ZOU OOM JOHAN DITMAAL KOMEN?... DONDERDAG 24 DECEMBER KERSTNUMMER PAGINA 2 „kérstmïs in Soho -£or\di et\ NACHTWAKE: 'H het h ""t/ev'an (Van onze correspondent in Londen) TT ET Engelse Kerstfeest is rijk aan religieuze ontroering, dank zij de talrijke kathedralen, welke in het hele land verrijzen en de ontelbare intieme antieke kerkjes, welke overal, ook in het har- de, zakelijke Londen, lijken te zijn rondgestrooid. De ere-dienst van de Anglicaanse kerk is stijlvol en kleurrijk. In kersttijd heerst er dank zij de eeuwenoude tradities een waarlijk poëtische sfeer, mede door de enorme schat aan oude kerstliederen, welke zowel binnen en buiten de kerkmuren in de mistige avonden opklinken. De schone historische gewaden van de koorknapen, die vaak bij het schijnsel van een kaars- lantaarn hun gezangen uitvoeren, verlenen een bijzonder cachet aan de verheven kerststemming. De liturgische handelingen en gebruiken, welke van innigheid getuigen, vormen tevens de indrukwekkende achtergrond voor het overigens wel zeer -wereldse aspect van het Angelsaksische Kerstgebeuren. Want Engeland, dat het meent zonder Sinterklaasviering te moeten stellen uiterst sobere Santa Claus is maar een armzalige figuur vergeleken bij onze van zovele attributen voorziene Goedheiligman beschouwt Kerstmis tevens als een soort carnaval, ingetogen weliswaar, maar voor de gereserveerde Britse levenstrant toch een uitspatting, speciaal wat betreft eten en drinken! Maatschappelijke en puriteinse invloeden leidden ertoe, dat culinaire genietingen slechts door een minderheid worden gewaardeerd. De Engelsman eet omdat hij nu eenmaal moet leven, maar hij ziet neer op volkendie schijnen te leven met het doel om de smakelijkste spijs en de strelendste drank tot zich te nemen IN de kersttijd echter zet ook de meest verstokte Engelsman de bloemetjes buiten. Wekenlang wordt de traditionele kerstmaaltijd voorbereid met de gebraden kalkoen en de in rum gedrenkte kerstpud ding als heerlijkste hoogtepunten. Deze blijven de rotsvaste kern van elke Engelse kerstmaaltijd, doch hoe langer en hoe meer doet het Euro pese vasteland zyn invloed op de En gelse keuken gelden! Het is opmer kelijk hoevele continentale delicates senzaken er de laatste jaren zijn op geschoten, die enorm in trek zyn. Daar wordt de nog iets schichtige Engelse huisvrouw geconfronteerd met een overvloed va nlekkernijen. Het lykt in deze winkels, waarin zich vroeger alleen excentrieken waagden, alsof de hele wereld meehelpt de Britse kersttafel te dekken! Het Mekka van de gastronomen is en blijft echter de wirwar van smalle straatjes en steegjes, welke de ma gische naam van Soho draagt, vlak by het hart van het Britse wereld rijk Piccadilly Circus, waar de levensenergie dag en nacht bruist rond het ranke gevleugelde Eros- beeld, hoog boven de ronde fontein. Soho is het gebied, waar de „vyfde colonne" van het eetlustige buiten land, al opereert sinds de Hugeno ten er zich een paar honderd jaar ge leden vestigden. Turken, Grieken, Italianen, Cyprioten, Maltezen, Span jaarden, Hongaren en Chinezen voel den zich er ook al gauw thuis. HET werd een vluchtheuvel voor de tienduizenden vreemdelin gen, die zich, om welke reden dan ook, door het gastvrije Engeland lieten omarmen. Indien het heimwee gelijkelijk gedeeld door Hindoes en Hollanders, Scandinaviërs en Russen, Polen en Brazilianen hen te mach tig wordt, is er altijd een romantisch Soho om het leed van een vaak een vormig en strak Brits bestaan te vergeten. Vooral in de kersttijd, wanneer Soho in de uitbundigheid der uitstal lingen zichzelf nog overtreft, is het de bedevaartplaats van allen, die hunkeren naar kleur en geur. Hier bengelen gedroogde inktvissen in de wind, hier aanschouwt men stillevens, welke nog geen schilder heeft