triomf Melk Bibliotheek en leeszaal Reuvens: bron van kennis en ontspanning Thans een halve eeuw Boekenbezit in 50 jaar van 4.511 naar 31.748 exemplaren FILMS „De muilkorf FIT MET Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 26 maart 1960 Tweede blad no. 30010 Met een volksleeszaal geboren.... De Openbare Leeszaal en Bibliotheek Reuvens aan de Breestraat: bron van kennis en ontspanning, bestaat thans een halve eeuw. Maan dagavond zal dit gouden feest, geheel in overeenstemming met de beperkte geldmiddelen, in „De Lakenhal" op bescheiden wijze worden herdacht. Na een inleidend woord van Reuvens voorzitter, mr. P. J. Teebaal, zal Henri Knap een voordracht houden. Reuvens, voor vele Leidenaren een begrip „ik moet nog even naar Reuvens" verbergt achter haar oude gevel een ontzaglijke waarde aan litteraire schoonheid, waaraan velen zich in de loop der jaren hebben kunnen laven. Terwijl reeds velen in hun prille jeugd de weg naar het thans jubilerende Reuvens vonden, hebben weer anderen op latere leeftijd deze „nimmer opdrogende bron van geeste lijke lafenis" ontdekt, hun geest eraan verkwikt en er hun kennis door vermeerderd. Stond voor de jongeren het kinderboek of de jeugdlitteratuur op het eerste plan, daarnaast zochten de ouderen het in een roman of in een populair wetenschappelijk werk. Hoe gevarieerd bij dit alles de smaak moge zijn: Reuvens uitgebreide en geselecteerde boekerij, waar aan een keur van wetenschappelijke tijdschriften is toegevoegd, stond en staat nog elke dag iedereen ten dienste. In dit gouden jubeljaar zelfs met bijna 32.000 boeken, met aan de Plantage een afzonderlijke jeugdbibliotheek, waar in het afgelopen jaar ruim 78.000 boeken „van hand tot hand gingen". Voegen wij hierbij nog het aantal uitleningen aan de Breestraat, dan komen wij aan een totaal aantal van 219.593 boeken, dat in 1959 via Reuvens zijn weg naar de huis- en studeer kamers in Leiden en omgeving vond. In het jaar van oprichting waren dit er nog maar 4.511. Een aanzienlijke stijging, waaruit duidelijk valt af te leiden, dat Reuvens voor velen niet alleen veelzijdige schatten van culturele schoonheid heeft ontsloten, doch daarnaast ook tien duizenden in onze stad en omgeving vele uren van goede ontspanning heeft geschonken. Reuvens en dit mag in dit gouden jubeljaar wel eens worden gezegd heeft recht op onze belangstelling en waar dering. Wat aan oprichting vooraf ging Zoals iedere vereniging of stichting lieeft ook Reuvens haar geschiedenis, welke in casu teruggaat tot het einde der vorige eeuw. Wij schrijven 1892, toen op 30 mei van dat jaar ten huize van prof. mr. W. v. d. Vlugt een ge zelschap bijeenkwam, onder wie prof. dr. J. F. van Bemmelen, mr. J. H. Goudsmit, mr. A. van Gijn, de heren W. A. Kuenen, L. W. H. Tjeenk Wil link, H. P. Marchant, dr. J. W. Mul ler en mr. S. R. Steinmetz, teneinde van gedachten te wisselen over het voortbestaan van de door enige studen ten in 1891 opgerichte Volksleeszaal Terwijl het presidium werd bekleed door prof. dr. Greven, deed in deze ver gadering mr. Van Gijn verslag over het financieel beheer. Na langdurige debat ten werd een commissie van voorberei ding gevormd, waaruit later een dage lijks bestuur, waarin zitting hadden dr. A. Beets, mr. S. R. Steinmetz, mr. A. van Gijn en de heren C. Dros en D. Broex werd gekozen. Dit „Comité Volksleeszaal" startte met een grondkapitaal van f 600.terwijl de contributie der leden werd vastge steld op f. 0.20 per jaar. Ook werd er een fonds gevormd tot aankoop van een „lampen-uitblazer"( Mr. Van Gijn ontwierp een regelment waarin werd bepaald, dat 13 burgers en 13 studenten in het comité zouden zit ting hebben. Doel was bijdragen te ver zamelen tot instandhouding en uitbrei ding van de leeszaal. Op 26 oktober 1893 werd de latere prof. dr. H. T. Colen brander tot secretaris van het comité benoemd. In deze tijd was de leeszaal die al spoedig