Donna's sprookje IN KAMER en TUIN j v OP DE bc EN Huiselijk tafereel in filmstudio VOETLICHT ROND ZATERDAG 19 MAART WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Ook Hollywood verandert BOEKENMARKT „Ciro's Nigüitchub" is niet meer. wat ■het was Het is nu een keurig en degelijk eta blissement. Vroeger was diait bepaald andiers. Toen kwam heel Hollywood in deze d'oar bijzonder uitgelaten feestjes 'beroemd of misschien beter: be rucht geworden gelegenheid. Nu staat er een stoere portier voor de deur. Een in maarsdhalkkostuum gestoken Hercules. Gasten, die vechten worden door deze beschaafde kracht patser meestal beleefd .maar in ieder geval onweerstaanbaar, de deur uitge werkt. Het is nog niet zo lang geleden, dat •het beslist anders was. In de dagen, dat acteur en actrices veel meer dan tegenwoordig him best deden om „ka rakters" te zijn en veel minder tijd be steedden met het ploeteren met cijfers en gesprekken met accountants. Toen bestond er een regel in dit huis, dat een klant driemaal mocht vechten voor hii er werd uitgesmeten. De directeur, Herman Hover, liet in 1944 een boksring bouwen, compleet met scheidsrechter voor het exclusief gebruik van zijn gasten, die in een vechtlustige stemming verkeerden. Het besluit was ongetwijfeld economisch verantwoord, want het meubilair en glaswerk behoefde aanzienlijk minder snel te worden vernield. In deze boksring vochten de snel be ledigde Frank Sinatra en een journa list uit New York een stevig robbertje. Tussen die touwen stonden o.a. de TERRY MOORE in badpak in Ciro's twaargebouwde aot-eur Howard Duff en de ietwat tengere modetekenaar Oleg Oassini op de planken. In Ciro's zelf verscheen Terry Moo ie in een klein badpakje van herme lijnbont en deed de „grote" Daryll Za- nuck toeren aan de trapeze. Er was al tijd wel iets te beleven. Aly Khan ver overde er Rita Haywortih en La na Tur ner heeft er menigmaal in een rustig hoekje gezeten. Maar dat behoort nu allemaal tot de verleden tijd. „Ciro's" is niet meer, wat het was. Het is een keurige gelegenheid geworden en bui tenissigheden worden er niet meer ge tolereerd Houdt u van sprookjes Achwie houdt er eigenlijk niet van? Alleen lijkt het of onze zo koel zakelijke en jachtend-dynamische tijd geen plaats meer wil vrijmaken voor zo'n verrukkelijk lief geschiedenis je. „Er was eens Altijd weer in het verleden. Asse poester lijkt niet te passen in een sfeer van rock 'n roll, kernexplosies en ruimtevaart. Zij was het char mante, naïeve wezentje van een zoet, onwezenlijk verleden. Maar de schijn bedriegt weer. Zelfs door het pantser van nuch terheid, waarin onze huidige maat schappij gevangen zit, kan de warmte van zo'n sprookje nog doordringen. Assepoester leeft nog steeds al is ze moderner geworden. Ze draagt nu naaldhakjes inplaats van glazen muil tjes en haar prins is een zakenman in een grote glanzende auto. Maar de kern van het verhaal blijft hetzelfde. Het meisje, dat niets verwacht en veel krygt. Zo af en toe duikt ze weer op. En we zouden haast zeggen vanzelfspre kend meestal in de filmwereld, waar carrières soms makkelijk gemaakt - maar ook gekraakt! - worden. Ditmaal heet ze Donna Douglas. EEN „MISS" Misschien heeft ze eens of meerma len van een filmloopbaan gedroomd. Wellicht een enkele keer over gedacht, maar nooit over gesproken en zeker niets voor gedaan. Ze werkte bij de commerciële tele visie en werd op een goede dag uitge kozen om een van die ontelbare miss- titels te dragen. Prompt maakten de tv-mensen daar gebruik van om haar voor de camera te slepen. Ze maakte vriendelijk lachend een buiging voor het kijkend publiek en verdween. Maar niet voor lang. Reeds de vol gende dag rinkelde de telefoon. Een van de