LEIDS VERKEER IN 1959: NIEUW DIEPTEPUNT
Triest record van 2333 ongevallen9
enig lichtpunt: slechts één dode
Opgericht 1 maart 1860
AANTALLEN
75 JAAR??
V erkeersongevallen
in Leiden sinds '46
H. J. van Leeuwen nam afseheid
als organist van Oosterkerk
Zaterdag 2 januari 1960
Tweede blad no. 29938
}AN FEB I1RT APR MEI 3UN OUL AUG IEP OKT NOV DEC DAN FEB MRT APR HEI DUN DUL AUG 5EP OKT NOV DEC DAN FEB IRf
1957 1958 1959
ntl DUN JUL AUG 5EP OKI NOV pa
(Van een onzer redacteuren)
De ongevallencijfers over 1959 tonen aan, dat
Leiden een nieuw onheilspellend dieptepunt in de
verkeersveiligheid heeft bereikt. Onheilspellend in
zoverre, dat slechts eenmaal in het verleden in één
jaar een zo grote stijging van het ongevallencijfer
te zien was, namelijk van 1955 op 1956, toen het
aantal steeg met 359 van 1477 tot 1836, terwijl
het thans iets minder steeg, namelijk met 309,
maar tot een veel groter totaal, namelijk van 2024
naar 2333.
2333 ongevallen in 1959, een absoluut record,
ruim 6 per dag. Bij 560 van deze ongevallen vielen
gewonden, hetgeen eveneens een triest record is.
Het daaraan voorgaande jaar was in dit opzicht
recordhouder met 495.
Het enige grote lichtpunt: er was in 1959 slechts
één dode in het Leidse verkeer te betreuren, na
dat als unicum in den lande in een stad van deze
omvang 17 maanden geen dodelijk ongeval plaats
vond, terwijl bovendien in de naoorlogse jaren
nog nimmer per jaar minder dan 3 doden vielen.
In totaal bedraagt het aantal dodelijke ongevallen
in het Leidse verkeer na de bevrijding thans 88.
In dit opzicht heeft 1959 dus met één dode in één
jaar een beter beeld gegeven dan vorige jaren.
Als een héél klein lichtpuntje zou bovendien
beschouwd kunnen worden, dat ondanks het aan
tal van 560 ongevallen met gewonden het percen
tage van dergelijke ongevallen van het totaal iets
terugliep: 24.4 in 1956, 24.1 in 1957, 24.5 in 1958
en 24.0 in 1959. Een schamele troost echter, wan
neer men in aanmerking neemt dat dit iets lagere
percentage geldt voor een veel, veel groter
totaal!
Bijgaande grafiek brengt de voor
naamste cijfers van de Leidse ver
keersongevallen in de laatste drie
jaar in beeld.
Onderaan staan de maanden ver
meld, links is een schaal aangege
ven van de totalen der maandelijkse
ongevallen. Deze totalen per
maand staan boven de maand-
kolommen vermeld. Iedere maand-
kolom bestaat uit een onderste
zwart gedeelte dat de ongevallen
zonder persoonlijk letsel aanduidt,
en een bovenste geruit gedeelte dat
de ongevallen met persoonlijk let
sel (gewonden en doden) in beeld
brengt. Het getal in dit geruite ge
deelte geeft het aantal gewonden
en doden in die maand weer. In het
zwarte onderste gedeelte van de
maandkolommen is voor elke dode
in het Leidse verkeer een wit kruis
getekend.
Voorts is een gebroken wit-zwar-
te lijn door de kolommen aange
bracht, welke het verloop weergeeft
van het percentage der ongevallen
met gewonden ten opzichte van het
totaal aantal ongevallen per maand.
De schaal van deze procentenlijn
staat rechts van de tekening aan
gegeven. Rechts naast iedere
maandkolom staat bij deze gebroken
lijn het maand-percentage van de
ongevallen-met-lichamelijk-letsel.
Jaar na wegenschema nog niets gedaan
Na de vorige jaarwisseling hebben wy in een viertal artikelen uitvoerige aan
dacht besteed aan de Leidse verkeers-onveiligheid, haar consequenties en de
maatregelen welke naar ons inzicht geboden waren.
Het was verheugend, dat korte tijd nadien de gemeente met een plan ter
openbare tafel kwam, waarin voorzien werd in een grondige verbetering van het
Leidse verkeersschema. De hoofdlijnen daarvan stemden overeen met de sugges
ties welke wij kort voordien lanceerden. Deze hoofdlijnen werden op korte termijn
door de gemeenteraad geaccepteerd.
Uitvoering van deze plannen zou de fatale lijn van de Leidse verkeers
ongevallenstatistiek in een gunstiger richting kunnen buigen.
