pen. Bovendien zullen a.s. vrijdag 12
kalveren (v. j. 8) strijden om de hoog
ste eer. Varkens zal men ook dit jaar
tevergeefs zoeken op deze paasveeshow.
Mr. Ja Drijber, wethouder van de Be
drijven, zal de tentoonstelling 's och
tends om tien uur in 't Schuttershof
openen, waarna de voorzitter van de
Ned. Bond van Veehandelaren, de heer
K. W. van Dam, zal spreken over JDe
veehandel en de E.E.G.".
KINDERSPELEN
OP KONINGINNEDAG.
Voor de kinderspelen op Koninginne
dag kunnen kinderen van 912 jaar
ai oh laten inschrijven.
Jongens worden maandagmiddag en
meisjes donderdagmiddag om half vijf
in Den Burcht verwacht.
De spelen worden op het sporttere in
Zoeterwoudse Singel gehouden.
Ondanks het feit, dat alle zeilen wer
den bijgezet om de Leidse burgerij voor
dit plan te interesseren en de gemeente
een der bovenlokalen van het Waag
gebouw ter beschikking stelde, bleef de
animo zeer gering. Voor een bedrag van
ruim f 1000.ineens en een iets hoger
bedrag aan jaarlijkse bijdragen werd in
geschreven.
Breestraat 25 en 27 als
eigendom aangeboden
Nog onder de indruk over zulk een ge
ringe belangstelling, ontving men in het
eind van 1909 de vreugdevolle tijding,
dat mej. Reuvens bereid was om de haar
toebehorende panden Breestraat 25 en
27 aan de vereniging in eigendom over
te dragen, waarbij door haar echter de
nadrukkelijke bepaling werd gemaakt
„dat liet neutrale karakter der vereni
ging ook in de toekomst bewaard zou
blijven".
Uiteraard werd dit vorstelijke ge
schenk in grote dank aanvaard, terwijl
tevens werd besloten de naam van haar
vader, prof. dr. Reuvens aan die der ver
eniging toe te voegen.
Al spoedig na dit royale aanbod, be
sloot men tot verbouwing en aanschaf
fing van meubilair. Wat dit eerste be
treft, valt nog le melden, dat de heer
W. C. Mulder zich bereid verklaarde de
verbouwing geheel belangeloos uit te
voeren. Uitgezien werd nu ook naar een
bibliothecaresse, die men al spoedig ge
vonden had in mej. A. C. Berends. Met
ingang van 1 januari 1910 werd zjj aan
gesteld op een jaarsalaris van f 600.
Tot 1935 heeft zij haar functie met bij
zondere trouw en grote nauwgezetheid
en toewijding vervuld, in welke lange
tijd zij liet boek nader tot jong en oud
heeft weten te brengen. Haar taak werd
in datzelfde jaar overgenomen door de
tegenwoordige directrice, mej. H. B. A.
Heijse, die reeds in 1934 was aangesteld
als adj. directrice. Gedurende de laatste
kwart eeuw profiteert Reuvens nu al
weer van haar toegewijde en deskundige
werkkracht.
Aan de „bron" van kennis en
ontspanning. Zeer velen verdringen
zich dagelijks in de bibliotheek van
..Reuvens" om iets naar hun gading
te vinden.
Behalve de Rijks- en gemeentelijke
subsidie, wordt sinds 1918 ook een sub
sidie van de provincie genoten. Reuvens
moest in verband hiermede ook het
platteland van lectuur voorzien, waar
toe enkele correspondentschappen wer
den opgericht,
Hoewel er voordien ook reeds kinder
boeken werden uitgeleend, ging men
er in 1920 toe over een afzonderlijke
jeugdbibliotheek te openen, welke in
1947 werd overgeplaatst naar het pand
Plantage 6, welk perceel kort na de
tweede wereldoorlog werd gelegateerd
door dr. C. J. Wijnaendts Francken.
Uiteraard hebben vele mutaties in het
bestuur plaats gevonden. Zo werd in
1922 prof. Kuenen als voorzitter opge
volgd door zijn echtgenote, mevr. D.
