Een qoede man, een boze vrouw URSULA BLOEMBOLLENCULTUUR WOORD VAN BEZINNING ontwikkelt zich in vele delen van Australië Nederlandse grote attractie tulpei bevolking n vormen een voor Zaterdag 19 maart 1960 Wm Grote geesten, toch mensen (II) DIOGENES In de eerste helft van de vijfde eeuw voor onze jaartelling voltrekt zich een omwenteling in de Griekse politiek. Na vele onderlinge oorlogen sluiten de Griekse landmacht Sparta en de zeemacht Athene zich aaneen om gezamenlijk te verhinderen, dat de Perzische legers Griekenland overstromen en de vrije Grieken onderwerpen aan vreemde, Aziatische heersers. Na het gelukkige einde van de strijd breekt voor Athene een gouden eeuw aan. De handel over vrijwel alle zeeën van de toenmalige wereld brengt de stad tot grote economische bloei. Daarmee gepaard gaat een toenemende belangstelling van de bevolking voor het binnenlandse politieke leven, waarin het democratische element zich meer en meer doet gelden. En aan die groeiende belangstelling voor de politiek paart zich weer een algemene vraag naar wetenschap en ontwikkeling. Want men gaat inzien, dat het in deze tyd niet meer voldoende is van edele afkomst of een dapper krijger te zijn om in de volksvergadering zijn wil aan anderen te kunnen opleggen; het zün thans iemands kennis en woordkunst, die voor een goed deel bepalen, welke plaats hij zich in het politieke en maatschappelijke leven zal weten te veroveren. DE mannen, die zich tot taak stel len de Atheense jongelingschap de in deze omstandigheden on ontbeerlijke ontwikkeling en rede naarskunst bij te brengen, zijn de sofisten, de wijzen". Maar het is een povere wijsheid, die deze ge leerde marskramers, die van stad tot stad rondtrekken, voor klinkende munt aan de mensen aanbieden. Zij bekwamen hun leerlingen slechts in de kunst tegenstanders in verlegen heid te brengen door het aanvoeren van spitsvondigheden, of het stellen van strikvragen of het argumenteren met drogredenen. Naar ware wijsheid zoeken zij niet, tenminste op één na Die ene is Socrates, de zoon van een beeldhouwer en een vroedvrouw, de man van Xantippe, ,,de lastigste van alle vrouwen die er zijn, die er geweest zijn en die er nog zullen zijn", zoals de bekende Griekse ge schiedschrijver Xenophon het uit drukt. Geen gelukkig huwelijk SOCRATES en Xantippe waren bij de Atheense burgerij maar al te goed bekend. Socrates was een echt straattype, weinig thuis, altijd aan de wandel door de Atheense stra ten op zoek naar leergierige mensen, die naar hem wilden luisteren. Eten deed hij slechts als vrienden hem aan hun dis nodigden. Geld had hij dus niet nodig en hjj gaf zijn lessen dan ook kosteloos. Maar met zijn vrouw was het anders gesteld. Voor het in standhouden van haar huishouden had zij weinig aan een uithuizige man, die geen geld inbracht. Was het te verwonderen, dat zij hem het leven verzuurde met haar eeuwig geklaag en gezeur? Was het niet al leszins begrijpelijk, dat zij de las tigste van alle vrouwen uit het heden, verleden en toekomst werd? En was het niet evenzeer te begrijpen, dat haar man Socrates zich liever met zijn leerlingen onderhield dan met haar en dus ook meer op straat ver blijf hield dan thuis? Maar het waren niet alleen de Atheense jongelingen, die Socrates wilde onderrichten in de ware wijs heid. Brutaalweg placht hij ook voor name Atheense burgers aan te spre ken, hen vragen te stellen over hun overtuigingen en oordelen en hen dan de onjuistheid van die meningen te bewijzen. Een eigen mening stelde hij daar slechts zelden tegenover. „Het enige wat ik weet, is dat