Thor Heyerdahl HET SEXTANT IONESCO valt in nieuw stuk de totalitaire mens aan ZATERDAG 6 FEBRUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Egner boekt grote sucessen met „De Rovers''' en een poppenspel verraste Oslo met zijn film over Paaseiland Hoe tverkt het Rhinocerosstelt toeschouwer voor tal van verrassingen poolster| jp- horizon OOK WORDT OVERDAG DE ZONNEHOOGTE I GEMETEN EN DAARUIT MET BEHULP VAN I TABELLEN EN CHRONO-METER (TIJDKLOK) I DE PLAATS WAAR MEN ZICH BEVINDT I NAUWKEURIG BEREKEND. (Van onze Scandinavische correspondent) Met enorme rode letters staat er aan de Oslose hemel „+3 graden En als ik mijn blik iets verder laat dwalen, ontwaar ik tegen het donkere' uitspansel de gele cijfers en wijzers van een klok, zodat men reeds van het vallen van de schemer af, die hier nog steeds veel vroeger dan in het vaderland begint, op allerlei wijzen weet „hoe laat" het is. De plus drie graden betekenen weggedooidc sneeuw, die nog geen etmaal het stadsbeeld heeft verfraaid, en een onaangename mist, die in het dal, waarin de stad Oslo is gelegen, het ene uur na het andere blijft hangen en de vliegtuigen aan de grond houdt. De mist betekent ook verkouden mensen, influenza, keelontstekingen en wat niet al. Een van de slachtoffers is ook Thor Heyerdahl, die door zijn voormalige expeditie-arts dr. Gjessing in ijltempo wat opgekalefaterd van 39 graden koorts roodneuzig en in miesrabele conditie zijn hoge gasten. Koning Olaf, Kroonprins Harald en Prinses Astrid ont ving, die zich voor de wereldpremière van Heyerdahls documentaire over Paaseiland naar het Klingenberg-theater hadden begeven, waar ook vele leden van het corps diplomatique en mensen uit wetenschap pelijke- en kunstenaarskringen acte de présence hadden gegeven, terwijl bovendien Heyerdahls wetenschappelijke medewerkers uit Amerika en uit Noorwegen bijna compleet aanwezig waren, zo goed als de bemanning van zijn expeditieschip. De maquette van het draaitoneel voor Thorbjorn Egners Comedie voor kinderen „Burgers en rovers van Kardemomma". Belangstelling in liet buitenland Heyerdahls fotograaf Erling Schjer- ven nam gedurende de een jaar du rende expeditie naar Paaseiland en de westelijker gelegen eilanden van Poly- nesië, dikwijls onder zeer moeilijke omstandigheden zoals de film ons dui delijk toont, niet minder dan 42.000 meter smalfilm op, die in Stockholm tot een normaalfilm is vergroot en tot een lengte van 2350 meter is vermin derd. Het resultaat werd een ongemeen boeiende kleuren-geluidsfilm, die niet alleen Heyerdahls wetenschappelijke, archeologische resultaten duidelijk in het licht stelt, maar ook het leven van de Paaseilanders zelf in hun relatie tot de expeditie tekent. Heyerdahl toog, zoals menigeen zich wellicht zal herinneren, door het lezen van zijn thans in 23 talen vertaalde bestseller „Akun-Aku, de geheimen van Paaseiland", naar Paaseiland en an dere eilanden in de Pacific om er - nu op archeologisch terrein - aanwijzin gen en bewijzen te halen voor de juist heid van zijn theorie over de wijze waarop de eilanden in de Grote Oceaan bevolkt zijn geworden en om te zien of hij misschien iets zou kun nen ontsluieren van hun geheimen en raadselen. Correcties nodig Het Paaseiland werd op Pasen van het jaar 1722 door de Zeeuwse notaris en jurist Jakob Roggeveen ontdekt. Heyerdahl heelt ter gelegenheid van de première ontsluierd, dat hij teza men met zijn wetenschappelijke mede werkers thans bezig is de laatste hand te leggen aan een wetenschappelijk werk over de resultaten van de expe ditie welke neergelegd zullen worden in twee boekdelen, uit te geven door een van Amerika'8 universiteiten. De resultaten, die zo langzamerhand be kend worden, zijn van die aard, dat encyclopedieën met een wereldnaam correcties wensen aan te brengen in hun uitgaven. En dat een ervan Heyerdahl zélfs heeft verzocht het onderwerp