Kuenen-Wicksteed. die in later jaren
haar plaats inruimde voor dr. Beets. In
1934 werd prof. dr. J. M. van Bemmelen
tot voorzitter van het algemeen bestuur
gekozen, terwijl dr. A. A. van Rijnbach
werd benoemd tot voorzitter van het
dagelijks bestuur, welke functie hij tot
1948 met grote ambitie heeft bekleed.
In zijn plaats werd benoemd mr. R.
Streng, die in 1951 werd opgevolgd door
de onlangs overleden mr. W. de Clercq.
Tot 1957 heeft mr. De Clercq leiding
aan leeszaal en bibliotheek gegeven, in
welk jaar hij werd opgevolgd door de
tegenwoordige voorzitter, mr. P. J. Tee
baal.
Thans een boekenbezit
van 31.748 werken
Ofschoon de moeilijkheden Reuvens
niet zijn gespaard gebleven en deze in-»
stelling voortdurend met financiële zor
gen te kampen heeft, beeft h<
Negentiende eeuw
herleeft
STUDIO De Duitse kleurenfilm
„De muilkorf' typeert realistisch,
raak en af en toe met humor de geest
van het 19e eeuwse ,Vaterland" met
de Keizer als „allergenadigste en
hoogste autoriteit". Het is het land,
waarin slechts op eerbiedige fluister
toon over deze Keizer gesproken
wordt.
Er dreigt een „perswet" ingevoerd
te worden, waarbij zij. die bijzonder
heden over het persoonlijk leven van
de Keizer publiceren, met gevangenis
straf moeten boeten, 's Nachts wordt
het standbeeld van de Keizer in een
klein provinciestadje met een honde-
muilkorf getoond. De volgende dag,
wanneer men deze snode daad ont
dekt, is de ontzetting en ook de ver
ontwaardiging groot. Wie is de da
der?
De officier van Justitie, Von Tschep-
kov, wordtm et het onderzoek belast.
HU zal niet rusten, vóór hij de mis
dadiger heeft ontdekt. Wij verklappen
het geheim niet, ofschoon al spoedig
blükt, wie zich aan het vergrijp schul
dig maakte. Het gaat méér om het pro
bleem, hoe deze aan zijn straf ontkomt
en zijn hoog aanzien in deze „hielen-
klakkende" maatschappij behoudt.
De bekende regisseur Wolfgang
Staudte, die o.m. met Ciske de Rat
zijn sporen verdiende, roept een beeld
op van een thans totaal verdwenen
wereld met „gewichtige" mannen met
baarden en snorren, wier eerbied voor
de Keizer en voor elkaar geen gren
zen kent.
O. F. Hasse brengt een voortreffe
lijke officier van Justitie ten tonele.
Hij vergoedt daarmee het zwakke ele
ment van deze film: het trage ver
loop.
Dit is overigens in overeenstemming
met de sfeer der vorige eeuw, toen
niemand door de huidige haast gepij
nigd werd. Het beeld dat van het pro-
vineieplaatsje met zijn „stamkroeg"
en zijn inwoners wordt opgeroepen,
treft door natuurlijkheid. Deze Is ech
ter te reëel weergegeven, dan dat men
van een „persiflage" zou kunnen spre
ken. Diep in hun hart hebben vele
Duitsers nog heimwee naar deze ver
vlogen tijd
Daarvan houden ujj ons overtuigd!
VAN DEZE WEEK:
l||llllllllll!l|lllllllllll||ii|l!llllllllilUllllllllllll!lllllllllll:
bezit zich in de loop der jaren sterk
uitgebreid en thans reeds de 31.748 wer
ken bereikt. Ook het ledental is aan
schommelingen onderhevig geweest. Het
jaar 1959 werd afgesloten met 3842 vol
wassen leden en 1480 jeugdleden. Wer
den in dit jaar 78.140 boeken aan de
jeugd ter hand gesteld, in de biblio
theek aan de Breestraat voor vol
wassenen gingen 1959 in totaal
141.453 boeken van hand tot hand. On
der het totaal aantal uitleningen
(219.593) waren 46.8 romans, 17.6
populair wetenschappelijke werken en
35.6 rr jeugdboeken.
