Wat de planten vertellen in de kerstnacht DONDERDAG 24 DECEMBER KERSTNUMMER PAGINA 11 door G. Lutke Meyer in Zuidspaanse sneeuw Père Noël gaat met tijd mee De witte chrysantdie aan Melchior de weg wees. Er zijn In de koude kerstnacht niet zoveel planten en zeker niet veel bloe men. Maar de planten, die er zijn, bergen het wonder in zich. Het zeld zame klavertje-vier bijvoorbeeld, heeft de gave der helderzienderheid. Wie het plantje op kerstavond bij zich draagt, zal in staat ztfn onder zijn medemen sen de heksen te herkennen De drie wijzen hebben in de nacht van Christus' geboorte de weg naar de nederige stal gevonden, dank zij een witte Chrysant (het kan ook een ge wone witte margriet zijn geweest). De drie koningen schommelden op hun kamelen door de nauwe donkere straatjes van Bethlehem. Melchior zag het stralend-witte bloempje het eerst. Hij liet zyn kameel stilstaan, wees op de bloem en zei tot de beide anderen: „Hier is het teken! Hier moet het zyn!" Hij steeg af, bukte zich en pluk te het sierlijke bloempje en mét dat hij dit deed sprong de deur van een armoedige stal open en door de nacht drong kindergeschrei tot hen door. De Wijzen traden zachtjes binnen en Mel chior legde de kleine bloem in de uit gestrekte handjes van Jezus In diezelfde nacht dwaalde er een klein meisje rond over het dikbe- sneeuwde veld buiten Bethlehem. Zij wilde zo graag het Kindeke Jezus een geschenk brengen, maar ze was de dochter van één van die arme herders, die de schapen hoedden op de velden van Efrata en ze had niets, zelfs niet een klein lammetje, om hem aan te bieden. Zij werd er heel stil en verdrie tig van en liep wat verloren door de kou van de nacht. Toen daalde er een engel tot haar af om haar te troosten. Overal, waar zijn vleugelen de sneeuw beroerden, ontsproten er kerstrozen aan de bevroren bodem. Het koude ge zichtje van het meisje glansde op, zij plukte de bloemen en bracht ze naar de stal, waar zij ze als een eerbiedige hulde in de kribbe van 't Kindje legde. De duivel echter, kon de schoonheid van de kerstroos niet verdragen en hij liet in elke bloem tussen de goudgele meeldraden een druppel venijn vallen. Gods rechtvaardigheid kon niet goed vinden dat de plant aldus een vijand van de mensen werd en hij gaf dit vergif op hetzelfde moment een ge neeskrachtige werking Die nacht straalde een heldere ster boven Bethlehem. De ster, die de her ders de weg had gewezen naar de stal. Toen hij zyn taak had volbracht en de herders de stal binnengegaan wa ren, sprong de grote ster in duizend flonkerende stukken uiteen. Elk dezer sterrescherven daalde als een witte kelk op de aarde neer. Het was voor het eerst, dat men de velden buiten Bethlehem met deze witte kelkjes overdekt zag. Vader Jozef ging bij het ochtendgloren naar buiten, plukte een armvol van deze Ster van Bethlehem en legde ze, teruggekeerd in de donkere stal, liefdevol in de armen van Maria. Het uur, waarin het wonder te Bethlehem geschiedde, heeft overigens door de eeuwen heen de mensen zozeer beheerst, dat zij gretig geneigd waren in alles het wonder te zoeken en te vinden tijdens de uren van de kerst nacht. Dieren zouden spreken; tal van voorwerpen kregen levende krachten; planten ontvouwden plotseling #iun bloemen; bladeren, wortelen en vruch ten schonken genezing in de nacht dat Christus werd geboren. Op donkere winteravonden bespra ken de boeren van Bretagne, voor het haardvuur gezeten, met gedempte stem en schitterende ogen het wonder van de Hazelaar. Want in de kerstnacht gloeiden er tussen de dichte hagen van de hazelstruiken gouden hazelnoten- takken. Zo'n hazelroede heeft buiten gewone waarde en kracht. Wie haar precies tussen de eerste en de twaalf de klokkeslag in de kerstnacht weet af te hakken, wordt begiftigd met