ik niets weet", zei hij altijd, maar hij liet er geen twijfel aan bestaan, dat dit dan altijd nog heel wat meer was dan de waanwijsheid van zijn ge sprekspartners. Dat hij zich op deze manier weinig populair maakte bij zijn voorname stadgenoten, laat zich gemakkelijk begrijpen. Zo bemind als hij was bij zijn leerlingen, zo gehaat was hij bij de aanzienlijke burgers. De toneel schrijver Aristophanes maakte daar handig gebruik van door in een revue de grote wijsgeer flink belachelijk te maken. Hoog boven het toneel in een mand toont hij zijn publiek een fi guur, die Socrates voorstelt. Op de vraag van een voorbijganger, of hij hem spreken kan, antwoordt Socra tes: „Zwijg, nietig schepsel, ik staar naar de hemel!" Maar tenslotte komt hij toch naar beneden en laat zijn bezoeker delen in zijn „wijsheid", door hem te leren hoe hij kan be wijzen, dat hij zijn schulden niet be hoeft te betalen Steeds meer Atheense burgers gin gen door deze „hetze" in Socrates een gevaar voor hun stad zien. Toen hij dan ook op 70-jarige leeftijd SOCRATES leerling van de grote Socrates, de eerste martelaar der wijsbegeerte. De volgende keer: Frivool comedieschrijver, bloedig politicus. PEENS kan een naam veelzeggend worden. Met verwondering spel je de lettergrepen. Je gaat denken. Vreemd., dat ik deze naam steeds voorbijgelopen ben. Dit is eenvoudig een ontdekking. Misschien betekent de naam, waarover het nu gaat, geen grote ontdekking voor U. U weet wellicht ook reeds, dat Ursula geschilderd staat op de boot aan het Galgewater, waar het zogenaamde bevolkingson derzoek plaatsvindt. U kent die boot. Meer boten in de wereld, vooral passagiersboten zo vertelde mij de eigenaar van de „Ursula" zijn zo ge noemd. En U kent ook het bevol kingsonderzoek. Het behoeft U toch ook niet meer gezegd te worden straks, als U de op roep krijgt om „gefotogra feerd" te worden, zonder enig bezwaar aan boord van de „Ur sula" te stappen? U zult wel licht, evenals ik, blij zijn dat deze controle weer plaats vindt, voor U zelf en voor anderen. Een dergelijk onderzoek op grote schaal is iets heel bijzon ders, maar wij die aan zoveel uitzonderlijke dingen gewend raken je kunt toch onmoge lijk bij alle moderne hulpmid delen nog tijd nemen om je te verbazen wij aanvaarden deze „doorlichting" als iets vanzelfsprekend s Mocht iemand niettemin be zwaren hebben, dan zal ik er graag tijd aan besteden om U de waarde van dit werk uit te leggen en U duidelijk te maken welke plicht en verantwoorde lijkheid U hierin, tegenover U zelf, tegenover medemensen en ook tegenover God hebt. Ondertussen staat op de boot, waar de apparatuur voor het bevolkingsonderzoek is onder gebracht de naam „Ursula". Voorzover U dat niet weet: Ursula is volgens oude verha len een Engelse koningsdoch ter. Zij ondernam een bede vaart naar Rome, omgeven door een stoet maagden. Ik heb een afbeelding gezien van haar vertrek. Een boot, hoog opgetuigd en met vele zeilen, vaart weg. Op de voorplecht Ursula. Rondom: haar bege leidsters. Allen hebben strakke, ernstige gezichten. Ieder houdt de handen, met de blanke slanke vingers tegen elkaar, voor de borst. Een gezamen lijk stil gebed om behouden vaart. Ursula en haar jonkvrouwen werden echter op de terugweg bij Keulen overvallen en ver- in 399 voor Chr. voor de recht bank werd gedaagd en op valse be schuldigingen werd veroordeeld tot het ledigen van de gifbeker, werd dat alleen door zijn trouwe leerlingen betreurd en door zijn vrouw Xan tippe. Het merendeel der burgerij was blij van deze lastpak af te zijn. De man in de ton MAAR Socrates