Bouwplannen
Hoewel de laatste reorganisatie in
1955 tot stand kwam, bestaan er reeds
zeer vele jaren plannen om Reuvens aan
een betere huisvesting te helpen. Naar
een ontwerp van ir. M. P. Schutte is
thans een bouwplan opgezet en voorge
legd aan het ministerie van Onderwijs,
K. en W„ dat eveneens van oordeel is,
dat de tegenwoordige huisvesting niet
meer voldoet aan de minimum daaraan
te stellen eisen. Mogelijk en dit zou
het grootste jubileumgeschenk zijn
worden „Reuvens" in de naaste toe
komst de wegen aangewezen en midde
len verstrekt, welke kunnen leiden tot
een volkomen nieuwbouw.
Mede dank zij het voortreffelijk werk
van de adjunct-directrice, mevr. S. M.
E. Rückert, heeft in de laatste jaren een
sanering van het boekenbezit plaats ge
vonden en zijn de rubrieken sociale
wetenschappen, politiek, handel, recht,
geschiedenis en techniek nu keurig ge
ordend.
In dit gouden jubeljaar staat „Reu
vens", evenals in het verleden, vrijwel
ieder uur van de dag gereed om oud en
jong te laten putten uit haar nimmer
opdrogende bron van culturele lafenis.
Velen zijn haar daar intens dankbaar
Hier bin Ich, hier bleib Ich
Vrolijke film met hoofdrol
voor Caterina Valente
Casino Deze film vol koddige situa
ties met de hupse Caterina Valente als
zangeres en danseres in de hoofdrol zal
ongetwijfeld aftrek hebben. Het ver
haaltje over het meisje, dat wil trouwen
met een eigenaar van een restaurant in
Parijs, maar al getrouwd blijkt te zijn
met een baron, is wel niet erg aanne
melijk, maar daar moet men niet op
kijken in films van dit genre. Het ritselt
in elk geval van de komieke gebeurte
nissen, waarbij een schatrijke suikeroom
van de baron, een sluwe butler die ten
slotte zelf bedrogen uitkomt en een op
name in het café-restaurant met een
gooi- en smijtscène van het zuiverste
water aan het slot, een grote rol spelen.
Men vraagt zich halverwege af hoe alles
nog in orde moet komen, maar dit het
allemaal op zijn pootjes terecht komt,
ligt voor de hand. En hóe! Caterine
zoals Caterine Valente in de film heet
gaat van de arm van de restaurateur,
haar verloofde, naar het kasteel van haar
echtgenoot-volgens-de-burgerlijke-stand.
Dat voorkomt een massa moeilijkheden!
De liefdesnachten
van Lucretia
Avontuur en hartstocht
Lido Lucretia Borgia.
Eigenlijk geen naam meer, maar een
begrip. Een begrip van verleiding en
passie, maar ook van grenzeloos sadis
me en genadeloze wreedheid.
Lucretia Borgia is de geschiedenis in
gegaan als een hartstochtelijke vrouw,
die haar schoonheid en wonderlijke
macht over mannen met een ongelofelijk
raffinement gebruikt. Zij stootte de man
nen even gemakkelijk aan als ze hen
aantrok en in de meeste gevallen moes
ten deze mannen hun knieval voor de
uiterlijke charmes van dit monster in
een verleidelijke gedaante met de dood
bekopen.
Opnieuw krijgt deze figuur gestalte
op het witte doek. Ditmaal in de per
soon van Belinda Lee, de Britse film
actrice, die enkele jaren terug bij Rank
ontslagen werd wegens een overmaat
aan sterallures. En wellicht juist daar
door bij uitstek geschikt was voor de
titelrol in deze Frans-Italiaanse co-pro-
duktie. Zij speelt die rol van een in weel
de badende machtige vrouw, die geen
tegenstand kan verdragen, zeker niet in
de liefde met het nodige bravour en
raffinement.
Bij het zien van de titel zou men den
ken op niets anders dan zwoele roman
tiek vergast te worden. Maar als men
zo'n twintig minuten naar dit kleurige
spektakelstuk heeft zitten kijken, heeft
men weinig anders gezien en gehoord
dan hevig wapengekletter. Want het is
in de eerste plaats een levendige avon
turenfilm met vele slechte, maar geluk
kig ook bijna evenveel goede, dappere
kerels, die hun zwaard en hun leven
gaarne geheel geven voor een belaagde
jonkvrouwe. Aanvoerder van de ridders
zonder vrees of blaam is de sympathieke
blonde Jacques Sernas, de enige natuur
lijk, die het ongestraft durft de mee
dogenloze Lucretia een blauwtje te laten
lopen.