Paaseiland opnieuw te schrijven. Heyerdahl heeft zijn film zelf van commentaar voorzien, en door de on opgesmukte, nuchtere wijze waarop Heyerdahl dit doet, treedt de fantasti sche realiteit in kleur en beeld, op en onder de bodem van Paaseiland des te scherper en indringender naar voren. Koning Olaf, de beschermheer van de expeditie, aan wie Heyerdahl evenals zijn boek ook zijn film heeft opgedra gen, applaudisseerde dan ook spontaan en hartelijk toen de film was geëin digd en Heyerdahls laatste commen taar verklonk. Aan de film over Paaseiland ging een korte kleurenfilm vooraf, die door Lauritz Falk in opdracht van de SAS was gemaakt en in de vorm van een soort beknopt ballet de ontwikkelings gang van het vliegtuig tot en met het straalvliegtuig schilderde. Een juweeltje Niet alleen in het Klingenberg- theater vierde de kunst hoogtij, maar ook (voor de kleinere luiden) het Pop pentheater, waar de duizenkunstenaar Thorbjöm Egner zijn poppenspel „Klaasje Klautermuis" en de andere dieren van het Hakkebakkebos" ten tonele voert. Hij heeft zelf eerst het boek geschreven en daarna het pop penspel. Hij heeft de talrijke liedjes gecomponeerd, de decors gemaakt en tenslotte ook nog de poppen vervaar digd, die allerlei dieren uit het bos voorstellen, en waarin Klaasje Klau termuis de hoofdrol speelt. Het is een juweeltje van een poppenspel gewor den, met decors zo charmant en snoe zig, dat de kinderen en de haast even talrijke ouders van verrukking telkens weer maatvast in de handen klappen als Klaasje weer eens een lied jet zong. Nu en dan richten de dieren ook het woord tot de jeugdige toehoorders om ze antwoorden te ontlokken. En het is wonderbaarlijk te beluisteren hoe lo gisch de antwoorden van de kinder schaar zyn. Er zijn kinderen bij van vijX jaar die hier hun uiteraard eerste kefthismaking met „het toneel" krij gen. De revers van Kardemomma Het vermaarde Nasjonaltheater, het grote traditierijke toneelgezelschap van Oslo, heeft een ander stuk van Egner, door volwassen kunstenaars opgevoerd, al zeer geruime tijd en bij herhaling op het programma. Het is „De rovers van Kardemomma", een verhaal over rovers, die als huisdier een leeuw hou den, maar later toch nog nette burgers van het stadje Kardemom worden. Op een draaitoneeltje spelen zich hier de meest kleurrijke en vrolijke scènes af, waarbij het duizendkoppige, jeugdige maar voor een groot deel ook volwas sen publiek een paar uur van groot kunstgenot beleeft. Het stuk is in Noorwegen nu al ongeveer 400 keer vertoond! In Odense in Denemarken, de stad van H. C. Andersen, die in Egner zijn evenknie heeft en waar nog maar kort geleden de première plaats vond, is het stuk nu al 55 maal opge voerd, meestentijds voor een uitver kocht huis. Ook de televisie heeft zich natuurlijk van „De Rovers" meester gemaakt, terwijl alle zenders van ge heel Noord-Europa het radiospel bij herhaling in allerlei Scandinavische talen en dialecten en in het Fins en IJslands hebben uitgezonden! „De Rovers" is nu ook in het Duits verschenen en heeft een buitengewoon succes. Opvoeringen zijn in Engeland en Duitsland in voorbereiding. Wij mogen dan ook stellig zeggen dat Thor Heyerdahl en Thorbjorn Eg ner beslist de twee populairste mannen van Noorwegen, zo niet van Scandi navië zijn! Wie na dit alles nog meer wil genie ten kan heel misschien nog een staan plaats veroveren voor „My fair lady". Ook daarvoor is namelijk de publieke interesse enorm groot. De eerste twee maanden zijn er voor de weekeinden geen kaarten meer te krijgen! HET INSTRUMENT BESTAAT UIT EEN FRAME MET EEN CIRKEL VORMIGE RAND, WAARAAN EEN DRAAIBARE WIJZER (ALHIDADE) BEVESTIGD IS. OP HET DRAAI PUNT VAN DE WIJZER IS EEN GEMONTEERD, DE GROTE SPIEGEL, AAN HET FRAME IS VERDER NOG EEN KIJKER GE KLEMD EN IN HET GEZICHTSVELD DAARVAN EEN TWEEDE SPIEGEL, DE KIM-OF HORIZON-SPIEGEL. DEZE IS SLECHTS