over een kleine biblio theek beschikte, ondergebracht op de Haarlemmerstraat 163. Het aantal leden bedroeg plm. 300. Terwijl in de eerste tyd van de vrijwillige diensten van bur gers en studenten werd geprofiteerd, werd in april 1894 de heer Cornet, be- j ambte bij de Universiteitsbibliotheek, j als eerste vaste kracht in dienst geno men. of er in Leiden mogelijkheden aanwezig waren voor de oprichting van een open bare leeszaal en bibliotheek. Tijdens een bijeenkomst in februari 1909 van het inmiddels gevormde hoofdcomité, waar van prof. dr. J. P. Kuenen het voorzit terschap bekleedde, werd bepaald: „Wij vormen geen vereniging, doch een vriendschappelijke bond, zonder vast bestuur". Kosten voor ieder uitgeleend boek 45 ct. Reuvens en dit is ons uit de balans duidelijk geworden is een culturele instelling, vandaar ook de grote subsidie van Rijk, provincie en stedelijke overheid, en geenszins een lichaam, dat uit is op het maken van winst. Een verschijnsel, dat Reuvens met alle andere openbare leeszalen en bibliotheken in ons land gemeen heeft. Hoewel Reuvens een behoorlijke .omzet" heeft en het bestuur steeds nauwlettend toeziet op een verantwoorde en zuinige exploita tie. rust op elk uitgeleend boek onverschillig of dit een roman, een kinderboek of een populair- wetenschappelük werk is een last van vijfenveertig cent. De lage contributieheffing, welke overigens van hogerhand is vast gesteld. brengt van deze 45 cent weer negen cent in de kas van Reuvens terug. Blijft nog een on gedekt tekort van zesendertig cent. Rijk, provincie en gemeente ne men hiervan op de basis van hun wettelijke verplichtingen zeventien cent voor hun rekening, terwijl, om de kas sluitend te maken, de gemeente nog weer eens negen tien cent subsidieert. 15 maart 1910 opening leesxaal Op 15 maart 1910 was het zo ver, dat in tegenwoordigheid van een aantal be langstellenden de leeszaal kon worden geopend. De voorzitter, prof. Kuenen, hield een toespraak, waarin hij het be lang van een dergelijke inrichting voor onze stad uiteenzette. Op 9 mei d.o.v. kon met het uitlenen van boeken worden begonnen. Voor hen, die zich veel moeite had den getroost met de voorbereiding en inrichting van Reuvens, was het een grote voldoening, dat de Leidse burgerij reeds kort na de opening zulk een grote belangstelling aan de dag legde. In 1910 werd door niet minder dan 17252 perso nen de leeszaal en bibliotheek bezocht! Het gemeentebestuur, dat zich nim mer onbetuigd had gelaten, verleende reeds direct een subsidie van f 450. terwijl ook pogingen en met succes werden aangewend om een Rijkssubsi die te verkrijgen. Van Haarlemmerstraat naar Volkshuis Hoewel reeds in 1898 stemmen waren opgegaan om de leeszaal te verplaatsen, zou het nog tot 1900 duren voordat een overeenkomst met het Volkshuis op de Apothekersdijk kon worden afgesloten, waarbij 3 benedenlokalen aan de volks leeszaal werden afgestaan. Ofschoon in die tyd over meerdere ruimte beschik kend, bleek het bezoek aan de leeszaal nog bedroevend slecht te zijn. Stam gasten, zo lezen wij, waren anarchisten en socialisten. Het is uit deze tijd, dat een warm pleidooi stamt om de lees zaal op zondag geopend te houden. Hierdoor, zo werd geoordeeld, houdt men de werkman uit de kroeg. Teneinde de gezelligheid in de leeszaal te verho gen werd de aanschaffing van „een nieuwe mat en een biljart" overwogen. Nadat de studenten zich al meer en meer van de leeszaal en bibliotheek hadden gedistantieerd, stelde het be stuur onder leiding van mr. G. A. W. ter Pelkwijk, voor om de leiding in hoofdzaak in handen te leggen van de Leidse burgers en voorts om de instel ling financieel los te maken van het Leidse Volkshuis. 