Goede behuizing dient vorming van studerende
jeugd waaraan Nederland grote behoefte heeft
Originele begroting en
ongedwongen contact
Vraagstuk nieuw voor ons land
DRUKKE TIJDEN
DEZE DAGEN
Officiële publikaties
Opgericht 1 maart 1860
Vrijdag 29 Januari 1960
Tweede blad no. 29961
Prins Bernhard bij opening Sterflat:
„Wil Nederland in de wedloop tussen de vol
keren kunnen blijven meedoen, dan is het nodig,
dat wij beschikken over een studerende jeugd, die
een zo volledig mogelijke vorming krijgt. Kennis
is nodig en goed, maar mensenkennis is even
nodig en even goed. Studentenhuizen als de ster
flat kunnen bijdragen tot nauwer contact tussen
de studenten onderling en daardoor tot hun vor
ming als mens". Met deze woorden als besluit van
zijn toespraak opende gistermiddag Prins Bern-
hard de eerste Leidse studentenflat aan de klik-
spaanweg op de hoek van Haagweg en Churchill-
laan.
Deze opening-op-verre-afstand (bij de Chr.
Huishoudschool aan de Toussaintkade) werd ge
volgd door een tocht te voet naar de Sterflat, waar
de Prins op originele wijze zowel letterlijk als
figuurlijk een vurige ontvangst ten deel viel. Hij
bezichtigde grote delen van het studentencomplex
en onderhield zich geruime tijd met de bewoners.
Zo kwam men tot het scheppen van
de mogelijkheid tot meer leiding bij
de studie. De studenten-decaan, tot
wie de student zich met moeilijkheden
van studie of anderszins kan wenden,
deed op verschillende plaatsen zijn in
trede. En tenslotte werd het vraagstuk
van de studenten-huisvesting aange
pakt.
Natuurlijk speelde hierbij de woning
nood onder de studenten een zeer grote
rol. De toestand was en is nijpend.
Maar daarnaast is toch ook de opzet
van speciale studentenhuizen deze, dat
daarmede de mogelijkheid wordt ge
schapen om studenten, die om welke
reden ook, geen lid zijn van, of geen
actieve rol kunnen spelen in een stu
dentenvereniging, in zo'n huis onge
dwongen samen te brengen met ande
ren en zo te komen tot wederzijdse
opvoeding.
De woningnood onder de studenten
lenigen en de schadelijke vereenzaming
van de individuele student tegengaan
dat zijn de idealen, die aan hen, die
het vraagstuk van de studentenhuisves
ting ter hand nemen, voor ogen ston
den.
Prins Bernhard werd omstreeks vijf uur in de Chr. Huishoudschool begroet,
nadat de genodigden reeds enige toespraken in de hal hadden aangehoord. Hy
werd verwelkomd door de voorzitter van de Stichting Leidse Studentenhuisvesting
prof. dr. D. J. Kuenen, die de aanwezigheid van de Prins een eer en een vreugde
achtte, in het bijzonder omdat hierdoor een incidentele plechtigheid uitgroeide
tot een gebeurtenis van grote waarde.
Prins Bernhard verklaarde gaarne
bereid te zijn geweest tot opening van
de sterflat omdat dit de gelegenheid
bood enkele opmerkingen te maken
over de grote betekenis van het vraag
stuk der studentenhuisvesting in het
algemeen.
Tot voor kort bestond dit vraagstuk
nauwelijks, werd het althans niet als
een probleem gezien. De jaren door is
nu eenmaal in ons land de verant
woordelijkheid voor het persoonlijk wel
zijn en de vorming van de student hele
maal aan hemzelf overgelaten.
Dit in tegenstelling tot vooral de
Angelsaksische landen en tegenwoordig
ook verschillende landen in Zuid-Ame-
rika, waar het samenwonen van de stu
denten in colleges en een onder leiding
studeren van oudsher bekende zaken
zijn. In die landen draagt de universi
taire gemeenschap een deel van de
verantwoordelijkheid voor de student.
In Nederland bleef die gemeenschap
passief.
zou kunnen brengen voor de student
zelf, voor de universitaire gemeenschap
en daarmede voor het land als geheel.
Het volstrekte laissez faire werd ook
hier als principe losgelaten.