VOOR DE HELFT SPIEGELEND, DE ANDERE HELFT IS DOORZICHTIG.... OM NU BIJ VOORBEELD TE METEN HOE HOOG EEN STER BOVEN DE HORIZON STAAT, DRAAIT MEN EERST DE WIJZER IN DE NULSTAND EN RICHT DE KIJKER OP DE HORIZON. NU STAAN BEIDE SPIEGELS EVEN WIJDIG EN EEN LICHSTRAAL (H1) KAATST VAN DE GROTE SPIEGEL NAAR DE KIM-SPIEGEL EN ZO IN DE KIJKER. DOOR DE KIJKER ZIET MEN DAN DE HORIZON LANGS H2 WEER SPIEGELD EN LANGS H1 DOOR HET DOORZICH TIGE GEDEELTE VAN DE KIM- SPIEGEL NAAST ELKAAR.... Thorbjorn Egner met twee figuren uit zijn poppenspel „Klaasje Klautermuis en de andere dieren van het Hakkebakkebos" (Van onze Parijse correspondent, Frank Onnen) In de (nobele) wedkamp tussen de drie Parijse staatstheaters heeft dat. waarover Jean-Louis Barrault sinds dit seizoen de scepter zwaait, een nieuwe overwinning geboekt. Zijn Théatre de France zoals deze vroegere studentenschouw burg nu is omgedoopt -staat ontegenzeggelijk aan de top. Claudels „Tête d'Or". Anouilhs „Mademoiselle Molière" en nu Ionesco's „Rhinoceros", de stukken die hij hier op zijn repertoire heeft ge plaatst, behoren mogelijk geen van drieën tot de sterkste en persoon lijkste of rijpste uitingen van deze auteurs. Doch in die drie gevallen heeft Barrault aangetoond, hoe een waarlijk groot regisseur méér dan als een dienaar als een creatieve aanvulling van een dramaturg kan optreden .zodat diens tekorten in de glans en de fantasie en de superieure vertolking van een voorstelling (bijna geheel) blijken te kunnen worden opgelost! discussies gevoerd over de verschillen de raskenmerken van rhinocerossen met één en twee hoorns op de neus. Jean-Louis Barrault met de rhino ceros in het nieuwe, gelijknamige stuk van lonesco. Voortzetting van de lijn van vorig stuk Het nieuwe stuk van lonesco zet de lijn van zijn „Tueur sans gages", dat het vorige jaar zijn première beleefde, voort, in die zm, dat de periode van een zeker experimenteel avant-gar dism e in zijn oeuvre nu wel afgeslo ten lijkt. De structuur is klassiek overzichtelijk, de personages, met ais hoofdpersoon Bérenger (door Bar rault zelf gespeeld), die we uit de Tueur al kenden, zijn in hun karikatu rale trekken niettemin scherp en dui delijk getekend en vooral: er wordt hier nu geen meer of minder zin volle wartaal meer uitgeslagen. En het symbolisme tenslotte is niet langer meer een slot, waarop zeven of meer sleutels passen. lonesco is voor ieder, bijna op het eerste oor, begrijpelijk geworden. Wan neer het gordijn gehaald is, zit men tegenover zo'n Frans dorpspleintje met twee café's en een groentewinkel, dat decorateur Noël van Rosseau le Doua nier had kunnen kopiëren. Berenger slordig gekleed, zit met een vriend te praten, die hem zwaar onder handen neemt vanwege zijn ongepoetste schoe nen, de afwezigheid van zijn stropdas, de valse plooien in zijn pantalon, zijn erkende vreugde in de alcohol, kortom zijn nonchalante levenswandel. De vriend is dus een moralist, die Béren ger de les leest, een les vol platitudes en gemeenplaatsen zoals lonesco gekruid met een sneufje ironie zo meesterlijk weet te typeren. Afschuwelijk. Harde schubbetjes. Temidden van de huisbakken con versatie der beide vrienden, wordt het dorpsplein dan plotseling opgeschrikt door een hollende juffrouw, die gilt dat ze. een paar straten verder, zo maar in vrijheid een rhinoceros heeft ontmoet. De dorpsgenoten lopen op een hoek van het plein te hoop, waar ze in een wolk van stof nog juist het vluchtende monster zich zien verwijde ren. Een paar uren later is er een tweede rhinoceros gesignaleerd. Of was het misschien dezelfde? En waar komt het beest vandaan? De volgende dagen worden er steeds méér rhinocerossen in het plaatsje gezien en ze beginnen zo dus bijna een verschijnsel te wor den, waarmee men vertrouwd raakt!! Men begint aan ze te wennen. De vraag naar hun herkomst wordt niet meer gesteld. Wel worden