1 september 1908 werd leeszaal gesloten Terwijl in mei 1908 de Leidse burgerij nog bijeen was geroepen voor een ver gadering, waarin de vraag onder ogen werd gezien „of Leiden een openbare leeszaal en bibliotheek moet bezitten", kondigde een publikatie in het Alg. Ned. Studentenweekblad „Minerva" aan, dat de leeszaal op 1 september van dat jaar werd gesloten. Op initiatief van prof. dr. H. A. Lo- rentz en mr. W. v. d. Vlugt (mr. Ter Pelkwijk moest zich wegens vertrek naar elders terugtrekken) en met medewer king van de toenmalige burgemeester jhr. mr. N. C. de Gijselaar, werd een commissie in het leven geroepen, die tot taak kreeg zich op de hoogte te stellen Vebo paasvee Vrijdag op Leidse markt De tot een traditie uitgegroeide paas- veetentoonstelling van de Vebo wordt aj. vrijdag op de Leidse veemarkt ge houden. De belangstelling onder de mesters voor deze vetveetentoonstelling is ook dit jaar weer bijzonder groot. Niet minder dan 131 runderen zullen, naar te verwachten valt, het bewijs le veren, dat het de vetweiders ernst is met een kwaliteitsprodukt aan de markt te komen. Dat zij de verbeterde voe dingsinzichten meer eiwit en minder zetmeel zijn er op uit meer aan de vraag van het publiek: meer vlees en minder vet, tegemoet te komen, al zal dit de prijs van „het stukje vlees" dan ook enigermate doen stijgen. Het rood bont is ook ditmaal sterk in de meer derheid. In vergelijking met het zwart bonte vee levert dit een verhouding op van 3 staat tot één. Waren de inschrij vingen het vorig jaar verdeeld over acht groepen drie of vier dieren gemest door één eigenaar thans is het aan te voeren vee verdeeld over twaalf groe pen. Bovendien zullen a.s. vrijdag 12 kalveren (v. j. 8) strijden om de hoog ste eer. Varkens zal men ook dit jaar tevergeefs zoeken op deze paasveeshow. Mr. Ja Drijber, wethouder van de Be drijven, zal de tentoonstelling 's och tends om tien uur in 't Schuttershof openen, waarna de voorzitter van de Ned. Bond van Veehandelaren, de heer K. W. van Dam, zal spreken over JDe veehandel en de E.E.G.". KINDERSPELEN OP KONINGINNEDAG. Voor de kinderspelen op Koninginne dag kunnen kinderen van 912 jaar ai oh laten inschrijven. Jongens worden maandagmiddag en meisjes donderdagmiddag om half vijf in Den Burcht verwacht. De spelen worden op het sporttere in Zoeterwoudse Singel gehouden. Ondanks het feit, dat alle zeilen wer den bijgezet om de Leidse burgerij voor dit plan te interesseren en de gemeente een der bovenlokalen van het Waag gebouw ter beschikking stelde, bleef de animo zeer gering. Voor een bedrag van ruim f 1000.ineens en een iets hoger bedrag aan jaarlijkse bijdragen werd in geschreven. Breestraat 25 en 27 als eigendom aangeboden Nog onder de indruk over zulk een ge ringe belangstelling, ontving men in het eind van 1909 de vreugdevolle tijding, dat mej. Reuvens bereid was om de haar toebehorende panden Breestraat 25 en 27 aan de vereniging in eigendom over te dragen, waarbij door haar echter de nadrukkelijke bepaling werd gemaakt „dat liet neutrale karakter der vereni ging ook in de toekomst bewaard zou blijven". Uiteraard werd dit vorstelijke ge schenk in grote dank aanvaard, terwijl tevens werd besloten de naam van haar vader, prof. dr. Reuvens aan die der ver eniging toe te voegen. Al spoedig na dit royale aanbod, be sloot men tot verbouwing en aanschaf fing van meubilair. Wat dit eerste be treft, valt nog le melden, dat de heer W. C. Mulder zich bereid verklaarde de verbouwing geheel belangeloos uit te voeren. Uitgezien werd nu ook naar een bibliothecaresse, die men al spoedig ge vonden had in mej. A. C. Berends. Met ingang van 1 januari 1910 werd zjj aan gesteld op een jaarsalaris van f 600. Tot 1935 heeft zij haar functie met bij zondere trouw en grote nauwgezetheid en toewijding vervuld, in welke lange tijd zij liet boek nader tot jong en oud heeft weten te brengen. Haar taak werd in datzelfde jaar overgenomen door de tegenwoordige directrice, mej. H. B. A. Heijse, die reeds in 1934 was aangesteld als adj. directrice. Gedurende de laatste kwart eeuw profiteert Reuvens nu al weer van haar toegewijde