grote tovermacht. Wie echter met de twaalf de klokslag de tak nog niet van de struik heeft weten te scheiden, wordt door een onzichtbare macht plotseling en geheimzinnig voor altijd van de aarde weggehaald. Wat meer naar het Noorden, in het land der Walen, pakte de boerin in de vroege kerstavond met een eerbiedig gebaar haar mooiste schaal uit de kast met aardewerk. De boer vulde deze met haver en plaatste de schaal bij de staldeur. Zodra de klok twaalf uur in de nacht had geslagen, was de haver gewijd en de kip, die ervan at, zou in het komende jaar niet beducht hoeven te zyn voor de vos, zij zou niet worden opgegeten. De koeien, die van het ge wijde voer aten, zouden geen last krij gen van het weiden in natte klaver velden. Ook in Venlo kende men de kracht van gewijd graan. De kerkgangers na men op kerstdag niet alleen hun ge- zangenboek, maar ook een zakje graan mee ter kerke. Op de vier hoogtijdagen voerden zij deze korrels graan aan hun kippen en ziet, de dieren hadden het hele jaar door niets te vrezen. In de kerstnacht spreken de dieren. De mensen zullen dit spreken niet ver staan als zij niet de moeite nemen in de kerstnacht een bos in te gaan en zich neer te vlijen op een bed van va renbladeren. Het zijn de sporen van de varens, die de macht hebben het spre ken der dieren voor mensenoren ver staanbaar te maken. Vruchten schenken niet alleen ge nezing, ze kunnen in de kerstnacht zelfs ook beschermende en zelfs voor spellende kracht bezitten. In Beneden Oostenrijk weet men dat heel zeker. Een appel wordt daar in die nacht op de grond geworpen. Degene, die dat heeft gedaan, bidt het Onze Vader en schopt daarna de appel met de linkervoet achterwaarts in de beek. Het doet er niet toe of het een rood sterappeltje of een grote gele goudrei- net is, maar wel moet de appel in de beek terecht komen. Om twaalf U r middernacht gaat men dan naar de plaats bij de beek terug om de appel weer te vinden. Elke Beneden Oosten rijker zal alle moeite doen om die ap pel voor één uur te vinden. Gelukt hem dat, dan zal hij de vrucht onder de goot of de dakrand van zijn wo ning moeten brengen voordat het eer ste uur van de nieuwe dag is verstre ken. Gelukt hem dit alles niet, dan zal hij nooit meer drinkwater uit de beek kunnen putten. Maar dat is nog niet alles. Is de appel gevonden, dan moet een meisje hem met wat brood en een beetje zout wegleggen in een verbor gen hoekje. De dag daarop vindt zij de appel terug, ineengeschrompeld tot een klein gouden appeltje, dat zo groot is als een speldeknop. Dit steekt ze dan tussen haar haren en zij zal gauw een vrijer krijgen. Nu ja, een meisje kan ook op min der gecompliceerde wijze ontdekken wie haar aanstaande echtgenoot zal zijn. Zij hoeft dan niet de appel in de beek te schoppen en haar daarna te zoeken en te verbergen, zij kan de vrucht schillen en de schil in de kerst nacht achter zich op de grond gooien. De schillen zullen dan de beginletters van de naam harer aanstaande vor men. Murcia j nederigste provincie van alle (Van ome correspondent) CARAVACA In het zuiden van Spanje ligt de provincie Murcia. Reis gidsen doen dit deel meestal af met onduidelijk gepraat over „de invalsweg naar Andalusië, of wat haastige opmerkingen over provincie hoofdstad Murcia. De Spanjaarden zelf spreken over de „Murcianos" als over een doodarm, opvliegend volkje, dat men beter uit de weg kan gaan, want uit hun rijen kwam in onrustiger tijden de beroeps-,.pistoleros voort, al prefereerden deze lieden het mes (uit het nabije centrum van mes-smeed kunst Albacete) boven het genoemde pistool. In ieder geval staat in de Spaanse monden de Murcianomaar een heel klein stapje hoger dan de zigeuner, wat op zich al voldoende reden zou zijn om juist onder hen een kerstfeest mee te