Het is ondoenlijk alle intriges, valstrik
ken, schermutselingen en overvallen na
te vertellen, maar men wordt er rijkelijk
van voorzien in deze bonte aaneenscha
keling van avonturen rond het weelde
rige hofleven van de Borgia's.
En aan Belinda Lee als de hartstoch
telijke Lucretia is dan de taak voor de
nodige passie te zorgen. Hetgeen haar
uitstekend is toevertrouwd
Vier desperado1s
Weer wilde western
Rex Een western volgens het be
kende en beproefde recept. Alle ingre
diënten voor een pittig menu zijn voor
radig. Een bandietenkwartet, een voor
malige revolverheid, een mooie dochter,
een bank, die beroofd moet worden, en
een legertje onrustige Indianen.
Dat alles goed dooreengemengd ver
oorzaakt vanzelfsprekend grote wolken
kruitdamp. Er wordt deze week dan ook
weer heel wat afgeschoten in het thea
ter aan de Haarlemmerstraat. Temeer,
dat de leider van het ongure viertal nog
een hartig appeltje te schillen heeft met
de sheriff van het plaatsje, waarin de
bank staat, die zij willen gaan beroven
Maar voor onze vier desperado's in dit
plaatsje zijn aangekomen zijn er heel
wat levendige momenten voorbijgegaan.
En er zullen er nog vele volgen. Aan
spanning, actie en kabaal geen gebrek.
„Wolven in de schaapskooi"
Misdaad en misdadigheid
Luxor Keihard, spannend en rea
listisch. Zo zou men deze Franse film
kunnen betitelen. Een en al misdadig
heid wat de klok slaat. Maar tussen
.misdadigheid" en „misdaad" bestaat
een groot verschil. Dit verschil merkt
men heel duidelijk op in de treffende
beelden en knappe situatietekeningen,
welke de regisseur in zijn verhaal heeft
verwerkt. De film laat zien hoe men
kan voorkomen, dat eenmaal op het
slechte pad geraakte jongens geheel
ondergaan. Als men kinderen uit kwa
lijke millieus maar tijdig opvangt, kan
men er voor waken, dat zij niet dieper
in de „put der misdaad" terecht komen.
Vooral met het oog op de toenemende
jeugdcriminaliteit geldt deze film als
een dreigende waarschuwing.
Als „wolven in de schaapskooi" ver
stoort de komst van drie ontsnapte ge
vangenen de harmonie in een opvoe
dingsgesticht voor a-sociale jongens. In
een eerste opwelling gevoelen deze jon
gens zich tot de meedogenloze misda
digers aangetrokken. Doch hoe verder
het verhaal zich ontwikkelt des te meer
blijkt, dat zij wel misdadig zijn aange
legd, maar toch ook weer niet zo door
en door verdorven zijn, dat zij zich bij
het drietal willen aansluiten. Door de
verschrikkelijke terreur, welke de gang
sters uitoefenen komen de jeugdige boe
ven tot inzicht. De doelbewuste en
zekere houding van de nog jonge direc
teur van het internaat dwingt de kna
pen in zekere zin toch bewondering af
en zij staan dan ook geheel aan zijn
kant. Alles komt tot een goed einde door
het tactloze optreden van twee der ont
snapte gangsters.
Het gegeven is niet origineel, maar
bijzonder boeiend uitgewerkt met tal
van beklemmende scènes. Regisseur
Hervé Bromberger, die reeds meerdere
van dergelijke „harde" films vervaar
digde, heeft voor deze rolprent jonge,
nog onbekende, acteurs gebruikt. Hij is
er in geslaagd een uitermate spannend
filmwerk tot stand te brengen, dat ge
tuigt van groot vakmanschap.
En eeuwig zingen de bossen
Voor de vierde week
Trianon De Noorse romantiek, niet
een behoorlijke dosis heldhaftigheid ia
verschillende -orm. blijkt zeer in c!e
smaak te vallen. Wie Gulbranssens tri
logie heeft gelezen, schijnt óok te wil
len zien wat de filmproducenten ervan
gemaakt hebben. Zo gezien zal dit werk
nog wel enige weken geprolongeerd wor
den met volle zalen.