Clara Egginks Wijze Uil' vond ligplaats aan het einde van de wereld Schrijvende filmsterren ZATERDAG 12 DECEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Zonder forensenartiesten en vreemdelingen Het Leidseh Dagblad Jactpies Bloem wordt haar buurman^) Hoe tverkt het A g«^Tm)coc»j(^(X>pooccccx X AGENT IN MEETWAGEN KAN NU DIRECT DE* OF DC TER PLAAT9C TOEGESTANE SNELHEID DOOR DE AUTO WORDT OVERSCHREDEN. HIJ WAARSCHUWT DAN ZIJN COLLEGA IN DE HULPWAGEN RADIOTELEFONISCH. [hulpwagen] jlN DE MEETWAGEN WORDT NU AUTOMATISCH HET AANTAL ECHO'S iPER SECONDE GEREGISTREERD. DAARUIT IS QAN RECHTSTREEKS DC SN&HCIQIN KILOMETERS PER UUR D£ AOENT IN DE HULPWAGEN. GEWAARSCHUWD DOOR DC MEETWAGEN. KAN NU DC OVER TREDER AANHOUDEN. (Speciale Op een korte decemberdag met een lage kleur loze hemel ligt de „Wijze Uil" aan het einde van de wereld. Een woonschuit als een kopstation je kunt niet verder en dezelfde weg moet je weer om. Er zijn de afgelopen weken soms Amsterdam mers gekomen. Ze reden met hun auto naar Steenwijk, vandaar naar Oldemarkt en vandaar de eenzame wildernis in van moerasland, van riet, elzen, plassen, vaarten en weggescholen boerde rijtjes. Ze drongen dank zij de nieuwe smalle weg zelfs door tot het waterdorp Kalenberg, waarheen tot voor kort slechts een pad liep te smal voor vier wielen. Maar nu is er dan de kleine weg aan de oostkant van de vaart, die doodloopt tegen een onvermurwbaar roodwit hek. Daar voorbij is weer alleen het riet en de vaart en de stilte en opzij van berichtgeving) die roodwitte finish liggen de „Wijze lift" en het boerderijtje van Klaas Schaap. Tenminste dat was het. Die Amsterdammers, waar ik het over had, kwamen hun vriendin Clara Eggink bekijken, die zich einde oktober weg liet slepen en zeven dagen op reis was voordat ze haar eigen plekje grond aan het einde van de wereld bereikte. Die vrien den zullen het niet gezegd hebben zoiets doe je niet in de beginfase maar er zijn er onher roepelijk bij geweest, die woorden van deze strekking op de lippen hadden liggen. „Clara, wat ben je begonnen? Deze verlatenheid, dit sombere isolement onder de grauwe winterhemel. Niets dan bruggetjes^ riet, reizigers en Kalenbergers om je heen en Amsterdam met zijn Kchten, leven en spirituele mensen zo ver. Waarom deze vlucht?" Clara Eggink is dankbaar dat iiS Indertijd de opdracht kreeg het onderschrift te schrijven voor het Rotterdamse veraets- monument van Mari Andrieaeen. Het werd dit dubbeDcwatrqn. „Het werk des daags vraagt om een gave mens men moet een ramp om xtin herstel ver geten. Zoals de zwerm der meeuwen op 't ontijdig graf van die mi keert de levensdrift. Toch stoelt nw welvaart tevens op het ontijdig graf van die nu van geen opbouw weten. Gedenk deze onherstelbaar- beid dan zal uw nageslacht *tjn brood in vrjjheid eten". Het antwoord op deze nog onuitge sproken vraag kon ik zonder moeite bemachtigen, want mijn gastvrouw in de genoeglijke ingerichte „Wijze Uil" bleek hartelijk en spontaan. „Ik ben ronduit blij uit het westen weg te zijn. Amsterdam is een mooie stad, natuur lijk daar wil ik niet aan tomen, maar de mensen liggen me niet. Ze verbeel den zich allemaal wonderwat, doen of ze het razend druk hebben en preste ren meestal niet veel. Je hebt twee soorten werkelijke Amsterdammers: de oude regentenfamilies en de rasechte Jordaners, maar wanneer tref je die? En daar komt dan bij dat ik so dol graag eens een eigen lapje grond sou hebben. Een jaar of zes geleden was ik het kamerleven beu. Als alleen staande vrouw krijg je geen eigen huisje in Amsterdam en daarom kocht dan maar deze woonschuit. Al die tijd lag ik ermee in Amsterdam-zuid dicht bij de Bosbaan en ik verlangde steeds naar wat anders". Natuurlijk had Clara Eggink u weet natuurlijk dat ze een begaafde dichteres is, korte verhalen schreef, een aantal romans (o.m. Stelnbecks „Muizen en mensen") op meesterlijke wijze vertaalde en reeds enkele jaren lang onze trouwe medewerkster voor de wekelijkse boekbespreking? na tuurlijk had ze ook haar dromen over het Zuiden en de zon die daar altijd schijnt. Daarom ging ze een jaar of tien geleden naar Egypte, huurde