MILJARDEN
<:Door iedereen plaató aan efaótmaal der natuur
MORGEN KRIJGT VANDAAG GESTALTE
*ms?ï
DE EXPLOSIE NAAR
ALLE MENSEN
OP DE VELUWE
1 MAART 1860 - 1960 LEIDSCH DAGBLAD ECHO EN VISIOEN j
De menselijke bevolking van de aarde vertoont de neiging, steeds
sneller toe te nemen, zelfs in tijden dat desastreuze hongersnoden, ver
schrikkelijke epidemieën en voortdurende moordende oorlogen een
temperende invloed op deze stijging uitoefenden.
Betrouwbare cijfers over het verleden bestaan er niet. maar er
bestaan aanwijzingen genoeg voor de rechtvaardiging van het vol
gende beeld van de bevolkingsontwikkeling.
Ten tijde van het ontstaan van de landbouw, ongeveer negentig
eeuwen geleden, heeft de aarde vermoedelijk een bevolking van circa
tienmiljoen mensen geteld. Vermoedelijk pas 25 eeuwen later was
dit verdubbeld tot twintigmiljoen. Maar reeds 2000 jaar later ten tijde
van de bouw van de oudste piramiden was de volgende verdubbeling
tot 40 miljoen voltooid en reeds 15 eeuwen nadien in de tijd van
Koning Saul de daaropvolgende tot 80 miljoen. Bij het begin van onze
jaartelling, slechts 1000 jaar later, telde de wereldbevolking
160.000.000 zielen. Steeds korter werden dus de perioden van verdub
beling. en die ontwikkeling zette zich voort.
Ten tijde van Karei de Grote (na negenhonderd jaar) bracht de
volgende verdubbeling het aantal op 320.000.000. Weer verdubbeld
tot 640.000.000 was de wereldbevolking reeds 6 eeuwen later in de
tijd van Karei V en Hendrik VIII. Het midden van de vorige eeuw.
350 jaar later dus. vond de verdubbeling tot 1250.000.000 plaats, en
thans, een eeuw later, telt de wereldbevolking wederom het dubbele
daarvan. 2.500.000.000 zielen. Betrekkelijk korte tijd na de komende
eeuwwisseling zal dit vijfmiljard zijn.
Thans komen er per jaar evenveel mensen bij als de gehele wereld
bevolking ruim vijftig eeuwen geleden telde'.
De wereldbevolking breidt zich in een verbijsterend tempo uit. Zij
bedraagt thans ongeveer 2.500.000.000 zielen. Per jaar komen daar
ruim 25.000.000 bij. In de toekomst, wanneer vooral de medische
wetenschap nog groter vorderingen heeft gemaakt en de vruchten
daarvan aan een groter aantal mensen zullen toevallen dan nu. zal
deze toeneming ook procentueel nog veel sterker zijn.
De wereld van morgen is ook al houdt de mens op met het
kietelen van de staart van de oorlogsdraak bepaald niet een wereld
zonder problemen. Want die meerdere mensen hebben meerdere mon
den en die meerdere monden vragen om meer voedsel: iedere seconde
één mond meer. iedere dag ruim 75.000, ieder jaar ruim 25.000.000.
Is er plaats aan de dis van de natuur voor al deze mensen? Nu wel.
maar ook in de toekomst?
Het lijken beangstigende vragen.
Maar de deskundigen zijn hoopvol, vol vertrouwen zelfs. En zij
hebben cijfers en argumenten genoeg om dit vertrouwen te rechtvaar
digen. We behoeven zelfs niet erg in te schikken om voldoende plaats
te krijgen aan tafel!
Huidig grondgebruik
niet doeltreffend
Er zijn vele manieren, waarop de
voedselbehoeften van de steeds groeien
de bevolking bevredigd kunnen wor
den.
Wij willen het hier thans niet heb
ben over de zeer betreurenswaardige
omstandigheid, dat tegenwoordig een
groot gedeelte van de wereldbevolking
ondervoed is, terwijl men elders in
overvloed leeft. Dit is een economisch-
politiek-maatschappelij k distributie
probleem, dat los staat van het vraag
stuk van de voedselvoorziening als
geheel.
