lëJll KÉlÉÊi Koken met Joke Het mannetje met de lange neus en de grote voeten Strikken, strikjes EEN TWEE-MINUTEN MYSTERIE UIT HET ARCHIEF VAN INSPECTEUR S. HERLOK a ZATERDAG 26 MAART WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Verhaal voor de kleintjes ONS MENU VAN DE WEEK MAÏZENA DU RYEA Heeft U een speurneus WONDEREN DER NATUUR (gitdocil huidverzorgings preparaten schenken schoonheid door gezondheid Spiegeltje, spiegeltje aan de wand Waar plaatst U ze dit seizoen? In het stadje Adelsberg woonde het mannetje met de lange neus en de grote voeten. En iedereen in dat stadje Adelsberg kende het mannetje niet omdat het zo'n klein stadje was, maar omdat dit mannetje er zo vreemd uitzag, met zijn lange neus en zijn grote voeten. Want je moet je niet voorstellen dat die neus zó maar lang was, en dat die voeten zó maar groot waren nee, zo was het niet. Het was veel erger. Het was zó erg dat dit mannetje niet langs zijn eigen neus kon kijken, dat kon beslist niet, en evenmin kon hij als een gewoon mens lopen, dat kon hij echt niet. HU struikelde voortdu rend over die grote voeten, o, wat akelig was dat! De Adelbergse schoenmaker had een paar schoenen speciaal voor dat mannetje gemaakt, en toen hij dat gedaan had, zei hij tegen ieder die het maar horen wou: ,,De linkerschoen van dat mannetje is zo groot als mijn linkerarm en de rechterschoen van dat mannetje is zo groot als mijn rechterarm". Hij struikelde voortdurend over zijn grote voeten. O, toat akelig was datl En ieder die dat hoorde zei: Tjonge jonge", of ,,Wel wel!" Je kon trouwens zo wel zien dat die voeten van dit mannetje zo groot waren. Het ergste ervan was dat niet alleen het mannetje zelf er over struikelde, maar ook de mensen, die in de Adel bergse straten wandelden. En het gevolg was, dat het mannetje zich niet in de drukke winkelstraten durfde te vertonen, en ook was hij al in geen jaren op de Adelbergse markt geweest. Want het is niet pret tig om op een markt te lopen waar iedereen op je tenen trapt. Ten eer ste doet dat pijn en ten tweede is het akelig om door iedereen te wor den uitgescholden. Zo van: ,,Hou je lange tenen thuis, vader", of „Kan je niet uitkijken sufferd". Het mannetje kon niet uitkijken: zijn lange neus zat hem ln de weg. Het was afschuwelijk voor dat man netje. HU kwam de deur haast niet meer uit. Alleen 's avonds, heel laat, ging hU wel eens een wandeling ma ken. Dan kwam hij bijna niemand tegen, en dat betekende dus dat nie mand hem kon zien en dat niemand hem kon uitlachen. Ja, want dat de den de mensen. Niet één man of vrouw in dat afgelegen stadje Adels berg begreep hoe akelig die lange neus en die grote voeten voor d/rt mannetje waren, niet één man of vrouw had medelijden met hem. Dat was aan de éne kant erg plezierig omdat het niet leuk is als de men sen medelijden met je hebben, maar het is evenmin leuk om, waar je ook gaat of staat, uitgelachen te worden. Ik geef toe, dat dit mannetje er wel een beetje belachelijk uitzag, misschien, maar is dat een reden om hem ui tte lachen, elke keer als je hem ziet? Op een nare dag, nu al weer enkele jaren geleden, was het mannetje argeloos langs de Adelbergse lagere school komen struikelen, juist op het moment, dat het speelkwartier be gon. En niet één van de Adelbergse scholieren ging toen spelen; inplaats daarvan staarden ze naar het man netje en ze lachten, lachten, tot de tranen hen over de wangen rolden. Allemaal. En de meesters en de juf fen lachten