mag al een last pak geweest zijn voor zijn schijnheilige, waanwijze stad genoten, zijn leven en dood maken op zijn leerlingen de Socratici een diepe indruk. Zij willen, evenals hij, strijden tegen de schijnwijsheid en vechten voor de waarheid. Dan zal de man, aan wiens leven door de beul een ontijdig einde werd ge maakt, voortleven in hun werk. Plato, de grootste Griekse wijsgeer, is zonder twijfel de bekendste volge ling van Socrates. Maar tot de volks verbeelding sprak hij veel minder dan de man, die evenals Socrates zelf een typische Atheense straatfiguur was: Diogenes. Uit de talloze anecdoten, die over hem de ronde doen, blijkt, dat hij in zijn afkeer van de moeite volle jacht naar wereldse verlokkin gen en bezit, zich erop toelegt zoveel mogelijk te leven als de dieren. Wonend in een ton en aldus een der bezienswaardigheden van het toen malige Athene vormend, ontvangt hü volgens een dier anekdoten op een goede dag bezoek van Alexander de Grote, die hem de vervulling belooft van elke wens, welke hü zal uitspre ken; Diogenes' enige verlangen is, dat de koning een weinig ter züde zal treden, opdat hü hem niet langer in de zon staat. Volgens een ander verhaal ziet Diogenes eens een jon gen, die water drinkt uit zün handen; dat is voor hem aanleiding, zün laatste „huisraad", een houten nap, te vernietigen, omdat ook zonder zo'n nap het leven mogelük is. Door der- gelüke dingen weet Diogenes de be langstelling en bewondering van zün stadgenoten op zich te richten en levendig te houden. Maar zün demon stratieve, vaak schaamteloze en op- zettelük aanstoot gevende levenswüze kan een wüs man als Plato niet om de tuin leiden. „Ik zie uw ü'delheid door de gaten in uw kleed heen", moet deze hem eens hebben toege voegd*. Die woorden geven inderdaad zeer juist het zwakke punt in Dioge nes' leer en leven aan.'Want het valt niet te ontkennen, dat hü bü al zün eenvoud en behoefteloosheid zich niet het genoegen ontzegt hoogmoedig neer te zien op zün aan wereldse ge noegens verslaafde medemensen. Anderzüds echter moet worden erkend, dat het van veel karakter vastheid getuigt, dat Diogenes hoon, spot en laster op de koop toeneemt om te kunnen leven zoals zün over tuiging hem dat voorschrüft. Hierin althans toont hg zich een waardig (Van onze correspondent in Sydney) Wanneer op 1 april a.s. een postkoets uit Istanboel vertrekt om „de eerste tulpenbol" naar Nederland te brengen, „zoals dit 400 jaar geleden gebeurde", en wanneer enige weken daarna traditiegetrouw het bloemencorso door de bollenstreek trekt, geheel anders en groot ser van opzet dan ooit, in verband met de viering van het honderd jarig bestaan van de Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloem bollencultuur, dan zullen weinigen onder het publiek, maar velen onder de bloembollentelers en -handelaren in een verloren ogenblik denken aan Australië, waar hun bollen eveneens in letterlijke en figuurlijke zin vaste voet in de grond hebben gekregen, 20.000 kilometer van hun teeltgronden verwijderd. In goudgele streden van de noorderzon Het zijn voornamelijk Nederlandse immigranten, die de stoot tot een Nederlands-Australische bloembollen cultuur hebben gegeven. Bollen-Hol- land moge dan al specifiek Neder lands zijn, ook in Australië bestaat sinds enkele jaren een „bollen-Hol- land". Ongeveer tien jaar geleden werd hiervoor de grondslag gelegd. Het vertrek van een Nederlandse deskundige naar het verre Australië vormde toen een uitzondering, waar over de achterblijvenden onder de bollentelers maandenlang niet uitge sproken raakten. Thans