Tot dusver zijn wij voor de voedsel
voorziening aangewezen op slechts een
Het lijkt erg veel de hui
dige wereldbevolking van 2.5
miljard mensen. Maar die
overvloed spreekt alleen, om
dat er op bepaalde kleine ge
bieden (eoals de Randstad
Holland, Hongkong, New
York, Groot Londen etc.) zo
veel mensen bij eengedrongen
iconen, terwijl in andere ge
bieden (met dikwijls een
honderden miljoenen bevol
king zoals China en India)
honger geleden wordt, waar
door de aarde schijnbaar
niet voldoende voedsel op
kan brengen om deze tallo
zen in het leven te houden,
terwijl het eigenlijk gaat om
een distributieprobleem.
De betrekkelijk kleine om
vang van de wereldbevolking
wordt onder meer gedemon
streerd door het volgende.
De gehele huidige wereldbe
volking zou men op de Veluwe
kunnen plaatsen, waarbij ieder
een (van kind tot grijsaard)
driekwart vierkante meter ter
beschikking zou hebben. Op den
duur een vrij ongemakkelijke
situatie, maar dan staan de
mensen toch ook wel op een
uiterst klein stukje van een van
de kleinste landjes op die uit
gestrekte aarde.
Zet men alle mensen van
dit moment op een rijtje
naast elkaar, op een halve
meter afstand, dan slingert
deze rij zich dertig maal om
de aarde langs de evenaar.
Een dertig man dikke rij om
de evenaar: dat zijn alle
mensen, die zich nu over de
gehele aarde verspreid héb
ben.
Dichtbevolkt? Bepaald niet.
Alleen grond, welvaart en
voeding zijn op zulk een
merkwaardige wijze volko
men onevenredig verdeeld.
gering gedeelte van de slechts één me
ter dikke bovenste laag van het land
oppervlak der aarde. Daarin spelen
zich de natuurlijke processen af, die
onze plantengroei en onze veeteelt
mogelijk maken.
Gebruiken wij die beperkte „voe
dingsbodem" in de letterlijke zin van
het woord efficient?
Nee, zeer bepaald niet.
Het totale landoppervlak van de aar
de bedraagt ongeveer 13.5 miljard
hectare. Daarvan wordt ongeveer 3.7
miljard als teeltland of weideland op
het ogenblik gebruikt voor de voedsel
voorziening.
Driemaal zoveel
In de eerste plaats zou dit areaal
door ontginning aanzienlijk zijn uit te
breiden. Prof. dr. Fritz Baade, die zich
in vele landen (o.m. Amerika) bekend
heid heeft verworven als voedsel- en
landbouwdeskundige en thans direc
teur is van het Institut für Weltwirt-
schaft in Kiel, meent dat met de thans
bestaande technische hulpmiddelen de
hoeveelheid teeltland op aarde (1.3
miljard hectare), gemakkelijk tot het
drievoudige zou zijn op te voeren.
Bovendien zou de hoeveelheid weide
land met vergroting van de bestaande
omvang van de veeteelt' aanzienlijk
kunnen worden ingekrompen door toe
passing van moderne veeteeltmetho
den en vooral ook door mechanisering
van de landbouw, waardoor weideland
vrij zou komen, waarop thans trekdie
ren voor de landbouw grazen. Hierbij
moet uiteraard niet in de eerste plaats
worden gedacht aan het westen, waar
de landbouw reeds sterk is gemecha
niseerd, maar aan de andere gebieden
op aarde.
Door vermindering van het aantal
trekdieren ten behoeve van de land
bouw als gevolg van invoering van
mechanische middelen is in de afge
lopen veertig jaar reeds een land
bouwareaal van de totale grootte van
de landbouw gronden van Denemar
ken, de Beneluxlanden, Finland, Noor
wegen, Zweden en Engeland gewon
nen, aldus berekende hij in een artikel
over deze materie in „Wie leben wir
Morgen"?
Daarbij komt dan nog, dat het ren
dement van de thans in gebruik zijn
de landbouwgronden sterk kan worden
verhoogd door de toepassing van mo
derne bedrijfsmethoden, terwijl de
verdere ontwikkeling van de planten-
ziektekunde en ziektebestrijdingsmid
delen en bovendien een invoering van
deze middelen in de landbouw over
een groot deel van de wereld twaar
men thans uitsluitend roofbouw pleegt
en de natuur haar dikwijls weinig
economische gang laat gaan) daar
naast een bijzonder groot effect kun
nen hebben.