vast gelegd. Turkse baklava, Nederlandse ontbijtkoek, Parmese hammen, Ita liaanse pastas in honderden vormen, Spaans choritzos, opwekkende mar- jioram, tarragon en pistacchio om maar enkele uitheemse kruiderijen en specerijen te noemen. De hier op geslagen wijnsoorten zijn voldoende om rivieren te voeden: Maraschino, Sassolino, Sliwowitsj en Japanse Saki, Chinese elixer Wat het Brits Museum aan kunst schatten herbergt, bezit Soho aan eet- en drinkschatten. De rode Edammers vrijen er met Caciocavallo, stokoude en steenharde Stravecchio, Pecorino, Provolette, Roblechon en niet te ver geten de peervormige Mozzarella, een onontbeerlijk ingrediënt van Pizza, het Italiaanse modegerecht. Er is werkelijk geen landaard, welke hier niet op eigen wijze ver getelheid kan zoeken in de droom van maaltijden, welke aan het ver leden herinneren. Het verheugende is echter, dat Soho het toch in de eerste plaats van zijn onvervalste Engelse klanten moet hebben. .Negentig pro cent van onze afnemers zijn Engel sen", verzekert ons de energieke heer Parmigiani, eigenaar van een der bekendste Italiaanse eetwinkels, door zijn grootvader gesticht. Hij is een kaas-, worst-, macaroni- en wijn-spe cialist en leverancier van vele eerste klas hotels. Vol trots schuift hij een lade open vol met vaderlandse bruine bonen en spliterwten, die hier als ware delicatessen gelden! Pe kleine levensmiddelen-winkeltjes van Soho zijn volkomen volgepakt met allerlei heerlijkheden. Enorme worsten met zilverpapier omkleed en van kleurige labels voorzien, hangen in trossen van de oude zolderjngen, afgewisseld door flessen en vierkante dozen, welke de beroemde Panettone, de lichte Italiaanse vruchtencake om hullen. Voor de kopers is er slechts een smalle gleuf opengelaten. Italianen plegen elkaar met Kerst mis op likeur-bonbons te trakteren, verpakt in kostbaar porselein. In Soho kan men de smulgewoonten van de hele mensheid bewonderen. I'N kersttyd zijn aantrekkelijker dan ooit de beide pittoreske dagelykse fruit- en groentemarktjes, welke Rupert en Berwick-street de laat ste maar iets wyder dan een steeg volkomen opvullen. Zoals altyd hier is het fruit op venterskarren in enorme verscheidenheid keurig ge rangschikt, zoals gardesoldaten op parade. Het Middellandsezee-gebied is in de kerstdagen naar Londen ver huisd. Gele advocados liggen er naast Fruit- en mistletoe-stalletje op het groentemarktje van Rupert Street. Eert kerstverhaal door P. WFRANSE TEDER jaar tegen Kerstmis komt oom Johan over. Hij raast in zijn snelle Mercedes door het Zweedse land, vaart met de veerboot over de Sontt slaapt een paar uur in Hamburg en arriveert tegen de avond, luid claxone rend, aan ons huis. Mijn vrouw hoeft de kinderen nooit te waarschuwen. Ze weten precies wie daar de straat inkomt! Ze rennen juichend naar buiten, ze hangen om oom Johans hals. Dan haalt oom Johan de grote koffers uit de bagageruimte, sluit zijn wagen goed af en ploft met een zucht van tevredenheid in de grote stoel, die we al dicht bij de haard hebben gescho ven om hem wat op verhaal te laten komen. Die avond eten we later dan gewoonlijk. Oom Johan vertelt hoe hard hij heeft gereden en of het hem mee zat of tegen. Hij brengt de kinderen zelf naar bed. Ze laten zich lekker door hem instoppen. Hij zegt: „Jongens, wat zou ik nu ook graag onder de wol kruipen!" „Waarom doet U dat dan niet, oom Johan?"Tja jullie ca deautjes moeten nog aan de kerst boom!" Twee blozende gezichten worden naar oom Johan opgeheven. Twee paar ogen schitteren. Oom Johan drukt een kus op de blozende wan gen en verlaat de kamer. Beneden helpt hij met de afwas. Hij is onver moeibaar, hij wil er niet van weten dat hij nu in een stoel moet zitten, een sigaar roken, lekker lui zijn. „Eerst de boel aan kant en de boom