mee: dat mannetje was ook zo koddig! Het was werkelijk bijzonder triest voor dat mannetje, temeer omdat er niets aan kon worden gedaan. Je hebt nu eenmaal een lange neus en grote voeten of je hebt ze niet, en je moet er mee het leven door. En dat deed dit Adelbergse mannetje dan ook, zo goed en zo kwaad als het ging. Maar het ging niet erg goed, dat heb je nu al begrepen en soms was het dat mannetje droef te moede. Op een dag en het was een goede dag kwam er een circus naar het afgelegen stadje Adelsberg. Grote kleurige plakkaten met koppen van leeuwen en olifanten werden aan het stadhuis gehangen en aan het café en de Adelbergse mensen zei den opgewonden tegen elkaar: „Daar gaan we naar toe!" Maar het mannetje met de lange neus en de grote voeten wist dat hij niet naar het circus kon gaan: hij kon zijn voeten nergens kwijt. Dus zat, terwijl het hele stadje was uit gelopen om de muziek van de cir cusband te horen, dat mannetje te kniezen in zijn kamer. Maar des avonds laat, toen iedereen van de voorstelling was teruggekeerd, ver liet dat mannetje zijn kamer en strui kelde, strompelde naar het terrein waar het circus zijn tenten had opge slagen en hij keek verlangend naar de grote tent, die donker tegen de maanverlichte hemel stond en hij zuchtte. Die zucht hoorde één van de circusmensen, een vriendelijke paardendresseur, die tegen het man netje zei: „Zo clown, ben je wat som ber gestemd?" „Clown?" zei het mannetje. „Ik ben geen clown". „O nee?" vroeg de paardendres seur verbaasd en hU wierp een blik op de lange neus en de grote voeten van het Adelbergse mannetje. „Dan moet je er één worden. Je lijkt me ervoor geschapen. Kom mee!" En voor het mannetje wist wat er aan de hand was, had de paarden dresseur hem meegenomen naar de woonwagen van de circusdirecteur, Is de halsopening van uw toilet bij voorbeeld afgewerkt met een heel smalle, aangezette bies (van dezelfde stof), dan kan deze gemakkelijk ein digen in een korte of lange strik. Niets is in de nieuwe mode gewoner. Maggy Rouff doet het in een deux- pièces met zijsluiting en strikt de halsboord aan de basis van de lin kerschouder (1). Dior doet het meer conservatief en plaatst de korte strik, waarmee de halsboord van een tail- leurtje sluit, precies middenvoor (3). Aan de basis van vrijwel elke kraag die het mannetje onmiddellijk als clown in dienst nam. Het mannetje wist niet hoe hij het had! Al diezelfde avond mocht hU optreden hij hoefde alleen maar wat in het rond te rennen en hU moest proberen een hondje te pakken, dat hem steeds te vlug af was. Het publiek keek en lachte, het lachte zich slap. O, wat was dat mannetje grappig, vonden de mensen. En het mannetje vond het best, het mannetje vond het prachtig. Want het is iets heel an ders als de mensen Je uitlachen, om dat ze vinden, dat je voor gek op straat loopt, dan wanneer ze om je lachen, omdat ze je een grappige clown vinden. Het mannetje vond het niet erg. dat ze om zijn geclown lach ten integendeel, hij was er blij om! En hij bleef zijn hele verdere leven bij het circus en hij werd een blij mannetje. M. F. B. is voorts plaats voor een strik van de een of andere vorm bijvoor beeld een platte „hoedenstrik", zoals Pierre Cardin die op de kraag van een japon bevestigt (2). Op een geappliceerde stofceintuur van een lang tailleurjasje kan vol- gans Cardin een simpele, stijve strik net zo goed precies in het midden als wat meer opzij worden aange bracht (4)het effect is in