Het is. zo gezien, slechts een kwes
tie van efficiëntie en economie om de
voedselproduktie met de thans reeds
voorhanden zijnde middelen zover op
te voeren, dat daarvan een wereldbe
volking van niet 2'/j, maar 5 miljard
mense.i „tvoed zou kunnen worden:
niet voor een deel (zoals nu) onder
voed, maar volledig gevoed.
Schotels doorgeven!
De mensheid, groeiend in het (ver
snelde) tempo van vandaag, kan dus
nog tot ver voorbij de eeuwwisseling
zeker zijn van een plaats voor ieder
een aan het gastmaal van de natuur,
wanneer wij enige bereidheid tonen,
de schotels eerlijk te verdelen en de
volopgetaste schalen, welke voor onze
neus staan, ook eens door te geven
naar anderen.
Nieuw perspectief
Meer tot de verbeelding spreken
echter andere mogelijkheden, die reeds
nu gedeeltelijk binnen bereik komen.
De mensheid krijgt namelijk op korte
termijn de beschikking over middelen,
welke de natuur in de richting vao
overvloediger gaven kunnen dwingen.
Totnutoe leidde de mens met zachte
hand de natuur op het gebied van
voedselvoorziening, en gaf hij haar
ruimte. Nu begint hij gelegenheid te
krijgen de natuur te dwingen en in
eigen voordeel te veranderen!
Appels, die in Groenland kunnen
groeien, graan met dubbelrijke aren,
driemaal sneller groeiende en tot on
gekende omvang uitdijende gewassen
met extra hoge voedingswaarde, dat
zijn nu reeds de vruchten van proe
ven, die genomen worden door bota
nici van het Brookhaven National
Labatory in een uiterst merkwaardige
proeftuin op Long Island bij New York,
waarvan wij in de kop van dit artikel
een luchtfoto plaatsten.
In cirkelvormige bedden worden
daar gewassen gekweekt zoals de aar
de ze nog nimmer heeft aanschouwd.
In het centrum van deze cirkelvormige
bedden staat een buis op een betonnen
voetstuk. Daarin wordt met afstand
bediening iedere dag een brokje radio
actief kobalt gebracht, waarvan de
voor de mens op vrij grote afstand
nog zeer gevaarlijke straling urenlang
inwerkt op de gewassen, welke erom
heen zijn geplant of uitgezaaid.
Radioactieve straling heeft op het
leven zeer dikwijls tot gevolg, dat de
erfelijke eigenschappen veranderen en
dat dus sprongsgewijze mutaties van
nieuwe levensvormen uit bestaande
ontstaan. De ervaring heeft geleerd
(en de theorieën over de erfelijk
heid zijn daarmee in overeenstem
ming) dat dergelijke mutaties over het
algemeen schadelijk zijn, dat de
nieuwe soorten minderwaardig zyn. In
enkele gevallen komen echter gunstige
mutaties voor, veranderingen ten
goede, vormen die ook erfelijk hoog
waardige kwaliteiten bezitten.
De botanici van dit laboratorium
(en van soortgelijke instellingen in
Rusland) zijn erop uit, de wetten te
ontdekken, die deze mutaties beheer
sen, of eventueel door experimenteel
werk plantenrassen te kweken, die
voor de menselijke voeding bijzonder
gunstige eigenschappen bezitten. Daar
door zouden de oogsten in de wereld
veel overvloediger kunnen worden,
zouden plantenrassen (zelfs van geheel
nieuwe gestalte) gekweekt kunnen
worden, die voortreffelijke oogsten
aan hoogwaardige voedingsprodukten
opleveren op gronden, die voor de „na
tuurlijke" planten vrijwel waardeloos
zijn.
Men verwacht voorts, dat dergelijke
proeven ook in de dierenwereld merk
waardige resultaten kunnen opleveren:
kippenrassen met uitzonderlijke leg-
kwaliteiten, slachtvee met zeer bijzon
dere eigenschappen, hogere opbreng
sten in de zuivelsector e.d.
Teveel voor gebruik
Vermoedelijk zullen omstreeks de
eeuwwisseling de resultaten van deze
experimenten een zo grote stijging
van de voedselproduktie mogelijk ma
ken, dat de eerder genoemde middelen
tot uitbreiding van het voedselvoorzie
ningsareaal niet alle behoeven te wor
den verwezenlijkt.