optuigen", zegt hij. We halen de boom binnen hij heeft de hele dag in de tuin gestaan en verspreidt de frisheid van de oostenwind en de vrieskou. Thea, mijn vrouw, komt met dozen vol versiersels. Ik slinger de lampjes om de takken van de zachtjes weerstrevende boom. Dan is hij klaar. We gaan proefbranden. Kijk de lichtjes nu pinkelen, het en gelenhaar fraai om de belletjes zwe ven! Daar opent oom Johan de groot ste koffer en haalt er de cadeautjes uit. De boom buigt bijna onder het gewicht. Voldaan nemen we plaats in onze fauteuils. De radio speelt kerst- muziek. De kamer wordt gevuld met de verkwikkende geur van goede sigaren. „Fijn om weer bij jullie te zijn", zegt Johan. En daarna: „Een mooi feest toch, KerstmisHij vertelt hoe men in Zweden Kerstmis viert. Hij vertelt van Zweden zoals het leeft. Om elf uur breken we op. De sterren stralen helder in de nacht. Het is koud. Mijn vrouw vraagt of Johan er nog een deken bij wil, maar hij is best tevreden met wat hij heeft. „Ik slaap binnen vijf minuten", zegt hij. Wij zijn ook moe. We kijken nog even bij de kinderen en haastten ons dan naar bed. We zullen wel door de klokken van de kerstnacht heen- slapen ZO gaat het ieder jaar. Oom Johan komt gereden uit het verre Noorden en we ont vangen hem blij en tevreden. Alleen met Kerstmis komt hij. Dan wordt het verlangen naar onze kinderen, naar zijn zuster en zwager hem te machtig en stapt hij in zijn Merce des: gauw, gauw naar Nederland, thuis ztin! Hy doet goede zaken in Zweden. Hij heeft niet veel gelegen heid om met zijn gedachten bij ons te zijn. Maar aan zijn heimwee, als het komt, geeft hij toe. Hij heeft ook dit jaar weer getelegrafeerd: ik kom! Wij rekenen op hem. Een machtige fazant staat op het fornuis te sudde ren. Een groot konijn is ter verster king aangerukt. De avond valt, de schemering bedekt de dag. In de tuin heb ik de kerstboom met een zeil af gedekt. Er ligt sneeuw en De Bilt verwacht nog meer. We krijgen dit jaar een witte Kerstmis! Ik kijk op de klok. Vijf uur! Meestal komt om deze tijd oom Johan de straat binnen rijden. Bij de haard, met tekenboek en kleurkrijt, spelen de kinderen. Ze gaan zo op in hun werk, dat ze ver geten naar de klok te kijken, ze den ken nog niet aan het hun zo welkome bezoek. Halfzes. Mijn vrouw en ik zijn in stilte met oom Johan bezig. Hij moet nu maar komen, vinden wij. We praten nu over oom Johan. „Waarom is oom er nog niet" vra gen de kinderen. Wanneer het zes uur is, krijgen ze vast hun boterham vooruit. Ze eten mokkend, ze vinden dat ze het recht hebben om op oom Johan te wach ten. Maar wanneer hij er om zeven uur nog niet is en hun opgewonden gepraat ons lichtelijk irriteert je maakt je toch ongerust, er mocht oom Johan eens iets zijn overkomen besluit hun moeder dat ze naar bed moeten en dat lokt een regen van protesten uit. Het is inmiddels gaan sneeuwen: ze willen buiten spelen, het is nu juist zo leuk in het donker. „Niets daarvan", zeg ik een beetje te streng. Nu beginnen ze te huilen, ze jammeren, ze gaan tekeer. „Maar pappa is niet boostroost hun moeder hen. Ze vinden hun pappa wel boos, ze verwijten mijn vrouw dat ze ook nooit iets mogen. Eerst moet oom Johan komen. „Maar oom Johan komt later", zeggen wij. Dan zullen ze wachten, ze hebben nog helemaal geen slaap. On\ acht uur worden ze toch naar bed gebracht, hun betraande gezich ten spreken boekdelen. Ook wij zijn teleurgesteld. We ruimen hun speel goed aan kant en maken alles voor de kerstversiering gereed. Ik haal de boom binnen. Het zeil is bedekt met sneeuw. Het is niet eens gemakkelijk om het van de kerstboom af te halen. Voor ik de kamer inga, moet ik hard stampen om de sneeuw van mijn schoenen te krijgen. We versieren. We tuigen de kerstboom op. „Zeg, zou er iets zijn met het veer over de