een huis in Cairo, bleef er twee Jaar en leed er me» kou dan ooit tevoren in haar leven. Zeker, ook gedurende de wintermaanden scheen de zon er meestal wel, maar er waaide tevens een belabberde noordoostenwind, die de mannen drie Jassen over elkaar deed aantrekken en een wollen sjaal om het hoofd deed binden. En daar komt dan bij, dat er in dat soort landen natuur lijk nooit een behoorlijke stookgelegen- heid in de huizen is. Mevrouw Eggink trok tenslotte nog dwars door Afrika heen (telkens met een vliegtuigsprong) naar Kaapstad, maar het Zuiden kwam toch voorlopig niet meer op haar ver langlijstje voor. Een lapje grond in eigen land was het nu. Tot ze dan de afge lopen zomer in een dagblad een adver tentie zag inzake een aan viswater ge legen huisje in Ossenzijl, dat eventjes ten westen van Steenwijk en een paar kilometer boven Kalenberg ligt. Nu vist Clara Eggink weliswaar niet, maar het water sprak haar, sinds haar jeugd in Rotterdam, altijd heel sterk aan. Os senzijl ging echter niet door, maar al rondneuzende in deae zomers zo won dermooie noordwesthoek van Overijssel stuitte ze op het plekje grond aan de Kalenberger vaart, waarop het boerde rijtje van Klaas Schaap stond. Ka dastraal heette het hier Noord VI. Haar woonschuit ligt er nu dwars op de vaart. Van het eindpunt van het verharde weggetje af moet je dertig meter over drassig oeverland lopen om de voordeur te bereiken, maar dat wordt natuurlijk andere. In het neven- liggende, tevens aangekochte boerde rijtje zijn timmerlieden aan het werk. Van buiten verandert het niet noe menswaard, maar van binnen wordt het bewoonbaar gemaakt voor een stadsmens. Over een paar weken komt hier de 72-jarige Jacques Bloem te wonen. Clara Eggink was nog jong toen ze met deze veel oudere dichter trouw de. Ze volgde hem to de periode, dat hij griffier bij verscheidene kantonge rechten was naar plaatsjes als Slnt- Nicolaasga (bij Lemmer) en Breuke- len, waarmee tevens gezegd wil zijn, dat ae weet wat buiten-leven betekent. Later scheidden zich de wegen van deze twee literair zo begaafde mensen, maar er bleef een goede vriendschap bestaan, die mevrouw Egginks invitatie begrijpe lijk maakt: kom met Je boeken wonen in het boerderijtje naast mijn woon schuit. Misschien vind je het geluk in dit land van rast en bezinning. De vroeg Clara Eggink naar haar plannen. „Ervan genieten, dat hier in Kalenberg geen forensen, geen ar tiesten, geen vreemdelingen zijn, dat het leven er nog gewoon en dus niet gejaagd is. Straks in de lente wordt het hier prachtig. Waar heb je nog ao*n gebied in Europa? Dan ga ik er met mijn roeibootje op uit en mis schien ga ik ook nog wel een keer vis sen. Ik kan het zo doen vanaf mijn balkonnetje en er zit twintig jaar vis recht aan dit stukje grond vast", zegt ze gezellig lachend. „Maar u bedoelt misschien mijn werk? Ik ben nu bezig met Alexandrine Tinne. Dat was hon derd jaar geleden een meisje uit de hoogste Haagse kringenEen aller merkwaardigst kind. Toen haar vader was gestorven, reisde ze een paar maal met haar moeder en een tante naar Centraal-Afrika. Denk u eens in: drie vrouwen in de kleding van rond 1850 in een bootje op de Gazelle-rivier met allerlei negers om haar been. Werke- HJk Iets ongelooflijks. Ze werd tenslotte te onvoorzichtig en dat kostte haar het leven. In Noord-Afrika werd ze door Toearegs vermoord. In opdracht van O.. K. en W. heb ik alle gegevens over deze Haagse wereldreizigster verzameld en na is er een uitgever, die haar bio grafie wH publiceren. Dit maakt na tuurlijk even verschil ik moet de in het Frans en Engels geschreven brie ven van Alexandrine vertalen en bet geheel krijgt een ietwat andere vorm. Daar werk ik nu aan. En verder? Mijn vaste bijdragen aan enige dag- en weekbladen, misschien weer verzen en ik hoop een roman". Ik vroeg naar wat ze zelf als haar beste werk beschouwde. „Bij mij is het altijd mijn laatste verhaal, mijn laatste vers". „En dat laatste vers is?" „Het heet „In de Noordoostpolder". Ik was daar de afgelopen lente en door een impressie ter plaatse kwam ik er toe. Dat gebeurt me niet vaak. Als de mensen in de polder het lezen