En dan heeft men zelfs nog niet ge
bruik gemaakt van de grote mogelijk
heden tot vruchtbaar maken van grote
gebieden met behulp van atoomener
gie: deze onuitputtelijke energiebron
maakt het op den duur mogelijk, rivie
ren om te leggen, door afdammingen
warme en koude zeestromen te regu
leren, zelfs daardoor klimatologische
veranderingen in het leven te roepen.
Het herscheppen van de Sahara in een
lustoord is in de naaste toekomst een
zeer reële mogelijkheid!
Nieuwe tuinen in het
heelal
Mochten, over wellicht honderd of
meer jaar, ook deze thans ruim vol
doende mogelijkheden zijn uitgeput,
dan rest nog een ander middel om de
dan "misschien wel tienmiljard men
sen op dé aarde te voeden: een middel
dat misschien nu nog op fantasie lijkt,
maar dat even reëel zal worden als de
ruimtevaart.
Wanneer mettertijd de ruimtevaart
behoorlijk is ontwikkeld, zullen de
„retourschepen" uit de ruimte, die
goederen naar elders hebben gebracht,
op andere hemellichamen gekweekte
voedingsprodukten kunnen mee terug
voeren. De experimenten van het
Brookhavenlaboratorium kunnen zeer
wel dienstbaar worden gemaakt aan
het kweken van plantenrassen, die
onder de abnormale omstandigheden
op andere planeten bijzonder goed ge
dijen.
W« zouden dan een situatie zien
ontstaan, dat de aarde de ruimte
nederzettingen voorziet van hoogwaar
dige industrieprodukten. terwijl de
ruimte de mensen op aarde een be
langrijk gedeelte der voedingsgrond
stoffen levert. Een situatie, welke ana
loog is aan de huidige op aarde: de
wisselwerking tussen stad en platte
land.
Een fantasie?
Neen, een visioen.
U en wij zullen het niet meer met
eigen ogen aanschouwen, maar ons
werk van alle dag zal ertoe kunnen
bijdragen, dat de mensheid ook op
deze manier zijn nieuwe domein, dat
hij thans gaat ontsluiten, aan haar als
geheel ten goede gaat komen. Wordt
de mensheid uiteindelijk toch te tal
rijk voor de aardse dis alleen: welnu,
dan dekken mens en natuur ook ta
fels elders, of zij dekken de tafels op
aarde en sturen het voedsel naar hier
van de akkers elders.
Ook dan: er kan plaats genoeg zijn
aan het gastmaal der natuur.
Het merkwaardige van redelijk verantwoorde „visioe
nen'' is, dat zij niet visionair zijn, maar slechts een
„uitlichten" van enkele reeds bestaande of realiseerbare
wonderen uit de wereld-van-alle-dag en deze allemaal
samen in één verhaal combineren. Wat wij U op deze
toekomst-pagina's voorschotelen is inderdaad voor een
deel op de huidige dag nog niet te verwezenlijkenmaar
voor een zeer groot deel bestaat dit alles al. Wij
zouden kunnen schrijven over de droomkeuken van de
toekomst: die was al te zien op de tentoonstelling Het
Atoom op Schiphol. Wij kunnen schrijven over de fantas
tische wegen- en viaducten-complexen in de steden van
de toekomst: die bestaan al, hoewel nog niet in Leiden,
Alphen, Katwijk, Amsterdam of Gouda.
Dit zouden wip willen opmerken naar aanleiding van
bovenstaande tekening: een visioen van een stad in de
toekomst. Maar die beelden als deze zijn hier en aaar
reeds werkelijkheid. Dit beeld is voor Leiden toekomst,
maar voor de mens het heden.
Men zou kunnen zeggen, dat „morgen vandaag
gestalte krijgt". Dat moet men in het oog houden bij
het afwegen van de geloofwaardigheid van talloze
voorspellingen, welke in deze zich explosief ontwikke
lende samenleving worden gedaan. Morgen krijgt van
daag gestalte. Zelfs dat beeld van „morgen" doet wel
licht wat vreemd aan. Schiet niet te lichtvaardig in
de lach, wanneer wij nu en dan het beeld van „over
morgen" proberen te schilderen. „Morgen" zal die
hoonlach waarschijnlijk veranderen in een blijde lach,
want morgenen „overmorgen" hebben heel wat voor
U in petto, wanneer U bereid bent de toekomst met een
open geest tegemoet te treden.
1I»W
ftitê»
tmw