Sont?".Welnee, dat vaart altijd, daar kan het niet aan liggen",Maar de sneeuw „Ja, de sneeuw! De sneeuw is de oorzaak van Johans vertraging. Maar alles goed en wel, van sneeuw trekt hij zich niet veel aan. Hij is dat in Zweden wel gewend. Hij legt een ket ting om de banden en hij rijdt toch. „Maar veel langzamer „Nu ja, daar houdt hij toch rekening mee!" We zijn klaar met de kerstboom, alleen de cadeautjes ontbreken. Zon der Johans bijdragen buigt de boom lang zo diep niet door „Hoe laat hebben we het eigen lijk?" „Tien uur". „Waarom belt hij niet als hij panne heeft?" „Maar misschien staat hij wel ergens op een Autobahn en is er geen mens in de buurt. Er zal heus niet zoveel wor den gereden op kerstavond. „Weet je wat, ga koffie zetten. Als hij direct komt zal hij heus wel behoefte heb ben aan iets warms". Dat doet mijn vrouw. De tijd gaat verder. We hebben de radio afgezet. We zijn niet in de stemming om nu naar muziek te luisteren. ELF UUR! „Ik maak mij echt on gerust", zegt mijn vrouw. „Wat kunnen we doen? De po litie bellen?" vraag ik. Maar we weten niet eens het num mer van Johans wagen. En misschien gedragen we ons wel als die over dreven ongeruste ouders, die, als hun zoon een half uurtje uitblijft, een heel opsporingsapparaat in werking stel len. Maar ondertussen is het al bijna middernacht. Het is heus niet zo gek dat we ongerust zijn. „Je hoeft niet meteen aan het erg ste te denken". „Johan weet anders wel van hard #rijden". „Maar hij heeft de wagen helemaal in zijn macht. Ik ben nooit bang als hij achter het stuur zit". „Heb je al zin om naar bed te gaan?" „Nee, jij?" „Ik blyf op. En jij?" „Ja". „Anders ga jij maar vast naar bed". „Nee. Ik kan toch niet slapen. En misschien wil hy wel wat eten als hij komt". „Daar kan ik toch ook voor zor gen. Heus. Ga jy nu maar naar bed. De kinderen komen morgen alweer vroeg op". „Nee, ik blijf op". En we blijven beiden op. Het wordt nu heel stil. In een stoel teruggezon ken geven we ons over aan onze ge dachten. We worden ons langzaam bewust van het wonderlijke van deze situatie, dat we in de nacht, die er een is van heiligheid en vrede, ver keren in onrust en gemelijkheid, als of het niet Kerstmis wordt. We zijn een beetje verstoord, dat we niet naar bed kunnen en van de andere kant: wat mooi om deze nacht wakend door te brengen Toch is het niet zo mooi als we bedenken door welke reden we tot deze nachtwake worden gedwongen. We weten niet wat we aan ons zelf hebben. We zijn in de war met ons zelf. We praten wel met elkaar, maar we zeggen eigenlijk pre cies hetzelfde: de een vertelt wat er in de ander omgaat. Het moest, zo denken wij, in deze kerstnacht niet mogelijk zijn, dat Johan een ongeluk kreeg. Als het nu werkelijk vrede wordt op aarde ,laat dan de vreugde van Kerstmis niet door een droef be richt worden verstoord. Laat het Kind, dat vannacht wordt geboren, de behoeder zijn van het leven, ook van zyn leven. Laten wij Johan heel huids terug mogen zien. Dat hem niets is overkomen. Dat hij in goede welstand aankomt! We geven er ons geen rekenschap van, maar wat we eigenlijk doen met onze gedachten is: hidden. We zijn bezig God dingen te vragen, waarin we erkennen, dat we ons lot niet in onze hand hebben. Ik ben er mij van bewust, dat ik morgen in de kerk nooit zo nauw met God verbonden zal zijn als thans. Dat brengt mij op een nieuwe gedachte: als God dan wil ,dat ik morgen even overtuigd met Hem bezig ben als nu, laat Hij dan Johan veilig laten arriveren. Des te vuriger zal morgen mijn dankge bed zijn.' Meteen besef ik het twee slachtige van deze gedachte. Met al mijn overwegingen ben ik bezig God iets af te dwingen. Ik ben niet eerlijk. Ik geef mij niet over aan wat Hij over ons heeft beschikt. Beter kon ik bidden om vertrouwen. Beter was