hebben al acht uit Neder land afkomstige kwekers in de buurt van Melbourne, in het zuiden, in Syl van een tulpenkwekerü gevestigd, waar een miljoen tulpen hun kleu rige tapüt vertonen en narcissen, hyacinten en krokussen groeien. Evenals in Nederland ontelbare scha ren belangstellenden naar de bollen velden trekken, zo ook brengen dui zenden toeristen in het Australische tulpenseizoen een bezoek aan deze ..Hollendse bollenvelden". In Sylvan heeft de Nederlandse im migrant C. J. Tesselaar o.a. zün kwekerü- Zij heet „Padua bulb nur series". Er hangt een bord, waarop staat „A silver coin in aid of the Red Cross" (een zilveren munt voor hulp aan het Rode Kruis). Het is een bü- drage, die Tesselaar vraagt van de bezoekers, een goede gedachte, die in het vrijgevige Australië niet na laat resultaat te oogsten. In het uiter aard korte tulpenseizoen werd het vorige jaar voor niet minder dan vüfduizend gulden aan penningskes büeengebracht in de busjes van het Rode Kruis op Tesselaar® bedrtff. Ook in het noorden Ook in het verre noorden bloeien de Nederlandse tulpen: onder de tro pische zon van het warme Queens land. Aan de „gouden kust" waar in de zomer honderdduizenden toe risten zich baden in de goudgele stra len van de noorderzon („noorderzon" is hier letterlük en niet figuurlük ge bruikt) bloeien de tulpen van de lage landen, en evenals in Neder land breekt er de branding aan de kust van het teeltgebied. De 43-jarige Koenraad van 't Hof büvoorbeeld heeft in Springwood (on geveer 40 kilometer zuidwaarts van Brisbane gelegen), niet ver van de druk bezochte badplaats Southport, een tulpenkwekerü op zün zes hecta ren grote boerderg'. Het vorige jaar heeft hü in Southport in een zaal van de Bond van Teruggekeerde Soldaten een tentoonstelling ingericht, waar duizenden tulpen werden geëxpo seerd, die de bewondering oogstten van de talloze bezoekers en bezoek sters, die opgetogen waren over de schitterende kleuren. Van 't Hof verkoopt tulpen en tul penbollen aan bloemenwinkeliers in Brisbane, hoofdstad van Queensland en ongeveer zo groot als Den Haag. De tulpen bloeien in deze streek van augustus tot oktober. Van 't Hof im porteert de bollen uit Nederland. Hij droogt ze gedurende de droge winter aan de gouden kust. In oktober zal hij nog eens zesduizend bollen uit Nederland laten komen. Aan het eind van dit jaar hoopt hij 20.000 tulpen op zijn bedrijf te hebben. In de ko mende tien jaar wil hij het areaal uitbreiden voor tweehonderdduizend tulpen. „Groot genoeg", zegt hij, „om er een goede broodwinning uit te halen voor mijzelf en mijn vier zoons'.' Mevrouw A. van der Gugten. voorheen Den Haag. heeft met haar echtgenoot D. M. van der Gugten. een Katwijker. die ruim vier jaar geleden nog een groentezaak dreef in het Haagse Statenkwartier, een tulpenkwekerij in Thulimba. Queensland. Mevr. Van der Gugten exposeert op tentoonstellingen, waar haar ..stand'' van bollen wordt opgevrolijkt met kleurige wandkleden, die Nederlandse bollenvelden weergeven. Men ziet haar hier bij zo'n stand samen met haar 22- jarige dochter Polly, in Volendams costuum, een attractie voor het Australisch publiek. Op het grote wanddoek boven in het midden staat vermeld: „Holland - tulpenland. Queensland kan ook een tulpen land zijn". moord. Het verhaal gaat ech ter verder en schildert hoe de oude stad Keulen bü een aan val van de vüand beschermd werd door een leger van enge len, even groot in aantal als de honderden jonkvrouwen van Ursula. De dood van Ursula wordt beschouwd als een martelaar schap. En een martelaarschap heeft toch wel