zullen ze me wel een rare vinden, maar het js natuurlijk heel persoonlijk. Er zit ten oude gedachten in. Het werd nog niet gepubliceerd, maar u mag het heb ben". Ik kan niet weg. Omketend door de nieuwe grond Lachwekkend en zo bitter droog houd ik mijn hulpeloze flank omhoog, en sta hier tegen wil en dank. Ik moet het aanzien dat mijn havendam gehoond wordt door een golf van buigend graan Vroeger vergeefs belaagd door 't onverzetlijk poet Maan, wind en water waar mijn lijf naar snakt. Hoor aan m&n oorschelp hoe het ruist De lange liederen van zee en wind. Niet meer geboren, dof verzand in het primitief gepruttel van het nieuwe land. Ik wü niet weg. Wiertaaie levens zijn mijn wortelstok Hun oude eiland ben ik, laag op laag, van bot en vlees, van bloed en zweet maag die verkankert als mijn grond niet eet. Ik kan niet weg. Ik ben Schokland. CLARA EGGINK in een hoekje van haar gezellig in gerichte woonschuit. Clara Eggink koos Noord VI to Ka lenberg en dat betekent dat zij koos voor een moeras-oase, waar de rust een mens toestaat zichzelf te zijn. Er is in ons wereldje iets van moed voor nodig om tot zulk een besluit te komen. Als van ouds de MEEST GELEZEN COURANT van Leiden en Omstrekea. HwwwmMNMUwtfmimiHmtHmftittwmmmiitmnimiiii Er schijnt voor filmmensen altijd nog wel wat tijd over te schieten. Tenminstedat mag men toch wel concluderen als drie Britse sterren kort achter elkaar een boek schrijven. In alle drie ge vallen kwam het werk uit, terwijl de schrijfster of schrijver druk aan het filmen was. De een in Nederland, de ander in India en de laatste in Italië. Eva Bartok filmde in Nederland, toen haar boek uitkwam. Ze beet daarmede de spits af. Ze was kennelijk van de veronderstelling uitgegaan dat er wel mensen belangstelling zouden hebben voor haar particuliere omstandigheden. "Worth living for" noemde ze haar pennevrucht, waarin ze heel wat van haarzelf vertelt. Men moet van dergelijke intimiteiten en vluchtige gedachten houden. Goed voorbeeld doet goed volgen. De in Engeland zo populaire filmregisseur Kenneth More stapte in Eva's voetsporen en zette zijn levensgeschiedenis ook om in een flink boek. "Happy go lucky" noemde hij het. Hierin kan men vinden hoe een kruideniersbediende tot Engelands best betaalde filmkracht werd. Nummer drie op het lijstje werd Yvonne Mit chell, die in Italië bericht ontving, dat "The bed sitter" van de persen was gerold. Nu bestaat er wel verschil tussen Yvonne en de andere twee. In de eerste plaats was het niet Yvonnes eersteling. Ze had al meer geschreven o.a. een toneelstuk. Bovendien is "The bed sitter" geen autobiografie, maar een roman over de problemen van een vluchteling. Trouwens. Yvonne Mitchell is alweer aan een nieuw roman bezig, "Obituary"een verhaal over een jonge schilder in Zuid-Frankrijk Deze Engelse (schrijfziekte bij filmsterren schijnt besmettelijk te zijn. Ook Hollywood is geinfecteerd. Dezer dagen kregen wij een boek op ons bureau, geschreven door Pat Boone. De titel wijst wel op een ander soort inhoud: Tussen twaalf en twintig gesprekken met jonge mensen!" We komen er nog wel eens op terug! KENNETH MORE in Indta YVONNE MITCHELL in Italië EVA BARTOK mm to Nederland VAN DE WEG WORDT EEN RADAR- ANTENNE OPGESTELD DIE DOOR EEN KABEL WORDT VERBONDEN MET DE MEETWAGEN VAN DE POLITIE. DE OPEENVOLGENDE GOLVEN VAN DE UITGEZONDEN RADAR-STRAAL TREFFEN DE AUTO'S, DE TERUGGEKAATSTE ECHO WORDT WEER OPGEVAN GEN DOOR DE ANTENNE EN GELEID NAAR DE MEETWAGEN. WERK I NOS SCHEMA RADAR-ANTENNE |u,tgezonden goifl {teruggkaatste echoj Li IN VERSCHILLENDE LANDEN GEBRUIK! J DE VERKEERSPOLITIE EEN BEPAALD TYPE RADAR OM DE SNELHEID VAN AUTO'S TE CONTROLEREN.... A-stil»toande auto B - naderende auto C-wegrijdende outo tech.-v.dijk| BEWEEGT EEN AUTO ZICH NAAR DE ANTENNE TOE, DWZ. RIJDT HIJ DC GOLVEN TEGEMOET» DAN ONTMOET HIJ PER SECONDE MEER TRILLINGEN DAN WANNEER HIJ STILSTAAT, WAAR UIT VOLGT DAT DE ECHO'S DIE TE RUGKEREN IN DE ANTENNE ELKAAR SNELLER ZULLEN OPVOLGEN. OMGE KEERD ZULLEN DE ECHO'S VAN EEN ZICH VERWIJDERENDE AUTO ELKAAR MINDER SNEL OPVOLGEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 16