er eindeloze Tot nu toe had Bérenger zich nogal ongeinteresseerd buiten al die twistge sprekken gehouden. Op een ochtend voelt hij de behoefte een vriend op te zoeken, van wie hh a. een tijdje niets meer had gehoord. Kij wordt onvrien delijk, onheus en bijna honds ontvan gen, en Bérenger vindt dat wel even verwonderlijk van de zijde van de man, die altijd zo'n trouwe, hartelijke mak ker van hem is geweest. Wanneer de vriend eindelijk humeurig zijn bed ver laat en zich gaat aankleden en was sen, vallen Bérenger een paar opmer kelijke dingen op. Ongegeneerd staat de vriend zijn borst en zijn benen te krabben en hij ziet hoe diens huid met kleine harde schubbetjes is be dekt. Hij draagt een verband op het voorhoofd en wanneer hij in zijn was- cel staat hoort Bérenger hem loeiende geluiden slaken. Er kan bij het af scheid geen twijfel meer over bestaan: zijn vriend is bezig rhinoceros te wor den! Op zijn kantoor 's anderendaags, worden de disputen over de één en de twee neushoorns hervat. De echtge note van een collega komt in hoog- nerveuze stemming binnenvallen: of haar man soms hiér is, want hij deed gisteravond al zo raar. Zware hoofd pijnen, een verdroogde huid, een stem die alsmaar oversloeg en vooral een manier van optreden waar iedere ge voeligheid aan ontbrak. Terwijl ze die diagnose aan het stellen is. hoort men een razend lawaai in de gang. Als ze gaan kijken, zakt juist, het trappenhuis met denderend geraas in elkaar. De komende dagen worden ook de bureau chef, de typiste, de jongste en de oud ste bediende rhinoceros, en zelfs die eerste vriend die zo nauwkeurig wist hoe het allemaal in het leven hoorde, volgt niettemin datzelfde voorbeeld. Toch weer alleen Bérenger krijgt nu ook wat last van migraine en heeft een doek om zijn voorhoofd gebonden. Zou hij soms..? Maar nee, hij werpt met afkeer die gedachte van zich af. Hij wil geen monster worden. Hij hoopt en gelooft in de liefde met zijn jonge vrouw een mens te kunnen blijven. Een heel ge woon mens. een mensje maar. Terug getrokken in zijn kleine flatje als een eiland tussen dat barbaarse rhinoce- rossengeweld. en terend op dat be scheiden beetje menselijke geluk. Maar dan vertrouwt zijn vrouw hem op een kwade morgen aan het ontbijt toe dat, welbeschouwd, een rhinoceros dan toch maar een fors en zelfs indrukwekkend dier is, en dat ook zij diezelfde fatale weg opgaatBérenger is dan wéér alleen, zoals hij ook alleen stond in zijn strijd tegen de moordenaar die in Ionesco's vorige stuk ongestraft een hele stad kon uitmoorden. En zo is dan ook hier dus opnieuw Ionesco's thema: de eenzaamheid van de mens, zijn machteloosheid tegen het hordewezen, het totalitarisme, het botte geweld, waartegen de burger vrijwillig ontwapent, abdiqueert. Ieder obscurantisme waardoor het contact met zijn eerste stukken velen nog zo moeilijk werd gemaakt, is in Rhino cerosafwezig: lonesco heeft hier in de vorm van een gedramatiseerde fabel een beangstigend probleem aan de orde gestéld dat ook na Hitiers Duitsland, zijn actualiteit, helaas, nog altijd niet verloren heeft Het dorpsplein, kort voordat het door de eerste rhinoceros zal wor den opgeschrikt. Ilicht van ster^^^ NU DRAAIT MEN DE WIJZER MET DE GROTE SPIEGEL TOT DE STER IN DE KIJKER TE ZIEN IS OP DE SPIEGELENDE HELFT VAN DE KIM- SPIEGEL, NAAST DE HORIZON DOOR HET DOORZICHTIGE DEEL. MEN KAN NU OP DE GRAAD VERDELING ZIEN HOEVEEL DE WIJZER GEDRAAID IS, DAT IS DAN PRECIES DE HELFT VAN DE HOOGTE VAN DE STER. OM NIET MET TWEE TE HOEVEN VERMENIGVULDIGEN HEEFT DE SCHAALVERDELING DE DUBBELE WAARDE VAN DIE OP EEN GEWONE GRADENBOOG. HET SEXTANT WORDT VOORNAMELIJK GEBRUIKT VOOR DE PLAATSBEPALING (NAVIGATIE) OP ZEE. RICHT MEN OP DE POOLSTER, DAN ZIET MEN DEZE OP EVENVEEL GRADEN ALS MEN VAN DE EQUATOR (EVENAAR) VERWIJDERT STAAT....

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1960 | | pagina 16