en deskundige werkkracht. Aan de „bron" van kennis en ontspanning. Zeer velen verdringen zich dagelijks in de bibliotheek van ..Reuvens" om iets naar hun gading te vinden. Behalve de Rijks- en gemeentelijke subsidie, wordt sinds 1918 ook een sub sidie van de provincie genoten. Reuvens moest in verband hiermede ook het platteland van lectuur voorzien, waar toe enkele correspondentschappen wer den opgericht, Hoewel er voordien ook reeds kinder boeken werden uitgeleend, ging men er in 1920 toe over een afzonderlijke jeugdbibliotheek te openen, welke in 1947 werd overgeplaatst naar het pand Plantage 6, welk perceel kort na de tweede wereldoorlog werd gelegateerd door dr. C. J. Wijnaendts Francken. Uiteraard hebben vele mutaties in het bestuur plaats gevonden. Zo werd in 1922 prof. Kuenen als voorzitter opge volgd door zijn echtgenote, mevr. D. Kuenen-Wicksteed. die in later jaren haar plaats inruimde voor dr. Beets. In 1934 werd prof. dr. J. M. van Bemmelen tot voorzitter van het algemeen bestuur gekozen, terwijl dr. A. A. van Rijnbach werd benoemd tot voorzitter van het dagelijks bestuur, welke functie hij tot 1948 met grote ambitie heeft bekleed. In zijn plaats werd benoemd mr. R. Streng, die in 1951 werd opgevolgd door de onlangs overleden mr. W. de Clercq. Tot 1957 heeft mr. De Clercq leiding aan leeszaal en bibliotheek gegeven, in welk jaar hij werd opgevolgd door de tegenwoordige voorzitter, mr. P. J. Tee baal. Thans een boekenbezit van 31.748 werken Ofschoon de moeilijkheden Reuvens niet zijn gespaard gebleven en deze in-» stelling voortdurend met financiële zor gen te kampen heeft, beeft h< Negentiende eeuw herleeft STUDIO De Duitse kleurenfilm „De muilkorf' typeert realistisch, raak en af en toe met humor de geest van het 19e eeuwse ,Vaterland" met de Keizer als „allergenadigste en hoogste autoriteit". Het is het land, waarin slechts op eerbiedige fluister toon over deze Keizer gesproken wordt. Er dreigt een „perswet" ingevoerd te worden, waarbij zij. die bijzonder heden over het persoonlijk leven van de Keizer publiceren, met gevangenis straf moeten boeten, 's Nachts wordt het standbeeld van de Keizer in een klein provinciestadje met een honde- muilkorf getoond. De volgende dag, wanneer men deze snode daad ont dekt, is de ontzetting en ook de ver ontwaardiging groot. Wie is de da der? De officier van Justitie, Von Tschep- kov, wordtm et het onderzoek belast. HU zal niet rusten, vóór hij de mis dadiger heeft ontdekt. Wij verklappen het geheim niet, ofschoon al spoedig blükt, wie zich aan het vergrijp schul dig maakte. Het gaat méér om het pro bleem, hoe deze aan zijn straf ontkomt en zijn hoog aanzien in deze „hielen- klakkende" maatschappij behoudt. De bekende regisseur Wolfgang Staudte, die o.m. met Ciske de Rat zijn sporen verdiende, roept een beeld op van een thans totaal verdwenen wereld met „gewichtige" mannen met baarden en snorren, wier eerbied voor de Keizer en voor elkaar geen gren zen kent. O. F. Hasse brengt een voortreffe lijke officier van Justitie ten tonele. Hij vergoedt daarmee het zwakke ele ment van deze film: het trage ver loop. Dit is overigens in overeenstemming met de sfeer der vorige eeuw, toen niemand door de huidige haast gepij nigd werd. Het beeld dat van het pro- vineieplaatsje met zijn „stamkroeg" en zijn inwoners wordt opgeroepen, treft door natuurlijkheid. Deze Is ech ter te reëel weergegeven, dan dat men van een „persiflage" zou kunnen spre ken. Diep in hun hart hebben vele Duitsers nog heimwee naar deze ver vlogen tijd Daarvan houden ujj ons overtuigd! VAN DEZE WEEK: l||llllllllll!l|lllllllllll||ii|l!llllllllilUllllllllllll!lllllllllll: bezit zich in de loop der jaren sterk uitgebreid en thans reeds de 31.748 wer ken bereikt. Ook het ledental is aan schommelingen onderhevig geweest. Het jaar 1959 werd afgesloten met 3842 vol wassen leden en 1480 jeugdleden. Wer den in dit