maken. De passiebloem herinnert in al haar onderdelen aan het lijden van de Heiland. Men ziet er de stralenkrans, de nagels, de drieëenheid, de twaalf apostelen en de gesel, waarmee Christus werd geslagen, in terug. Het is waar, dat ook de Spanjaarden nog wel een paar goede dingen kun nen vinden in deze provincie Het landschap is bergachtig en van een grote schoonheid en Murcia heeft een overvloed aan fruit, vooral abrikozen en perziken. In het najaar schijnt er een rode sneeuw te liggen tegen de berghellingen, maar dat zijn de tien duizenden Spaanse pepers, die liggen te drogen in de herfstzon. De echte sneeuw komt in di-t land van de zon pas tegen het einde van het jaar, tegen Kerstmis. De dorpen liggen dan stil en wit tegen dit wilde décor. EEN van die stadjes is Caravaca. Er wonen ongeveer 20.000 men sen en die hadden tot voor kort één buitenlandse toerist gezien. Dat was een Franse dame. die zich in de weg vergiste en toen, onder de beko ring van dit onberoerd gebleven stuk Spaans leven, verder haar hele vakan tie daar bleef hangen. Het dorp spreekt er nóg over. Er leven veel verhalen in deze door de Moren gestichte neder zetting en sommige daarvan worden verteld in de lange avonden vóór Kerstmis. Op Kerstmis zelf heeft niemand tijd voor verhalen. Zoals overal in Spanje is Kerstmis ook hier niet het devote feest, zoals dat wordt gevierd in noordelijker landen, maar is het een gelegenheid om in de win termaanden vreugde en vrolijkheid te scheppen. Natuurlijk begint ook in Caravaca Kerstmis pas goed met de nachtmis, „de mis van de haan", die te middernacht wordt opgedragen. Na deze kerkdienst zijn alle straten vol mensen, geluid en opwinding. Iedereen omhelst iedereen en daarmee is het feest van veel eten en veel drinken begonnen. Het is bijna gevaarlijk om in de kersttijd op straat te komen, want de bekende Spaanse gastvrijheid heeft dan een hoogtepunt bereikt. Overal wordt men uitgenodigd binnen te komen en iets te eten of te drinken en een weigering wordt snel verkeerd opgevat. Maar het is bijna onmogelijk om aan alle invitaties gehoor te geven en steeds maar te eten van deze plaat selijke specialiteit: een oublie, geruid HELLEBORUS NIGER (kerstroos) Gooit het hoofd van het gezin een noot in het vuur en brandt deze lang zaam op, dan zal er geluk in zijn wo ning zyn. Ploft de noot echter met een knal uit elkaar, dan zullen ongeluk en ruzie heersen onder zyn dak. Zijn vrouw zal in die kerstnacht een ul in twaalf partjes snijden. Ze legt ze op een rij en bestrooit elk stukje met wat zout. Zo zal zij kunnen zien hoe het jaar zal worden. Als bijvoorbeeld het vijfde partje erg nat wordt, zal de komende meimaand regenachtig zijn. Man en vrouw zullen vervolgens sa men van de overgebleven notedoppen kaarsenhouders maken. Zij zullen twaalf kaarsjes in de noteschalen zetten en deze doppen zullen zy laten drijven op het water. Ook weer op een rij. De schalen met kaarsjes, die zin ken of waarvan de vlam begint te knetteren, geven de slechte maanden aan. met een pasta van honing, amandelen en suiker. Ook zoetigheid kan wel eens iets te veel worden. IN de bergen, die de achtergrond vor men voor Caravaca, is Kerstmis precies zo, maar hier leven nog vreemde gebruiken. De .sierra", het bergland, dat is ook voor de .stede lingen" van Caravaca iets vers en onbekends, soms. In dit bergland werkt de houthakker met zijn vier zonen, die al werkend de prachtigste „flamenco's" zongen en de andere gewestelijke ge zangen. maar die hun mond niet open kunnen doen als ze op een feest wor den uitgenodigd om him liederen ten gehore te brengen. Hier is het dorpje, waar de mensen kunnen spreken met de overledenen, althans dat bezweert men U in Caravaoa. Vroeger droegen al deze dorpelingen een baard, maar zelfs in