het mij aan Hem te onderwerpen. Maar meteen kom ik in opstand. Ten slotte is ons aan Johans wélzijn veel gelegen, we willen hem zo graag levend terugzien. Een nieuwe ge dachte flitst door mijn hoofd. Als Johan nu eens iets is overkomen vóór deze kerstnacht. Als het hem ge beurd is, lang ervoorf Wat baat dan mijn gebedWat voor zin heeft het dan het op het kerstgebeuren te be trekken? En wie zegt dat niet dade lijk een auto voor ons huis zal stil houden en de doodgewaande zelf uit stapt, doodmoe, maar dood nee. Ik moet innerlijk lachen om deze woordspeling. Ik voel mijn gezicht vertrékken, ik hoop dat Thea het niet heeft gemerkt. Hoe zou ik het haar kunnen uitleggen? Eigenlijk weet ik maar één ding: we houden de wacht in de kerstnacht. We vinden het erg dat het moet en toch is het voor ons een troost dat het juist de kerst nacht is. Nooit geloof ik, zijn we ons zo van het feest van Kerstmis bewust geweest. We stellen ons vertrouwen in een pas geboren kind. Ootmoedi ger kan het niet. En als dat nu eens de bedoeling van God is met ons in deze nacht OM twee uur stopt een auto voor ons huis. We zijn al buiten! Jo han stapt uit. „Ik wis het wel", zegt hij, die blijven op! „Fijn van jullie!" „Wat heb ik in angst gezeten", zegt mijn vrouw. „Maar Thea", zegt Johan. Hij pakt haar stevig. „Weet je", zegt hij, „ik ben in een van die beroerde polders van jullie blijven steken. Een lekke band. En nergens hulp. Alleen in een cafeetje, een uur lopen, schat ik. Ik ben in dat cafeetje in slaap gevallen. Ik was doodmoe. Een paar uur gele den werd ik wakker. Ze hadden me niet eerder wakker willen maken. Ze hadden medelijden met met „Mijn vrouw en ik kijken elkaar aan. „Echt", zegt Johan. „Jullie moeten niet denken dat ik het expres heb ge daan. Ik heb nog nooit zo'n r reis gehad als dit keer". Hij sluit zijn wagen af. Hij opent de bagageruimte. Hij haalt zijn koffen te voorschijn. „Je hebt v&st wel iets warms", zegt hy tegen mijn vrouw. We gaan naar binnen. We drinken koffie. Johan ver telt. Als hy klaar is strijkt mijn vrouw hem over zijn haar en com mandeert hem naar bed. Maar voor hij dat doet pakt hij eerst nog de cadeautjes uit zijn koffer en hangt ze aan de kerstboom. We kijken ver genoegd. De boom buigt weer door onder het gewicht. paarse aubergines, artisjokken en ananas, druiven en tangerines. De duurste snybonen in gevlochten mandjes en het witste lof zyn als onaanraakbare kunstvoorwerpen. Hier koopt men de mistletoe, die de kan toormeisjes boven hun schrijfmachine ophangen Alsof dit alles' nog niet genoeg is, rijen zich huis aan huis de exotische restaurants, haast elke plek op de Europese landkaart is er te vinden. Elke stap, welke men hier zet, wekt de eetlust steeds meer op! Men kan er de beste Hongaarse goulash vin den of voedzame Griekse Moesaka, pikante Italiaanse lazagna, Russische Sjasjlik of Turkse Sjisjkebab. Elk buitenlands restaurant is gespeciali seerd in de nationale gerechten van het land van herkomst, maar er is er ook één, „Chez Auguste", geleid door een Turkse Cyprioot, dat onder één dak schotels uit twaalf landen aanbiedt. Wie van Soho wil genieten eigenlijk is het daar het hele jaar door Kerstmis! moet echter aan kenners van deze twijfelachtige buurt raad vragen, want de neonreclames en exotische namen der eetgelegen- heden zijn niet altijd waarborg, dat men er ook goed eet. Soho heeft de naam, maar niet altijd de daad! Gourmets hebben allang ontdekt, dat vaak de kleine restaurants, welke weinig aan de weg timmeren, het verreweg winnen van degenen, die zoveel tamtam maken. Terecht bezit ,,1'Escargot bienvenu" een uitstekende reputatie. Het beste Italiaanse restaurant verre van luxueus dat wij kennen is Luigi. Een Portugese sfeer heerst er in „Braganza", „Isala Bella" is aanbe