Twee oorzaken
Tweeërlei oorzaak valt voor deze
herziening (van wat vroeger een on
wrikbaar standpunt scheen) aan te
wijzen.
In de eerste plaats de enorme uit
breiding van het aantal studenten, een
toename, die nog steeds doorgaat en
in de komende jaren zelfs nog ver
sterkt zal worden als de golf van kort
Prof. Kuenen rechtsen archi
tect Postel (links) geven Prins
Bernhard en wethouder Jongeleen
uitleg bij de maquette voor de ver
dere uitbreiding van het studenten
complex.
(Foto L.D./Holvast)
na de bevrijding geborenen de studen
tenleeftijd heeft bereikt.
In de tweede plaats het gelukkige feit,
dat jonge mensen uit kringen, die vroe
ger niet in staat waren om hun kinde
ren universiteit of hogeschool te doen
bezoeken, thans daartoe wel in de ge
legenheid worden gesteld. Voor die
massa èn voor hen, die geen universi
taire traditie uit het ouderlijk huis heb
ben medegekregen, diende iets te wor
den gedaan, dat hen maakt tot méér
dan alleen de college-loper, die tenslotte
zijn academische graad haalt.
Voldoening en een beroep
Het stemt tot grote voldoening, dat
het bedrijfsleven het nationale belang
van de .complete" student heeft inge
zien en miljoenen bijeen heeft gebracht
voor de financiering van studentenhui
zen, waaronder deze sterflat.
De Prins deed een beroep op allen,
die in de toekomst benaderd zullen
worden, om met dezelfde gulheid te
geven. Want wy zijn er nog lang niet,
ondanks alles wat er al gebeurd is en
nog gebeurt.
Wil Nederland in de wedloop tussen
de volkeren blijven meedoen, dan is
het nodig, dat wij beschikken over een
studerende jeugd, die een zo volledig
mogelijke vorming krijgt. Kennis is no
dig en goed, mensenkennis is even
nodig en even goed.
Nieuwe taak
De bestaande gezelligheidsverenigin
gen hebben hier een grote taak, maar
zy kunnen die taak alleen niet meer af.
Studentenhuizen als deze sterflat kun
nen, naast byvoorbeeld gezamenlyke
sportbeoefening en gezamenlyke eetge-
legenheden, bijdragen tot nauwer con
tact tussen de studenten onderling en
daardoor tot hun vorming als mens.
Het was daarom dat de Prins met
vreugde deze in Nederlands oudste
studentenstad gebouwde studentenflat
voor geopend verklaarde.
Wie er waren
Prof. dr. D. J. Kuenen had als voor
zitter van de beherende stichting de
reeks toespraken geopend met een wel
komstwoord tot de genodigden, onder
wie zich bevonden minister Cals van
het Departement van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen, dr. A. J. Pie-
kaar, de chef van de afdeling hoger
onderwijs en wetenschappen van dit
departement, vertegenwoordigers van
het Departement van Financiën, de
waarnemend Commissaris der Konin
gin in Zuid-Holland mevr. Chr. A. de
RuyterDe Zeeuw, de president-cura
tor van de Leidse Universiteit dr. J. E.
baron de Vos van Steenwijk en enkele
curatoren, de rector magnificus prog.
mr, J. E. Jonkers en zeer vele senaats
leden, de voorzitter van het curatorium
van de Centrale Stichting Studenten
huisvesting prof. dr. C. J. F. Bötcher,
de burgemeester van Leiden jhr. mr.
F. H. van Kinschot en de architect de
heer H. Postel, terwijl voorts onder
meer aanwezig waren leden van het
bestuur van de lustrumvierende VVSL
en van het Collegium van het LSC, be
nevens vertegenwoordigers van de we
tenschappelijke staf en andere univer
sitaire organisaties.
Waardering
Prof. Kuenen herinnerde er aan, dat
deze opening de kroon betekende op
acht jaar moeizaam werk en bracht
bijzondere hulde aan mr. J. Drijber,
die de ziel van dit project is geweest.