Wat is inmiddels, een jaar later, van deze plannen gerealiseerd?
perken, de cijfers te geven waaruit de
voortdurende geldigheid van onze drin
gende eis tot grondige verbeteringen
gerechtvaardigd kan worden.
Leiden telde in 1959 2333 geregistreer
de verkeersongevallen. Da/t is 309 meer
dan het voorgaande jaar.
Het aantal ongevallen met gewonden
steeg eveneens tot een nieuw record:
560. .Het percentage van dit aantal op
het geheel daalde echter ten opzichte
van de voorgaande jaren tot 24.0. Dit
was echter hoofdzakelijk te danken aan
het feit, dat de laatste twee maanden
van 1959 een bijzonder laag gewonden
percentage te zien gaven, namelijk 18.2
in november (niet meer voorgekomen
sinds maart 1958) en 15.1 in december
(niet meer voorgekomen sinds maart
1957).
Met een krachtige aanpak zou het
Leidse wegenschema binnen een kwart
eeuw te verwezenlijken zijn. Die krach
tige aanpak is ook wel dringend nodig,
omdat waarschijnlijk over een kwart
eeuw gedokterd zal moeten worden aan
verdere verbeteringen, die de bestaande,
alsdan hopelijk gerealiseerde, plannen
als onvoldoende voorbij moeten streven.
Tot dusver is van dit voortreffelijk
opgezette wegenschema echter niet
meer uitgevoerd dan het slopen van
een paar panden aan de Watersteeg,
een pand aan de Hogewoerd, de ver
betering van de Hooigracht.... en
verder eigenlijk niets behalve wanneer
we met alle goede wil er ook nog bij
willen slepen de demping van de
Uiterstegracht, de verbreding en ver
betering van een gedeelte van de
Nieuwe Rijn, het stugge werk aan de
tekentafels aan een ontwerp van een
nieuwe Gansoordbrug en bepaald
helemaal niets meer. En zelfs tussen
Hooigracht en Watersteeg zijn er nog
belemmeringen voor een effectief
voordeel van deze laatstgenoemde aan
de gang zijnde verbeteringen!
Wanneer wij schatten, dat in dit tem
po doorgaande het wegenplan (zoals
het verkeer van nu dit vereist) volgens
het gemeenteschema in 75 jaar zal zijn
voltooid, zijn wij aan de zeer optimisti
sche kant. Maar met alle goede wil om
optimisme te tonen kunnen wij een
zwart pessimisme over de toekomstige
Leidse verkeersveiligheid onder deze
omstandigheden niet onderdrukken.
Het ziet er, wanneer het door moet
gaan zoals het de laatste Jaren gegaan
is, bijzonder zwart uit voor uw en onze
toekomst: het verkeer in Leiden zit al
klem, de onveiligheid dreigt hand over
hand toe te nemen, een redding is er
niet. Wij durven niet te gaan berekenen,
wat de kindskinderen van de huidige
Leidenaren voor risico's lopen, wanneer
zij in hün jeugd hun leerplicht moeten
gaan vervullen!
Cijfers
Het is onvermijdelijk, dat wij deze
onheilspellende samenvatting van de
Leidse verkeerssituatie en -toekomst
toelichten met een serie cijfers. Vorig
jaar hebben wij in een overeenkomstige
situatie aan een dergelijke cijferreeks
een serie suggesties verbonden. Wü zou
den dat weer kunnen doen. maar het
zou slechts een herhaling zün.
Derhalve moeten wü er ons toe be-
Verheugend
Verheugend was, als gezegd, het ge
ringe aantal doden, namelijk 1 in 1959,
tegenover 87 in de voorgaande jaren
sinds 1 januari 1946. Eerder reeds
betoogden wjj, dat dit dodcncyfer geen
maatstaf voor de veiligheid kan zijn.
Daarvoor zyn de totalen te klein en
daarvoor speelt ook het toeval in een
ongeval een te grote rol. Een onbedui
dend ongeval kan een dodelijk slacht
offer vragen, een heel ernstige zaak
slechts gewonden of zelfs alleen
materiële schade.
Stijgende curve
Verontrustend zijn de ongevallen-
cyfers over 1959 echter in ander opzicht.
Na februari van het afgelopen jaar
(toen er uitzonderlijk weinig ongevallen,
n.l.. 122 plaatsvonden) is het maand-
totaal niet meer beneden de 170 geweest.
Na maart niet meer beneden de 190, na
augustus niet meer beneden de 200.
Niet beneden de 170 Jn 1959 dus tien
maanden (was dit cijfer voordien
slechts 4 maanden in 1957, niet beneden
de 190 was dit cijfer nimmer meer dan
een maand achtereen tot de negen
maanden na maart 1959, niet beneden
de 200 evenmin meer dan één maand
tegenover de laatste vier maanden in
suocessie van 1959. Boven de 200 was het
voordien alleen in mei 1958.