velenswaardig, evenals „Versailles", „Petit Coin de France" en ,,Le Pe tit Savoyard". Uitstekend is ook Leo- ni's „Quo Vadis". Verreweg het beste Chinese restaurant in dit kwartier is „Choys". Voor Spaans voedsel dient men aan te kloppen bij „Casa Pepe" of „Martinez". De eigenaar Pepe Solsona vertoont vaak en zeker met Kerstmis het kunststuk om de wijn langs voorhoofd en neus naar zijn mond te gieten. NATUURLIJK komen de Engelse restaurants in Soho in de ver drukking, hetgeen niet wil zeg gen, dat sommigen ook daar hun spo ren hebben verdiend. Een kerstmaal bij het visrestaurant van Wheelers is geenszins te versmaden. Kettbers opgericht door de chef kok van Napoleon III, wiens naam het draagt doet geen pogingen om klanten door muziek of klatergoud te lokken, maar wijnen en spijzen zijn er uitmuntend. Schotse biefstuk ver schaft een van de Angus Steak Houses. Studenten, meestal platzak, vinden alles van hun gading in een verbor gen kelder-restaurant „Jimmy's" in Frithstreet, waar men interessante typen ontmoet en geen menu onbe kend is. Men bereikt het langs een doolhof van lugubere gangetjes Soho, vlak bij de studentenwijk, her bergt naast minder gewenste, geluk kig ook deugdelijke clubs, verzamel punten van de intellectuele jeugd, die eveneens een onderkomen vindt in koffiebars, zoals La Roca, een Ita liaans keldertje, waar een Griekse gitarist Spaanse muziek tokkelt! Een fascinerende studentenclub is „Whis ky A'gogo", waar allerlei wedstrijden worden gedaan en films vertoond. In „Flamingo" luisteren de jongeren naar moderne jazz, evenals in de „Nucleus", welke tot vyf uur in de ochtend open is. Trouwens in „The House of Sandwiches" in Berwick- street kan men tot halfzes 's mor gens terecht. In de kersttyd is Soho nog vitaler dan gewoonlijk al het ge val is. Verenigingen en kantoren ple gen er hun jaarlijkse kerstdiners te houden, meestal in de aan Kerstmis voorafgaande weken. Kerstdag zelf is alles gesloten, maar de tweede dag, welke Boxin Day heet (niets te ma ken met boksen, maar wel de boxes, Pepe. de eigenaar van het beroemde Spaanse restaurant in Soho, Casa Pepe. Hij toont zijn gasten een hoogst originele manier om wijn te drinkenI of wel de collectebussen van weleer) is een algemene uitgaansdag. Dan brandt het van leven en vertier in en rond Soho. Een vermaakcentrum, dat sinds enkele jaren enorme opgang doet is de „Talk of the Town" (gesprek van de stad), het in het oude Hippodrome- theater door Charles Forte, de „ko ning" van Piccadilly, die daar zovele restaurants bezit, gestichte enige „Theater-festaurant" van Europa. Men kan hier in unieke omgeving dineren, dansen en van twee dans en variété-shows genieten, terwijl men eet. Vroeger was op deze plaats de Londense Follies Bergeres, waar Chevalier ook vaak optrad, maar aan dit schouwspel is thans blijkbaar min der behoefte. Misschien komt het om dat het Windmill Theater, waar men het vrouwelijk schoon sinds jaar en dag volop bewonderen kan, de aan gewezen plek voor dit soort amuse ment is, terwijl een onnoemelijk aan tal Strip Tease-theater-clubs ook al tracht in deze lijn iets te presteren. In de zaal van „Talk of the Town" wordt dit jaar het traditionele kinder feest voor Soho's kinderen gehouden, die twintig nationaliteiten vertegen woordigen en door skiffle en vele be kende artiesten vermaakt worden. Bij al dit feestgedruis is er zélfs in Soho tijdens de kersttijd nog tijd voor innerlijke aandacht. Er is o.a. St.- Anne Soho's parochiekerk, na het bombardement niet veel meer dan een ruïne, welke een grote rol speelt in Soho's sociale leven. Ook de Eglise Protestante en de indrukwekkende moderne „Notre Dame", zorgen er voor, dat ook in deze buurt het kerst feest niet hélemaal vervlakt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 16