Dé drie benodigde zaken voor de ver
wezenlijking der plannen: een bouw
plan, grond en geld. zijn uitstekend ver
zorgd door de architect H. Postel, de
gemeente Leiden, die voor 200.000 gul
den aan grond beschikbaer stelde en
het Rijk en het bedrijfsleven, die grote
financiële offers hebben gebracht. De
zeer grote lening, welke voor de bekos
tiging gesloten werd bij het Burgerlijk
Pensioenfonds, legt zware verplichtin
gen op de schouders van de stichting,
die echter het vertrouwen heeft deze
verantwoordelijkheid aan te kunnen.
Dank bracht spreker voorts aan de
uitvoerder Van der Wiel en de onder
aannemers
Prof. Kuenen sprak de hoop uit, dat
de 222 studenten, die in de sterflat een
uitnemende huisvesting vinden, het
werk van de huisvestings-stichting zul
len bekronen door zich in dit studenten
huis werkelijk student te voelen.
Bekroond begin
De president-curator dr. J. E. baron
de Vos van Steenwijk, merkte op, dat
deze opening, hoewel de bekroning op
veel arbeid, slechts een begin betekent
jn ruimer opzicht. In de komende tien
jaar zal nog voor 2200 studenten in
Leiden huisvesting gevonden moeten
worden, waarvoor ruim twaalf miljoen
aan Rijkssubsidie op bijna twintig mil
joen aan bouwkosten benodigd is. Meer
dan waar ook is bij deze opening het
gezegde dankbaar maar niet voldaan"
van toepassing.
Na een aanvankelijk afwijzende hou
ding heeft ook de regering beseft, dat
verantwoordelijkheid voor de Universi
teit meebrengt verantwoordelijkheid
althans voor de huisvesting van studen
ten, om nog maar te zwijgen over die
der hoogleraren, leden van de weten
schappelijk staf en anderen. Zeer dank
baar mag de Universiteit zijn, dat ook
het bedrijfsleven een verantwoordelijk
heid op dit gebied heeft aanvaard en
daardoor als motor heeft gefungeerd
voor wat tot stand is gekomen.
Het huisvestingsprobleem hangt ten
nauwste samen met andere vraagstuk
ken in de studentenwereld. Zonder zich
te wagen aan een uitspraak over de
controversen over de toekomst der stu
dentenmaatschappij, stelde spreker
toch, dat snel beraad over de hangende
problemen vereist is evenals een con
amore aanvaarden van een eenmaal
gevallen beslissing ondanks afwyzing
van bepaalde aspecten daarvan, aange
zien lievertjeskoekjes op dit terrein niet
zullen worden gebakken.
Gunstig gekozen was de datum
van de officiële opening bepaald
niet: zij viel samen met enkele
andere gebeurtenissen zoals het
lustrum van de VVSL en de bijeen
komst van het Verkeersinstituut.
Een en ander had vrij ongebrui
kelijke gevolgen.
De tweede spreker van de ope
ningsplechtigheid was aan het
woord toen het Collegium van het
LSC naar binnen kon sluipen, om,
tegen de gewoonte in, op toevallig
achter in de zaal opengebleven
stoelen plaats te nemen.
Even later arriveerden burge
meester Van Kinschot met echt
genote en wethouder Jongeleen.
Zij werden vrijwel op de voet ge
volgd door het bestuur van de
VVSL, waarvoor enige hoffelijke
lieden op de achterste rijen schie
lijk plaats maakten.
Tijdens het applaus dat de woor
den van de tweede spreker be
loonde, begaven de gemeenteauto
riteiten en de WSL'es zich naar
de officiële plaatsen vooraan.
Burgemeester Van Kinschot
mocht echter niet lang zitten.
Geen tien seconden. Want hij werd
daarna op het spreekgestoelte ge
roepen
Het zijn drukke tijden, deze
dagen!
Opening
Na zyn reeds vermelde toespraak
begaf Prins Bernhard zich naar buiten,
waar hy vóór de school onder een
goedkeurend toeziend oog van minister
Cals en prof. Kuenen op een knop
drukte, waardoor de verlichting van
de enkele honderden meters verder ge
legen en van die plaats af zichtbare
sterflat werd ontstoken.
Zie volgende pagina
VASTSTELLING
WACHTVERBOD HERENSTRAAT
Burgemeester en Wethouders van Lelden
I brengen ter openbare kennis, dat zij bij
besluit van 22 Januari 1960 een wachtver-
bod hebben vastgesteld voor de Heren
straat, voor zover gelegen tussen de Bloe
mistenlaan en de Leliestraat, aan de zijde
der even huisnummers.