jaar 78.140 boeken aan de jeugd ter hand gesteld, in de biblio theek aan de Breestraat voor vol wassenen gingen 1959 in totaal 141.453 boeken van hand tot hand. On der het totaal aantal uitleningen (219.593) waren 46.8 romans, 17.6 populair wetenschappelijke werken en 35.6 rr jeugdboeken. Bouwplannen Hoewel de laatste reorganisatie in 1955 tot stand kwam, bestaan er reeds zeer vele jaren plannen om Reuvens aan een betere huisvesting te helpen. Naar een ontwerp van ir. M. P. Schutte is thans een bouwplan opgezet en voorge legd aan het ministerie van Onderwijs, K. en W„ dat eveneens van oordeel is, dat de tegenwoordige huisvesting niet meer voldoet aan de minimum daaraan te stellen eisen. Mogelijk en dit zou het grootste jubileumgeschenk zijn worden „Reuvens" in de naaste toe komst de wegen aangewezen en midde len verstrekt, welke kunnen leiden tot een volkomen nieuwbouw. Mede dank zij het voortreffelijk werk van de adjunct-directrice, mevr. S. M. E. Rückert, heeft in de laatste jaren een sanering van het boekenbezit plaats ge vonden en zijn de rubrieken sociale wetenschappen, politiek, handel, recht, geschiedenis en techniek nu keurig ge ordend. In dit gouden jubeljaar staat „Reu vens", evenals in het verleden, vrijwel ieder uur van de dag gereed om oud en jong te laten putten uit haar nimmer opdrogende bron van culturele lafenis. Velen zijn haar daar intens dankbaar Hier bin Ich, hier bleib Ich Vrolijke film met hoofdrol voor Caterina Valente Casino Deze film vol koddige situa ties met de hupse Caterina Valente als zangeres en danseres in de hoofdrol zal ongetwijfeld aftrek hebben. Het ver haaltje over het meisje, dat wil trouwen met een eigenaar van een restaurant in Parijs, maar al getrouwd blijkt te zijn met een baron, is wel niet erg aanne melijk, maar daar moet men niet op kijken in films van dit genre. Het ritselt in elk geval van de komieke gebeurte nissen, waarbij een schatrijke suikeroom van de baron, een sluwe butler die ten slotte zelf bedrogen uitkomt en een op name in het café-restaurant met een gooi- en smijtscène van het zuiverste water aan het slot, een grote rol spelen. Men vraagt zich halverwege af hoe alles nog in orde moet komen, maar dit het allemaal op zijn pootjes terecht komt, ligt voor de hand. En hóe! Caterine zoals Caterine Valente in de film heet gaat van de arm van de restaurateur, haar verloofde, naar het kasteel van haar echtgenoot-volgens-de-burgerlijke-stand. Dat voorkomt een massa moeilijkheden! De liefdesnachten van Lucretia Avontuur en hartstocht Lido Lucretia Borgia. Eigenlijk geen naam meer, maar een begrip. Een begrip van verleiding en passie, maar ook van grenzeloos sadis me en genadeloze wreedheid. Lucretia Borgia is de geschiedenis in gegaan als een hartstochtelijke vrouw, die haar schoonheid en wonderlijke macht over mannen met een ongelofelijk raffinement gebruikt. Zij stootte de man nen even gemakkelijk aan als ze hen aantrok en in de meeste gevallen moes ten deze mannen hun knieval voor de uiterlijke charmes van dit monster in een verleidelijke gedaante met de dood bekopen. Opnieuw krijgt deze figuur gestalte op het witte doek. Ditmaal in de per soon van Belinda Lee, de Britse film actrice, die enkele jaren terug bij Rank ontslagen werd wegens een overmaat aan sterallures. En wellicht juist daar door bij uitstek geschikt was voor de titelrol in deze Frans-Italiaanse co-pro- duktie. Zij speelt die rol van een in weel de badende machtige vrouw, die geen tegenstand kan verdragen, zeker niet in de liefde met het nodige bravour en raffinement. Bij het zien van de titel zou men den ken op niets anders dan zwoele roman tiek vergast te worden. Maar als men zo'n twintig minuten naar dit kleurige spektakelstuk heeft zitten kijken, heeft men weinig anders gezien en gehoord dan hevig wapengekletter. Want het is in de eerste plaats een levendige avon turenfilm met vele slechte, maar