Records bij de vleet
Het laatste kwartaal van 1959 telde
678 ongevallen. In 1957 vestigde het
tweede kwartaal een record met 532, in
1958 werd dit geslagen door het tweede
kwartaal met 554, in 1959 vestigde het
tweede kwartaal een nieuw record met
Hieronder laten wü de verkeers
ongevallen in Leiden sinds 1946
volgen. Achter het jaartal staat
eerst het totaal aantal ongevallen
in dat jaar vermeld, daarachter
het aantal dodelüke slachtoffers
van deze ongevallen.
1946
489
7
1947
605
3
1948
746
6
1949
805
7
1950
908
9
1951
1134
3
1952
1090
8
1953
1303
12
1954
1461
3
1955
1477
9
1956
1836
10
1957
1920
6
1958
2024
4
1959
2333
1
Van 1 januari 1946 af vonden er
in Leiden 18131 geregistreerde ver
keersongevallen plaats, waarbü
1846 gewonden en 88 doden vielen
te betreuren. Het percentage van
ongevallen met gewonden en doden
bedraagt volgens deze cüfers over
die jaren 27.2, dus aanzienlek ho
ger dan het percentage der laatste
jaren. De toeneming van het aan
tal ongevallen maakt echter, dat
vele onbeduidende kwetsuren te
genwoordig minder dan voorheen
als ..lichamelük letsel" worden
beschouwd. Uit deze percentages
mag dus geen conclusie worden ge
trokken over een verhoudingsge-
wüs veiliger verkeer.
588, het derde weer een nieuw met 622
en het vierde het allerbetreurenswaar-
digSte record met 678. Alleen het eerste
kwartaal van 1959 was geen nieuw kwar
taalrecord, maar het was voor het éérste
kwartaal van het jaar wél een record. In
dit eerste kwartaal is het aantal onge
vallen over het algemeen aanzienlük
kleiner dan in de rest van het jaar. Nu
bedroeg het in 1959 niet minder dan 445,
tegenover 419 in 1958 en 383 in 1957.
Weekrecords zijn er in 1959 bij de
vleet gevestigd. De kroon spanden de
week van 2 t.m. 8 oktober met 62 en de
week van 9 t.m. 15 oktober met 63
ongevallen.
Opmerkelük is, dat de toppen van het
jaar zioh verplaatsen. In 1957 was de
verkeersveiligheid volgens de statistiek
het grootst in de zomermaanden. In 1958
was dat de periode van zomer en herfst,
in 1959 de late herfst en de winter.
Sprekende cijfers
Tot slot de misschien wel meest
sprekende vergelijkingen.
In de laatste twee maanden van
1959 vonden er in Leiden 428 ver
keersongevallen plaats. Het jaar
totaal van 1946 bedroeg 489.
In het laatste kwartaal van 1959
waren er in Leiden 678 verkeers-
Na 63 jaar
Met het spelen van gezang 297, „Uren, dagen, maanden, jaren"
heeft de heer H. J. van Leeuwen op oudejaarsavond na een diensttijd
als organist van bijna 63 jaar, afscheid genomen van het orgel van de
Oosterkerk. Van de ingebruikneming van deze kerk in december 1899
af, heeft hij dit orgel bespeeld. Voordien was de heer Van Leeuwen
nog twee jaar organist geweest van de oude kerk.
Vier generaties Van Leeuwen waren door de voorzitter van het huldig ings-
op deze gedenkwaardige avond in de
kerk aanwezig. De kleinzoon en de
achterkleinzoon van de organist had
den voor deze gelegenheid een plaatsje
bij de speeltafel gekregen. Het is ove
rigens wel een zeer kleine ruimte,
waarmee de heer Van Leeuwen zestig
jaar lang genoegen heeft moeten
nemen, maar de tijd dat de architecten
meer rekening zouden gaan houden met
de redelijke ruimte-behoefte van de
organisten, lag destijds nog in een ver
verschiet. Met de speelkamers der
moderne kerken is men thans zo ver.
Dr. P. L. Schooniheim, die in deze
oudejaarsdienst voorging, herinnerde er
met een enkel woord aan, dat de heer
Van Leeuwen ditmaal voor het laatst in
een officiële dienst het orgel bespeelde.
Naar aanleiding van Handelingen 10
vers 37 ev. behandelde dr. Schoonheim
het thema „en het geschiedde", daarbü
opmerkend, dat evenals de gebeurtenis
sen van het afgelopen jaar geschiedenis
zün geworden, nu ook voor de heer Van
Leeuwen een stuk geschiedenis wordt
afgesloten. Zijn werk als organist voor
kerk, gezin en gemeente gaat nu tot het
verleden behoren.