algemeen deze betekenis, dat de dood het einde niet is. Zulk sterven heeft gevolgen. Het leven, de standvastigheid, de trouw van de Koningsdochter Ursula, werkt door. Niet alleen sche pen met name voor passa giers, die op pleizierreis zün ook ziekenhuizen dragen haar naam. En ieder van welke geloofsovertuiging of levens beschouwing ook zal respect hebben voor de zusters, die met het voorbeeld van haar schuts patrones Ursula voor ogen werken om zieken te helpen en te troosten. En verpleeg- sterswerk vraagt trouw, liefde, volharding, geduld. Ursula. De naam van een boot. Nu in deze weken zo nauw verbonden met de strüd tegen een gevreesde ziekte. Wie U ook bent en hoe U over Ursula en de verhalen over haar leven en dood ook denkt, wilt U ook standvastig zün in verantwoordelükheid en hulp voor de medemens? P. L. SCHOONHEIM, predikant Bü*. Kerkewerk Herv. Gemeente Leiden. Haagse groentenhandelaar nu bollenkweker Iets verder naar het zuiden, aan de hoofdweg van Brisbane naar Syd ney, heeft de 54-jarige Katwüker D. M. van der Gugten, die vroeger een groentenzaak had in het Haagse Sta tenkwartier, een tulpenkwekerü in Thulimba, een dorpje op drieduizend voet boven de zeespiegel. Wanneer men langs de weg Wjkt, ziet men er tussen het geboomte een bord han gen: „Dutch tulip nursery, tulips in flower, D. M. and A. van der Gugten, 200 yards" (Nederlandse tulpenkwe kerü, tulpen in bloei). Een pül wüst waar men rechtsaf moet slaan. Het bedrüf ls nog niet groot, maar de grondslag is gelegd en Van der Gug ten levert zün bollen al over geheel Australië. Zün vrouw heeft er een groot aandeel in en is op tentoonstel lingen altüd aanwezig met haar 22-ja- rige dochter Polly in Volendams kos tuum om in een speciale stand re clame te maken voor de Nederlandse bloembollen. Grote wandkleden, waarop Nederlandse bollenvelden in kleuren staan afgebeeld, versieren de stand. In Sydney houdt een der grootste warenhuizen elk jaar in oktober een tentoonstelling van Nederlandse tul pen. Het vorige jaar waren er vijf duizend geëxposeerd. Er was zelfs een heel sprookjeskasteel gebouwd van hyacinten. Grote wandschilde ringen verhoogden de Nederlandse sfeer, want op die wandschilderin gen waren natuurlijk weer kleurige tulpenvelden en ook windmolens af gebeeld. Blijdschap en zorg Langzaam maar zeker groeit in Australië, evenals elders ter wereld, een tulpenareaal en worden jonge kwekers opgeleid in het bedrüf van hun vader. Nog moet het merendeel van het plantmateriaal worden ge- importeerd uit Nederland, maar reeds zün de kiemen gelegd voor zelfstan dige kwekerüen van formaat. Voor de bloembollenhandelaars in Neder land biedt een dergelüke ontwikke ling zowel blüdschap als zorg: blüd- schap om de zich ontwikkelende ex portmarkt, zorg om de toekomst wanneer Australië eenmaal ln vol doende mate zün eigen materiaal zal kunnen kweken. Wat vroeger niet mogelük was, ziet men nu: de Australische landbouw- pers schenkt ruime aandacht aan de manier van planten en zorg voor de bloembollen. Maart is de beste plant- tüd voor bollen in Australië en wan neer straks het bloemencorso door de nauwe straten van Hillegom en Lisse rüdt, wacht men in Australi» verlangend op de foto's en films, die het festün ook voor de bewoners van dit werelddeel zullen openen. Men kan er zeker van zün, dat de Nederlandse tulpenkwekers in Austra lië de gedachte koesteren om eens ook hier een corso te organiseren, dat de rükdom van kleuren, beter dan ooit door de film mogelük is, voor de Australiërs zal ontplooien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 13