filmmensen had de uitzending gezien. Of mej. Douglas geen zin had naar Hollywood te vliegen en daar een filmtest te maken. Dus stapte Donna korte tijd later uit het toestel op het vliegveld, waar de KLM niet mag ko men op weg naar de Amerikaanse filmhoofdstad. En zoals het in een behoorlijk sprookje betaamt: het onbekende meis je kreeg meteen een flink contract aangeboden en op de bezettingslijst ge plaatst voor de Paramount-produktie „Career" naast Dean Martin, Anthony Francioza, Shirley MacLaine en Ca rolyn Jones. NOOIT GEACTEERD En waar blyven nu de ellenlange theorieën van gedegen opleiding en langdurige voorbereiding, welke steeds populairder worden in de filmwereld? Want Donna Douglas had nooit te voren ook maar iets aan acteren ge daan om maar niet te praten van een beroep als actrice. De dag, waarop de opnamen voor „Career" begonnen, op diezelfde dag maakte zij haar acteeraebuut. Wie kan het haar kwalyk nemen, dat ze op was van de zenuwen? „Ik was die eerste dag doodsbang" erkent ze eerlijk. „En ik kon bovendien maar niet geloven, dat dit met mij gebeur de". Maar Donna is nuchter genoeg om te beseffen, dat ze er nu wel moeiteloos ingerold is, maar er niet zo gemakke lijk in kan blyven. Daarom is ze on middellijk acteerlessen gaan volgen, naast spraak- en danslessen. „Ik ben ervan overtuigd, dat ik er goed aan doe zoveel mogelijk te leren. Want al had ik het niet nodig om in Hollywood te komen, ik zou het wel eens nodig kunnen hebben om er te mogen blyven". Zoiets kan natuurlijk gebeuren, wanneer de gehele familie aan filmen doet. Pupa Basil Dearden regisseert in de Pinewood Studio's te Londen de film „The league of gentlemen" Zijn vrouw, Melissa Stribbling, ver tolkt een rol in deze voor het overige zo ovenvegend mannelijke geschiede nis van een enorme bankoverval. Maar wat te doen met de baby, die nog niet zolang geleden het gezin Dearden tot vier kwam vergroten? Het is in Engeland al net als overal elders, „baby-sitters" zijn niet zo erg gemakkelijk te vinden, vooral niet overdag. Dus nam Melissa de baby maar mee als haar aamoezigheid in de studio's vereist werd. En papa Dearden toonde zich niet voor een kleintje vervaard. Hij regisseerde rustig met de kleine Torquil op schoot. Tijdens een adempauze, ter wijl de make-up van mama Dearden door de grimeur wat werd gerestau reerd, zat liaar man zijn twee zonen, Torquil en James, het draaiboek te tonen. Het verhaal wil, dat de baby heel spoedig gewend was aan deze vreemde en veelal rumoerige omge ving. In ieder geval zit hij er op de foto erg kalm bij. Maar ze hebben ons ook proberen wijs te maken, dat hij met kraaien ophoudt als er voor de opnamen stilte vereist wordt. En dat lijkt ons nu net iets teveel van het goede. Zelfs voor zo'n filmbaby als Torquil. Het verhaal van de film draait om acht man, die tezamen een bank willen overvallen om een miljoen pond rijker te worden. Een mannenclubje dus, maar op de achtergrond staan de vrouwen. Lia Timmermans. „Verloren Zomerdag". P. N. van Kam pen en Zoon N.V. Amsterdam z.j. Lia Timmermans is de dochter van de eenmaal zo beroemde Vlaamse schrijver Felix Timmermans. Pallieter ,19i6), zijn uitbundige roman van het goede aardse leven is jarenlang versle ten voor een toonbeeld van Vlaams heid. Dat dit ten onrechte was, be hoeft nauwelijks gezegd. Toch is het boek, als fantasie beschouwd, niet te verwerpen, want het is zeker niet ge speend van een volkse dichterlijkheid. De dichterlijkheid van Lia, de doch ter, is niet volks, doch zeker ook niet het tegenovergestelde daarvan: literair. Haar beschrijving van de zomer van het meisje Claudia, dat nog bijna een kind is, maar haar laatste kinderlijk heid verliest door haar zuiver