Doelend op een taak voor allen en
voor de organist in het büzonder, stelde
dr. Schoonheim, dac. het ..gü weet van
de dingen die geschied zün" het middel
punt moet vormen van elk gebed, lied,
enz. wil het goed zün. Daarbü wordt een
beroep op ons gedaan de boodschap van
het kerstfeest verder te dragen, want
zonder getuigen van de geschiedenis van
Jezus Christus een feit, dat zich telkens
herhaalt) is het de vraag of het Evan
gelie blüvend zal doorwerken, aldus dr.
Schoonheim.
lefs waardevols meegegeven
Na afloop van de dienst bleven zeer
velen in de kerk wachten om deze avond
voor de heer Van Leeuwen tot een af
scheid van de gemeente te maken.
Nadat de hoogbejaarde organist (88)
De koster van de Oosterkerk, de
heer B. Erades (links), neemt af
scheid van de heer Van Leeuwen.
comité, ds. J. Groot, was binnengeleid,
werd hü temidden van de gemeente
door deze toegesproken.
Een grote schare is achtergebleven om
U hartelijk te danken aldus ds.
Groot U hebt met uw werk aan een
heel geslacht dat opgroeide, iets waar
devols meegegeven. Als verschillende
predikanten na verloop van tyd ver
geten zyn, klinkt uw orgelspel nog na.
Ds. Groot gaf als voorbeeld, dat hü
zich de in zyn jeugd gehoorde orgel-
klanken goed in de herinnering kan
terugbrengen, maar dat hem van de
preken van zün vader weinig was by-
gebleven.
Ds. Groot bracht namens het ministe
rie van predikanten de hartelüke dank
over voor alles wat de heer Van Leeuwen
gegeven heeft.
U heeft, zo besloot ds. Groot zün toe
spraak. nooit willen horen, dat wü ten
aanzien van uw werk van een hoog ambt
spraken en U wilde als organist altüd
de laagste in rang zün onder hen, die
een kerkelüke functie vervullen. Bedenkt
dat het God is in wiens dienst U stond
in het hoge ambt. Hij geeft U ook de
kracht dit ambt neer te leggen.
Nadat ds. Groot ook de erkentelükheid
van Pniël voor het vele verrichte werk
had overgebracht, overhandigde hü de
heer Van Leeuwen tevens nog een tast
baar bewijs van waardering in de vorm
van een enveloppe met inhoud.
Namens de kerkvoogdü zeide de heer
A. H. van Vliet, dat dit college zeer
zeker ook op de as. particuliere büeen-
komst vertegenwoordigd zal zün, maar
hier niet wilde ontbreken om van dank
baarheid en bewondering voor het zo
vele jaren gegeven spel te getuigen.
De koster van de Oostetfkerk, de heer
B. Erades, gewaagde er van, dat niet
alleen die avond in de 'kerk, maar ook
buiten het gebouw velen vervuld waren
van dankbaarheid, omdat zü in de kerk
diensten mede gesterkt waren door het
orgelspel van de heer Van Leeuwen.
Nadat een der kerkgangers, de heer
Nauta, nog persoonlüke herinneringen
had opgehaald, dankte de heer Van
Leeuwen de sprekers. Veel dank meende
hü op zün beurt verschudigd te zün aan
de kerkgangers, van wie hü steeds veel
goedheid had ondervonden in ontmoe
tingen op straat. In het bijzonder had
hü de goedkeuringen steeds zeer op prüs
gesteld. Een en ander was hem tot veel
steun geweest en had hem zün werk met
nog meer vreugde doen verrichten. Hü
besloot met de hoop uit te spreken, dat
de via het orgelspel gelegde vriend
schapsbanden zouden blüven voortbe
staan.
Het duurde geruime tüd aleer alle
aanwezigen de heer Van Leeu/wen de
hand hadden gedrukt, want hoe kon
het anders bü zovele vriendschaps
banden bleef het meest niet bü een
handdruk alleen, maar moesten toch
ook enkele woorden worden gewisseld
Namens de kerkvoogdij donderdag
as. zal men nog officieel afscheid
nemen waren tevens aanwezig de
heren P. J. van Hoeken van 's-Graven-
polder en H. Güsman en voorts de
scriba van de kerkeraad, ds. J. de Wit.
ongevallen tegenover 746 in geheel
1948.
In het laatste halfjaar van 1959
telde Leiden 1300 verkeersonge
vallen. ongeveer evenveel als in
1953 in totaal toen het er 1303
waren, aanzienlijk meer dan in
1946 en 1947 samen (1094) en
bijna zoveel als in 1947 en 1948
samen 1351
In 1959 had Leiden 2333 verkeers
ongevallen. Dat is ongeveer het
totaal van 1952 en 1953 (namelijk
2393), en het is bijna vijfmaal het
totaal van 1946....