beide gevallen goed en het meest apart, indien de strik aan de rechterzijkant staat. Ju, het is dan zover! De lente is be gonnen; de onrust ■voorafgaande aan de schoonmaaktijd was al duidelijk merkbaar en nu ineens komt het over ons: de gordijnen móéten eraf, de wit kwast wordt ter hand genomen, de bed den gaan naar buiten, het hele huis wordt met bezemen gekeerd! Alles wordt gedaan, alleen de maaltijden schieten erbij in, de arme huisgenoten worden met wat brood of een bord pap afgescheept! Maar dat is toch niet no dig! Hoeveel gerechten zijn er niet die weinig voorbereiding vragen, die snel gaar zijn en toch ■voedzaam en smake lijk! Denk in zo'n geval eens aan kaasl MAANDAG: Vermicellisoep met resten kalfstong en tongbouillon; gevulde appelen. DINSDAG: Tomatenkaasragoüt, rijst, sla, pap van gaar tarwegries. WOENSDAG: Irish stew, citroenxijst. DONDERDAG: Gehakte biefstuk, aardappelen, wit lof, yoghurt. VRIJDAG: Stoofpot kaas, aardappelen, doperw ten beschuit met bessesap (kapucij ners in de week zetten). ZATERDAG: Kapucijners, speklapjes, aardappel puree, fruit. ZONDAG: Toost met radijs en sterrekers, kalfs tong, zure saus. raapstelen, chooola- desoufflé. Een strik op taillehoogte past altijd en overal waar een stoffen ceintuur, stijf of slap, een toiletje siert. De eerste mogelijkheid is de ceintuur zelf te strikken, een andere moge lijkheid is de strik bij wijze van ornamentje op een meer of minder brede, stijve ceintuur te naaien (6). Zelfs de brede maagceintuur en het tussengezette maagsuk laten zich op die manier met een kleinere of gro tere strik garneren. Een strik op heuphoogte, zijdelings of middenvoor, kan in de meer ge klede modellen wonderen doen, in dien het model ervoor geschikt is (5). Opgepast echter indien U een reeds bestaand toilet op die wijze zoudt willen vernieuwen: de strik op die plaats zou wel eens „opgeplakt" kunnen lijken. Veel minder kwaad kunt u met kleine veterstrikjes, die op het een of andere kledingstuk een wollen pakje net zo goed als een gekleed zijden middagensemble a la Dior de traditionele knoopslui- ting vervangen (vervangen is hier natuurlijk niet het juiste woord, want onder de strikjes is een blinde sluiting nodig). Dergelijke strikjes kunnen zelfs op een oud kledingstuk worden aangebracht: ze kunnen de dichtgenaaide knoopsgaten van wel eer verbergen. Als garnering van een totaal nieuw voorjaarstoilet hebben ze dit voor, dat ze te zijner tijd altijd door knoopsgaten kunnen worden vervangen. J. V. Chocoladesoufflé 3% dl melk, dl. koffieroom, wat zout. 60 g. suiker. 25 g. cacao, 25 g. bloem, 3 eieren. De melk en de room langzaam aan de kook brengen. Twee eidooiers met de suiker, cacao en de bloem «aardap pelmeel of maïzena geven niet vol doende stevigheid) glad roeren. Met een gedeelte van de warme melk het dooiermengsel voorverwarmen en daar na overbrengen in de pan met koken de melk. Onder voortdurend roeren 8 minuten zachtjes tot een goed gebon den pap laten doorkoken. Het meng sel laten bekoelen. De derde eidooier opgeklopt door het koude mengsel roe ren en vervolgens het stijfgeslagen ei wit van alle 3 eieren er luchtig door scheppen. Een beboterde vuurvaste schotel voor 3/4 met het mengsel vul len en ongeveer 20 minuten in een matig warme oven plaatsen tot het deeg goed gerezen, gaar en lichtbruin is. «Om inzakken te voorkomen de ovendeur tijdens het bakken niet ope nen!) Tomatenkaasragoüt 1 ui, 2 lepels tomatenpuree of 2 to maten, \<2 melk of 'a 1. water. 