roman tische liefde voor een jonge ingenieur, die tijdelijk in haar stille dorp komt wonen, is inderdaad zeer poëtisch. Te vens echter is zy in haar nauwkeurig volgen van Claudia's emoties in al hun fijne genuanceerdheid, zeer reëel. Het nog verbonden zyn met de geluiden en de geuren van het landschap, het nog volkomen los zijn van iedere maat schappelijke gewaarwording, het drij ven op de gevoelsstroom, zoals men dat alleen in zyn prille jeugd kan, dit alles heeft de schrijfster zeer goed weerge geven. Tegenover Claudia staat het nichtje Marianne. Dit meisje is zich wel de gelijk bewust van wat liefde tussen man en vrouw in de maatschappij betekent. Dat deze kleine verleidster zich verdrinkt als zij de man op wie zij haar jeugdige zinnen gezet had niet krijgt, is weinig aanvaardbaar. Behal ve door de reeds genoemde ingenieur, wordt de achtergrond van deze meisjes gevormd door de vreemde juffrouw Amalia, die pianoles geeft en naakte mannen beeldhouwt - uit een boek overigens - en door een oude zee-ka pitein, Vader Fonteyn. Deze laatste is e/eneens een zeer fantastisch persoon, die evenwel niet vies is van een slokje van het een of ander. De ontijdige dood van Marianne haalt het gezel schap uit zijn romantische droom. Amalia, bekogeld door de dorpsjeugd, trekt de wereld ln. Fonteyn verliest zijn vrolijkheid en drinkt meer whisky dan ooit. Claudia weet ook dat voor haar het leven veranderd is: „De blin de kinderogen, die niet de werkelijke dingen zien. maar hun weerkaatsing op een lichtend scherm, waren opge broken". Jan van Ryssel. „Mensen in Nood". Kosmos. Amsterdam 1959. Dit is nu typisch de roman, die men het onderschrift „De goede bedoeling" Voor haar plegen de mannen die misdaad. De een wil zijn dochter laten sturen, de tweede houdt er een duur vriendinnetje op na, weer een ander hoopt zijn geliefde met bont en juwelen te kunnen veroveren en een vierde ziet als hoogste ideaal zich onafhankelijk te weten van zijn rijke, wrede echtgenote. En zo'n vrouw op de achtergrond is Melissa Stribbling, die in haar film carrière al heel wat met mannen te doen heeft gehad. Haar eerste film heette heel toepasselijk: The first gentleman"Later speelde ze in Wide Boyen weer later ontmoette ze een ander soort „heer", die „Drar cula" genoemd werd. De ziel van de inbraak in The league of gentlemenis Jack Haw kins, die o.a. wordt gesecondeerd door Nigel Patrick, Richard Attenbo- rough en Terence Alexander. zou kunnen geven. De schrijver heeft zyn boek opgezet met het goede doel aan te tonen hoe mensen door ongeluk hun ware aard tonen, ten goede of ten kwade. Het decor van de roman wordt gevormd door de overstroming van 1953 in Zeeland en tegen de achter grond van deze ramp staan zijn in (dubbele) nood verkerenden. Temid den van de ellende voltrekken zich de drama's in het leven van het echtpaar Van Gorssel en van de gemeente-amb tenaar Van Steenderen. Deze opzet is reëel genoeg en men zou zich kunnen voorstellen, dat dit alles zo gelopen is. Aan het gegeven ligt het dus niet. Dat het boek bij lezing toch niet bevredigt, komt omdat de schrijver zijn mensen niet heeft kunnen losmaken van zijn goede doel. Zij leven niet. Zy spreken en gedragen zich te cliché-achtig. Hier van zouden voorbeelden te over aan te halen zijn, maar dat heeft geen zin, want dit tekort vormt tevens het te kort van het hele verhaal. H. G. Cannegieter. „Vier schoten voor een vrouw". De Arbeiderspers. Amsterdam 1959. Aan het euvel van de cliché-achtig- heid lydt dit „Vier schoten voor een vrouw" in veel erger mate, want hier zit het cliché niet in de vorm, maar in de inhoud. H. G. Cannegieter heeft duidelijk iets op touw gezet. Geen en kele gemeenplaats heeft hij ongebruikt