Een afschrift van dit besluit ls gezon
den aan de Hoofdingenieur-Directeur van
de Rijkswaterstaat in Zuid-Holland, de
door de minister van Verkeer en Water
staat aangewezen verenigingen, beharti
ging van verkeersbelangen ten doel heb
bende, en aan Gedeputeerde Staten der
provincie Zuid-Holland.
Een luchtfoto van Aero-Photo Ne-
lerland van het complex aan de
Klikspaanweg. Deze foto toont
auidelijk de toepasselijkheid van de
naam „Sterflat". Op de achter
grond de Haagweg.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Onder het goedkeurend oog van
minister Cals, prof. Kuenen en mr.
Drijber ontsteekt Prins Bernhard
door een druk op de knop de ver
lichting van de Sterflat.
(Foto L.D./Holvast)
Uitbouw
Burgemeester jhr. mr. F. H. van Kin
schot sprak er zijn voldoening over uit,
dat het gemeentebestuur de taak be
grepen heeft, welke op hem rustte ten
aanzien van de studentenhuisvesting.
De goedkeuring van G.S. op de wijze,
waarop Leiden deze taak wilde uitvoe
ren stemt evenzeer tot voldoening. De
thans geopende flat zal binnen afzien
bare tijd met andere flatgebouwen voor
studenten worden aangevuld op dit
zelfde terrein, waarna wellicht in de
latere toekomst ook terreinen in het
Morskwartier ter beschikking kunnen
komen.
De burgemeester hoopte dat de stich
ting ook via deze sterflat zou mogen
bijdragen tot bloei van de Universiteit
en daardoor tot bloei van Leiden.
Meer nodig
Prof. Böttcher sprak als voorzitter
van de landelijke stichting voor studen
tenhuisvesting dank uit jegens de vier
honderd Nederlandse bedrijven, die
drie miljoen bijeenbrachten op fifty-
fifty-basis met de overheid om de stu
dentenhuisvesting op gang te brengen.
Er is nog minstens een half miljoen
nodig, om overal zulk een goede start
mogelijk te maken als thans in Leiden
het geval is geweest.
Moderne klikspaan
In een zeer geestige toespraak for
muleerde de heer A. L. Th. van der
Meer als nestor van een van de afde
lingen van de sterflat de bijzondere
waardering van de bewoners voor wat
tot stand is gebracht. Hij stelde zich
voor ,hoe Klikspaan (Kneppelhout) zyn
„Studententypen" zou hebben aange
vuld met de „Sterflatter", indien hij
de bewoners van de flat had mogen ga
deslaan in hun levenswijze.
De heer Van der Meer bood prof.
Kuenen als geschenk bij deze opening
namens de bewoners een Nederlandse
vlag aan.
Doelmatigheid
De architect van het complex, de
heer H. Postel, bracht minister Cals
dank voor zijn stuwende invloed bij het
tot stand komen van voor deze tijd ver
antwoorde en noodzakelijke aparte stu
dentenhuisvesting en betreurde, dat de
spanning op de bouwmarkt verhinderd
heeft, het project aan de Klikspaanweg
te voltooien voor het lopende academi
sche jaar een aanvang nam. Hij wees
erop, dat vele details van de inrichting
de indruk zouden kunnen vestigen, dat
de studenten in deze flat ,,ln de wat
ten" werden gelegd, maar dat deze
details alleen de functie hadden, de
doelmatigheid, economisch en menselijk
gezien, van de bewoning door derge
lijke ondeskundige bewoners als stu
denten te bevorderen: zij zijn geen luxe
j maar voorwaarden voor zuinige exploi
tatie
Na deze toespraken, die op een zeer
persoonlijke zowel korte als aantrek
kelijke wijze beantwoord werden door
prof. Kuenen, werd even gepauzeerd
tot de begroeting van Prins Bernhard,
die arriveerde in gezelschap van zijn
particulier secretaris dr. F. A. de
Graaff.
Na de bevryding van ons land is een
voorzichtige ontwikkeling in andere
richting begonnen. Als op zoveel an
dere terreinen won de overtuiging veld,
dat enige bemoeienis met de student
buiten college-uren voordelen met zich