1 bouillonblokje, 50 g. bloem, 50 g. bo ter. 200 g. in blokjes gesneden bele gen kaas of 100 g. geraspte kaas, zout, peper, aroma. Een fijngesnipperd uitje in de boter fruiten, 2 lepels tomatenpuree of 2 fijn gesneden tomaten hieraan toevoegen en nog even meesmoren. Daarna de droge bloem erdoor roeren en met het vocht tot een gladde saus koken. Van het vuur af de blokjes kaas «zo nodig even verwarmen in de saus, maar niet doorkokenof geraspte kaas eraan toevoegen. De saus op smaak afmaken met peper, zout en aroma en meteen opdienen (bijv. in een schelp). Advertentie maakt Uw groenten zo lekker. BANANENKAARSEN Het wordt een feesttoetje vandaag! we gaan eens kaarsen maken om op te eten. Mammie heeft al vijf bananen gekocht en een geopend blik met 5 ananasschijven neergezet. En hier zijn vijf donkerbruine appelpitten. Zo. nu eerst de ananas over de vijf bordjes verdelen. Dolf. doe jij dat maar, de schijven met een hou ten lepel uit het blik nemen en ze niet breken hoor! Nu allemaal een banaan schillen! Klaar0 Dan snijden we er het kromme eind af en zetten de rechte stukken in de opening van de ananas schijven. Passen ze er niet in? Dan snijd je de banaan aan de zijkanten maa: iets by, tot ze goed stevig staan Ziezo, nu nog die appelpit er boven op gestoken of een chocoladehagel- slagje. Lijkt het nu niet precies op een echte kaars? „Claire verliet het huis gisteren om drie uur om naar de dokter te gaan", sprak de heer Kannema. „Ze kwam niet terug. Haar koffer staat nog gepakt en wel op haar kamer. „Was uw dochter van plan een reisje te gaan maken?" informeerde inspecteur Herlok. „Inderdaad, naar Canada. Claire is namelijk mannequin ziet U. Ze moest morgen deelnemen aan een grote modeshow in Toronto. Ze had een afspraak met de dokter voor een vaccinatie. „Ik weet zéker, dat ze een dokter bezocht heeft, maar welke, dat zou ik U niet kunnen zeggen!" „Waarom bent U daar dan zo zeker van, mijnheer Kannema?" „Ik hoorde het van Erik Bolt, die naast ons woont. Toen hij gistermiddag om 5 uur uit kantoor kwam, zag hij bij een bushalte Claire staan, heftig discussiërend met een man. Op een gegeven moment greep deze haar arm, Claire duwde hem van zich af en riep: „Niet doen, George, ik ben daar Juist ingeënt. Je doet me pijn!" „Ging die meneer Bolt toen niet naar haar toe?" Mijnheer Kannema haalde zijn schouders op. „Ach nee, Claire verbrak haar verloving met Erik twee maanden geleden. Hij is daar nog steeds kapot van! Hij zag Claire en die man in een auto stappen en wegrijden. Toen hij later hoorde, dat ze verdwenen was, kon hy zich wel doodschie ten van wroeging, maar niet geholpen te hebben „Heeft die Erik Bolt een beschryving kunnen geven van die man?" „Ja, het was een magere, bleke jongeman met een zwart snorretje. Hy droeg een donkergrijze tweedjas met een opstaande kraag. Erik meende hem als eens meer met Claire gezien te hebben." „Juist, ja, hmmm." Inspecteur Herlok doofde zijn sigaar, snoot zijn neus en greep de telefoon. „Inspecteur Harjans? Ja, Herlok hier. Wil je zo spoedig mogelijk de heer Erik Bolt laten arresteren?" Vraagt WAAROM TWIJFELDE INSPECTEUR IIERLOK AAN HET VERHAAL VAN DE EX-VERLOOFDE? ■udhdmi-dijduioova uaa joop ipu-ocn puais;uo wxd uvtni jvp 'uajviaoj jioou poz 'uaövjp %aow satjvauo azoiowo-x qpvci aip uinbauuviu ua& •daaxBiaaq azap uviu ap uaoj paap uCid uuo 9fiJL}tyio ?»P apiapao, fw uao'puma op Joop lata uog 3fu# :puooaiiuy If AiHik SWAN FEATURES SYNDICATE