de bergen is de moderne tyd in de opmars en de jongeren laten geen baarden meer groeienMaar ze hebben nog wel de diepe, als steeds in de verte kijkende ogen. In de „siërra" dan leeft nog dit gebruik; op kerstdag komen de jongelui een huis binnen overal zijn ze welkom .want zo wil het de Spaanse gastvryheid en zonder iets te zeggen beginnen ze het meubi lair naar de besneeuwde straat te dra gen. Met deze merkwaardige activiteit houden ze pas op wanneer de vrouw des huizes aan allen een glas wijn heeft aangeboden en als dat is gebeurd zyn ook de heilwensen niet van de lucht. Om deze ongewenste „verhui- zerij" te voorkomen staat de vrouw meestal de hele kerstdag in de buurt van de voordeur, om de eerste de beste binnentredende meteen een glas wijn aan te bieden. Hoe deze gewoonten ontstond weet niemand, maar volgens één verklaring zou het zo zjjn, dat de jongelui van huis tot huis gaan om meubilair op te halen voor de kerst stal, waar Maria en Jozef zo oncom fortabel wonen. In plaats van de meu bels zouden ze tenslotte genoegen nemen met voedsel voor het Kind, gesymboliseerd in wijn. Zo wordt het Kerstmis, in de ber gen van Murcia, deze nederigste van alle 6paanse provincies. Onder de Kerstboom Frankrijk* (heel dure) kinderen vonden elektrisch telecommandcerbaar speelgoed (Van onze Parijse correspondent. Frank Qnnen). DE Franse automobilist die op de hoogte van de laatste merken en de nieuwste snufjes wil blijven, pleegt zich, in de september maand, naar de Parijse Grand Palais te begeven waar dan de Salon d'Auto gehouden wordt. Diezelfde gang gaat, met een overeen komstig doel, even later ook de zakenman om de Salon van de kan toormeubelen en aanverwante artikelen te bezoeken. Ten gerieve van de boeren en de buitenlui is er de jaarlijkse landbouwtentoonstelling. De beoefenaars en geinteresseerden van en in de schilderkunst hebben hun „Salon d'Automne". De huisvrouw haar „Huishoudbeurs". De enfin, we kunnen de reeks nog heel lang voortzetten, want de Fransen zijn verzot op dit soort beurzen en tentoonstellingen, om ten slotte bij de Franse kinderen te belanden die evenmin vergeten zijn en voor wie ieder jaar de Salon de l'Enfant georganiseerd wordt. In het zelfde en matig grote Grand Palais, en omstreeks de donkere dagen voor Kerstmis. Een dag of tien kunnen kinderen van 3 tot minstens 70 jaar met verhitte konen en ogen daar uit hett hoofd kijken, genieten, zich vermaken, zich verbazen. Er worden de nieuwste kin derfilms vertoond. Er zyn goochelaars en clowns, die zich uitputten in sterke stukjes en grollen. Je kunt als het nog past in een miniatuur-autootje gaan zitten, dat jezelf besturen mag, en waarbij een heuse politie-agent je vriendelijk op de vingers tikt wanneer je per ongeluk, of uit onwetendheid eens een verkeersregel overtreden mocht. En er is nog veel méér te bele ven. Er worden bij kilo's snoepjes uit gedeeld. En met de gekleurde nieuw verschenen kinderboeken, die hier lig gen uitgestald, zou je aan de vrije uren van een heel mensenleven nóg lang niet genoeg hebben om ze te lezen of alleen maar te bekyken. Maar het mooiste en vooral begeerlijkste van alles is toch wel de afdeling speelgoe deren waarvoor eveneens vele honder den meters stands zyn gereserveerd. OOK voor het speelgoed, zo hebben we dit jaar kunnen constateren, staat de klok niet stil. Er is zelfs een duidelijke afspiegeling waar te nemen van de actualiteiten in de grote mensenmaatschappij op de keuze en de „motieven" van het speelgoed. Vorig jaar. toen de dertiende mei in Algiers nog zo vers in het Franse geheugen lag, meenden de speelgoedfabrikanten er shm aan te doen de markt en de Salon de l'Enfant te overstromen met soldaten, Massu-parachutisten, tanks en ander oorlogstuig. Gelukkig stond dit jaar deze