gelaten in deze levensgeschiedenis van de zoveelste zielige moordenaar. Ane Polstra is een „onecht" kind opge groeid in „het" armhuis. Natuurlijk slaat de vader van deze instelling erop los en is iedereen volkomen vervuild. „De" burgermeesterskinderen en „de" veldwachter lachen Ane uit. Als Ane na zyn diensttijd - hij is gebleken een scherpschutter te zyn, want dat heb ben we straks nodig om hem in het ge vang te krijgen - alleen gaat wonen in een keet in de polder, vraagt ieder ver standig mens zich natuurlyk af waar om hij niet ergens anders heen gaat dan precies naar dat dorp, waar hy zo ongelukkig geweest is. En als in de ge strande woonschuit de anarchistische harmonikaspeler en zyn vrouw Ymkje zyn naaste buren zyn, dan zien we het onheil al van verre aankomen. Want Noach wordt al spoedig naar Veenhuizen gesleept en Ymkje zoekt heul by Ane. Maar dan verschynt de sterke arm. omdat deze Ymkje haar vyf kinders in de steek heeft gelaten zonder eten. drinken of wat ook. Ymkje vlucht naar de vliering en Ane schiet iedereen morsdood. Op de dag van zyn ongewenste vryiating is Ane zo handig op onverklaarbare en dus onverklaarde wyze de laatste adem in zyn cel uit te blazen. Nu vraag ik U.. CLARA EGGINK i!JIIIIIIIIIIII!llllllllllllllllllllllllllllllllll!lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllll!llllllllllll!lllllllllllllllll lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllü Er zyn allerlei soorten vio len: groot- en kleinbloemige. Bekend zyn vooral de heerlijk geurende maartse viooltjes, die door de bloemist ook wel onder glas gekweekt worden. Die maartse viooltjes Viola odo- rata kan men ln verschil lende soorten bestellen; ze groeien prima en u moet ze als overbiyvende planten beschou wen. Als ze een goed plekje krygen, kunt u er jarenlang plezier van hebben. Wat dat goede plekje is? Liefst zo dat ze op het heetst van de dag in de schaduw staan; vroeg in het voorjaar vinden ze de volle zon wel prettig. Ze moeten dus by voorkeur aan de voet van een niet te dichte heester staan; als de viooltjes bloeien, is de struik nog zonder blad en als ze de volle zon niet graag meer hebben, beschermt het blad van die heester hen voldoende. Behalve het sterk geurende maartse viooltje, zyn er ook andere overblijvende soorten; soorten waarvan de bloemen ook min of meer geuren. Zy verlangen ook een plekje, dat ze 's zomers tegen de felle zon beschermt. Die overbiyvende soorten verlangen een goed vochtopgevende grondsoort en ook veel voedsel. Het is dus nuttig wat oude koemest onder te spitten: verse mest kan men beter niet gebruiken. Indien de grond voldoende humusrijk is. kan men ook heel goede resul taten bereiken met de bekende tuin- en gazonkorrelmest. Per vierkante meter heeft men hiervan ongeveer dertig gram nodig. Men zal dan later in het voorjaar nog enkele malen een lichte bemesting moeten geven. De overbiyvende soorten zijn ook volkomen winterhard. Het is dus niet nodig ze tegen de winter te beschermen. Overi gens kan het niets geen kwaad, indien er een groene sparretak overheen gelegd wordt. Tweejarige, grootbloemige violen komen nu ook te kust en te keur. Vraag er de bloe mist of de bloemenman maar eens naar; die zal al wel kis ten vol bloeiende planten heb ben. Weet u wel dat ze zo mooi zUn om er uw lege bloembak ken mee te beplanten? Doch verwijder dan eerst die oude uitgemergelde grond van ver leden jaar en zorg voor goede bloemistengrond. Ook goed be meste tuingrond kan er voor Violen in de bloembak. gebruikt worden. Het staat wel aardig als zo'n bak beplant wordt met allerlei kleuren, doch vooral geel en blauw doen het samen goed. G. KROMDIJK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 14