W1ENK Planten en dieren besteden des te meer zorg aan de voort planting naarmate de kansen voor het nageslacht, kleiner zijn. Zo kan men in de herfst zien, dat paddenstoelen in de vruchtlichamen enorme aantallen sporen produceren, die als eencellige lichaampjes door de wind worden mee gevoerd en onder gunstige omstandigheden weer een nieuw zwamweefsel kunnen voortbrengen. Bij de meest voor komende plaatjeszwammen hangen aan de onderzijde van de hoed talrijke plaatjes, die alle bedekt zijn met een sporen vormend vlies (fig. 1). Dit vlies bevat grote aantal len microscopisch kleine steeltjes, die elk 4 sporen kunnen afsnoeren. Andere soorten hebben aan de onderkant buis jes (b.v. by de boleten fig. 2) of stekels (bij de stekel- zwammen fig. 3), waarin of waarop zich het sporenvor- mend Tlles bevindt. Weer andere vormen hebben een bolvormig vruchtlichaam zoals by de bovisten waarin de sporenvorming plaatsvindt. In dat geval gaat het vruchtlichaam openingen vertonen om de sporen vry te laten. By een z.g. reuzenbovist kan het vruchtllchaam een middellijn van 3035 cm bereiken en is geheel met een sporenmassa gevuld. Een reuzenbovist nu van 5 kubieke dm (en dat is nog een kleine) bevat 2 biljoen sporen. De doorsnede van een spore is 0.005 mm, zodat er 200 miljoen op een kilometer gaan. Alle sporen uit een reuzenbovist achter elkaar vormen dus een snoer van 10.000 km lengte. Dat is een kwart van de aardomtrek. Zou elke spore een nieuwe bovist opleveren, die een groeiplaats van 1/4 m2 nodig zou hebben, dan zouden ze samen een oppervlakte van 16 keer Nederland in beslag nemen. Gelukkig komt het in de natuur nooit zo ver. Advertentie Een gezonde huid is uw mooiste bezit. Vertrouw de schoonheid van uw huid toe aan de wetenschap Nieuwe Endocil huidverzorgingspreparaten .lu bieden u volledige, wetenschappelijk verantwoorde schoonheidsverzorging elke dag, in enkele minuten. Uj\ Prod, tan ORGANON Laboratoria Verkoopkantoor toer NederlandKtnnemer Handel-Mg., Amsterdam PARIJS, maart 1960 Strikjes en strikken zijn dit seizoen grote mode. We zouden op dit punt zelfs van een mode-rage kunnen spreken, wanneer ze niet zo bescheiden, zo onopval- land waren en aldus in vele gevallen hellaas onopgemerkt voorbijgaan. Zo weinig springen ze zelfs in het oog, dat de honderden strikken en strikjes, die we in de jongste Parijse voorjaarscollecties zagen, er misschien wel duizenden zyn geweest. Maar, honderd of duizend, ze zyn een belangrijke garnering van deze mode, ze zijn ook een „logische" garnering, een die niets „frou-frou"-ach- tigs heeft, niets romantisch en niets opgedirkts. Want allereerst zyn de moderne strikken en strikjes van hetzelfde (wollen of zyden) materiaal als het kleding stuk, dat ze sieren en ze vormen er dus nooit een kleur- of stofcontrast mee. Vervolgens zijn ze vaak zij het lang niet altijd het uiteinde van iets, en dat „iets" kan zyn een boordkraagje, een biaiskraag, een sjerp- of nog andere kraag, een ceintuur om of onder de taille, een schouderbandje, een maagstuk, etcetera. Heel vaak echter wordt een losse strik zo maar „ergens" geplaatst, op een kraag, op een rok middenvoor of zijdelings, of zelfs op de plaats, waar nor maal een knoop zou hebben gestaan. In alle gevallen echter maakt de mode er een sport van de strik zó te plaatsen, dat hij niet toegevoegd lijkt, doch één met het model, en zelfs dat opent blybaar legio mogelijkheden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 15