gigantische speel goedtentoonstelling aan de vooravond van het kerstfeest, in een vredelieven der teken. De getelecommandeerde gevechtsauto die je zelf kan besturen heeft zich nu, gedeeltelijk, door zich-zelf-voortbewe- gende poppen, honden, katten, beren, paardjes en nog tal van andere beesten laten verdringen. Het allerfraaiste exemplaar is wel een langgerekte das hond, luisterend naar de naam Watt. die van top tot teen en van 't zwarte puntje van zijn neus tot het spitse eindje van zijn staart geëlektrificeerd is en een levende tackel daardoor in bedriegelyke gelijkenis bijna evenaardt. Hy wendt de kop in vele richtingen, sluit en opent de ogen, hijgt, kwispel staart en laat zich gehoorzaam mee nemen om aan de lijn op het trottoir te worden uitgelaten. Bij een lantaarn paal licht hij zelfs 'n pootje op, maar verder gebeurt er niets. Watt was het enige wonder onder de speelgoedaan winsten niet. Er was ook een speel goedauto, die zich door de lichtstraal van een zaklantaarn laat besturen, en vraagt U ons nu verder maar niet hoe precies dat mechanisme nu weer werkte. En we hebben tenslotte nog een lleveheersbeesje-in-vergrote-uitga- ve gezien, dat aan kwam kruipen, wan neer iemand op een fluitje blies. DEZE, en andere, speelgoedjes der- nier-cri voor de üeve kleintjes worden vooralsnog niet in serie gefabriceerd, en ze moesten dan ook enkele weken tevoren worden besteld om er zeker van te zijn ze op het Feest des Lichts onder de kersttboom te kun nen deponeren. Overbodig wellicht hier aan te tekenen, dat ze wèl wat prijzig zyn. Onder de vyf k zeshonderd gul den komt ge niet ver in het rayon van de geëlektrificeerde en telecomman- deerbare poppetjes en beestjes en wagentjes. Toch konden er, schynt het, zo nog al wat bestellingen worden ge noteerd. En waarom zou ook Père Noël, het Franse kersttmannetje, niet mee gaan met zijn tijd, als de middelen hem niet ontbreken? De grootste uitgeverij van Frankrijk die zich de laatste jaren ook in de fabricatie van speelgoederen speciali seert. heeft, sedert enige tyd, een stafje ingenieurs en pedagogen aan haar huis verbanden, die de weg in deze richting, theoretisch en praktisch, en broederlijk tezamen nu verder verkennen. Er schynen nog heel wat andere, minstens even verbluffende, cadeautjes op sta pel te staan. En de opvoedkundigen, die in deze ploeg zijn opgenomen, heb ben al een hele theorie uitgewerkt, die toevallig precies past in het produk- tieschema. Tot dusver hebben sinds lange eeuwen en generaties, ouders hun kleintjes altijd maar met „passief speelgoed" opgescheept, en Freud moge weten hoeveel psychische ellende en complexen die kindertjes daarmee niet hebben opgedaan. Nu is dan, verklaren die experts, de zon van het kinderge luk gerezen, want het tijdperk van het „actieve speelgoed" is eindelijk aan gebroken. Die nieuwe speelgoederen hebben, zo te zeggen, een eigen wil, leiden een onafhankelijk leven en van de lieve kleintjes wordt derhalve initia tief, en doortastendheid en intelligen tie verlangd om ze onder de duim te kunnen houden. En die pedagogen in dienst van de speelgoedfabrikant ver zekeren, dat het verschil in ontwikke ling hemelsbreed en overrompelend is naar gelang uw kleine zich met pas sieve of actieve hondjes, autootjes en poppetjes amuseert. We willen 't ziélsgraag geloven. Maar voorlopig zal ons eigen kroost zich nog even met een passief en antiek poppenwagentje, een dito hoe pel, hobbelpaard, teddybeer en een houten treintje moeten behelpen. Niet dat onze ouderlijke ogen gesloten zou den zijn voor de moderne eisen van de kinderziel. De schoen wringt he laas elders, en wel, in onze porte monnee findien ge ons dit stoute beeld voor één keer niet euvel wil duiden!)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 27