geluk kig ook bijna evenveel goede, dappere kerels, die hun zwaard en hun leven gaarne geheel geven voor een belaagde jonkvrouwe. Aanvoerder van de ridders zonder vrees of blaam is de sympathieke blonde Jacques Sernas, de enige natuur lijk, die het ongestraft durft de mee dogenloze Lucretia een blauwtje te laten lopen. Het is ondoenlijk alle intriges, valstrik ken, schermutselingen en overvallen na te vertellen, maar men wordt er rijkelijk van voorzien in deze bonte aaneenscha keling van avonturen rond het weelde rige hofleven van de Borgia's. En aan Belinda Lee als de hartstoch telijke Lucretia is dan de taak voor de nodige passie te zorgen. Hetgeen haar uitstekend is toevertrouwd Vier desperado1s Weer wilde western Rex Een western volgens het be kende en beproefde recept. Alle ingre diënten voor een pittig menu zijn voor radig. Een bandietenkwartet, een voor malige revolverheid, een mooie dochter, een bank, die beroofd moet worden, en een legertje onrustige Indianen. Dat alles goed dooreengemengd ver oorzaakt vanzelfsprekend grote wolken kruitdamp. Er wordt deze week dan ook weer heel wat afgeschoten in het thea ter aan de Haarlemmerstraat. Temeer, dat de leider van het ongure viertal nog een hartig appeltje te schillen heeft met de sheriff van het plaatsje, waarin de bank staat, die zij willen gaan beroven Maar voor onze vier desperado's in dit plaatsje zijn aangekomen zijn er heel wat levendige momenten voorbijgegaan. En er zullen er nog vele volgen. Aan spanning, actie en kabaal geen gebrek. „Wolven in de schaapskooi" Misdaad en misdadigheid Luxor Keihard, spannend en rea listisch. Zo zou men deze Franse film kunnen betitelen. Een en al misdadig heid wat de klok slaat. Maar tussen .misdadigheid" en „misdaad" bestaat een groot verschil. Dit verschil merkt men heel duidelijk op in de treffende beelden en knappe situatietekeningen, welke de regisseur in zijn verhaal heeft verwerkt. De film laat zien hoe men kan voorkomen, dat eenmaal op het slechte pad geraakte jongens geheel ondergaan. Als men kinderen uit kwa lijke millieus maar tijdig opvangt, kan men er voor waken, dat zij niet dieper in de „put der misdaad" terecht komen. Vooral met het oog op de toenemende jeugdcriminaliteit geldt deze film als een dreigende waarschuwing. Als „wolven in de schaapskooi" ver stoort de komst van drie ontsnapte ge vangenen de harmonie in een opvoe dingsgesticht voor a-sociale jongens. In een eerste opwelling gevoelen deze jon gens zich tot de meedogenloze misda digers aangetrokken. Doch hoe verder het verhaal zich ontwikkelt des te meer blijkt, dat zij wel misdadig zijn aange legd, maar toch ook weer niet zo door en door verdorven zijn, dat zij zich bij het drietal willen aansluiten. Door de verschrikkelijke terreur, welke de gang sters uitoefenen komen de jeugdige boe ven tot inzicht. De doelbewuste en zekere houding van de nog jonge direc teur van het internaat dwingt de kna pen in zekere zin toch bewondering af en zij staan dan ook geheel aan zijn kant. Alles komt tot een goed einde door het tactloze optreden van twee der ont snapte gangsters. Het gegeven is niet origineel, maar bijzonder boeiend uitgewerkt met tal van beklemmende scènes. Regisseur Hervé Bromberger, die reeds meerdere van dergelijke „harde" films vervaar digde, heeft voor deze rolprent jonge, nog onbekende, acteurs gebruikt. Hij is er in geslaagd een uitermate spannend filmwerk tot stand te brengen, dat ge tuigt van groot vakmanschap. En eeuwig zingen de bossen Voor de vierde week Trianon De Noorse romantiek, niet een behoorlijke dosis heldhaftigheid ia verschillende -orm. blijkt zeer in c!e smaak te vallen. Wie Gulbranssens tri logie heeft gelezen, schijnt óok te wil len zien wat de filmproducenten ervan gemaakt hebben. Zo gezien zal dit werk nog wel enige weken geprolongeerd wor den met volle zalen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 3